NL8004064A - Drukontlastinrichting voor kernreaktoren. - Google Patents

Drukontlastinrichting voor kernreaktoren. Download PDF

Info

Publication number
NL8004064A
NL8004064A NL8004064A NL8004064A NL8004064A NL 8004064 A NL8004064 A NL 8004064A NL 8004064 A NL8004064 A NL 8004064A NL 8004064 A NL8004064 A NL 8004064A NL 8004064 A NL8004064 A NL 8004064A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vessel
cyclone
coolant
liquid
washing
Prior art date
Application number
NL8004064A
Other languages
English (en)
Other versions
NL185110C (nl
NL185110B (nl
Original Assignee
Hochtemperatur Kernkraftwerk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hochtemperatur Kernkraftwerk filed Critical Hochtemperatur Kernkraftwerk
Publication of NL8004064A publication Critical patent/NL8004064A/nl
Publication of NL185110B publication Critical patent/NL185110B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL185110C publication Critical patent/NL185110C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21CNUCLEAR REACTORS
    • G21C9/00Emergency protection arrangements structurally associated with the reactor, e.g. safety valves provided with pressure equalisation devices
    • G21C9/004Pressure suppression
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E30/00Energy generation of nuclear origin
    • Y02E30/30Nuclear fission reactors

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Plasma & Fusion (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Structure Of Emergency Protection For Nuclear Reactors (AREA)

Description

i* , l vo 0667
Drukontlastinrichting voor kernreactoren.
De uitvinding heeft "betrekking op een drukontlastinrich-ting voor kernreaktoren in geval van storing, in het "bijzonder voor lichtwaterreaktoren en met helium gekoelde "bij hoge temperatuur verkende reaktoren.
5 Voor lichtvaterreaktoren en in de toekomst ook voor reak toren, velke "bij zeer hoge temperatuur verken, zijn gesloten bevei-ligingsvaten voorgeschreven, velke hij een defekt van het drukvat van de reaktor, resp. de huisleidingen daarvan voor het opnemen van uitstromend koelmiddel, zoals stoom of helium, bestemd zijn.
10 Deze koelmiddelen kunnen gasvormige of vaste, radioactieve splijtprodukten, dan vel andere geactiveerde stoffen bevatten.' In geval van -een storing is het beveiligingsvat dus met een min of meer radioactief koelmiddel gevuld, dat onder hoge druk staat en een relatief hoge temperatuur heeft en dus het toetreden van be-15 dieningspersoneel, zelfs vanneer dit beschermende bekleding of gasmaskers draagt, onmogelijk maakt. In geval van storing is de toegankelijkheid van het beveiligingsvat echter van voordeel, om de reaktor ook door handbediening plaatselijk in een veilige bedrijfstoestand te kunnen brengen.
20 Voorts is het noodzakelijk, bijv. bij het uitvallen van de koelinrichtingen voorhet koelmiddel, het afvoeren van de varmte uit het drukvat van de reaktor via een noodkoeling mogelijk te maken, voordat het primaire circuit faalt of de brandelementen in de reaktorkem gestoord vorden. Om oververhitting van de brand-25 elementen te verhinderen, kan naderhand naar het reaktorarükvat een koelmiddel in een zogenaamde open kringloop gevoerd vorden.
In alle gevallen is het niet toelaatbaar, dat met radioactieve bestanddelen verontreinigd koelmiddel in de atmosfeer vordt uitgestoten .
30 Drukontlastmiddelen hebben tot doel, bij een storing de druk in het reaktordrukvat en/of eventueel in een het re aktordrukvat opnemend beveiligingsvat te verlagen.
Daartoe zijn verschillende inrichtingen bekend, welke in overeenstemming men een verschillend doel, zoals het reinigen van 35 het koelmiddel, resp. het beveiligen van de atmosfeer van het bevei- 800 4 0 64 Γ ·« -2- ligingsvat of het ontlasten van de druk in de beveiligingsvaten ten dele slechts voor het bedrijfsgeval aanwezig zijn.
Bekend zijn circulatieinstallaties voor beveiligingsvaten in het bedrijfsgeval, waarbij - om de circulatieinrichting klein 5 te houden - in een zogenaamd circulatieproces binnen het beveili- gingsvat lucht afgezogen, in filters gereinigd en teruggevoerd wordt. Aldus doorstroomt slechts een kleine, mogelijk met radioactief gas of stof verontreinigde hoeveelheid lucht langzaam een filter van de circulatieinrichting en wordt na het reinigen naar de at-10 mosfeer afgevoerd, waarbij binnen het beveiligingsvat een kleine onderdruk ontstaat. De bekende filters hebben echter voor het geval van een storing een te kleine capaciteit en zijn bovendien niet voor het filteren van de bij een storing mogelijk tezamen met een grote hoeveelheid stoom naar buiten tredende splijtprodukten, zoals bijv.
15 jodium,caesium en strontium geschikt.
Voorts zijn ontgassingsinrichtingen voor lichtwater- en drukvaterreaktoren bekend, waarbij tijdens bedrijf in het water/ stoomcircuit met behulp 'van een vacuumpomp uit het koelmiddel in een turbinecondensator lucht en gas voor het verbeteren van het 20 vacuum afgezogen en via filters in de atmosfeer afgevoerd worden.
t
Als filters dienen zogenaamde filter-absorbers, waarin edelgassen, zoals krypton en xenon tot aan het op natuurlijke wijze uiteenvallen vastgehouden worden. Deze filters zijn gekoeld om de reak-tiewarmte af te voeren en op grond van een lagere temperatuur 25 een betere absorptie te bereiken. Deze filters zijn echter niet voor het filteren van de bij een storing in-grote hoeveelheden naar buiten tredende splijtprodukten geschikt.
Bij bekende drukontlastinrichtingen voor kernreaktoren wordt voorts in geval van een storing met behulp van sproeisystemen 30 het uit een lek van het reaktordrukvat of dê buisleidingen van het primaire circuit naar buiten stromende koelmiddel binnen het beveiligingsvat neergeslagen. Het sproeiwater wordt door pompen uit een reservoir en na het vormen van een voorraad uit het beveiligingsvat aangezogen, in koelers gekoeld en vervolgens weer in het 35 beveiligingsvat gesproeid om de koelmiddeldamp te condenseren en dus de druk te verlagen. Bij drukwaterreaktoren dient op kernfysische gronden geboreerd water, d.w.z. water met 2000 tot 3000 ppm 8 0 0 4 0 6 4 -3- ui borium als sproeimiddel, dat de met het koelmiddel in het beveiligingsvat gekomen splijtprodukten moet uitwassen.
Om een hetere oplosbaarheid van jodium in water te bereiken, worden aan het water bijv. natriumhydroxyde of natriumthiosulfaat 5 toegevoegd. Bij deze splijtprodukten zijn de uitwasbare, zoals bijv. caesium, strontium en borium alsmede het, op grond van de relatief hoge koelmiddeltemperatuur vereist, uitwasbare gasvormige jodium, van de slechts moeilijk uitwasbare splijtprodukten, zoals de edelgassen xenon en krypton, en eventueel methyljodide te onderscheiden.
10 De edelgassen en het methyljodide gaan bij condensatie resp. verdampen van de koelvloeistof nauwelijks in gas, resp. vloeistof over. Daarbij vormt zich het methyljodide pas na enige tijd, wanneer elementair jodium met organische stoffen zoals oliën en vetten in het beveiligingsvat onder invloed van de temperatuur reageert.
15 Het gasvormige jodium wordt door het sproeisysteem met een rendement van 99% in het van toeslagen voorziene koelmiddel opgelost en uitgewassen. Het jodiumaandeel vermindert na verloop van tijd echter ook als gevolg van een natuurlijke- neerslag op het met jodium in aanraking zijnde oppervlak. Daarentegen kan methyljodide aanzienlijk 20 moeilijker uitgewassen worden dan elementair jodium.
De bekende drukontlastsystemen hebben het nadeel,' dat het gebruikte sproeimiddel de vochtige constructiedelen binnen het beveiligingsvat doen corroderen. De graad van corrosie is daarbij afhankelijk van het betreffende sproeimiddel en de daarin aanwezige 25 chemische toeslagen. Een boriumoplossing tast in het bijzonder zink en verf aan.
Door borax oplossingen worden aluminiumlegeringen en door natriumthiosulfaatoplossingen in het bijzonder aluminium en koper sterk aangetast. De mate van corrosie wordt door het besproeien 30 van het constructiedeel in vergelijking tot het onderdompelen nog versaterkt. In bepaalde gevallen kunnen bij de corrosie onoplosbare corrosieprodukten ontstaan, welke door neerslag op belangrijke constructiedelen bijzonder nadelig kunnen werken.
Bij deze drukontlastmiddelen is een verder nadeel, dat 35 de door het besproeien veroorzaakte corrosie, in het bijzonder van aluminium en zink, voor het vormen van waterstof in het beveiligingsvat leidt, welke de kritische concentratie van h vol.# te boven kan 8 0 0 4 0 64 •c -U- gaan. In geval van een storing verhoogt dit het gevaar. Om de kritische waterstofconcentratie te verhinderen, moet hetbeveili-gingsvat geventileerd en daarbij, ofschoon gecontroleerd vrijkomen van splijtprodukten op de koop toe genomen worden.
5 Voorts bewerkstelligt het sproeimiddel een condenseren van het in geval van een storing in het beveiligingsvat komende koelmiddel, in het bijzonder ook na het wegpompen van reeds gecondenseerd koelmiddel. Dientengevolge kan in het beveiligingsvat een onderdrukcntstaan. Bekende beveiligingsvaten zijn echter zo-10 danig geconstrueerd, dat'zij bestand zijn tegen invloeden van buitenaf, zoals een inwendige overdruk; zij zijn echter niet bestand tegen een grote inwendige druk.
Verder is het nadelig gebleken, dat het in het bad van het beveiligingsvat aanwezige sproeimiddel weer naar het sproei-15 systeem wordt teruggevoerd. Daardoor komen de in het sproeimiddel opgeloste splijtprodukten, bijv. jodium, bij opnieuw versproeien wederom in de atmosfeer van het beveiligingsvat. Dientengevolge wordt het rendement met het uitwassen van radioactieve produkten verlaagd.
20 Een verder nadeel van de bekende drukontlastmiddelen be staat daarin, dat ingeval van een storing het met een onder bepaalde omstandigheden radioactief koel- resp. sproeimiddel gevulde bevei-"ligingsvat voor bedieningspersoneel niet toegankelijk is.
Bij de tot nog toe bekende met helium gekoelde en bij 25 hoge temperatuur werkende reaktoren is condensatie van helium van minder belang. De tijdens bedrijf radioactieve verontreinigingen zijn zo klein, dat dit ongereinigd naar de atmosfeer afgevoerd kan . worden. De verontreinigingen kunnen in elk geval bij storing hoger liggen, wanneer bijv. een scheur in de buis in een van de stoom-30 generatoren optreedt en stoom onder hoge druk in de met helium ge vulde primaire kringloop binnenstroomt. Het is bijv. bij een reaktor welke bij hoge temperatuur werkt, bekend, achter de overdrukventie-len van het primaire circuit zogenaamde mengkoelers te schakelen, in de watervoorraad waarvan stoom gecondenseerd wordt, terwijl het 35 ' helium in dit vat zich boven de watervoorraad verzamelt.
Bij een andere bekende, bij hoge temperatuur werkende reaktor zijn overdrukventielen aanwezig, omdat na het scheuren van 800 4 0 64 Η -5- een buis in een van de stoomgeneratoren de in het primaire circuit toetredende stoom door bedrijfsmaatregelen in de resterende vijf stoomgeneratoren gecondenseerd kan -worden, zodat een ontoelaatbare drukverhoging vermeden kan -worden. Van deze inrichtingen -wordt 5 in elk geval verwacht, dat zij beslist veilig funktioneren. Dergelijke inrichtingen zijn echter technisch zeer omvangrijk en duur.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, in een het gesloten beveiligingsvat onder druk. zettende storingsgeval een andere mogelijkheid voor het ontlasten van de druk en bij een 10 reaktordrukvat eventueel een andere mogelijkheid voor noodkoeling te verschaffen, -waarbij de bovenbeschreven nadelen van een ontlasting van een beveiligingsvat door sproeisystemen of zelfs een vrij ontlasten van een reaktordrukvat alsmede eventueel een voeding achteraf met een koelmiddel met de afgifte van radioactieve be-15 standdelen van het koelmiddel aan de atmosfeer» vermeden kunnen worden.
De grondgedachte van het oplossen van dit probleem bestaat daarin, een drukontlastsysteem te verschaffen., dat gelijktijdig bewerking van een filter bewerkstelligt, 20 In het geval van het oplopen van de druk in het reaktor drukvat, resp. het beveiligingsvat moet dus het ontlasten van de druk een reiniging van het koelmiddel bij gelijktijdig opbouwen van de druk bewerkstelligen. Het ontlasten van de druk moet daarbij zodanig zijn uitgevoerd, dat het drukvat van het primaire circuit, 25 resp. de dit omgevende beveiligingsvat in overeenstemming met de voorschriften met betrekking tot de radioactieve splijtprodukten gesloten blijft, het van radioactieve produkten In-hoge mate gereinigde koelmiddel echter in de atmosfeer kan wegstromen. Voorts moet het beveiligingsreservoir in hoofdzaak vrij blijven van koel-30 middelen.Daarenboven moet het contact van het ongewassen eventueel elementair jodium bevattend koelmiddel met olie of vet van de hulpinrichtingen van de reaktor in het reaktorbeveiligingsvat vermeden worden.
Dit probleem wordt opgelost, doordat volgens de'uitvinding 35 achter het reaktordrukvat en/of het beveiligingsvat een drukont- laststation geschakeld is, waarin het koelmiddel gewassen wordt.
De drukontlastmiddelen volgens de uitvinding kunnen be- 800 4 0 64 -6- staan uit een drukontlaststation uit tvee achtergeschakelde cyclonen. -De bij bet reaktordrukvat en/of beveiligingsvat behorende cycloon kan bijv. als wascycloon zijn uitgevoerd, waarin bet als gas en/of damp komende koelmiddel in rotatie wordt gebracht, zodat 5 onder invloed van centrifugaal kracht in het koelmiddel aanwezige stofdeeltjes of waterdruppels tegen de cycloonvand slingert en naar onderen afgevoerd wordt.
In de cycloonas kan een mondstuksysteem zijn aangebracht, dat radiaal, dus in de richting van de centrifugaalkrachten, een 10 wasvloeistof, bijv. water, inspuit. In de wascycloon moet de koel-middeldamp in tegenstelling tot sproeiinstallaties niet condenseren, doch daaraan moet een in hoofdzaak kleine vloeistofhoeveelheid slechts de oververhittingswarmte onttrokken worden, zodat natte stoom met een temperatuur beneden 100°C ontstaat.
15 Achter de wascycloon is een droogcycloon aangebracht, waarin het rest vocht door de centrifugaal krachten uit het koelmiddel geslingerd wordt.
Tussen het reaktordrukvat en/of het beveiligingsvat en de was cycloon kan een vloei stofvoorraad geschakeld zijn. Het van 20 het reaktordrukvat en/of beveiligingsvat komende koelmiddel wordt voor het verhinderen van zogenaamd waterslag via een diep onder de vloeistofspiegel van de watervoorraad aangebracht mondstuksysteem in de voorraad geleid. Deze voorraad kan op grond van een geschikt gekozen hoogte van de vloeistofkolom boven de koelmiddeluittreed-25 mondstukken als overdrukventiel voor het beveiligingsvat, in het bijzonder bij reaktoren, die bij hoge temperatuur werken, worden gebruikt.
De voorraad is van voordeel omdat bij ongestoord bedrijf een niet gecontroleerd uitstromen van de in het beveiligingsvat 30 aanwezige lucht wordt verhinderd, zodat de normaliter bekende onderdruk in het beveiligingsvat niet verstoord wordt. De watervoorraad heeft het voordeel, dat de nadelen van een mechanisch overdrukventiel, zoals bijv. klemmen of ondicht worden, vervallen.
Doelmatig waarborgt de hoogte van de vloeistofkolom in het 35 voorraadreservoir in combinatie met het volume van het beveiligingsvat, dat een in een koelcircuit voor de wasvloeistof van de wascycloon geschakelde circulatiepomp kan aanlopen, voordat het koel- 300 4 0 64 Λ -7- v.
middel de vloeistofvoorraad in het vat doorbreekt en in de gasver-zamelruimte van bet voorraadvat komt.
Bij een drukontlasting voor reaktordrukreservoirs moet voor de voorraad in elk geval een overdrukventiel zijn geschakeld. In dat 5 geval kan een meldcontact op het overdrukventiel de cireulatiepomp in het koelcircuit van de wascycloon voor het aanspreken van het • overdrukventiel inschakelen.
De voorraad betekent in het bijzonder bij gasgekoelde reak-toren die bij hoge temperatuur werken een optimale praktisch homogene 10 warmteafvoer voor het koelmiddel.
Bij een met helium gekoelde, met grafiet gemodereerde reak-tor voor hoge temperatuur kan het reinigingseffekt van de vloeistof-voorraad voor de splijtprodukten jodium, xenon, en krypton vermeden worden.
15 In dit geval zijn de beide achter elkaar geschakelde cy~ " clonen voor het reinigen van het koelmiddel voldoende. De was cycloon wordt daarbij met een wasvloeistof, bij voorkeur water bedreven. Een toeslag van chemicaliën om jodium in water oplosbaar en dus uitwasbaar te maken, is mogelijk, doch niet noodzakelijk, omdat de met 20 hoge temperatuur werkende resktoren tot nog toe jodium in te verwaarlozen hoeveelheden in het koelmiddel hebben.
Voor het reinigen van het koelmiddel van koolstof waarin in het algemeen radioactieve splijtprodukten zijn opgenomen, is de voorgeschakelde voorraad van bijzonder belang.
25 De als koeler en stofafscheider dienende vloeistofvoorraad en de wascycloon zijn van gescheiden koelcircuits voorzien. In deze koelcircuits wordt de vloeistofvoorraad, resp. de wasvloeistof via gasafscheiders, koelers en ionenuitwisselaars geleid. De gasafschelders kunnen met in het bedrijf reeds aanwezige tegenhoudende middelen voor 30 uit de koelvloeistof afgescheiden edelgassen verbonden zijn. Doelmatig kunnen de ionenuitwisselaars als filters met aangeslibd poeder-hars uitgevoerd zijn.
Doelmatig gaat het in het bijzonder in het geval van een lichtwaterreaktor met in het koelcircuit van de wascycloon circulerende 35 vloeistof om water, waarin chemicaliën voor het uitwassen van de radioactieve splijtstof jodium zijn opgelost. Als chemicaliën daarvoor zijn behalve de reeds genoemde verbindingen zoals natriumhydroxyde en na- 80 0 4 0 64 y? -8- tr iumt hiosulfaat ook natriumjodide en kaliumjodide.geschikt.
In het koelcircuit van de wascycloon kan uit een voorraadvat wasvloeistof toegevoerd worden, om verlies van tezamen met het koelmiddel uit de cycloon wegstromende vloeistof aan te vullen.
5 Bij een doelmatige uitvoeringsvorm van de drukontlastmidde- len volgens de uitvinding kan het uit de drukontlastinrichting komende koelmiddel, in het hij zonder bij hoge temperatuurreaktoren, in de atmosfeer afgevoerd worden. Het dampvormige koelmiddel uit lichtwater-reaktoren kan eveneens naar de atmosfeer afgevoerd worden.
10 Bij een andere uitvoeringsvorm kan het gekoelde, gereinigde en gedroogde koelmiddel een stof voor het verwijderen van chemische toeslag zoals zuren, logen, zouten, toegevoegd worden.
Opgemerkt zij, dat het reaktordrukvat en/of het beveiligings-vat op grond van de ontlasting van de druk met betrekking tot de af-15 voer van koelmiddel als open, echter met betrekking tot de in het koelmiddel aanwezige splijtprodukten als gevolg van de afscheidende middelen in de drukontlasting, als gesloten beschouwd worden.
De uitvinding wordt aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht. Weergegeven is 20 een funktieschema van het ontlasten van de druk.
Een met het reaktordrukvat en/of het beveiligingsvat verbonden koelmiddeltoevoer 1 is met een mondstuksysteem 2 in een vat 3 met een vloeistof- resp. watervoorraad h diep onder de vloeistofspiegel 5 aangebracht. Het voorraadvat 3 heeft boven de vloeistofspiegel 5 25 een gas- resp. luchtverzamelruimte 6 met een koelmiddelleiding 7. Het voorraadvat 3 is van een koelcirculatie 8 uit een circulatiepomp 9, een gasafscheider 10, een koeler 11 en een ionenuitwisselaar 12 voor de voorraadvloeistof U voorzien. De koelmiddelleiding 7 is met een wascycloon 13 verbonden. Een wasvloeistofleiding 14 is met een 30 mondstuksysteem 15 in de as van de boven een afvoerleiding 16 met een vat 17 voor de wasvloeistof 18 verbonden wascycloon 13 aangebracht.
Het wasvloeistofvat 17 is via een koelcirculatie 19 uit een circulatiepomp 20, een gesloten gasafscheider 21, een koeler 22, een ionenuitwisselaar 23 en een vloeistofleiding 1¾. met het mondstuksysteem 15 35 in de wascycloon 13 verbonden.
Van de wascycloon 13 voert een koelmiddelleiding 2k naar een droogcycloon 25, welke een koelmiddelafvoer 26 heeft en via een af- 800 4 0 64 -9- voerleiding 2J met een vat 28 voor h.et afscheiden van restvoeht 29 uit het koelmiddel verbonden is.
Het van het reaktordrukvat en/of het beveiligingsvat komende koelmiddel komt in het voorraadvat 3 met de boven de vloeistofspiegel 5 5 aangebrachte gasverzamelruimte 6 via de koelmiddeltoevoer 1 met een diep onder de vloeistofspiegel 5 aangebracht mondstuksysteem 2 in de voorraadvloeistof 4. De voorraadvloeistof 4 kan bij een met de koelmiddeldruk overeenstemmende hoogte van de vloeistofkolom via de 10 uittreedmondstukken 2 als overdrukventiel voor het beveiligingsvat fungeren. Wanneer de drukontlasting achter het reakt or drukvat is aangebracht, moet voor de voorraad een overdrukventiel zijn geschakeld. In dit geval kan de voorraadvloeistof 4 het reaktordrukvat niet alleen afdichten.
15 Bij een ontlasting van de druk bij een reaktor -welke bij hoge temperatuur werkt, kunnen praktisch alle vaste splijtprodukten volgens een uit de Duitse aanvrage P 26 01 460.8 bekende werkwijze voor het afscheiden van ongewenste verontreinigingen uit het koelmiddel helium en grafietstof worden neergeslagen. Uitgezonderd van 20 deze neerslag zijn slechts jodium en kwik, welke echter bij dit type reaktoren slechts in kleine, in het bereik van de omgevingslucht liggende concentraties optreden.
In de voorraadvloeistof 4 worden in water oplosbare splijtprodukten zoals caesium en strontium en eventueel aan koolstof hech-25 tende radioactieve isotopen uit het koelmiddel verwijderd. De voorraadvloeistof 4 wordt met de daarin aanwezige verontreinigingen door de circulatiepomp 9 in het koelcircuit 8 betrokken. In de gasafschelder 10 verzamelen zich de met de vloeistof 4 meegevoerde koelmiddel-gassen.- Voorts worden de door hydraatvorming van de voorraadvloeistof 30 verzamelde edelgassen, zoals xenon en krypton afgescheiden. Deze hy- draten zijn zeer oplosbaar in water doch niet stabiel, zodat een groot gedeelte van de edelgassen evenals het koelmiddel door de voorraadvloeistof 4 in de gasverzamelruimte 6 komt. In het koelcircuit 8 wordt de voorraadvloeistof 4 na het doorstromen van de gasafscheider 35 10 in de koeler 11 gekoeld en vervolgens naar een ionenuitwisselaar 12 voert. In deze ionenuitwisselaar 12 worden alle vaste splijtprodukten zoals caesium en strontium door een filter met aangeslibde poederharsen uit de voorraadvloeistof 4 afgescheiden. De gereinigde en gekoelde vloeistof 4 wordt vervolgens naar het vat 3 teruggevoerd, 8 00 4064 9 -10-
Heft .gereinigde en voorgekoelde, als gas en/of damp in de gas-verzamelruimte 6 aanwezige koelmiddel wordt via de koelmiddelleiding T uit Het vat 3 afgevoerd en naar de wascycloon 13 gevoerd, waarin de in het koelmiddel nog aanwezige stofdeeltjes of waterdruppels afge-5 scheiden worden.
. Aan de koelmiddeldamp wordt door het inspuiten van wasvloei- stof, bijv. water, warmte onttrokken, zodat natte damp met een temperatuur beneden 100°C met een sterkere neiging tot condensatiekernvor-ming ontstaat. Bij de in het koelcircuit van de wascycloon 13 circu-10 lerende vloeistof gaat het om water, waarin bijv. kaliumjodide is opgelost. In het dampvormige koelmiddel is het op grond van de koel-temperatuur gasvormige, niet in water oplosbare splijtprodukt jodium aanwezig. De kaliumjodidetoes'lag in de wasvloeistof maakt het jodium volgens de formule KJ x K+J . Dientengevolge kan jodium 15 in de was cycloon 13 uit het koelmiddel gewassen worden.
De in het koelmiddel aanwezige vaste splijtproduktdeeltjes zoals caesium en strontium vormen condensatiekemeft, waaraan ook zeer kleine in het koelmiddel aanwezige waterdruppeltjes en ook stof hechten en uit het koelmiddel gewassen kunnen worden.
20 De radioactieve edelgassen xenon en krypton kunnen in de wascycloon 13 met de wasvloeistof hydraten vormen, welke in water oplosbaar zijn en met de waterdruppeltjes uit het koelmiddel geslingerd worden. Slechts een rest van radioactieve edelgassen kan met het gewassen koelmiddel, waarin door sproeiverliezen wasvloeistof 25 aanwezig kan zijn, uit de wascycloon 13 in de koelmiddelleiding 2b wegstromen.
Om het wasvloeistofverlies in de wascycloon aan te vullen, wordt naar het koelcircuit 19 van de wascycloon 13 uit een voorraadvat vloeistof toegevoerd.
P
30 De wasvloeistof komt uit de wascycloon 13 via een afvoerlei- ding 16 in het vat 17· Uit het vat 17 wordt de wasvloeistof via een koelcirculatie· 19 door een leiding 1^ door een circulatiepomp 20 weggezogen. In een gesloten gasafscheider 21 worden radioactieve edelgassen zoals xenon en krypton, alsmede lucht uit de wasvloeistof 35 afgescheiden, welke vervolgens in een gesloten koeler 22 wordt gekoeld en dan naar de ionenuitwisselaar 23 met het aanslibfilter voor het scheiden van de splijtprodukten uit de wasvloeistof gevoerd. De ge- 800 4 0 64 -11- reinigde en gekoelde wasvloeistof komt door de leiding ih via het mondstuks^steem 15 weer in de wascycloon 13·
Het gereinigde en gekoelde koelmiddel wordt door de koel-middelleiding 2k naar de droogcycloon 25 gevoerd, waarin, het restvocht 5 en de daarin aanwezige radioactieve produkten uit het koelmiddel geslingerd worden. Het weggeslingerde water wordt via de afvoer-leiding 27 uit de droogcycloon 25 in het vat 28 voor het restvocht 29 gevoerd.
Het gereinigde, gekoelde en gedroogde, dampvormige, resp.
10 gasvormige koelmiddel verlaat via de koelmiddelafvoer 26 de droogcycloon 25 en er kunnen middelen toegevoerd worden, waarin uit het koelmiddel eventueel nog chemische toeslagen zoals zuren, logen, zouten verwijderd kunnen worden, dan wel kan, wanneer het gaat om een liehtwaterreaktor, als damp of in het geval van een reaktor 15 die bij hoge temperatuur werkt, als gekoeld, gereinigd gas, bijv. helium, op toelaatbare wijze in de atmosfeer afgevoerd worden.
20 800 4 0 64

Claims (14)

1. Drukont last inrichting voor kemreaktoren "bij storingen in het bijzonder voor lichtwaterreaktoren en met helium gevulde reaktoren, welke bij hoge temperatuur werken, gekenmerkt door een achter het 5 reaktordrukvat en/of een beveiligingsvat geschakeld drukontlaststation (1-26), waarin het koelmiddel gewassen wordt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het drukontlaststation uit twee achter elkaar geschakelde cyclonen (13, 25. bestaat, waarvan de achter het reaktorvat en/of beveiligingsvat 10 geplaatste cycloon als wascycloon (13) is uitgevoerd, terwijl de andere een droogcycloon (25) is.
3. Inrichting volgens conclusies 1-2, gekenmerkt door een tussen het reaktordrukvat en/of het beveiligingsvat en de wascycloon (13) geschakelde vloeistofvoorraad (3, k, 6). 15 l*. Inrichting volgens conclusies 1-3, gekenmerkt door een koelcirculatie (19) voor de wascycloon (13). 5.Inrichting volgens conclusies 1—^, gekenmerkt door een koelmiddelcircuit (8) voor de voorraad (3, 6).
6- Inrichting volgens conclusies 1-5, gekenmerkt door een 20 via een afvoerleiding (16) van een wasvloeistofvat (171 met het koelcircuit (19) verbonden wascycloon (13).
7. Inrichting volgens conclusies 1-6, gekenmerkt door een zowel in het koelmiddelcircuit (8) van de voorraad (3, 6) als in het koelcircuit (19) van de wascycloon (13) geschakelde gasaf- 25 scheider (10, 21).
8. Inrichting volgens conclusies 1-7, gekenmerkt door een zowel in het koelcircuit (8) van de voorraad (3, 6) als in het "‘'koelcircuit (19) van de wascycloon (13) in de stroomrichting van de vloeistof van het betreffende koelcircuit achter de gasafscheider 30 (10, 21) geschakelde koeler (11, 22).
9. Inrichting volgens conclusies 1-8, gekenmerkt door een zowel in het koelcircuit (8) van de voorraad (3, k, 6) als in het koelcircuit (19) van de wascycloon (13) in de stroomrichting van de vloeistof van het betreffende koelcircuit achter de koeler (11, 22) 35 geschakelde ionenuitwisselaar (12, 23).
10. Inrichting volgens conclusies 1-9, gekenmerkt door met een edelgas-tegenhoudende installatie verbonden gasafscheider (10, 21). 11.Inrichting volgens conclusies 1-10, gekenmerkt door een 800 4 0 64 'Λ. V -13- filter met aangeslibd poederhars als ionenuitwisselaar (12, 23).
12. Inrichting volgens conclusies 1-11, gekenmerkt door een wascycloon (13.) met een vloeistof uit water en een de oplosbaarheid van jodium in water bevorderende chemische toeslag.
13. Inrichting volgens conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het koelcircuit (19) van wascycloon (13) met een voorraadvat voor wasvloeistof verbonden is. ih. Inrichting volgens conclusies 1-16, gekenmerkt door een voorraad (3, 6) uit een gesloten, de scheidingsvloeistof (h) t 10 bevattend en boven de vloeistofspiegel (5) een gas- en verzamelruimte (6) bevattend vat (3) met een diep onder de vloeistof spiegel aangebracht , door een koelmi ddeltoevoer (1) met het beveiligend vat of een afblaasleiding van het reakt or drukvat verbonden mondstuksysteem (2) voor het koelmiddelgas en/of de damp. 15 .15· Inrichting volgens conclusies 1-lh, gekenmerkt door een via een koelmiddelleiding (7) met de wascycloon (13) verbonden gas- en luchtverzamelruimte (6) van het voorraadvat (3).
16. Inrichting volgens conclusies 1-15s gekenmerkt door een van een overdruk voorziene koelmiddeltoevoer (1) tussen het reaktor- 20 drukvat en het mondstuksysteem (2) van de voorraad (3, 6).
17. Inrichting volgens conclusies 1-16, gekenmerkt door een via een koelmiddelafvoer (26) met sproeimiddelen in verbinding staande droogcycloon (25).
18. Inrichting volgens conclusies 1-17, gekenmerkt door een 25 via de koelmiddelafvoer (26) met de atmosfeer in verbinding staande droogcycloon (25).
19. Inrichting volgens conclusies 1-18, gekenmerkt door een via een afvoerleiding (27) met een restvoehtvat (28) verbonden droogcycloon (25). 30 8 00 4064
NLAANVRAGE8004064,A 1979-08-01 1980-07-15 Kernreaktor met drukontlastingssysteem. NL185110C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2931140A DE2931140C2 (de) 1979-08-01 1979-08-01 Druckentlastung für Kernreaktoren im Störfall
DE2931140 1979-08-01

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8004064A true NL8004064A (nl) 1981-02-03
NL185110B NL185110B (nl) 1989-08-16
NL185110C NL185110C (nl) 1990-01-16

Family

ID=6077308

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8004064,A NL185110C (nl) 1979-08-01 1980-07-15 Kernreaktor met drukontlastingssysteem.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4661312A (nl)
JP (1) JPS5622995A (nl)
BE (1) BE884354A (nl)
DE (1) DE2931140C2 (nl)
FR (1) FR2462763A1 (nl)
GB (1) GB2055241B (nl)
IT (1) IT1127509B (nl)
NL (1) NL185110C (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3525986A1 (de) * 1985-07-20 1987-01-29 Hochtemperatur Kernkraftwerk Fluessigkeitsvorlage als rberdruckventil
DE3527163A1 (de) * 1985-07-30 1987-02-05 Hochtemperatur Kernkraftwerk Verfahren zum abtrennen radioaktiver bestandteile aus gasen oder daempfen eines kernreaktors
DE3637795A1 (de) * 1986-11-06 1988-05-11 Siemens Ag Kernkraftwerk mit einer sicherheitshuelle
JPH0311279Y2 (nl) * 1986-12-04 1991-03-19
DE3729501A1 (de) 1987-03-23 1988-10-06 Siemens Ag Verfahren und einrichtung zur druckentlastung eines kernkraftwerkes
US4816210A (en) * 1987-08-03 1989-03-28 Westinghouse Electric Corp. Passive filtered containment vent
US4859405A (en) * 1987-11-10 1989-08-22 Westinghouse Electric Corp. Filtered venting and decay heat removing apparatus and system for containment structures, and method of operation
DE3815850A1 (de) * 1988-05-09 1989-11-23 Siemens Ag Kernkraftwerk mit einer sicherheitshuelle und verfahren zu seiner druckentlastung
US4927596A (en) * 1988-08-12 1990-05-22 Electric Power Research Institute, Inc. Self-actuating pressure relief device and method for nuclear containment
ES2071136T3 (es) * 1991-02-07 1995-06-16 Siemens Ag Procedimiento e instalacion para descargar la presion del confinamiento de una central nuclear.
FR2682214A1 (fr) * 1991-10-03 1993-04-09 Trepaud Sa Centrale nucleaire a separateur de matieres radioactives.
DE19638659C1 (de) * 1996-09-20 1998-02-12 Siemens Ag Verfahren sowie System zur Verringerung des Austretungsrisikos von radioaktivem Iod bei der Revision von Primärkreiskomponenten eines Kernkraftwerks
BRPI0212062B1 (pt) * 2001-08-24 2015-06-02 Bs & B Safety Systems Inc Sistemas de monitoramento de contentor pressurizado e de dispositivo de redução de pressão ligado de modo vedante em contentor pressurizado e métodos de monitoramento de condições experimentadas por contentor pressurizado e por dispositivo de redução de pressão
DE102004024722B4 (de) * 2004-05-19 2011-05-26 Enbw Kraftwerke Ag Kernkraftwerk Philippsburg Binden von radioaktivem Jod in einem Kernreaktor
DE102005057249A1 (de) * 2005-11-29 2007-05-31 Framatome Anp Gmbh Einspeisesystem und zugehöriges Betriebsverfahren
KR101513725B1 (ko) * 2014-03-03 2015-04-22 주식회사 미래와도전 원자력발전소에 사용되는 여과 배기 계통
CZ308962B6 (cs) * 2015-10-12 2021-10-20 Centrum Výzkumu Řež S.R.O. Způsob záchytu helia z jaderných reaktorů a zařízení k provádění tohoto způsobu
JP6737957B2 (ja) * 2016-11-28 2020-08-12 フラマトム ゲゼルシャフト ミット ベシュレンクテル ハフツング フィルタ付格納容器ベントシステムを備える原子力発電所
US11227696B2 (en) 2017-11-21 2022-01-18 Westinghouse Electric Company Llc Reactor containment building spent fuel pool filter vent
CN110097989B (zh) * 2018-01-31 2022-11-18 中国辐射防护研究院 一种用于球床高温气冷堆的去石墨粉尘污染方法
US20200376431A1 (en) * 2019-05-30 2020-12-03 Durr UNIVERSAL, Inc. Methods and apparatus to deodorize fluids

Family Cites Families (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL235957A (nl) * 1958-02-12
DE1185736B (de) * 1958-12-02 1965-01-21 Linde Eismasch Ag Verfahren und Vorrichtung zum Schutze von Gasreinigungsanlagen in Atomreaktoranlagen
US3376357A (en) * 1961-07-14 1968-04-02 Atomic Energy Commission Usa Purification and reclamation of moderator-coolants
DE1273715B (de) * 1966-12-28 1968-07-25 Siemens Ag Druck- oder Siedewasserreaktor mit Dampftrocknung
US3459635A (en) * 1966-12-29 1969-08-05 Combustion Eng Containment pressure reduction system and radioactivity removal system for nuclear reactor installations
DE1936844C3 (de) * 1969-07-19 1974-03-07 Siemens Ag, 1000 Berlin U. 8000 Muenchen Verfahren zur Druckhaltung in Druckwasserreaktoren und Einrichtung zur Durchführung des Verfahrens
US3700550A (en) * 1969-11-21 1972-10-24 Daniel A Shiells Process for purifying water utilized in a boiling water reactor
DE2049792A1 (en) * 1970-10-10 1972-04-13 Interatom Gas pressure relief system - for nuclear plant and comprising a modified cyclone
SE349887B (nl) * 1971-02-10 1972-10-09 Asea Atom Ab
US3889707A (en) * 1971-11-19 1975-06-17 Gen Atomic Co Pressure relief system for a nuclear reactor
US4012490A (en) * 1972-07-25 1977-03-15 Airco, Inc. Removing radioactive noble gases from nuclear process off-gases
DE2312228A1 (de) * 1973-03-12 1974-09-26 Siemens Ag Druckwasserreaktor
JPS5623118B2 (nl) * 1974-01-28 1981-05-29
GB1470795A (en) * 1974-02-01 1977-04-21 Atomic Energy Authority Uk Helium cooled nuclear reactors
JPS5514971B2 (nl) * 1974-04-20 1980-04-19
SU537389A1 (ru) * 1974-06-05 1976-11-30 Всесоюзный Дважды Ордена Трудового Красного Знамени Теплотехнический Научно-Исследовательский Институт Им.Ф.Э.Дзержинского Система ограничени последствий аварии на атомных электростанци х
FR2307566A1 (fr) * 1975-04-18 1976-11-12 Commissariat Energie Atomique Installation de filtration d'aerosols
JPS5256297A (en) * 1975-11-04 1977-05-09 Hitachi Ltd Method of removing iodine in containing vessel of atomic reactor
DE2601460C2 (de) * 1976-01-16 1985-05-15 Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG) Gemeinsames Europäisches Unternehmen, 4701 Uentrop Verfahren zum Entfernen von Verunreinigungen aus dem Kühlgas von Hochtemperatur-Kernreaktoren
JPS5293900A (en) * 1976-02-02 1977-08-06 Hitachi Ltd Purififying method and device for nuclear reactor
DE2607292C2 (de) * 1976-02-23 1985-08-29 Kraftwerk Union AG, 4330 Mülheim Verfahren zur Befreiung von im Kernreaktorbetrieb verbrauchten Ionenaustauscherharzen von radioaktiven Korrosionsprodukten
JPS537878A (en) * 1976-07-09 1978-01-24 Mitsuba Kougiyoushiyo Kk Dust collecting method and system
JPS5317896A (en) * 1976-08-02 1978-02-18 Nippon Kokan Kk <Nkk> Drying method for inside of reactor
DE2656096C3 (de) * 1976-12-10 1979-06-13 Kraftwerk Union Ag, 4330 Muelheim Reinigungsanlage für das in dem Dampferzeuger eines Kernreaktors zu verdampfende Wasser
JPS53122097A (en) * 1977-03-31 1978-10-25 Toshiba Corp Atomic power plant
US4495137A (en) * 1981-01-21 1985-01-22 Doryokuro Kakunenryo Kaihatsu Jigyodan Nuclear reactor

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5622995A (en) 1981-03-04
FR2462763A1 (fr) 1981-02-13
NL185110C (nl) 1990-01-16
BE884354A (fr) 1980-11-17
FR2462763B1 (nl) 1983-04-22
IT1127509B (it) 1986-05-21
DE2931140C2 (de) 1984-06-07
GB2055241B (en) 1983-06-29
NL185110B (nl) 1989-08-16
GB2055241A (en) 1981-02-25
DE2931140A1 (de) 1981-02-19
US4661312A (en) 1987-04-28
IT8049157A0 (it) 1980-07-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004064A (nl) Drukontlastinrichting voor kernreaktoren.
JP6288781B2 (ja) 原子炉格納容器換気系用フィルタ
TWI559328B (zh) 靜態存放容器冷卻過濾器排氣系統及核能發電廠
JP3121178B2 (ja) 原子炉の受動式冷却装置
EP3742455B1 (en) Nuclear reactor containment vessel vent system
JP2013540989A (ja) 原子力発電所の圧力を逃がす方法、原子力発電所の圧力逃がしシステム、ならびにこれに対応する原子力発電所
KR20150136119A (ko) 원자력 플랜트의 격납용기의 배기 시스템
CA2907736A1 (en) Pressure relief system for the containment of a nuclear power facility
CN108062984B (zh) 安全壳卸压过滤排放综合性系统
TWI666652B (zh) 核反應器冷卻劑系統之去氣裝置
EP1298677A2 (en) A method of decontaminating by ozone and a device therefor
KR20010076565A (ko) 원자력 발전소의 피동이차응축시스템
CN109243634A (zh) 反应堆安全系统
JP7223518B2 (ja) 有機よう素捕集装置
JP7373454B2 (ja) 有機よう素捕集装置
KR20190085911A (ko) 필터식 격납용기 배기 시스템을 구비한 원자력 발전소
RU2523436C1 (ru) Устройство для очистки радиоактивной парогазовой смеси при аварийном выбросе водо-водяного ядерного реактора
RU2220100C2 (ru) Автоклавное устройство и способ испарения гексафторида урана
US6506955B1 (en) Decontamination method
Chakraborty et al. A concept of a small controlled, filtered venting system and an add-on decay heat removal system to mitigate the consequences of core-melt accidents
JP7281393B2 (ja) 有機よう素除去剤および有機よう素除去装置
Kawaguchi et al. Long-Term Cooling Strategy for the Primary Containment Vessel of the Kashiwazaki-Kariwa Nuclear Power Station in a Severe Accident
JP2024064161A (ja) 復水器抽出ガスの処理方法及び装置
Latgé Sodium coolant: activation, contamination and coolant processing
Latge Proceedings of the technical committee meeting on sodium removal and disposal from LMFRs in normal operation and in the framework of decommissioning

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee