NL8003461A - Kastelement voor inbouwkeukens. - Google Patents

Description

£ ! ./ «

VO QÖ2J

Kastelement voor inbouwkeukens.

De uitvinding beeft betrekking op een althans een onderkast en althans een bovenkast bevattend kastelement voor inbouwkeukens.

Bij inbouwkeukens worden de onderkasten en de bovenkasten gewoonlijk gescheiden van elkaar met vertikale afstand geplaatst 5 op de vloer of opgehangen aan de keukenwand. Zodoende wordt om zo te zeggen een onderste en een bovenste kastregel verkregen, waartussen de keukenwand zichtbaar is, die zich in de regel voor wat betreft de kleurgeving en de structuur onderscheidt van de onder- en bovenkasten. Veelal lijdt het uiterlijk van de inbouwkeuken hier-10 door. Verder vormen de bovenzijden van.de onderkasten weliswaar een zeer gunstig werkblad, maar wordt de diepte daarvan echter bepaald door de afhankelijk van de in de onderkasten onder te brengen voorwerpen bemeten diepte van de onderkasten. Hierdoor wordt veelal een voor het hanteren of werken onnodig diep werkblad verkregen, 15 hetgeen tot de veel waargenomen gewoonte leidt om heb achterste bereik van het werkblad te benutten als blijvend opstelvlak voor willekeurige voorwerpen. Ook dit ziet er onaantrekkelijk uit en « brengt een bemoeilijking mee bij het schoonhouden van het werkblad, omdat voor het reinigen van het werkblad de daarop geplaatste fles-20 sen en dergelijke moeten worden weggezet. Bovendien zijn de over een langere tijdruimte durend opgestelde voorwerpen onderhevig aan vervuiling. Tenslotte worden aan de onderzijde van de bovenkasten veelal kleine keukentoestellen, radio’s, specerijenladen enz. opgehangen. , hetgeen weer het uiterlijk van de inbouwkeuken verstoord 25 en leidt tot een vervuiling van de vrijliggende voorwerpen.

Aan de onderhavige uitvinding ligt derhalve de opgave ten grondslag een kastelement voor inbouwkeukens te verschaffen, waarbij de tussenruimte tussen de onderkast en de bovenkast beter wordt benut, en dat aan de inbouwkeuken het uiterlijk geeft van een in 30 zichzelf gesloten eenheid.

Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat het kastelement tussen de onderkast en de bovenkast een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak U-vormig niselement bezit, waarbij de een werkruimte omsluitende U open is naar de bedieningszijde van het 35 kastelement, en het onderste been van het niselenent een, een werk- 300 3 4 61 -2-

J

Λ blad bevattende, bovenste afdekking vormt voor de onderkast, daarop rust en voor wat betreft de diepte in hoofdzaak daarmee overeenkomende , waarbij het bovenste been van het niselement de onderste afdekking vormt voor de bovenkast, daaraan is gelegerd en voor wat 5 betreft de diepte daarvan in hoofdzaak daarmee overeenkomt, en waarbij het onderste been en/of het bovenste been en/of het de twee benen verbindende en aan de achterzijde een gedeelte van de achterwand van het kastelement vormende dwarslijf van het niselement een vanaf de bedieningszijde te openen of naar de bedieningszijde 10 open stuwruimte bevatten.

Door deze maatregelen wordt een kastelement verkregen, dat is aangepast aan de tegenwoordige trend naar "funktionele meubelen" en waarbij het de tussenruimte tussen de onderkast en de bovenkast opvullende niselement, de in een keuken toegepaste toe-15 stellen of voorwerpen kan opnemen, zodat een optimale benutting van de ruimte wordt verkregen. Het niselement vormt verder een optische verbinding tussen de onderkast en de bovenkast, zodat een gesloten indruk wordt verschaft. Hierbij kan het niselement voor - wat betreft de kleurgeving en de materiaalkeuze worden aangepast 20 aan de onder- en bovenkast. Tenslotte kan het niselement reeds in de fabriek worden uitgerust met de gewenste funkties, zodat bijv. het monteren van specerijenladen of radio's op de inbouwplaats kan vervallen. Een verder voordeel is, dat het niselement de stabiliteit van de gehele inrichting vergroot, omdat immers de bovenkast 25 daarop rust, zodat de keukenwand niet wordt belast in de mate, zoals bij afzonderlijk opgehangen bovenkast.

Dauitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 schematisch een ruimtelijk aanzicht is van het 30 kastelement met een niselement, figuur 2 een vooraanzicht is van het gedeelte van de inrichting volgens figuur 1 en figuur 3 een zijaanzicht is van het gedeelte van de inrichting volgens figuur 1.

35 In de tekening is een kastelement weergegeven voor een inbouwkeuken, welk element althans een onderkast en althans een bovenkast bevat. Onder het begrip kastelement wordt hierbij niet al- 800 34 61 f -3- leen een enkel op te stellen kastelement verstaan, maar ook een een aantal onder- en "bovenkasten "bevattende eenheid, zoals deze worden gebruikt bij inbouwkeukens. Ook door een hoek lopende gedeelten van een inbouwkeuken moeten onder het begrip kastelement vallen, 5 d.w.z. dat de uitvinding betrekking heeft op alle mogelijke platte-grondvormen van een inbouwkeuken, bijv. een L- of U-vorm.

Het in de tekening weergegeven kastelement bevat dus. een " of meer onderkasten 1 en een of meer bovenkasten 2, die ten "behoeve van het overzicht slechts met onderbroken lijnen zijn weergegeven, 10 en waarvan de details in het onderhavige verband niet verder van belang zijn. Tussen de onderkast 1 en de bovenkast 2 is een in dwarsdoorsnede of in zijaanzicht in hoofdzaak U-vormig niselement 3 aangebracht, dat open is naar de hedieningszijde vgn het kastele-' ment, d.w.z. naar het inwendige van de keuken. Op deze wijze omsluit 15 het riiselement een werkruimte k. De U-gedaante van het niselement loopb over de lengte daarvan door, zodat ook kan worden gesproken van een horizontaal lopend, prismatisch ...lichaam. Als gevolg van de U-gedaante bezit het niselement 3 een onderste heen 5, een bovenste been 6 en een de twee benen 59 6 verbindend dwarslijf 7· 20 De vrije einden van de twee benen 5» 6 zijn gericht naar de hedieningszijde, waarbij het dwarslijf 7 met de achterzijde daarvan een gedeelte vormt van de achterwand van het kastelement. Verder vormt het onderste been 5 een bovenste afdekking voor de onderkast 1, waarbij het onderste been 5 van het niselement rust op de onder-25 kast 1 en voor wat betreft de diepte daarvan in hoofdzaak daarmee overeenkomt. Het bovenste been 6 vormt de onderste afdekking voor de bovenkast 2, d.w.z. dat de bovenkast 2 is gelegerd op het bovenste been 6, dat voor wat betreft de diepte daarvan in hoofdzaak overeenkomt met de bovenkast 2. Overeenkomstig de afmetingen van 30 gebruikelijke onderkasten en bovenkasten, bezit het onderste heen 5 van het niselement 3 een grotere diepte dan het bovenste been 6.

Eet onderste been 5 en/of het bovenste been en/of het de twee benen verbindende dwarslijf 7 kunnen een vanaf de bedie-ningszijde te openen of naar de bedieningszijden open stuwruimte 35 bevatten, zodat zeer verschillende toestellen en voorwaerpen kunnen worden ondergebracht in het niselement.

De bovenzijde van het onderste been 5 wordt gevormd door een werkblad 8, dat in de regel in lengterichting gezien met voor- 800 34 61 / ^ -4- Λ deel over ook een aantal onderkasten doorlopend is uitgevoerd, maar in het bereik van bijv. de kookplaats van een fornuis ook kan zijn onderbroken, zoals weergegeven in de tekening.

Verder is in de tekening te zien, dat het onderste been 5 5 van het niselement althans gedeeltelijk in hoofdzaak de hoogte bezit van een schuiflade 9j en onder het werkblad 8 een schuiflade 9 bevat. Ook is het denkbaar een aantal schuifladen boven elkaar aan te brengen, hetgeen een grotere hoogte geeft van het onderste been van het niselement, welke hoogte overeenkomt met de hoogte 10 van het betreffende aantal schuifladen. Natuurlijk kan het niselement in lengterichting gezien ook een aantal schuifladen bevatten, die naast elkaar of op onderlinge afstand, zoals bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, kunnen zijn aangebracht.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld bevat het onderste been 15 5» zoals gezegd, de kookplaatsen 10 van een fornuis:. Hierbij is het de kookplaatsen 1Q bevattende gebied van het onderste been 5 uitgevoerd als kookbak, doordat dit gebied met betrekking tot de bijv. de schuifladen 9 bevattende, aangrenzende beengebieden naar beneden bakvormig is verdiept. De kookbak 11 wordt met voordeel zij-20 delings begrensd door onder een rechte hoek op het beenvlak lopen de schouders 12, 13, die zich vanaf het werkblad 8 naar beneden uitstrekken.

In het onderste been van het niselement kan ook. een spoel-inzetstuk zijn geïntegreerd. In het gebied van een dergelijk weer-25 gegeven spoelinzetstuk kan het onderste been dezelfde hoogte be zitten als de aangrenzende beengebieden, bijv. dus de hoogte van ongeveer een schuiflade, zodat een doorlopend vlak werkblad wordt verschaft, waarin de afwasbak of afwasbakken is of zijn ingelaten.

Verder kan het werkblad van het onderste been uit een stuk 30 zijn gevormd, zelfs wanneer dit been over een aantal onderkasten of over een bijv. de kookbak vormende verdieping loopt. Hierdoor ontstaan geen scheuren, waarin bijv. vochtigheid naar binnen zou kunnen dringen.

Naast het onderste been, die een stuwruimte bezit in de 35 vorm van schuifladen, maar ook schuifbïaden, schuiven, enz. kan bevatten, kunnen ook in het dwarslijf 7 van het niselement 3 een of meer stuwruimten aanwezig zijn. Hiervoor bezit het dwarslijf 7 800 34 61 * * -5- met voordeel door "bijv. een deur, een schuif, een rolluik afgesloten vakken of schuifladen of schuifbladen voor het opnemen van bijv. kleine keukentoestellen, zoals machines voor het snijden van brood, enz., van levensmiddelen of andere voorwerpen en goederen. Een 5 dergelijke deur, schuif of rolluik is in de tekening aangeduid met het verwijzingscijfer lU. In de vakken van het dwarslijf kan ook een aantal vakopbergingen zijn opgenomen, waarbij het daarenboven mogelijk is, dat naar buiten open, boekenplankvormige vakken aanwezig zijn. Met betrekking hiertoe bestaat een grote hoeveelheid 10 uitvoeringsmogelijkheden. Het dwarslijf van het niselement kan overi-• gens over de hoogte daarvan gezien, een gelijkblijvende diepte bezitten.

Teneinde voor de kookplaatsen van een fornuis of voor een spoelinzetstuk voldoende plaats in de diepte te verschaffen, kan 15 bovendien zijn voorzien, dat het dwarslijf van het niselement in deze gebieden met betrekking tot de naburige dwarslijfgebieden, die een stuwruimte bevatten, naar achteren is verdiept. Een dergelijke naar achteren gerichte verdieping 15 toont in het bijzonder de figuren 1. Deze verdieping 15 wordt zijdelings begrensd door 20 onder een rechte hoek op het dwarslijfvlak lopende schouders 16, 1J, die in het geval van een kookbak in het onderste been 5 vloeiend kunnen overgaan in de schouders 12, 13 van de kookbak.

Op deze wijze vormt de kookbak 11 samen met de naar achteren gerichte verdieping 15 een samenhangende uitsparing.

25 In de naar achteren gerichte verdieping 15 kunnen ophang- elementen zijn aangebracht voor keukenvoorwerpen, bijv. een aan de de verdieping 15 zijdelings begrenzende schouders l6, 17 bevestigde ophangstaaf 18 voor scheplepels en dergelijke.

Vanaf het bovenste einde van het dwarslijf 7 steekt het 30 bovenste been 6 van het niselement naar voren uit. Hierbij is op optische en doelmatigheidsgronden voorzien, dat de naar het onderste been 5 gekeerde onderzijde 19 van het bovenste been 6 schuin naar achteren naar beneden naar het dwarslijf J loopt. Dit is gunstig, omdat het bovenste been 6 van het niselement net voordeel door klep-35 pen afgesloten vakken kan bevatten, bijv. met een uitklapbare radio of een uitklapbare specerijenlade. Deze kleppen 20, 21 zijn bij een schuine onderzijde 19 van voren zichtbaar, zodat het aangrijpen 800 3 4 61 r -6- t \ daarvan vordt vergemakkelijkt. Het bijv. in het vak achter de klep 20 zich bevindende radiotoestel of een ander toestel kan bijv. zijn bevestigd aan de binnenzijde van de klep, zodat het bij het naar beneden zwenken van de klep, toegankelijk wordt.

5 Het bovenste been 6 bevat bovendien in het gebied van de kookbak 11 een geïntegreerd damp filter of een dampafzuigkap, die met de overige gedeelten daarvan kan zijn opgenomen in de bovenkast 2.

Een verdere doelmatige maatregel wordt gevormd, doordat 10 de voorkant van het bovenste been 6 wordt gevormd door een verlich-tingslijst 23, die evenals het werkblad van het onderste been zich. over een aantal bovenkasten kan uit strekken.

Voor de vervaardiging van het niselement kan hetzelfde materiaal worden gebruikt als voor de onder- én bovenkasten. Het 15 nis element kan derhalve bijv. zijn vervaardigd van hout, van met kunststof bekleed hout of ook geheel van kunststof met voordeel van geschuimde kunststof. In het bijzonder bij een vervaardiging van kunststof, kan een zeer vergaande uitvoering uit een stuk van het niselement worden bereikt, hetgeen zowel het monteren kan 20 vergemakkelijken als het optreden voorkomen van bijv. vuil of vochtigheid opnemende voegen.

Het kan echter ook doelmatig zijn, dat het niselement bouwkastvormig is opgebouwd, en bestaat uit een voor bepaalde funk-ties voorziene afzonderlijke delen, bijv. een schuifladedeel, een 25 kookbakdeel, een spoeldeel, een dampfilterdeel, een toestellendeel, een vakkendeel, enz. Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat uit dergelijke afzonderlijke delen.

Tenslotte kan nog de, het werkblad 8 vormende bovenzijde van het onderste been 5 van het niselement bij de overgang daarvan 30 naar het dwarslijf 7, uit een stuk afgerond naar boven zijn ge trokken, zoals duidelijk is te zien in de tekening, hetgeen het reinigen van het werkblad vergemakkelijkt.

35 800 3 4 61

Claims (20)

1. Althans een onderkast en althans een bovenkast bevattend kastelement voor inbouwkeukens, met het kenmerk, dat het kast-element tussen de onderkast (1) en de bovenkast (2) een in dwars- 5 doorsnede in hoofdzaak U-vormig niselement (3) bezit, waarbij de een werkruimte (k) omsluitende U naar de bedieningszijde van het kastelement open is en het onderste been (5) van het niselement (3) een, een werkblad (8) bevattende, bovenste afdekking vormt voor de onderkast (1), daarop rust, alsmede in diepte daarmee overeenkomt, 10 terwijl het bovenste been (6) van het niselement (3) de onderste afdekking vormt voor de bovenkast (2), daaraan is gelegerd en in diepte daarmee overeenkomt, en waarbij het onderste been (5) en/of het bovenste been (6) en/of het de twee benen verbindende en aan de achterzijde een gedeelte van de achterwand van het kastelement 15 vormende dvarslijf (7) van het niselement, een vanaf de bedienings-zijde te openen of naar de bedieningszijde open stuwruimte bevat.

2. Kastelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het niselement (3) in wezen de'gedaante bezit van een horizontaal lopend, prismatisch lichaam.

3. Kastelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het onderste been (5) van het niselement (3) een grotere diepte bezit dan het bovenste been (6). Kastelement volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het onderste been (5) van het niselement (3) 25 althans gedeeltelijk in hoofdzaak de hoogte bezit van een of meer schuifladen (9), met voordeel van een schuiflade, en onder het werkblad (8) een met de hoogte van het onderste been (5) overeenkomend aantal boven elkaar aangebrachte schuifladen, met voordeel een schuiflade bevat, 30 5· Kastelement volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het onderste been (5) van het niselement (3) in lengterichting gezien, een aantal schuifladen (9) bevat.

6. Kastelement volgens een der conclusies' 1-5, met het kenmerk, dat het onderste been (5) van het niselement (3j de 35 kookplaats (10) bevat van een keukentóestel.

7· Kastelement volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het de kookplaatsen bevattende gebied van het onderste been (5) 0 0 3 4 61 -8- van het niselement (3) is uitgevoerd als. kookbak (11), doordat dit gehied met betrekking tot de, bijv. schuifladen (91 bevattende, aangrenzende beehgebieden naar beneden bakvormig is verdiept.

8. Kastelement volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat 5 de kookbak (11) zijdelings wordt begrensd door onder een rechte hoek op het beenvlak lopende schouders (12, 13).

9. Kastelement volgens een der conclusies: 1-8, met het kenmerk, dat het onderste been van het niselement een spoelinzet-stuk bevat.

10. Kastelement volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat het onderste been in het gebied van het spoelinzetstuk., dezelfde hoogte bezit als de aangrenzende beengebieden» zodat een doorlopend vlak werkblad wordt verschaft.

11. Kastelement volgens een der conclusies 1-1Q, met het 15 kenmerk, dat het werkblad van het onderste been uit een stuk. is gevormd, zelfs wanneer het over een aantal onderkasten· of een bijv. de kookbak vormende verdieping loopt.

12. Kastelement volgens een der conclusies 1-11,. met het kenmerk, dat het dwarslijf (7) van het niselament (3I door bijv. 20 een deur, een klep, een rolluik ofgesloten vakken of schuifladen of schuifbladen bezit voor het opnemen van bijv. kleine keuken-toestellen, zoals machines voor het snijden\an brood, enz., van levensmiddelen of andere voorwerpen en goederen.

13· Kastelement volgens een der conclusies 1-12, met het 25 kenmerk, dat het dwarslijf van het niselement naar buiten open boekenplankvormige vakken bezit. 1U. Kastelement volgens conclusie 12 of 13» met het kenmerk, dat het dwarslijf (7) van het niselement (3) over de hoogte daarvan gezien, een gelijkblijvende diepte bezit.

15. Kastelement volgens een der conclusies 6-1U, met het kenmerk, dat het dwarslijf (7) van het niselement (3) in het de kookplaten van een fornuis of een spoelinzetstuk bevattende gebied met betrekking tot de aangrenzende dwarslijfgebieden, een stuv-ruimte bevatten, naar achteren is verdiept.

16. Kastelement volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de naar achteren gerichte verdieping (15) zijdelings wordt begrensd door onder een rechte hoek op het dwarslijfvlak lopende schouder SOQ 3 461 Λ 9- (16, 17). 17* Kast element volgens conclusie 8 en. l6, met het kenmerk., dat de schouders (12, 13) van de kooktak (11) en de schouders. (16, 17) van de bijbehorende, naar achteren gerichte verdieping 5 (15) vloeiend in elkaar over gaan.

18. Kastelement volgens een der conclusies 15-17, met het kenmerk, dat in de naar achteren gerichte verdieping (15) ophang-elementen zijn aangebracht voor keukenvoorwerpen, bijv. êen aan de de verdieping (15). zijdelings begrenzende schouders (16, 17) 10 bevestigde ophangstaaf (18) voor scheplepels en dergelijke.

19- Kastelement volgens een der conclusies 1-18, met het kenmerk, dat de naar het onderste been (5) gekeerde onderzijde (19). van het bovenste been (6) van het niselement (3) schuin naar achteren naar beneden naar het dwarslijf (7) loopt.

20. Kastelement volgens een der conclusies 1-19, met het kenmerk, dat het bovenste been (6) van het niselement (,3) met voordeel door kleppen (20, 21) afgesloten vakken bevat, bijv. met een uitklapbare radio of een uitklapbare specerijenlade.

21. Kastelement volgens een der conclusies 1-20, met het 20 kenmerk, dat het de kookplaatsen van een fornuis bevattende gebied van het niselement (3) een in het bovenste been (6) geïntegreerd dampfilter (22) van een dampafzuigkap bevat, die met de overige gedeelten daarvan kan zijn opgenomen in de bovenkast (2).

22. Kastelement volgens een der conclusies 1-21, met het 25 kenmerk, dat de voorkant van het bovenste been (6) wordt gevormd door een verlichtingslijst (23).

23. Kastelement volgens een der conclusies 1-22, met het kenmerk, dat het niselement (3) bestaat uit met voordeel geschuimde kunststof. 30 2k. Kastelement volgens een der conclusies- 1-23, met het kenmerk, dat de, het werkblad (8) vormende bovenzijde van het onderste been (5) van het niselement (3). bij de overgang daarvan naar het dwarslijf (7) uit een stuk afgerond naar boven is getrokken.

25. Kastelement volgens een der conclusies ]-2k, met het 35 kenmerk, dat het niselement (3) bouwkastvormig is opgebouwd en be staat uit voor een bepaalde funktie bestemde afzonderlijke delen, bijv. een schuifladedeel, een kookbakdeel, een spoeldeel, een damp-filterdeel, een toestellendeel, een vakkendeel, enz, 8 0 0 3 4 61