NL8004438A - Inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen. - Google Patents
Inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8004438A NL8004438A NL8004438A NL8004438A NL8004438A NL 8004438 A NL8004438 A NL 8004438A NL 8004438 A NL8004438 A NL 8004438A NL 8004438 A NL8004438 A NL 8004438A NL 8004438 A NL8004438 A NL 8004438A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- stack
- crates
- clamping plates
- clamping
- boxes
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G61/00—Use of pick-up or transfer devices or of manipulators for stacking or de-stacking articles not otherwise provided for
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66F—HOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
- B66F9/00—Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
- B66F9/06—Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
- B66F9/075—Constructional features or details
- B66F9/12—Platforms; Forks; Other load supporting or gripping members
- B66F9/18—Load gripping or retaining means
- B66F9/183—Coplanar side clamps
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G2201/00—Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
- B65G2201/02—Articles
- B65G2201/0235—Containers
- B65G2201/0244—Bottles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Transportation (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- De-Stacking Of Articles (AREA)
Description
*·\ .—4 ^ X Sch/eh/451
Inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen, die in die stapel in een aantal zich boven en naast elkaar uitstrekkende horizontale rijen zijn geplaatst. 5 Een dergelijke inrichting is bekend. Bij deze be kende inrichting, die bijvoorbeeld is ingericht voor het ontladen van beladen laadborden, wordt telkens een individuele krat, bak of doos door middel van grijporganen van de stapel gelicht om verder te worden getransporteerd naar bijvoorbeeld 10 een opslageenheid, zoals een rolcontainer, zoals die in winkelbedrijven veelal worden toegepast. Een nadeel van de bekende inrichting, waarbij telkens slechts één krat, bak of doos wordt behandeld is, dat bij overgang van het ene type stapeling naar het andere type stapeling een gereedschapswisseling 15 noodzakelijk is. Een dergelijke gereedschapswisseling blijkt in de praktijk zeer frequent noodzakelijk te zijn, hetgeen een ernstige bedrijfstechnische beperking vormt.
Een verdere beperking van de bekende techniek is, dat geen gebruik kan worden gemaakt van de omstandigheid, dat in 20 bepaalde stapelingen reeds ten minste ten dele een zelfde patroon voorkomt als gewenst kan zijn bij bijvoorbeeld het beladen van de reeds genoemde rolcontainer. Een bestaande stapeling wordt derhalve volgens de stand der techniek geheel teniet gedaan, terwijl in een volgende bewerkingsstap dezelfde 25 stapeling weer wordt opgebouwd. Het behoeft geen betoog, dat dit geen efficiënte' manier van werken is.
De uitvinding beoogt, een oplossing te bieden voor de nadelen en beperkingen van de stand der techniek en verschaft met het oog daarop een inrichting van het in de aan-30 hef vermelde type, die is gekenmerkt door een verplaatsbaar raamwerk met twee voor het eindelings inklemmen van ten minste één rij horizontaal naar elkaar toe en van elkaar af beweegbare en te zamen verticaal verplaatsbare, verticale klemplaten, met behulp waarvan telkens ten minste één rij 35 vastgegrepen en vervolgens uit de stapel gehéven kan worden.
8004438 * "* - 2 -
Een mechanisch zeer aantrekkelijke uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding vertoont het kenmerk, dat de klemplaten voor hun horizontale verplaatsing over een pneumatisch of hydraulisch aandrijfmechanisme met relatief 5 kleine slag gekoppeld zijn met een voor het gewenste klem-bereik geschikt, mechanisch aandrijfmechanisme.
Een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding vertoont een op een te verplaatsen stapel kratten,.bakken of dozen gericht waarneemstation voor 10 het bepalen van het stapelpatroon en een daar achter geschakeld signaalverwerkingsstation voor het zodanig besturen van de klemplaten, dat de stapel verdeeld in een aan dat patroon beantwoordend aantal rijen wordt verplaatst. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een microprocessor voor ont-15 vangst van van het waarnemingsstation afkomstige informatie-signalen en het afgeven van besturingssignalen voor besturing van de verplaatsingen en bewegingen van de klemplaten.
Verdere kenmerken en bijzonderheden van de inrichting volgens de uitvinding zullen worden genoemd en toegelicht aan 20 de hand van de bijgevoegde tekening. Hierin tonen: figuur 1 een schematisch weergegeven voorbeeld van een zogenaamde kolomgestapelde stapel kratten? figuur 2 een met figuur 1 corresponderend, perspectivisch aanzicht, in een bewerkingsstadium, waarin de drie 25 voorste rijen kratten een weinig zijn opgeheven door de inrichting volgens de uitvinding; figuur 3 een zogenaamde in verband gestapelde stapel kratten? figuur 4 een met figuur 3 corresponderend perspec-30 tivisch aanzicht van een behandelingsstadium, waarin de bovenste en voorste rij kratten een weinig is opgeheven door de inrichting volgens de uitvinding? figuur 5 een perspectivisch, gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een ontladingseenheid met een inrichting 35 volgens de uitvinding? figuur 6 een van de eenheid volgens figuur 5 deel uitmakende inrichting volgens de uitvinding? en 800 4 4 38 » . * - 3 - figuur 7 een vorkheftruck met een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een kolomstapeling van 3 x 3 x 3 kratten, bijvoor-5 beeld bestemd voor flessen. Een dergelijke stapeling vertoont . 9 onafhankelijke kolommen. Het zal daarmee duidelijk zijn, dat het mogelijk is, het voorste vlak, bestaande uit 3x3=9 kratten in zijn geheel van de stapel af te nemen, zonder dat daardoor de stabiliteit van de resterende stapel in gevaar.
10komt.
Figuur 2 toont, hoe met behulp van twee klemplaten 1, 2,. die deel uitmaken van een later te beschrijven inrichting . volgens cfeuitvinding, de voorste 9 kratten door zijdelingse inklemming door de platen 1, 2 uit het aanvankelijk bestaande 15verband van 27 kratten kunnen worden verwijderd. Door de twee loodrecht op de platen staande pijlen is de richting van de uitgeoefende klemkracht gesymboliseerd? pijlen 5, 6, respectievelijk 7, 8 duiden de richting aan, waarin de tegen de kratten aangeklemde platen 1, 2 successievelijk worden ver-20plaatst.
Figuur 3 toont, in een zelfde schematische weergave als figuur 1 een ander type stapeling- In het voorbeeld volgens figuur 3 zijn de kratten· niet kolcmgestapeld, maar zogenaamd in verband gestapeld. Uit het perspectivische aanzicht volgens 25figuur 3 zal zonder toelichting duidelijk zijn, dat in deze stapeling geen sprake is van verticaal doorlopende, elkaar niet beïnvloedende kolommen kratten. Het zal hiermee tevens duidelijk zijn, dat het, anders dan weergegeven in de figuren 1 en 2, bij de verbandstapeling niet mogelijk is, het gehele 30voorvlak van in dit geval 10 kratten door ëën bewerking te • verwijderen.
Figuur 4 toont, hoe met een dergelijke stapeling de eerste, dat wil zeggen (¾ bovenste en voorste rij door de klemplaten 1, 2 kan worden weggenomen. Voor wat betreft de 35identificatie van de in figuur 4 aangeduide pijlen wordt kortheidshalve verwezen naar figuur 2.
Het zal zonder nadere uiteenzetting duidelijk zijn, 800 44 38 - 4 - ί 1 dat bij de stapeling volgens de figuren l, 2 na het wegnemen van de eerste 9 kratten overgegaan wordt tot het verplaatsen van de tweede laag, bestaande uit 9 kratten. Zo kan door drie afzonderlijke behandelingscycli de hele stapel kratten worden 5 overgebracht door de inrichting volgens de uitvinding.
Een dergelijke eenvoudige behandeling is bij de stapeling volgens de figuren 3 en'4 niet mogelijk. Zoals reeds uiteen gezet, wordt allereerst de in figuur 4 aangeduide eerste rij kratten weggenomen, vervolgens neemt de inrichting 10 volgens de uitvinding de tweede rij kratten weg, namelijk de in het midden gelegen rij kratten van het bovenste vlak.
Na het afnemen van de 10 de bovenste laag vormende kratten wordt overgegaan tot het rij voor rij wegnemen van de tweede laag kratten enzovoorts. Op deze wijze zijn 9 behandelings-15 cycli nodig om de stapel in verband gestapelde kratten volgens de figuren 3 en 4 geheel te verplaatsen.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat de figuren 1, 2, respectievelijk 3, 4 slechts voorbeelden weergeven van twee wezenlijk verschillende stapelmogelijkheden. Het zal 20 evenwel duidelijk zijn, dat binnen deze twee principieel afwijkende mogelijkheden vele ondergeschikte varianten denkbaar zijn.
Figuur 5 toont een eenheid voor het ontladen van op draagborden gestapelde kratten en het overbrengen van die 25 stapel kratten in kleinere eenheden naar een op zichzelf bekend transportmechanisme.
De in figuur 5 getoonde ontladingseenheid omvat een inrichting volgens de uitvinding, die in zijn geheel is aangeduid met het verwijzingsgetal 9 en in figuur 6 meer in 30 detail is getekend.
De in figuur 5 getoonde inrichting vertoont een rollenbaan 10 voor aanvoer van beladen draagborden of palets. Met onderboken,lijnen is een blokvormige stapel kratten, gestapeld op een draagbord 11, weergegeven. Door de inrichting 35 9 afgenomen kratten worden overgebracht naar een rollenbaan 12, die kan worden aangedreven door een motor/reductie-een- 800 4 4 38 -i. \ VN ijt - 5 - Γ I · » heid 13. De afgevoerde kratten worden vanaf de rollenbaan 12 · overgedragen naar een afvoertransportband 14, die kan worden aangedreven door een motor/reductie-eenheid 15. Na volledige ontlading van het draagbord 11 wordt dit draagbord 11 zijde-5 lings afgevoerd naar een draagbordenstapelaar (niet getekend) onder invloed van twee van nokken 16 voorziene transportbanden 17, 18, die kunnen worden aangedreven door een motor/reductie-eenheid 19.
De ontladings-transporteenheid volgens figuur 5 ver-10 toont, behalve de reeds beschreven onderdelen, een tweevoudige brug 20, de horizontale langsliggers waarvan twee rails 21 dragen. Deze rails 21 dienen . voor ...het geleiden van een kat 22 met wielen 23, welke kat met ondersteuning door schoren 24 een ü-vormig raamwerk 25 draagt.
15 Verder vertoont de eenheid volgens figuur 5 een videocamera 26 en een daarmee gekoppelde micropocessoreenheid 27 voor het bepalen van het stapelpatroon van de op het laad-bord 11 geladen kratten en het zodanig besturen van de klem-platen 1 en 2, dat de stapel verdeeld in een aan dat patroon 20 beantwoordend aantal rijen wordt verplaatst.
Het van de videocamera 26 afkomstige videosignaal wordt in de microprocessoreenheid 27 niet alleen gebruikt ter bepaling van het stapelpatroon, maar tevens voor het vaststel-· len van de positie van een te behandelen stapel. Zoals in de 25 figuren 2 en 4 is getekend, dient namelijk een groep rijen (kolomstapeling) of een enkele rij (verbandstapeling) zodanig te worden gegrepen, dat de klemming stabiel is en geen kans bestaat, dat de volgende groep rijen of enkele rij ook wordt ingeklemd. Met het oog op het voorgaande is gekozen voor een 30 zodanige inklemming, dat de voorrand van de klemplaten 1 en 2 zich bevindt tussen het middenvlak en het achtervlak van de in te klemmen kratten.
Figuur 6 toont meer in detail de inrichting 9 volgens de uitvinding.
35 In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de klemplaten 1 en 2 voor hun horizontale, dat wil zeggen hun naar elkaar· toe en van elkaar af gerichte plaatsing over twee luchtcylinders 28, 800 4 4 38 ï. > ? * ' - 6 - 29 met relatief kleine slag gekoppeld met een mechanisch aandrijfmechanisme, dat is gedimensioneerd in overeenstemming met het gewenste maximale klembereik. Dit mechanische aandrijfmechanisme omvat in dit uitvoer^ingsvoorbeeld twee 5 schroefassen 30, 31, welke schroefassen voor rotatie aandrijf-baar zijn door twee motoren, respectievelijk 32 en 33, en elk zijn voorzien van een slechts axiaal verplaatsbare moer, respectievelijk 34, 35, waarbij de beide klemplaten ten opzichte van de bijbehorende moer een vrije slag bezitten en 10 via de bijbehorende luchtcylinder daarmee zijn gekoppeld. De twee moeren 34, 35 zijn zodanig uitgevoerd, dat hun buitenmantel dienst doet als het binnenelement van een glijlager, het buitenelement waarvan wordt gevormd door een opening in een bijbehorend juk 36, 37, dat tussen eindaanslagranden 38, 15 39, respectievelijk 40, 41 verschuifbaar is over respectievelijk de moer 34, 35. De plunjers 42, 43 van respectievelijk de luchtcylinders 28, 29 zijn star gekoppeld met het juk respectievelijk 36, 37. Deze jukken 36, 37 zijn voor rotatie geborgd en worden geleid door leistangen 44, 45, door glijlagers 20 46, 47, 48, 49.
De stangen 44, 45 zijn star verbonden met een gestelplaat 50. Deze gestelplaat 50 doet tevens dienst voor het door middel van een taatslager 51 roteerbare ondersteunen van de schroefas 31 en het door middel van een niet-weerge-25 geven taatslager ondersteunen van de schroefas 30.
Met de gestelplaat 50, die zich verticaal uitstrekt, zijn vier zich horizontaal uitstrekkende gestelbalken 51, 52, ' 53, 54 verbonden. Deze gestelbalken 51, 52, 53, 54 vertonen aan hun beide uiteinden een aantal geleidingswielen, die in 30 hun algemeenheid met het verwijzingsgetal 55 zijn aangeduid, en die een verticale verplaatsing mogelijk maken van de gestelbalken 51-54 over het ü-vormige raamwerk 25 en waarmee de klemplaten 1, 2 zijn verbonden.
De verticale verplaatsing van de gestelbalken 51-35 54 en de daarmee gekoppelde onderdelen vindt plaats onder invloed van een aan het korte, horizontale einde van het U-vormige raamwerk 25 bevestigde lier 56, bestaande uit een 800 4 4 38 I. . Λ - 7 - * Λ motor/reductie-eenheid 57 en een opwikkelkatrol 58 voor het, afhankelijk van de bekrachtiging van de eenheid 57 opwikkelen of afwikkelen onder invloed van de zwaartekracht van een kabel 59, die door middel van een oren-aseenheid 60 met de 5 gestelbalken 51, 52 is gekoppeld.
De in figuur 6 getoonde inrichting vertoont verder een verplaatsbare bodem 61 in de vorm van een aantal zich op vrije afstand van elkaar uitstrekkende evenwijdige staven 62, welke verplaatsbare bodem in een horizontale stand onder 10 de tussen de klemplaten 1, 2 aanwezige ruimte kan worden verplaatst, nadat een rij of stapel rijen kratten, bakken of dozen door de klemplaten 1, 2 is vastgegrepen en voldoende geheven.'
De bodem 61 is verbonden met een gestel 64, dat over 15 leistangen 65, 66 schuifbaar is. Deze leistangen 65, 66 zijn door oren 63 star gekoppeld met de onderste gestelbalken 53, 54. De verplaatsing van het gestel 64 en daarmee van de verplaatsbare bodem 61 vindt plaats onder invloed van een daartoe geschikt aandrijforgaan., In figuur 6 is één aandrijfelement 20 weergegeven, namelijk een hydraulische cylinder 67. Het huis van deze hydraulische cylinder is door een bevestigingsplaat 68 verbonden met de gestelbalk 53; de plunjer 69 van de cylinder is gekoppeld met het gestel 64. De cylinder 67 is van het dubbelzijdig werkzame type, dat wil zeggen dat hij 25 in staat is tot het veroorzaken van een drukbeweging en een trekbeweging.
Met betrekking tot de afstanden tussen de staven 62 wordt, vooruitlopend op de beschrijving van de werking van de inrichting volgens de uitvinding, nu reeds opgemerkt, dat 30 deze, alsmede de positionering van de eenheid als geheel, is gekozen in overeenstemming met de afstand tussen de de rollenbaan 12 vormende rollen. De positionering van de staven 62 is zodanig, dat de staven kunnen worden opgenomen in de vrije ruimte tussen de rollen 12.
35 De onderhavige inrichting is ook voorzien van midde len voor het doen ophouden van het in de klemrichting mechanisch aandrijven door dé motoren 32, 33 van de klemplaten 1, 2 800 4 4 38 *’·«·’. ...
-δ- βη het. daarop volgend inschakelen van de bekrachtiging van de luchtcylinders respectievelijk 28, 29, nadat de onderlinge afstand tussen de platen of een daarvan afhankelijke grootheid, bijvoorbeeld de gemeten aandrukkracht, een vooraf vastgestelde 5 waarde heeft bereikt.
In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld vertoont elk van de klemplaten 1, 2 een krachtwaameemorgaan respectievelijk 70, 71, dat met zijn ene einde rust tegen de klem-plaat respectievelijk 1, 2 en met zijn andere einde tegen 10 een ten opzichte van de bijbehorende plaat enigszins verend aangebrachte dekplaat respectievelijk 72, 73. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld van de eenheid met de inrichting volgens de uitvinding dient de als centrale besturingseenheid dienst doende microprocessor-eenheid 27 voor het besturen 15 van de motor/reductie-eenheid 13, 15, 19, de luchtcylinders 28, 29, de motoren 32, 33, de motor/reductie-eenheid 57, de hydraulische·cylinder 67 en de motor/reductie-eenheid 74. Met het oog op deze besturing is de microprocessoreenheid 27 gekoppeld met de videocamera 26 voor het op basis van het door 20 de camera 26 afgegeven videosignaal bij het waarnemen van een stapel kratten bepalen van het stapelpatroon door vergelijking van de informatie van het videosignaal met een aantal in het geheugen van de microprocessoreenheid 27 opgeslagen bekende stapelpatronen.
25 In dit verband wordt herinnerd aan de uiteenzetting aan de hand van respectievelijk de figuren 1, 2 en 3, 4, waarbij voor wat betreft het aantal tegelijkertijd weg te nemen rijen werd uitgegaan van de geconstateerde wijze van stapeling.
30 Nu volgt een korte beschrijving van de werking van de in de figuren 5 en 6 getoonde inrichting aan de hand van het in de figuren 1 en 2 weergegeven stapelingstype.
Bij aanvoer over de rollenbaan 10 van het laadbord 11 vindt detectie van de aanwezigheid op de vereiste bedrijfs-35 plaats van het laadbord 11 plaats door bediening door het laadbord 11 van een schakelaar 75.
Op dit moment wordt de videocamera 26 bekrachtigd 800 4 4 38 ► β . * - 9 - en vindt door de microprocessereenheid 27 bepaling van het betreffende stapelpatroon van de op het draagbord 11 ge-' stapelde kratten plaats.
Door de activering van de schakelaar 75 geeft de 5 microprocessoreenheid 27 een commando door aan de motor/re-ductie-eenheid 74, zodanig, dat de kat 22 rijdt tot een positie, waarin de klemplaten 1, 2 de eerste rij of groep.
rijen van de kratten kan opnemen.
Na het verstrijken van de daarvoor benodigde tijd 10 vindt vanuit de microprocessoreenheid 27 bekrachtiging van de motoren 32, 33 plaats, waarna bij het overschrijden van een bepaalde klemkracht, zoals “blijkt uit de door de krachtwaameemorganen 70, 71 afgegeven signalen aan de micro-processoreenheid 27,-dat een bepaalde klemkracht is 15 bereikt. Vanaf dit moment vindt bekrachtiging van de lucht-cylinders 28, 29 plaats door commando vanuit de eenheid 27. Vanaf dit moment is de klemming voltooid.
Onmiddellijk hierna geeft de microprocessoreenheid 27 een commando af aan de motor/reductie-eenheid 67, waar-20 door deze een verplaatsing omhoog van de klemmen 1, 2 over een afstand van ongeveer 5 cm uitvoert. Na het verstrijken van de daarvoor benodigde tijd bekrachtigt de microprocessor de hydraulische cylinder 67/ waardoor de verplaatsbare bodem 61 naar voren schuift tot onder de bodem van de onderste 25 kratten.
Vervolgens commandeert de eenheid 27 het terugrijden van de kat tot een zodanige positie, dat de te transporteren - ' kratten boven de rollenbaan 12 worden gebracht. Voor het vaststellen van de plaats, waarop de gewenste positie is bereikt, 30 wordt gebruik gemaakt van een banaleringsschakelaar 76, die samenwerkt met een nok 77 aan de kat 22.
Zodra door activering van de schakelaar 76 door de microprocessoreenheid 27 is geconstateerd, dat de kratten zich boven oh baan 12 bevinden, geeft de eenheid 27 aan de 35 motor 57 het commando, de kratten tot op de baan te laten zakken. Hierbij zakken de staven 62 tussen de rollen, waardoor de kratten over de rollen verplaatsbaar worden.
800 4 4 38 2 Sr > ·« - ίο -
Na het verstrijken van de daarvoor nodige tijd bestuurt de microprocessoreenheid 27 opnieuw de motoren 32 en 33 en de luchtcylinders 28 en 29, in omgekeerde richting ten opzichte van het bovengenoemde geval van het begin derklem-5 ming, zodat de klemplaten 1, 2 weer in hun uitgangsstand terugkeren. Gelijktijdig worden door een corresponderende bekrachtiging van de hydraulische cylinder 67 de staven 62 naar hun ingeschoven rustpositie verplaatst.'
Door onmiddellijk daarop volgende bekrachtiging van 10 de motor/reductie-eenheid 13 en de bekrachting van de motor/ reductie-eenheid 15 vindt de afvoer via de transportbaan 14 van de kratten plaats.
De volgende laag kratten wordt op een analoge wijze van het draagbord 11 verwijderd, waarbij wordt aangetekend, 15 dat onder besturing van de microprocessor 27 de motor/reductie-eenheid 74 een weinig langer bekrachtigd blijft, zodanig, dat de klemplaten l, 2 op de juiste positie arriveren om vastklemmen van de tweede laag kratten mogelijk te maken. Af gezien van deze wijziging is de bedrijfscyclus identiek aan die voor 20 het afnemen van de eerste laag kratten.
Na het voorgaande zal het geheel duidelijk zijn, hoe de laatste laag kratten van het laadbord 11 wordt verwijderd.
Figuur 7 toont een variant, waarbij het ü-vormige raamwerk 25 via bevestigingsplaten 78, 79 en daarmee samen-25 werkende oren is verbonden met de plunjers 82, 83 van twee hydraulische cylinders 84, 85, waarvan het huis is bevestigd aan een heftruck86.
Met deze constructie wordt een grote mobiliteit bereikt, terwijl enerzijds de truck onder relatief lage deuren 30 kan doorrijden, terwijl niettemin een vrij grote stapelhoogte kan worden bereikt.
Aan de hand van deze variant is duidelijk, waarom het gebruik van de verplaatsbare bodem 61 nuttig kan zijn.
Bij het rijden kunnen stootsgewijze bewegingen optreden, waar-35 bij het kan voorkomen, dat bijvoorbeeld een krat scheurt en de door de wanden en bodems overgebrachte kiemkracht ten dele verloren gaat. Hierbij doet dan de bodem 61 dienst als opvang- 800 44 38 - 11 - orgaan.
Ook in de uitvoeringsvorm volgens de figuren 5 en 6 kan de bodem van nut zijn. Immers, indien één van de kratten een breuk vertoont, bestaat het gevaar, dat bij klern-5 ming de klemkracht verloren gaat en de kratten uit de klem op de grond vallen. Dit is niet alleen bedrijfstechnisch on- ' gewenst, maar kan bovendien gevaar opleveren voor in dé omgeving werkzame personeelsleden.
* 800 4 4 58
Claims (10)
1. Inrichiting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen, die in die stapel in een aantal zich boven en naast elkaar uitstrekkende horizontale rijen zijn geplaatst, gekenmerkt door een ver- 5 plaatsbaar.raamwerk met twee voor het eindelings. inklemmen van ten minste één rij horizontaal naar elkaar toe en van elkaar af beweegbare en te zamen verticaal verplaatsbare, verticale klemplaten, met behulp waarvan telkens ten minste één rij vastgegrepen en vervolgens uit de stapel geheven 10 kan worden.
2. Inrichting volgens conclusie I, met het kenmerk, dat de klemplaten voor hun horizontale verplaatsing over een pneumatisch of hydraulisch aandrijfmechanisme met relatief kleine slag gekoppeld zijn met een voor het gewenste klerabe- 15 reik geschikt, mechanisch aandrijfmechanisme.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het mechanische aandrijfmechanisme voor elke klemplaat is voorzien van een draaibare schroefstang met een slechts axiaal verplaatsbare moer, de klemplaat ten op- 20 zichte 'van de moer een vrije slag bezit en met de moer is gekoppeld via het pneumatische of hydraulische aandrijfmechanisme.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt cbor een verplaatsbare bodem, die in een horizon- 25 tale stand onder de tussen de klemplaten aanwezige ruimte kan worden geplaatst, nadat een rij of stapel rijen kratten, bakken of dozen door de klemplaten is vastgegrepen en voldoende is geheven.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 30 dat de bodem uit een aantal zich op vrije afstand van elkaar uitstrekkende evenwijdige staven bestaat.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het doen ophouden van het in de klemrichting mechanisch aandrijven van de klemplaten en 35 het daarop volgend inschakelen van de pneumatische of hy- 800 4 4 38 :* - 13 - »Τ " Χΰ draulische aandrijving daarvan, nadat de onderlinge afstand tussen de platen of een daarvan afhankelijke grootheid een vooraf vastgestelde waarde heeft bereikt.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 5 dat de inrichting verticaal beweegbaar is aangébracht in een portaal, dat horizontaal verplaatsbaar op een brug rust. _____ __ _ ______
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de inrichting verticaal beweegbaar is aangebracht in een portaal, dat bevestigd is aan een voertuig.,
9. Inrichting volgens ëên der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een op een te verplaatsen stapel· kratten, bakken of dozen gericht waarneemstation en een daar achter geschakeld signaalverwerkingsstation voor het bepalen van het stapelpatroon en het zodanig besturen van de klemplaten, 15 dat de stapel verdeeld in een aan: dat patroon beantwoordend aantal rijen wordt verplaatst.
10. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt door een microprocessor voor ontvangst van van het waarneemstation afkomstige informatiesignalen en het afgeven van besturings-20 signalen voor besturing van de verplaatsingen en bewegingen van de klemplaten. 8004438
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8004438A NL8004438A (nl) | 1980-08-04 | 1980-08-04 | Inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen. |
DE8181200866T DE3169178D1 (en) | 1980-08-04 | 1981-07-30 | Apparatus for displacing part by part a stack of cages, cases or boxes |
EP19810200866 EP0045553B1 (en) | 1980-08-04 | 1981-07-30 | Apparatus for displacing part by part a stack of cages, cases or boxes |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8004438 | 1980-08-04 | ||
NL8004438A NL8004438A (nl) | 1980-08-04 | 1980-08-04 | Inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8004438A true NL8004438A (nl) | 1982-03-01 |
Family
ID=19835704
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8004438A NL8004438A (nl) | 1980-08-04 | 1980-08-04 | Inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0045553B1 (nl) |
DE (1) | DE3169178D1 (nl) |
NL (1) | NL8004438A (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4726729A (en) * | 1986-05-02 | 1988-02-23 | Cascade Corporation | Electric motor-actuated load clamp with clamping force control |
US5139387A (en) * | 1989-09-05 | 1992-08-18 | G.D. S.P.A. | Apparatus for feeding packaging machines with stacks of sheet material |
AU4508399A (en) | 1999-06-07 | 2000-12-28 | Robert Saxer | Industrial truck |
FR2926063B1 (fr) * | 2008-01-04 | 2009-12-25 | Champaconcept | Dispositif de palettisation/depalletisation de bouteilles. |
CN110002235A (zh) * | 2019-05-16 | 2019-07-12 | 江苏巨鑫磁业有限公司 | 用于磁芯货箱的码放上料装置 |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2709015A (en) * | 1952-10-18 | 1955-05-24 | Grand Specialties Company | Lifting and stacking trucks |
DE1109075B (de) * | 1959-06-18 | 1961-06-15 | Ruhr Intrans Hubstapler G M B | Verfahren und Steinklammer zum Entfernen der Unterlagen fuer Formsteine |
US3029962A (en) * | 1960-05-16 | 1962-04-17 | Cascade Mfg Company | Bushing construction for side shift carriage |
FR2319554A2 (fr) * | 1975-07-31 | 1977-02-25 | Thibault Jacques | Machine pour charger des colis sur u |
-
1980
- 1980-08-04 NL NL8004438A patent/NL8004438A/nl not_active Application Discontinuation
-
1981
- 1981-07-30 EP EP19810200866 patent/EP0045553B1/en not_active Expired
- 1981-07-30 DE DE8181200866T patent/DE3169178D1/de not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0045553B1 (en) | 1985-03-06 |
DE3169178D1 (en) | 1985-04-11 |
EP0045553A1 (en) | 1982-02-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US9511956B2 (en) | Palletizer for a plurality of objects | |
US10947046B2 (en) | Loading system for palleting mixed products on a target pallet | |
US5238350A (en) | Method of and an apparatus for taking up and setting down, respectively, of package-like articles | |
NL8801059A (nl) | Inrichting voor het stapelen van bundels platgevouwen dozen van golfkarton. | |
JPH03111313A (ja) | 材料収納カセット用保管棚における入庫、出庫、再入庫のための方法とその保管棚 | |
EP2429931B1 (en) | Packing apparatus | |
US3986620A (en) | Palletizing apparatus for piece goods | |
JP2992200B2 (ja) | 箱物品積層方法及び装置 | |
KR101970933B1 (ko) | 지지체를 층상으로 적층하기 위한 장치 | |
NL9401166A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het hanteren met transportonderstellen. | |
JPH021043B2 (nl) | ||
NL8004438A (nl) | Inrichting voor het in gedeelten verplaatsen van een stapel kratten, bakken of dozen. | |
US10494189B2 (en) | Apparatus for multi-axial transfer of objects in assembly lines | |
US5451136A (en) | Automatic depalletizer | |
NL1034700C2 (nl) | Verpakkingsinrichting. | |
JPH069019A (ja) | 高架貯蔵ユニット | |
EP1407992B1 (en) | Device for the controlled placing of products into a container | |
CN111824664A (zh) | 一种连续式自动码货设备及操作方法 | |
JP3612790B2 (ja) | 巻取ロール縦積みパレタイザ | |
FI72487C (fi) | Anordning foer att fylla ett transport- eller lagringsstaell. | |
NL1038339C2 (nl) | Verpakkingsinrichting. | |
WO2017105218A1 (en) | Device, assembly and method for loading a vehicle with loaded pallets | |
JPH0747365Y2 (ja) | 荷姿矯正装置 | |
JPH0592803A (ja) | 自動ラツク倉庫 | |
NL1001425C2 (nl) | Opslaginrichting voor op afstand van elkaar aangebrachte voorwerpen. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |