NL8003747A - Afbuigstelsel. - Google Patents

Afbuigstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8003747A
NL8003747A NL8003747A NL8003747A NL8003747A NL 8003747 A NL8003747 A NL 8003747A NL 8003747 A NL8003747 A NL 8003747A NL 8003747 A NL8003747 A NL 8003747A NL 8003747 A NL8003747 A NL 8003747A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
deflection
winding
horizontal
during
coupled
Prior art date
Application number
NL8003747A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rca Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rca Corp filed Critical Rca Corp
Publication of NL8003747A publication Critical patent/NL8003747A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N3/00Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages
    • H04N3/10Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages by means not exclusively optical-mechanical
    • H04N3/16Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages by means not exclusively optical-mechanical by deflecting electron beam in cathode-ray tube, e.g. scanning corrections
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/44Receiver circuitry for the reception of television signals according to analogue transmission standards
    • H04N5/60Receiver circuitry for the reception of television signals according to analogue transmission standards for the sound signals
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03KPULSE TECHNIQUE
    • H03K4/00Generating pulses having essentially a finite slope or stepped portions
    • H03K4/06Generating pulses having essentially a finite slope or stepped portions having triangular shape
    • H03K4/08Generating pulses having essentially a finite slope or stepped portions having triangular shape having sawtooth shape
    • H03K4/83Generating pulses having essentially a finite slope or stepped portions having triangular shape having sawtooth shape using as active elements semiconductor devices with more than two PN junctions or with more than three electrodes or more than one electrode connected to the same conductivity region
    • H03K4/835Generating pulses having essentially a finite slope or stepped portions having triangular shape having sawtooth shape using as active elements semiconductor devices with more than two PN junctions or with more than three electrodes or more than one electrode connected to the same conductivity region using pulse-modulation techniques for the generation of the sawtooth wave, e.g. class D, switched mode
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N3/00Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages
    • H04N3/10Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages by means not exclusively optical-mechanical
    • H04N3/16Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages by means not exclusively optical-mechanical by deflecting electron beam in cathode-ray tube, e.g. scanning corrections
    • H04N3/22Circuits for controlling dimensions, shape or centering of picture on screen
    • H04N3/23Distortion correction, e.g. for pincushion distortion correction, S-correction
    • H04N3/233Distortion correction, e.g. for pincushion distortion correction, S-correction using active elements

Description

* -β 0 i t \ VQ 587
Afbuigstelsel.
Da uitvinding heeft betrekking op een synchroon geschakeld verticaal afbuigstelsel CSSVD) voor een televisieweergeefinrich-ting, waarin energie voor het opwekken van de verticale afbuig-stroom tijdens zowel de horizontale aftast- als terugslaginterval-5 len uit de horizontale afbuigketen wordt onttrokken.
In het Amerikaanse octrooischrift 4.048.544 is een SSVD-stelsel beschreven waarin energie tijdens het horizontale terug-slaginterval uit de horizontale afbuiggenerator wordt afgenomen.
Bij deze bekende inrichting is een eerste wikkeling, die met de ho-10 rizontale afbuiggenerator is gekoppeld, in serie verbonden met een regelbare schakelaar in de vorm van een SCR en een zelfinductie om een condensator met een eerste polariteit te laden teneinde een stroom in één richting door de verticale afbuigwikkeling te voeren.
Een tweede serieverbinding van een SCR, een wikkeling en een zelf-15 inductie is met de condensator gekoppeld om deze met een tweede polariteit te laden teneinde een stroom in tegengestelde richting door de verticale afbuigwikkeling te voeren.
De energie, welke over een van de serie laadbanen bij een SSVD-stelsel wordt gevoerd, is zeer gevoelig op het moment waarop 20 de SCR in de geleidende toestand wordt gepoort. Onmiddellijk voor het eind van het horizontale terugslaginterval is de terugslagpuls spanning gering en vloeit een betrekkelijk kleine stroom in de baan met een dienovereenkomstig kleine energieoverdracht. Bij het voortschrijden van de poorttijd neemt niet slechts de tijd toe ge-4 25 durende welke de stroom in de laadzelfinductie kan toenemen doch neemt ook de piekwaarde van dat gedeelte van de terugslagpulsspan-ning, dat aan de laadzelfinductie wordt toegevoerd, toe. Derhalve kunnen kleine veranderingen in de poorttijd tot grote veranderingen in de vanuit de horizontale afbuiggenerator aan de verticale af-30 buigwikkeling toegevoerde energie leiden. De grote spanningen en stromen en mate van verandering van de spanningen en stromen, die ΡΑΑ3 7Λ7 - 2 - bij een SSVD optreden, hebben de neiging te veroorzaken, dat energie uit de voedingsketens aan de besturingsketen wordt toegevoerd. Dientengevolge veroorzaakt de vroeg gepoorte SCR grote veranderingen in spanningen en stromen in de voedingsketen, welke wanneer 5 deze aan de besturingsketen door geleiders en andere koppelbanen worden toegevoerd, de neiging hebben een vroege poortwerking of "pulling" van de later gepoorte SCR te veroorzaken. Dit kan op zijn beurt leiden tot een "shading" van het raster, welke bekend staat als "white line" of "black line". De "shading" is een gevolg van 10 veranderingen in de snelheid van de verticale aftasting tengevolge waarvan de afgetaste vlek tijdens een grotere of kleinere duur in bepaalde gedeelten van de verticale aftasting blijft.
Het is gewenst om gewikkelde componenten in het algemeen te elimineren en meer in het bijzonder de wikkelingen van de terugslag- 15 transformator te elimineren. Het is voorts gewenst de "shading" van het raster te reduceren, welke een gevolg is van het feit, dat het ontsteken van één SCR de trekkertijd van de andere vervroegt.
Daartoe voorziet de uitvinding in een geschakeld verticaal afbuigstelsel voorzien van een bron, die een spanning levert, welke 20 met de horizontale afbuigfrequentie tussen onderling tegengestelde eerste en tweede polariteiten wisselt. Een eerste regelbare schakelaar verbindt de bron tijdens het verticale terugslaginterval met een verticale afbuigwikkeling teneinde het mogelijk te maken, dat de stroom met een eerste polariteit door de wikkeling vloeit. Een 25 tweede regelbare schakelaar verbindt de bron met de wikkeling tij dens het horizontale aftastinterval teneinde het mogelijk te maken, dat de stroom door de verticale afbuigwikkeling vloeit met een tweede polariteit, tegengesteld aan die van de eerste. Met de eerste en tweede schakelaars is een besturingsketen gekoppeld om de geleidings-30 toestand van de schakelaars te besturen, welke laatste de hoeveel heid stroom met de eerste en tweede polariteiten bestuurt, die in de wikkeling vloeit, en door middel waarvan de nettostroom door de wikkelingen wordt bestuurd voor het tot stand brengen van de verticale afbuigstroom.
35 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: 800 3747 » * - 3 - fig.l een schema, ten dele in blokschemavorm van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig.2 in de vorm van amplitude-tijddiagrammen bepaalde spanningen en stromen, die tijdens de werking van de inrichting volgens ^ 5 . fig-1 daarin optreden; fig.3 meer gedetailleerd de besturingsketen of modulator volgens fig.l; fig.4 - 6 logische diagrammen en amplitude-tijddiagrammen van bepaalde spannings- en stroomgolfvormen, die in de inrichting 10 volgens fig.3 optreden; en fig.7, Θ en 9 schema’s van andere uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.
Fig.l toont een synchroon geschakelde verticale afbuigketen CSSVD], die in een televisieontvanger aanwezig kan zijn. Horizon-15 tale synchronisatiepulsen 5 uit een niet afgebeelde synchronisatie- scheidingsinrichting worden via een ingangsklem 6 toegevoerd aan. een horizontale afbuiggenerator7. De generator 7 kan van een type zijn, dat geschikt is om een horizontale afbuigstroom aan een horizontale afbuigwikkeling 11 van een kathodestraalbuis 10 toe te voe-20 ren en horizontaal frequente pulsen voor verschillende tempeerfunc- ties in een televisieontvanger te leveren. Een primaire wikkeling 8a van een horizontale uitgangs- en hoogspannings-Cterugslag-)trans-formator 8 ontvangt energie uit de generator 7. Een secundaire wikkeling 8c van de transformator 8 levert terugslagpulsen aan een 25 hoogspanningsvermenigvuldig- en gelijkrichtstelsel, aangegeven als een rechthoek 9, welk stelsel een hoge gelijkspanning aan de ultor-elektrode van de kathodestraalbuis 10 toevoert. Van een secundaire wikkeling 8b van de transformator 8 is één uiteinde over een keten-punt 14 en van daaruit via een condensator 15 geaard. Het andere 30 uiteinde van de wikkeling 8b is via een seriezelfinductie 18 gekop peld met de kathode van een thyristor of SCR 13 en met de anode van een SCR 17. De anode van de SCR 13 en de kathode van de SCR 17 zijn geaard, waardoor de thyristors 13 en 17 in wezen antiparallel zijn verbanden. De seriecombinatie van een verticale afbuigwikkeling 35 18 en een stroom aftastweerstand 19 is parallel aan de condensator 800 37 47 - 4 - 15 verbonden. Een verticale zaagtandgenerator, weergegeven als een rechthoek 20, levert in responsie op aan een ingangsklem 22 toegevoerde verticale synchronisatiepulsen, aangegeven bij 21, aan de uitgang van de generator een verticaal frequente zaagtandspanning, 5 aangegeven als 28. De zaagtandspanning 28 wordt toegevoerd aan een besturingsketen of modulator, weergegeven als een rechthoek 23. De modulator 23 is gekoppeld met een secundaire wikkeling 8d van de transformator 8 voor het ontvangen van horizontale tempeerinforma-tie en ontvangt de terugkoppelsignalen uit de stroomaftastweerstand 10 19. De modulator 23 wekt in responsie op deze ingangssignalen een reeks poortpulsen op,, aangegeven bij 29, welke pulsen aan de poort-elektrode van de SCR 13 worden toegevoerd om de SCR 13 tijdens het horizontale aftastinterval te trekken, terwijl de modulator tevens een reeks poortpulsen, aangegeven bij 30, levert, welke pulsen aan 15 de poortelektrode van de SCR 17 worden toegevoerd om de SCR 17 tijdens het horizontale terugslaginterval te trekken.
Tijdens het bedrijf wekt de horizontale afbuiggenerator 17 gedurende het horizontale terugslaginterval aan het eind van de wikkeling 8b bij de zelfinduotie 16 een terugslagspanningspuls op, die 20 positief ten opzichte van aarde is, waardoor de SCR 17 in de door- laatriohting wordt voorgespannen en deze SCR niet-geleidend blijft totdat de SCR in de geleidende toestand wordt gepoort. Gp een bepaald moment tijdens het horizontale terugslaginterval, voert de modulator 23 een poortpuls aan de SCR 17 toe, welke laatste daar-25 door in de geleidende toestand wordt gepoort en een kleine impedan tie ten opzichte van aarde wordt. Hierdoor wordt een baan voor de stroom over de wikkeling 8b, de zelfinduotie 16, de SCR 17 en de condensator 15 gesloten. In deze baan begint een stroom te vloeien, welke met de tijd toeneemt naarmate energie uit de wikkeling 8b 30 in het bij de zelfinduotie 16 behorende magnetische veld is opgesla gen. De stroom doet ook energie in de condensator 15 opslaan en laadt het bovenste bekleedsel van de condensator 15 negatief ten opzichte van aarde. De stroom blijft in de baan toenemen- tot een tijdstip bij het eind van het horizontale terugslaginterval.
35 Bij het eind van het horizontale terugslaginterval wordt de 800 37 47 i · - 5 - spanning over de wikkeling Sb omgekeerd ten opzichte van die tijdens het terugslaginterval en derhalve werkt deze spanning de stroom door de zelfinductie 16 tegen. Tengevolge van de in de zelfinductie 16 opgeslagen energie blijft de stroom evenwel in de baan over de 5 SCR 17, de condensator 15 en de wikkeling Sb vloeien, totdat de in het magnetische veld aanwezige energie tot nul is gereduceerd.
Wanneer de in de zelfinductie 16 opgeslagen energie een waarde nul bereikt, vloeit geen stroom meer in de baan met de SCR 17, maakt de spanning over de wikkeling 8b de anode van de SCR 17 negatief ten 10 opzichte van aarde en wordt de SCR 17 niet-geleidend.
Nadat de SCR 17 tijdens het horizontale aftastinterval niet-geleidend is geworden, treedt de spanning over de wikkeling Sb op als een negatieve spanning, die aan de kathode van de SCR 13 wordt aangelegd. De thyristor 13 wordt daardoor in de doorlaatrichting 15 voorgespannen doch blijft niet-geleidend totdat de thyristor door een door de modulator 23 opgewekte poortpula in de. geleidende .toe- -stand wordt gepoort. Tijdens het interval waarin de beide SCR’s 13 en 17 niet-geleidend zijn, vloeit geen stroom in de wikkeling 8b of de zelfinductie 16.
20 Op een later tijdstip tijdens het horizontale aftastinter val wordt de SCR 13 in de geleidende toestand gepoort, waardoor een baan waarover een stroom kan vloeien, over de zelfinductie 16, de wikkeling Sb en de condensator 15 wordt gesloten. In deze baan begint een stroom te vloeien, welke met de tijd toeneemt naarmate ener-25 gie in het magnetische veld van de zelfinductie 16 wordt opgesla gen. De ‘stroom heeft een zodanige polariteit, dat het bovenste bekleedsel van de condensator 15 positief ten opzichte van aarde is.
De energie blijft in de baan met de SCR 13 toenemen tot een tijdstip bij het eind van het horizontale interval. Op dit moment 30 keert de spanning over de wikkeling 8b opnieuw van polariteit om en werkt deze de stroom in dezelfinductie 16 tegen. Er blijft evenwel in de baan met de zelfinductie 16 en de SCR 13 een stroom vloeien totdat de in de zelfinductie 16 opgeslagen energie is uitgeput.
Wanneer de energie in de zelfinductie 16 tijdens het horizon-35 tale terugslaginterval wordt uitgeput, neemt de stroom over de SCR
800 37 47 - 6 - 13 en de zelfinductie 16 tot een waarde nul af, en wordt de SCR 13 niet-geleidend, De spanning op de anode van de SCR 17 wordt weer positief doch de SCR blijft niet-geleidend totdat deze op een later tijdstip tijdens het horizontale terugslaginterval in de geleidende 5 toestand wordt gepoort. De bovenbeschreven steeds terugkerende wer king geeft aan de condensator 15 een regelbare laadstroom met twee polariteiten.
Tijdens het bedrijf levert de modulator 23 bij het tijdstip T100 van het begin van het verticale aftastinterval poortpulsen 29, 10 welke, als aangegeven in fig.2b, voorranden bezitten, die vroeg tijdens elk horizontaal aftastinterval optreden om de SCR 13 vroeg tijdens elk aftastinterval in de geleidende toestand te poorten. Verder levert eveneens bij het tijdstip T100 de modulator 23 poort-pulsen 30, als aangegeven in fig.2c, waarvan de voorranden betrekke-15 lijk laat tijdens elk horizontaal terugslaginterval optreden om de SCR 17 laat te poorten. Een vroege poortwerking van de SCR 13 geeft de stroom meer tijd om in de SCR 13 op te bouwen, als aangegeven door de golfvorm 33 in fig.2d, en in de laadbaan met de condensator 15 en de zelfinductie 16, als aangegeven door de gedeelten van de 20 golfvorm 35 volgens fig.2c boven de nullijn. Een late poortwerking van de SCR 17 geeft de laadstroom weinig tijd om op te bouwen tot significante niveaus in de SCR 17, als aangegeven bij 34 in fig.2e, en in de zelfinductie 16, als aangegeven door die gedeelten van de golfvorm 34, die onder de nullijn zijn gelegen. Derhalve ontvangt 25 de condensator 15 een betrekkelijk grote.positieve lading en een betrekkelijk kleine negatieve lading tijdens elke terugkerende horizontale periode bij het tijdstip T1Q0, en de spanning over de condensator 15 is een betrekkelijk grote positieve spanning met horizontaal frequente fluctuaties, als aangegeven door de spanning 26 30 in fig.2g. De modulator 23 poort de SCR 13 progressief later tij dens elk opnieuw terugkerend horizontaal aftastinterval en de SCR 17 vroeger tijdens elk steeds terugkerend horizontaal terugslaginterval, waardoor de waarde van de stroompulsen 33, waarmede de condensator 15 positief wordt geladen, progressief afneemt, en de waarde 35 van de stroompulsen 34 waarmede de condensator 15 negatief wordt ge- 800 37 47 - 7 - laden toeneemt. Dit leidt tot een progressief afnemende spanning over de condensator 15 in het interval T100-T200. Bij het tijdstip T2Q0 van het midden van het verticale aftastinterval zijn de geïntegreerde in positieve en negatieve richting verlopende laadstromen 5 33 en 34 aan elkaar gelijk en nadert de spanning over de condensa tor 15 een waarde nul, waarna deze van polariteit omkeert tijdens de laatste helft T2QQ-T3Q0 van het aftastinterval. Juist vóór het eind T300 van het verticale aftastinterval wordt de SCR 17 op het vroegste poorttijdstip tijdens het horizontale terugslaginterval 10 gepoort en wordt de SCR 13 op het laatste poorttijdstip tijdens het horizontale aftastinterval gepoort, waardoor over de condensator 15 een maximale negatieve spanning optreedt. De afbuigwikkeling 18 integreert de spanning 25 over de condensator 15 tijdens het verticaal aftastinterval, waardoor men een verticale afbuigstroom ver-15 krijgt, zoals bij 27 in fig.l is aangegeven. Een integratie van de horizontaal, frequente fluctuaties va_n.de spanning 26, aangelegd over de afbuigwikkeling 18, veroorzaakt horizontaal frequente variaties met kleine waarde in de afbuigstroom 27. Deze variaties hebben de neiging de verticale afbuigstroom bij het midden van elk 20 horizontaal aftastinterval te vergroten en bij het begin en eind van elk horizontaal aftastinterval bij de bovenzijde of onderzijde van de verticale aftasting te verkleinen, waardoor men een compensatie van de boven-onder-kussenvervorming van een afgetast raster verkrijgt op in hoofdzaak dezelfde wijze als is beschreven in het 25 bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift. In tegenstelling met de gebruikelijke vlinderdasvorm van de boven-onder-kussenvervormings-golfvorm kan het kussenvervormingscorrectiegedeelte van de spanning over de afbuigwikkeling over de verticale aftasting constant blijven, als aangegeven in fig.2g.
30 Bij het eind van het verticale aftastinterval vloeit de ge bruikelijke afbuigstroom in opwaartse richting door de afbuigwikkeling 18. Om de verticale terugslag op het tijdstip T3Q0 in te leiden poort de modulator 23 de SCR 17 opnieuw hetzij laat hetzij in het geheel niet tijdens de respectieve horizontale intervallen.
35 Derhalve laden de afbuigstroom in de afbuigwikkeling en een kleine 8003747 - a - nettolaadstroom in ds zelfinductie 16 en da wikkeling 8b tengevolge van de geleiding van de SCR 13 de condensator 15 op een in hoofd-zaak resonante wijze. De spanning over de condensator 15 neemt scherp toe, als aangegeven door de spanningsgolfvorm 26, wanneer 5 daarnaar energie wordt overgedragen en de in de wikkeling 18 opgesla gen energie neemt tot nul af en neemt daarna opnieuw op een resonante wijze toe vóór het volgende verticale aftastinterval. Derhalve werkt een enkele wikkeling 8b van de terugslagtransformator 8 als een wisselspanningsbron en is een enkele zelfinductie 16 in serie 10 daarmede gekoppeld. De seriecombinatie wordt tijdens de horizontale aftast- en terugslagintervallen gepoort voor het verschaffen van een wisselstroom voor het opwekken van de afbuigstroom in de wikkeling 18. Aangezien één SCR tijdens het aftastinterval en de andere tijdens het terugslaginterval wordt gepoort, treden de poortpulsen 15 op gescheiden tijden op, waardoor de kans, dat een lekkoppeling de SCR-poorttijd op een schadelijke wijze zal beïnvloeden of "pull", tengevolge waarvan een "shading” van het raster optreedt, wordt gereduceerd.
Fig.3 toont gedetailleerd een modulator 23 welke gsschikt is 20 om te worden toegepast in het stelsel volgens fig.l. In de modula tor 23 worden in het algemeen zaagtandsignalen 28 uit de zaagtand-generator 20 via een ingangsklem 36 boven links in fig.3 toegevoerd aan een modulator 40, terwijl horizontale terugslagpulsen 32 uit de wikkeling 8d via een ingangsklem 38 onder links in fig.3, worden 25 toegevoerd aan een zaagtandgenerator 70, welke horizontaal frequen te zaagtandsignalen levert, die aan de modulator 40 worden toegevoerd. Gemoduleerde signalen worden uit de modulator 40 toegevoerd aan een vergelijkingsinriohting 120 voor de bovenzijde van de aftasting en een vergelijkingsinriohting 220 voor de onderzijde van de 30 aftasting, die elk poortpulsen tijdens zowel de horizontale aftast- als terugslagintervallen opwekken. Een onderdrukkingsstelsel, dat in het algemeen met 140 is aangeduid, onderdrukt de terugslaginter-valpoortpulsen, die door de modulator 120 worden opgewekt, en de door de modulator 220 opgewekte poortpulsen voor het horizontale 35 aftastinterval. De resulterende horizontale aftast- en terugslag- 800 3 7 47 - 9 - % poortpulsen, die door de respectieve modulatoren 120 en 220 worden opgewekt, worden door omkeerversterkers 150 resp. 250 gevoerd voor het vormen van poortpulsen 29 en 30, die aan de poortelektroden van de SCR's 13 en 17 worden toegevoerd. 0e weerstand 63 voorziet 5 in een inverse terugkoppeling.
Zoals uit fig.3 blijkt, omvat de modulator 40 NPN-transisto-ren 42 en 44 waarvan de emitters met elkaar zijn gekoppeld over een seriecombinatie van weerstanden 46 en 48, Het verbindingspunt van de weerstanden 46 en 48 is door een geleider 6B gekoppeld met 10 de collector van een NPN-stroombrontransistor 50 waarvan de emit ter via een instelbare weerstand 52 is geaard. De collectors van de transistoren 42 en 44 zijn door respectieve weerstanden 54 en 56 met het B+ punt gekoppeld. De basis van de transistor 44 is verbonden met een referentiespanningspunt, verkregen door een span-15 ningsdeler, die weerstanden 58 en 60 omvat, welke tussen 8+ en aarde ft . _ ...... ... ..zijn verbonden·,· De basis van de transistor 42 ontvangt een rust- stroom uit 8+ via een weerstand 62 en ontvangt verticale zaagtand-signalen uit de klem 36 via de condensator 39. De zaagtandgenera-tbr 70 omvat een twee-toestandenstroombron, die in het algemeen 20 is aangeduid met 72. De stroombron 72 omvat een stroomspiegel, die in het algemeen met 74 is aangeduid en NPN-transistoren 76 en 78 omvat, waarvan de emitters met B+ zijn gekoppeld en waarvan' de bases met elkaar zijn gekoppeld. De collector van de transistor 76 is verbonden met de basis van een PNP-transistor 80, waarvan de 25 emitter met de met elkaar verbonden bases van de transistoren 76 en 78 is verbonden. De collector van de transistor 80 is geaard.
Een weerstand 82, die tussen de basis van de transistor 80 en aarde is verbonden, vóórziet in een eerste waarde van de stroom voor de spiegel 74, die op de geleider 5c bij de collector van de transis-30 tor 78 wordt gerepliceerd. Horizontale terugslagpulsen worden van uit de ingangsklem 38 aan de basis van een NPlM-transistor 84 toegevoerd via een weerstand 86, het verbindingspunt 87 en een weerstand 88. De emitter van de transistor 84 is over een weerstand 90 geaard. De collector van de transistor 84 is via een weerstand 92 35 met de basis van de transistor 80 verbonden. De basis-emitterjunc- 800 3 7 47 - 10 - tie van een NPN-transistor 94 is parallel verbonden aan de weerstand 90. Tijdens het horizontale terugslagpulsinterval geleidt de transistor 84 en levert deze een extra stroom door de weerstand 92, welke wordt opgeteld bij die, verkregen door de weerstand 82, 5 teneinde op de geleider 5c een grotere stroom te verschaffen, als aangegeven door de golfvorm 510 in fig.Sc.
Horizontale terugslagpulsen worden aan de basis van de NPN-transistor 96 vanuit het verbindingspunt 87 via de in serie verbonden weerstanden 98 en 100 toegevoerd. De collector van de transis-10 tor 94 is verbonden met het verbindingspunt van de weerstanden 98 en 100. De collector 5b van de transistor 96 is verbonden met de geleider 5c en beide zijn met één uiteinde van een zaagtandconden-sator 110 verbonden. Het andere uiteinde van de condensator 110 is geaard via twee serieparen van antiparallelle dioden, in het al-15 gemeen aangeduid met 112.
De transistor 96 wordt gedurende een korte tijd bij het begin en eind van elke horizontaal terugslaginterval ingeschaksid. Zoals aangegeven in fig.4a doorloopt de horizontale terugslagpulsspan-ning 32 de punten lVbe en 2 Vbe bij het begin en eind van elk terug-20 slaginterval. De toenemende spanning bij het begin van het interval wordt toegevoerd aan de basis van de transistor 96 en wanneer op het tijdstip T3 1 Vbe wordt bereikt, wordt de transistor 96 geleidend, als aangegeven bij 410 in fig.4b, waarin een hoog niveau de geleiding aangeeft. De aan de basis van de transistor 96 toegevoer-25 de spanning blijft toenemen totdat de terugslagspanning op een tijd stip T4 2 Vbe bereikt, op welk moment transistoren 84 en 94 geleidend worden, waardoor de transistor 96 van de basisaandrijving wordt beroofd en de transistor 96 in de niet-geleidende toestand wordt teruggebracht, welke toestand in fig.4b als een nulniveau is voorgesteld. 30 De niet-geleidende toestand duurt voort tot het latere interval T5- T6 waarin de terugslagspanningspuls opnieuw tussen 1 Vbe en 2 Vbe bij het eind van de terugslagintervallen is gelegen. Daarna en tijdens het aftastinterval na het tijdstip T0 blijft de transistor 96 niet-geleidend. Derhalve geleidt de transistor 96 om de zaagtand-35 condensator 110 bij het begin en eind van elk horizontaal terugslag- 800 3 7 47 - 11 - interval te ontladen. Tijdens deze intervallen waarin de transistor 96 niet-geleidend is, wordt de condensator 11Q geladen uit de stroombron 72. Zoals in verband met fig.Sc reeds is vermeld, is de door de stroombron 72 opgewekte stroom tijdens het horizontale 5 terugslaginterval groter dan tijdens het horizontale aftastinter- . val. Derhalve heeft de over de condensator 110 opgewekte zaagtand-spanning het voorkomen van de golfvorm 520 volgens fig.5d.
De zaagtandspanningsgolfvorm 520 wordt aan de basis van de transistor 50 toegevoerd door de basis-emitterjunctie van een tran-10 sistor 114 teneinde de stroom in de modulator 40 te variëren en het verticaal frequente zaagtandsignaal op de collectors van de transis-toren 42 en 44 te moduleren. Het verticaal frequente zaagtandin-gangssignaal 28 varieert tijdens elk horizontaal interval betrekkelijk weinig. De invloed daarvan op de uitgangssignalen 610 en 650 15 van de modulator 40 wordt voorgesteld door een hellende verandering in het’niveau van het horizontaal frequente zaagtandsignaal, als aangegeven door de spanningsgoifvcrmen 610 en 650 van de respectieve fig.Sc en 6g. Het gemoduleerde zaagtandsignaal 610 wordt via de geleider 6c toegevoerd aan de basis van een NPN-transistor 122 van 20 de vergelijkingsinrichting 120. De transistor 122 is emittergekop- peld met een NPN-transistor 124 en de met elkaar verbonden emitters zijn over een weerstand 126 en een als een diode verbonden transistor 128 geaard. De collector van de transistor 122 is met de collector van de transistor 124 gekoppeld door een stroomspiegel die in 25 het algemeen is aangegeven met 130 en welke als een omzetinrichting van balans naar enkelvoudig uiteinde wordt gebruikt voor het vormen van een uitgangsklem 132 van de vergelijkingsinrichting 120. De basis van de transistor 124 ontvangt een referentiespanning, welke wordt opgewekt bij het aftakpunt van een spanningsdeler, welke weer-30 standen 134 en 136 omvat, die tussen B+ en aarde zijn gekoppeld.
De modulator 120 reageert op het zaag t andsignaal 610 en tracht elke keer, dat het signaal 610 de referentiespanning op de basis van de transistor 124 overschrijdt, op de klem 132 een negatieve uitgangs-puls op te wekken. Het niet-onderdrukte uitgangssignaal van de ver-35 gelijkingsinrichting 120 is weergegeven door de golfvorm 620 in - 12 - fig.Bd.
De basis van de transistor 124 is geaard over een weerstand 142 en de hoofdcollector-emittergeleidingsbaan van een schakeltran-sistor 144 van een onderdrukkingsstelsel, dat in het algemeen met 5 140 is aangeduid. De basis van de transistor 144 is met het verbin dingspunt Θ7 gekoppeld. De transistor 144 wordt geleidend wanneer het gedeelte van de terugslagpuls 32. dat aan de basis daarvan wordt aangelegd. 1 Vbe overschrijdt, hetgeen geschiedt tijdens in hoofdzaak het gehele terugslaginterval. Derhalve is de geleider 10 144 tijdens het horizontale terugslaginterval geleidend, zoals aangegeven door het logische signaal 630 van fig.6e. Een hoog niveau van het signaal 630 stelt een geleidende toestand van de transistor 144 voor. Tijdens het interval waarin cfe transistor 144 geleidt, wordt de referentiespanning op de basis van de transistor 15 124 gereduceerd en levert de vergelijkingsinrichting 120 een hoog uitgangssignaal onafhankelijk van de toestand van het signaal 610. Het onderdrukte uitgangssignaal van de vergelijkingsinrichtir.g 120, dat een gevolg is van de combinatie van het onderdrukkingssignaal 630 en de responsie van de vergelijkingsinrichting 120 op de golf-20 vorm 610, is weergegeven door de spanningsgolfvorm 640 in fig.6f welke golfvorm het inverse van het gewenste poortsignaal 29 is.
De golfvorm 640 wordt vanuit de klem 132 via een geleider 6F toegevoerd aan de emitter van een NPN-transistor 152 van een inverterende uitgangsversterker 150. De collector van de transistor 25 152 is gekoppeld met de basis van een PNP-transistor 154, waarvan de emitter is gekoppeld met een bron B++ waarvan de spanning meer positief is dan B+. De transistor 154 bezit twee collectors, waarvan er één met de basis daarvan is gekoppeld, en waarvan de andere met de basis van een NPN-transistor156 en met de collector van een 30 NPN-transistor 158 is gekoppeld. De basis van de transistor 158 is gekoppeld met de basis van de transistor 128 en met de basis van een NPN-transistor 160. De emitter van de transistor 160 is gekoppeld met de emitter van de transistor 158 en de collector van de transistor 160 is gekoppeld met de emitter van de transistor 156.
35 De met elkaar verbonden emitters van de transistoren 158 en 160 zijn 8003747 - 13 - via een weerstand 162 geaard. De basis van een transistor 164 is gekoppeld met de emitter van de transistor 156. De collector van de transistor 164 is verbanden met de collector van de transistor 156 en met B++. Het uitgangssignaal 29 wordt uit de inverterende ver-5 sterker 150 afgenomen door middel van een weerstand 166, die met de emitter van de transistor 164 is verbonden. Het andere uiteinde van de weerstand 166 drijft de primaire wikkeling van een pulstransfor-mator 170 aan, waarvan een secundaire wikkeling 170b parallel aan de pocrt-kathodejunctie van de SCR 13 is gekoppeld.
10 Het gemoduleerde zaagtandsignaal 650 aan de uitgang 6G van de modulator 40 drijft een vergelijkingsinrichting aan, die in het algemeen is aangeduid met 220 en overeenkomt met de vergelijkingsinrichting 120. Elementen van de vergelijkingsinrichting 220, overeenkomende met die van de vergelijkingsinrichting 120, zijn van de-15 zelfde verwijzingen voorzien in de 200-reeks. De vergelijkingsinrich ting 220 verschilt van de vergelijkingsinrichting 120 slechts in het onderdrukkingsstelsel. De responsie van de vergelijkingsinrichting 220 bij de uitgangsklem 232 op het gemoduleerde zaagtandsignaal 650 in afwezigheid van onderdrukking is aangegeven door het 20 signaal 660 in fig.Bh. De heengaande onderdrukking vindt plaats door PNP-transistor 180 waarvan de emitter is gekoppeld met B+ en waarvan de collector met de uitgangsklem 232 van de vergelijkingsinrichting is gekoppeld. De basis van de transistor 180 is via een weerstand 148 met de collector van een NPN-transistor 146 van de 25 onderdrukkingsketen 140 gekoppeld. De basis van de transistor 146 is geaard en de emitter is verbonden met het verbindingspunt 87. Tijdens het horizontaal aftastinterval is het signaal 32 negatief ten opzichte van aarde, waardoor de transistoren 146 en 180 geleidend worden gemaakt. Door de aftastonderdrukking wordt de spanning 30 op de klem 232 tijdens het aftastinterval tot B+ verhoogd, als aan— gegeven door de golfvorm 76 in fig.6i. De combinatie van onderdrukking en responsie van de vergelijkingsinrichting 220 op de golfvorm 650 is door de golfvorm 680 in fig.6j weergegeven, welke golfvorm het inverse van het gewenste poortsignaal 30 is.Het uitgangssignaal 35 van de vergelijkingsinrichting 220 wordt via een inverterende uit- 800 3 7 47 - 14 - gangsversterker 250, overeenkomende met de versterker 150, toegevoerd aan de poortelektrode van de SCR 17. Aangezien de kathode van de SCR 17 is geaard, is geen transformator nodig om de aandrijfketens ten opzichte van de SCR te isoleren.
5 Een onderzoek van de golfvormen volgens fig.B toont, dat de gemoduleerde zaagtandgolf 610 aanleiding geeft tot paren in negatieve richting verlopende pulsen 620, die elk eindigen bij het begin of eind van elk horizontaal terugslaginterval en waarvan de duur tijdens het verticale aftastinterval progressief afneemt. Het terug-10 slaggedeelte wordt onderdrukt voor het opwekken van pulsen, die bij 'invertering in positieve richting verlopende pulsen 29 leveren, welke bij het begin van het terugslaginterval eindigen en waarvan de duur tijdens het verticale aftastinterval progressief groter wordt. Op een soortgelijke wijze leidt de golfvorm 650 tot paren 15 in negatieve richting verlopende pulsen 660, waarvan de duur gelei delijk groter wordt en welke bij onderdrukking en invertering leiden tot in positieve richting verlopende pulsen 30, welke bij het eind van het horizontale terugslaginterval eindigen en welke tijdens het verticale aftastinterval progressief vroeger worden inge-20 leid.
Fig.7 toont het gebruik van een triac in plaats van de SCR
13. Deze inrichting heeft het voordeel, dat geen pulstransformator, zoals 170 in fig.3 meer nodig is. In fig.7 bezitten elementen, overeenkomende met die van fig.l, dezelfde verwijzingen. Zoals uit fig.
25 7 blijkt, is van de hoofdstroomgeleidingsbaan van een aan de poort bestuurbare volle wisselstroomgolf-rsiliciumschakelthyristor of triac 700 één uiteinde geaard en het andere uiteinde met de anode van een diode 702 verbanden. De kathode van de diode 702 is verbonden met het verbindingspunt 15 van de zelfinductie 16 en de SCR 17. Wan-30 neer de triac in de geleidende toestand wordt gepoort, eindigt de besturing van de geleiding van de triac 700 door de poort. Derhalve kan geen uitschakeling van de thyristor plaats vinden voordat de stroom door de thyristor is beëindigd. In de handel verkrijgbare triacs hebben inschakeltijden, welke compatibel zijn met de werking 35 tijdens het horizontale terugslaginterval. Tijdens het uitschakel- 80037 47 - 15 - interval van de triac 700, dat tijdens het horizontale terugslag-interval optreedt, zoals boven is beschreven, kan de verandering in spanning over de triac sneller optreden dan de triac kan volgen. Derhalve is het mogelijk, dat de triac niet wordt uitgeschakeld op 5 het moment, dat de stroom in de laadbaan van de condensator 15 tot de waarde nul afneemt. In plaats daarvan kan de thyristor 13 blijven geleiden en deze geleiding is in dezelfde richting als die, welke men beoogt te besturen door de SCR 17. Dit kan de werking van het SSVD-stelsel storen. De diode 702 belet een stroom in de 10 baan over de triac 700 nadat de stroom daarin tot een waarde nul is afgenomen zelfs wanneer de triac tijdens het gedeelte van het resterende horizontale aftastinterval geleidend blijft. De betrouwbaarheid van de werking van de inrichting volgens fig.7 wordt verbeterd door een "snubbing,,-netwerk, dat de seriecombinatie van een 15 weerstand 704 en een condensator 706 omvat, gekoppeld tussen het verbindingspunt 14 en aarde, om de maximale snelheid van spannings-toename over de thyristors te reduceren.
Fig.8 toont een andere inrichting waarbij een besturingske-ten de thyristorschakelaars kan aandrijven zonder dat een isolatie-20 transformator nodig is. In fig.S bezitten die elementen, welke over eenkomen met de zojuist beschreven elementen dezelfde verwijzingen. Zoals uit fig.S blijkt, is de poortelektrode van de SCR 13 gekoppeld met de kathode van een diode 804 waarvan de anode met de collector van een PNP-transistor 802 is gekoppeld. De basis van de tran-25 sistor 802 is geaard en de emitter wordt direct vanuit de weerstand 166 volgens fig.3 aangedreven. Tijdens het horizontale terugslag-interval is het keienpunt 14 positief ten opzichte van aarde, is de SCR 17 in de doorlaatrichting voorgespannen en kan deze door positieve pulsen uit de klem 25 op de beschreven wijze worden gepoort.
30 Tijdens ditzelfde horizontale terugslaginterval kan geen stroom over de poortelektrode van de SCR 13 vloeien omdat de diode 804 in de keerrichting is voorgespannen. Tijdens het horizontale aftastinterval evenwel, is het katen-punt 14 negatief ten opzichte van aarde, is de SCR 17 in de keerrichting voorgespannen en is de SCR 13 in 35 de doorlaatrichting voorgespannen. Zolang als de transistor 802 niet 8003747 - 16 - geleidt Kan geen poortaandrijfstroom door de diode 804 en de katho-de-poortjunctie van de SCR 13 vloeien om de SCR 13 te trskKen. Door het toevoeren van een positieve puls ten opzichte van aarde aan de emitter van de transistor 802 wordt de basis-emitterjunctie van de 5 transistor 802 in de doorlaatrichting voorges annen, waardoor in hoofdzaak de gehele emitterstroom over de diode 804 en de kathode-poortjunctie van de SCR 13 kan vloeien om de SCR 13 in de geleidende toestand te poorten. Derhalve wordt bij de inrichting volgens fig.8 rekening gehouden met het feit, dat een positieve aandrijf-10 stroom ten opzichte van aarde over de poortjunctie van de SCR 13 kan vloeien tengevolge van de negatieve spanning in het ketenpunt 14 tijdens het horizontale aftastinterval.
Het is duidelijk, dat ook andere uitvoeringsvormen volgens de uitvinding mogelijk zijn. Zo kunnen b.v. transistoren, die op een ge-15 schikte wijze zijn voorgespannen, als elektronische schakelaars in plaats van de beschreven thyristors worden toegepast. De zelfinductie 16 kan in serie tussen de wikkeling 8b en de condensator 15 worden gekoppeld, als aangegeven in fig.8. Afzonderlijke zelfinducties kunnen in serie met de SCR's 13 en 17 worden gekoppeld in 20 plaats van tot een enkele ZBlfinductie 16 te worden gecombineerd.
De thyristors kunnen tijdens elk horizontaal interval, tijdens het verticale aftastin terval, als aangegeven, (volledig overlappende werking], of kunnen gedeeltelijk overlappendin de geleidende toestand worden gepoort d.w.z. in de geleidende toestand worden gepoort 25 tijdens horizontale intervallen, die gedurende meer dan de helft van het verticale aftastinterval doch minder dan het gehele verticale aftastinterval optreden, of kunnen op een niet-overlappende wijze d.w.z. tijdens de helft van het verticale aftastinterval worden bedreven. Op een soortgelijke wijze kunnen tijdens het verticale 30 terugslaginterval de beide thyristors worden uitgeschakeld teneinde een zuiver resonante terugslag mogelijk te maken, of kan een rest-poortwerking van de SCR 17 tijdens het verticale terugslaginterval voortduren. Voorts kan de SCR 13 tijdens het terugslaginterval in de maximale geleidingstoestand worden gedreven om de tijdens de te-35 rugslag in het stelsel opgeslagen energie te vergroten.
800 3 7 47 - 17 -
Er zijn anders toepassingen van het principe volgens de uitvinding mogelijk.Wanneer men b.v. het geval beschouwt, dat de beschreven inrichting een vermogensversterker is, die uit een wissel-stroombron wordt bekrachtigd, maakt het eenvoudig vervangen van de 5 afbuigwikkeling 1Θ volgens fig.l door de spoel 918 van een luidspre ker 920 en de verticale zaagtandgenerator 20 door een audiobron 930, als aangegeven in fig.9, het magelijk, dat de uitvinding wordt verwezenlijkt als een wat vermogen betreft efficiënte audioversterker, die direct uit de horizontale afbuigketen wordt bekrachtigd. Het be-10 krachtigen van een dergelijke audioversterker met rechthoekige gol ven, die door een convertor 940 met een hoge frequentie C50 kHz) worden opgewekt, in plaats van uit de horizontale afbuigketen, als aangegeven in fig.9, reduceert de audiovervorming, welke een gevolg is van' de horizontale steekproeffrequentie. Op een soortgelijke 15 wijze kan een convertor worden gebruikt voor het bekrachtigen van een vermogensversterker teneinde te voorzien in een verticale afbuiging en wel door de convertor 940 in de plaats te stellen van de horizontale afbuiggenerator 7 volgens fig.l, zoals in fig.l met stippellijnen is aangegeven.
800 3 7 47

Claims (11)

1. Afbuigstelsel voor een Kathodestraalbuis voorzien van een horizontale afbuig!· iten voor het afbuigen van een elektronenbundel van de buis in horizontale richtingen tijdens afwisselende horizontale aftast- en terugslagintervallen in responsie op een steeds te- 5 rugkerend afbuigsignaal, en een verticale afbuigwikkeling, die in responsie op een door deze wikkeling vloeiende steeds terugkerende zaagtandstroom de bundel in verticale richting afbuigt, gekenmerkt door geschakelde verticale afbuigorganen om steeds kleinere gedeelten van de energie van het afbuigsignaal aan de verticale afbuig-10 wikkeling CIQ3 tijdens een eerste interval (T100-T200) van de steeds terugkerende verticale afbuigperiode (28) en steeds grotere gedeelten van de energie van het afbuigsignaal tijdens een tweede interval CT2QQ-T3QQ3 van de steeds terugkerende verticale afbuigperiode (28) toe te voeren voor het opwekken van een zaagtandstroom (263, 15 waarbij, de eerste en tweede intervallen (T10Q-T200, T2QQ-T300) bei de tijdens het aftastinterval van de verticale afbuigperiode (28) optreden, waarbij één van de eerste en tweede intervallen tijdens de horizontale terugslagintervallen en de andere van de eerste en tweede intervallen tijdens de horizontale aftastintervallen op-20 treedt.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geschakelde verticale afbuigorganen zijn voorzien van een horizontale af-buiggenerator (7), koppelorganen (8), die met de horizontale afbuig-generator (7) zijn gekoppeld om energie daaruit af te nemen en een 25 spanning op te wekken, die met de frequentie van het steeds terug kerende afbuigsignaal wisselt, regelbare schakelorganen (13, 17), die met de koppelorganen (8) en de verticale afbuigwikkeling (18) zijn gekoppeld om de wisselende spanning aan de verticale afbuigwikkeling (18) toe te voeren tijdens die intervallen waarin de re-30 gelbare schakelorganen (13, 17) geleidend zijn, en schakelbesturings- organen (23), die met de regelbare schakelorganen zijn gekoppeld om deze schakelaars zodanig te regelen, dat de steeds terugkerende 800 3 7 47 - 19 - zaagtandstroom wordt opgewekt.
3. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de koppel-organen CS) zijn voorzien van een transformator (8), waarvan een primaire wikkeling C8a) met de horizontale afbuiggenerator C73 is 5 gekoppeld en waarvan een secundaire wikkeling (Bb) met de regelba re schakelorganen (13, 17] is gekoppeld.
4. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de regelbare schakelorganen C13, 17) zijn voorzien van eerste en tweede elektronische schakelaars C13, 17), waarbij de eerste elektronische 10 schakelaar (13) met de koppelorganen (8) en met de verticale afbuig- wikkeling (18) is gekoppeld om de stroom vanuit de koppelorganen (8) naar de afbuigwikkeling (18) gedurende één van de aftast- en terugslagintervallen mogelijk te maken, en de tweede elektronische schakelaar (17) met de koppelorganen (8) en de afbuigwikkeling (18) 15 is gekoppeld om de stroom vanuit de koppelorganen (8) naar de afbuig wikkeling (18) tijdens de andere van de aftast- en terugslagintervallen magelijk te maken.
5. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de elektro-nische schakelaars (13, 17) thyristors (13, 17) omvatten.
20 S. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de koppel organen (8) zijn voorzien van een transformator (8), waarvan een primaire wikkeling (8a) met de horizontale afbuiggenerator (7) is gekoppeld en waarvan een secundaire wikkeling (8b) met de elektronische schakelaars is gekoppeld.
7. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste en tweede elektronische schakelaars (13, 17) eerste en tweede anti-parallelle thyristors _(13, 17) omvatten.
8. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de elektronische schakelaars (13, 17) tezamen een parallelcombinatie vormen 30 welke parallelcombinatie in serie met de secundaire wikkeling (8b) en de afbuigwikkeling is gekoppeld voor het vormen van een serie-combinatie.
9. Stelsel volgens conclusie 8, gekenmerkt door een zelfinductie (16), die in serie met de seriecombinatie (13, 17, 8b) is gekop- 35 peld voor het vormen van een gesloten baan voor de stroompulsen in 8003747 - 20 - responsie op de geleiding van de elektronische schakelaars (13, 17].
10. Stelsel volgens conclusie 9, gekenmerkt door een condensator (15], die parallel aan de afbuigwikkeling (18] is gekoppeld om de stroompulsen te integreren teneinde een aandrijfspanning (26] over 5 de afbuigwikkeling (18] te vormen, welke aandrijfspanning fluctueert op een wijze, waarbij een kussenvervormingscorrectie plaats vindt.
11. Werkwijze voor het opwekken van een verticale afbuigstroom in een stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door de steeds terug-10 kerende stappen: het afnemen van energie uit de horizontale afbuig-keten (7, 8a, 11] tijdens één van de horizontale aftast- en terug-slagintervallen, het toevoeren van de op deze wijze afgenomen energie aan de verticale afbuigwikkeling (183 om de afbuigstroom daarin met een eerste polariteit te bevorderen, het afnemen van energie 15 uit de horizontale afbuigketen (7, 8a] tijdens de andere van de horizontale aftast- en terugslagintervallen, het toevoeren van de afgenomen energie tijdens de andere van de genoemde intervallen aan de verticale afbuigwikkeling (18] met een zodanige polariteit, dat de afbuigstroom met een tweede polariteit, teg'engesteld aan de eer-20 ste, wordt bevorderd, en de op deze wijze onttrokken energie tij dens elke opeenvolgende steeds terugkerende periode wordt gewijzigd om de afbuigstromen met de eerste en tweede polariteiten te variëren teneinde de gewenste verticale afbuigstroom te vormen. 800 3747
NL8003747A 1979-06-28 1980-06-27 Afbuigstelsel. NL8003747A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US5278479 1979-06-28
US06/052,784 US4234826A (en) 1979-06-28 1979-06-28 Synchronous switched vertical deflection driven during both trace and retrace intervals

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003747A true NL8003747A (nl) 1980-12-30

Family

ID=21979866

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003747A NL8003747A (nl) 1979-06-28 1980-06-27 Afbuigstelsel.

Country Status (18)

Country Link
US (1) US4234826A (nl)
JP (1) JPS566577A (nl)
KR (1) KR850001658B1 (nl)
AU (1) AU540063B2 (nl)
BE (1) BE883987A (nl)
CA (1) CA1147454A (nl)
DE (1) DE3024347A1 (nl)
DK (1) DK277980A (nl)
ES (1) ES492907A0 (nl)
FI (1) FI70354C (nl)
FR (1) FR2460578A1 (nl)
GB (1) GB2053628A (nl)
IT (1) IT1132097B (nl)
NL (1) NL8003747A (nl)
NZ (1) NZ194078A (nl)
PL (1) PL131330B1 (nl)
PT (1) PT71364A (nl)
SE (1) SE8004550L (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4338549A (en) * 1980-03-20 1982-07-06 Rca Corporation Vertical deflection circuit
US4457960A (en) * 1982-04-26 1984-07-03 American Can Company Polymeric and film structure for use in shrink bags
GB8304755D0 (en) * 1983-02-21 1983-03-23 Rca Corp Switched vertical deflection circuit
FR2559981B1 (fr) * 1984-02-17 1986-05-16 Thomson Csf Dispositif de reproduction sonore pour televiseur
DE3622644A1 (de) * 1986-07-05 1988-01-14 Thomson Brandt Gmbh Schaltungsanordnung zur erzeugung eines vertikal-ablenkstromes
US4999549A (en) * 1990-04-27 1991-03-12 Rca Licensing Corporation Switched mode vertical deflection system and control circuit
US6586895B2 (en) * 2001-05-08 2003-07-01 Thomson Licensing S.A. Raster distortion correction circuit
US20040148851A1 (en) * 2003-01-30 2004-08-05 George Montgomery Method for converting coal to coke

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1528981A (en) * 1975-02-20 1978-10-18 Rca Corp Deflection system such as for television receivers including a switched mode vertical(field)reflection circuit
IE41941B1 (en) * 1975-02-20 1980-04-23 Rca Corp Deflection system such as for television receivers including a switched mode vertical (field) deflection circuit
DE2712052C2 (de) * 1977-03-18 1985-06-27 Standard Elektrik Lorenz Ag, 7000 Stuttgart Vertikalablenkschaltung

Also Published As

Publication number Publication date
CA1147454A (en) 1983-05-31
JPS566577A (en) 1981-01-23
AU540063B2 (en) 1984-11-01
AU5947680A (en) 1981-01-08
US4234826A (en) 1980-11-18
FR2460578A1 (fr) 1981-01-23
DK277980A (da) 1980-12-29
PT71364A (en) 1980-07-01
SE8004550L (sv) 1980-12-29
GB2053628A (en) 1981-02-04
PL131330B1 (en) 1984-10-31
KR830004006A (ko) 1983-06-30
PL225286A1 (nl) 1981-02-27
FI70354B (fi) 1986-02-28
ES8103472A1 (es) 1981-02-16
KR850001658B1 (ko) 1985-11-06
ES492907A0 (es) 1981-02-16
FI70354C (fi) 1986-09-15
BE883987A (fr) 1980-10-16
IT1132097B (it) 1986-06-25
IT8022727A0 (it) 1980-06-11
FI801967A (fi) 1980-12-29
NZ194078A (en) 1984-07-06
DE3024347A1 (de) 1981-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4048544A (en) Switched vertical deflection system
NL8003747A (nl) Afbuigstelsel.
JP3617669B2 (ja) テレビジョン偏向装置
US4965496A (en) Protection arrangement of a deflection circuit
JP2544720B2 (ja) 偏向巻線に偏向電流を発生させる装置
US4565949A (en) Television raster distortion correction circuit
US4705993A (en) Horizontal deflection circuit having a variable retrace period
CA1069611A (en) Vertical deflection circuit
US5488272A (en) Deflection system
KR0137274B1 (ko) 비디오 표시장치의 수직 편향회로
JP2596824B2 (ja) テレビジョン偏向装置
JP3795427B2 (ja) ラスタ歪み補正付き偏向装置
JP2002325184A (ja) 陰極線管表示システムにおける水平偏向装置
KR920009874B1 (ko) 라인편향회로
EP0332089B1 (en) Protection arrangement of a deflection circuit
KR100228361B1 (ko) 절환 수직 편향 시스템
KR100799942B1 (ko) 비디오 디스플레이 편향 장치
CN1214617C (zh) 视频显示器偏转设备
US4238712A (en) Switched vertical deflection with triac
EP0924926B1 (en) Deflection system
EP0204369B1 (en) Deflection circuit
JP3230717B2 (ja) 水平偏向高圧発生回路
JPS62219773A (ja) 水平偏向回路
JPH0817449B2 (ja) ラスタ走査型陰極線管表示装置の偏向装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed