NL8002980A - Platte kabel en installatie methode. - Google Patents

Description

P & C j

W 3688-64 Ned.M/LvD

Platte kabel en installatie methode.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een elec-trisch kabelstelsel, en meer in het bijzonder op platte meerleidingen kabelstelsels, die geïnstalleerd worden op een vloerlaag onder de vloerbedekking of tapijt.

5 Een op het ogenblik bekend type ondertapijts kabelsysteem omvat een platte, meerleidingen kabel, die samengesteld is tussen een kunststof afscherming en een metalen afscherming. Het kabel samenstel» bevattende de kabel en de twee beschermende afschermingen, wordt geïnstalleerd tussen een vloer en een er boven gelegen tapijt. De 10 meerleidingen kabel omvat een aantal platte electrische geleiders, welke ondergebracht zijn in een huis, dat bestaat uit een dun vel electrische isolatie. De kunststof afscherming verschaft een kussen voor de meerleidingen kabel, teneinde de afschuring en eventuele doorprikking te weerstaan van de kabel isolatie door naar boven toe uitstrekkende uitsteeksels 15 van de vloer, welke uitsteeksels in het bijzonder overheersen indien de vloer gemaakt is uit beton of een soortgelijk grof bouwmateriaal. De metalen afscherming biedt weerstand tegen het doorprikken van de kabel-isolatie, door een door het tapijt gestoken voorwerp. Door het electrisch aarden van de metalen afscherming zal elk electrisch geaard voorwerp, 20 dat de metalen afscherming kan doorprikken en kontakt maken met een "warme", d.w.z. electrisch bekrachtigde, geleider van de meerleidingen kabel, geaard worden, teneinde een persoon die het voorwerp aanraakt, te beschermen tegen electrische risiko's.

In zoverre de meerleidingen kabel en de twee afschermingen 25 niet op positieve wijze aan elkaar bevestigd kunnen zijn, hetzij voor, tijdens of na hun installatie, is er de mogelijkheid, dat de kabel zou kunnen worden geïnstalleerd zonder de afschermingen of dat, eenmaal geïnstalleerd, de afschermingen zouden kunnen bewegen, ten opzichte van de kabel, waardoor een gedeelte van de kabel blootgesteld wordt, hetzij 30 aan de zijde van de metalen afscherming of van de kunststof afscherming. Een dergelijk blootgestelde kabel loopt een groter risiko om te worden doorprikt, dan een op de juiste wijze bedekte kabel en biedt daarom een elektrisch gevaar.

Indien de metalen afscherming op de juiste wijze boven de 35 kabel geplaatst is, blijft er de mogelijkheid dat het metalen scherm niet op de juiste wijze geaard is, bijvoorbeeld door verzuim of falen om het electrisch met aarde te verbinden. Evenals een op de juiste wijze geaard scherm, dat op een verkeerde manier geïnstalleerd is, waardoor men bij een gedeelte van de kabel kan komen, stelt een kabel die een niet 800 2 9 80 - 2 - geaard metalen scherm bezit, een in potentieel opzicht gevaarlijke situatie voor.

Dergelijke bekende onder het tapijt gelegen bedradingssysteiren omvatten een netwerk van kabelsamenstellen, waarbij de individuele 5 kabelsamenstellen electrisch verbonden zijn. In een dergelijk systeem is het metalen scherm van elk samenstel geaard door het gebruik van verbindings organen voor electrische verbinding van toegevoegde metalen schermen. Bij een dergelijke opstelling is de aardings integriteit van het scherm afhankelijk van de fysische continuïteit van het scherm.

10 Aldus indien het scherm onderbroken wordt, zoals door een snijhandeling, zal het vrije overblijfsel van het scherm niet electrisch continu' met aarde zijn, met resulterend gevaar.

De vorming van kabel netwerken kan veranderingen vereisen in de looprichting van het kabel samenstel. De schermen en kabel van elk 15 kabel samenstel zijn tot dusverre niet collectief en gelijktijdig gevouwen aangezien de bekende vouw praktijk een omkering veroorzaakt van de posities van de schermen ten opzichte van de kabel, d.w.z. voorafgaande aan het vouwen zal het metalen scherm boven de kabel zijn en zal het kunststof scherm beneden de kabel zijn, maar als gevolg van het 20 vouwen zal het metalen scherm onder de kabel en het kunststofscherm boven de kabel zijn. Een dergelijke omkering in de relatieve posities van de schermen is duidelijk ongewenst.

Om in het verleden het metalen scherm boven de kabel te houden, is de richting van het kabelsamenstel gewijzigd door het onderste 25 kunststofscherm te vouwen langs een vooraf bepaalde buiglijn, waarbij de meerleidingen kabel gevouwen wordt langs nagenoeg dezelfde bochtlijn als het onderste kunststofscherm, en vervolgens de gevouwen kabel gestapeld wordt op de bovenzijde van het gevouwen kunststofscherm. Na het vouwen van het metalen scherm langs in hoofdzaak de zelfde bochtlijn 30 als het kunststofscherm en de kabel, werd het gevouwen metalen scherm gestapeld op de bovenzijde van de gevouwen kabel.

De hierboven beschreven buig- en stapeltechniek gaat mank aan diverse problemen. In de eerste plaats in zoverre het kunststofscherm, de meerleidingen kabel en het metalen scherm niet rechtstreeks met elkaar 35 verbonden zijn, zal een klein verschil in de buiglijn van een ervan de juiste vertikale uitrichting van de kabel met tenminste een der schermen compliceren, nadat de verandering van richting in het kabelsamenstel gemaakt is. In de tweede plaats zal het op elkaar stapelen van de gebogen gedeelten van de schermen en kabel het profiel van het kabelsamenstel in 300 2 9 80 f - 3 - * de buurt van de buiglijnen vergroten, hetgeen resulteert in de vorming van een bobbel in het erbovenliggende tapijt. Bovendien is een dergelijk stapelen dikwijls moeilijk uit te voeren als gevolg van de neiging, die lussen, gevormd in de schermen en kabel bij de buiglijnen, hebben om 5 over elkaar te schuiven. In de derde plaats ondergaan geleiders, die aan de zijde van de gemiddelde langsas van de kabel liggen, een omkering in positie ten opzichte van de gemiddelde langsas van de kabel, d.w.z. gaan van links naar rechts, als gevolg van een dergelijk vouwen.

Een dergelijke verandering kan een installateur in verwarring brengen 10 en geeft aanleiding tot vergissingen, in het bijzonder wanneer aansluitings-apparatuur aan tegenover gelegen einden van een gevouwen kabelsamenstel gemeenschappelijk gepolariseerde aansluitingen bezit. Tenslotte vereist elke vouwtechniek, dat het kabelsamenstel met de hand gehanteerd wordt door een installateur in zoverre de randen van de platte kabelleidingen 15 en schermen zeer dun zijn en betrekkelijk strak, is er een risico, dat zij de installateur zullen snijden, en bij bekende systemen zijn geen pogingen gedaan om een dergelijk gevaar te verminderen.

De onderhavige uitvinding heeft als oogmerk het verschaffen van een kabelsamenstel en kabelsamenstel-vouw praktijk die de hiervoor ge-20 noemde nadelen kan verminderen of overwinnen en potentiële gevaren, die kleven aan vroegere inspanningen om draden aan te leggen onder het tapijt.

Ter verkrijging van deze oogmerken heeft de uitvinding betrekking op het vouwen van het kabelsamenstel, voorzien van een platte meerleidingen kabel, opgenomen in electrische isolatie en een electrisch 25 geleidend scherm, dat gelegen is boven de kabelisolatie, zich uitstrekt in de lengterichting van de kabel en successieve uitbreidingen bezit, die vast aan resp. los van de kabel zijn. De electrische verbinding van het scherm met de aard-geleider van de kabel, is gemaakt in overvloed bij elke zodanig vaste uitbreiding van het scherm, waardoor de fysische 30 continuïteit van het scherm kan worden onderbroken, zonder onderbreking van de electrische continuïteit yan het overblijvende scherm aan aarde.

Bij'het fabriceren van het kabelsamenstel is het scherm bij voorkeur gepunt-last op verspreid gelegen plaatsen aan de aard-geleider van de kabel, waarbij de lassen zich uitstrekken door de kabel-isolatie. De 35 kabel en het scherm zijn dien tengevolge vast uitgericht ten opzichte van elkaar en gevaren door verkeerde uitrichting worden vermeden. Ket kunststofscherm is bij voorkeur eveneens puntsgewijs vastgemaakt aan het kabelsamenstel. Maatregelen zijn genomen om het insnij-vermogen van de rand van het kabelsamenstel te verminderen, zoals hieronder zal 800 2 9 80 τ - 4 - worden opgemerkt.

In overeenstemming met de uitvinding voorkomt verbinding van het scherm continu of tijdelijk aan de kabel, het installeren van de kabel zonder het scherm.

5 Aangezien het scherm electrisch verbonden is met de aard- geleider van de kabel, worden de schermen van twee gesplitste kabel samenstellen electrisch verbonden, zodra hun corresponderende aardge-leiders verbonden zijn zonder de noodzaak voor verdere verbindings-organen voor het electrisch verbinden van de schermen, om te waarborgen 10 dat zij op de juiste wijze geaard zijn. Het elimineren van scherm verbindingsorganen bespaart de kosten, die gepaard gaan met het verschaffen van de verbindings organen alsmede van de tijd en aanvullende kosten, die gepaard gaan met hun installatie. Voorts in zoverre het scherm kan worden gescheiden overal langs de lengte er van zonder de 15 verbinding ervan met aarde te vernietigen, kan de conditie vein de onderliggende kabel of kabel verbindings organen geïnspecteerd worden, of waargenomen enkel door een afgescheiden gedeelte van het metalen scherm al pellend terug te rollen. Door het scherm en de aardgeleiders te maken uit het zelfde materiaal, zou galvanische corrosie tussen het scherm 20 en de aardgeleider worden voorkomen.

Gezien vanuit het oogpunt van het kabelvouwen, verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het leggen van een platte, meerleidingen kabel op een ondergrond, op een wijze, waarbij de electrisch geaarde bovenlaagprotectie daarvoor gehandhaafd wordt in de 25 loop van de verandering van de looprichting van de kabel vanuit een eerste richting naar een tweede richting. In de praktijk gaat dit gepaard met het aan de ene zijde van een kabel bevestigen van een electrisch geleidend scherm en het electrisch aarden van het scherm aan de kabel, het leggen van de kabel en scherm op de ondergrond in de 30 eerste richting met het scherm boven de kabel, het vouwen van de kabel en scherm om een eerste vouwlijn,zodanig gekozen dat de kabel en het scherm lopen vanuit de eerste richting in een derde richting, die afwijkt van de eerste richting en tegengesteld is aan de tweede richting, en het vouwen van de kabel en het scherm om een tweede vouwlijn, zodanig 35 gekozen, dat de kabel en het scherm lopen vanuit de derde richting in de tweede richting. Het scherm blijft dus boven al het kabeloppervlak dat gekeerd is naar het tapijt tijdens de gehele richtings verandering.

Een verdere uitvoeringsvorm, kan geaccomodeerd door zodanige overvloedige aardverbinding met het scherm, dat gedëelte van het scherm, dat inwendig 800 2 9 80 r - 5 - is van de eerste vouw, d.w.z. onder de kabel, worden verwijderd waardoor het profiel van het kabelsamenstel in de buurt van de eerste vouw verminderd wordt.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van enige, in de 5 figuren der bijgaande tekeningen weergegeven uitvoerings voorbeelden nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont in perspectief een aanzicht van een kabel samenstel vervaardigd in overeenstemming met een eerste aspect van de onderhavige uitvinding; 10 Fig. 2 geeft een aanzicht in perspectief van een paar kabel samenstellen, die elk soortgelijk zijn aan het kabelsamenstel van Fig.l die tezamen gelast of verbonden zijn;

Fig. 3 stelt een doorsnede voor, waarin de electrische verbindingen tussen de verbonden kabelsamenstellen van Fig. 2 worden weer-15 gegeven;

Fig. 4 geeft in perspectief een aanzicht, waarbij een vouwtech-niek weergegeven wordt voor gebruik bij het in Fig. 1 geïllustreerde kabelsamenstel;

Fig. 5 toont een aanzicht in perspectief van het gevouwen 20 samenstel van Fig. 4, gedeeltelijk omgevouwen om een scherm-verwijderings maatregel van de uitvinding te laten zien;

Fig. 6 stelt een aanzicht in perspectief voor, van het kabel samenstel van Fig. 1, waarbij randbeschermers aangebracht zijn, in overeenstemming met een verder aspect van de uitvinding; 25 Fig. 7 geeft een doorsnede van een kabelsamenstel met ingebouwde schermkrullen voor randbescherming; en

Fig. 8-13 tonen verdere uitvoerings vormen van kabel-rand beschermers.

- Onder verwijzing naar Fig. 1 wordt daarin weergegeven een 30 soepel kabelsamenstel 10, dat een soepele meerleidingen kabel 12 omvat, een electrisch geleidend lichaam, gevormd door een soepel metalen scherm 14, geplaatst boven kabel 1(2, en een soepel kunststof scherm 15 geplaatst beneden de kabel 12. De meerleidingen kabel 12, het metalen scherm 14 en het kunststofscherm 15 hebben ongeveer de zelfde breedte en zijn plat, 35 zodanig dat het kabelsamenstel 10 geïnstalleerd kan worden onder een (niet-weergegeven) tapijt of een ander soortgelijk type vloerbedekking.

De meerleidingen kabel 12 bevat een groot aantal platte electrische geleiders 16, 18, 20 die binnen een huis gehouden worden, gevormd door een dun vel 22 van electrisch isolerend materiaal.

800 2 9 80 r c - 6 -

Het isolatiemateriaal 22 wordt bij voorkeur gemaakt uit een laminaat van polyester en polyvinylchloride. Het polyvinylchloride heeft een dikte van ongeveer 0,1016 mm en is aanliggend met de geleiders 16, 18, 20, terwijl het polyester een dikte heeft van ongeveer 0,0381 mm en het 5 uitwendige oppervlak vormt van de kabel 12. De geleiders 16, 18, 20, die gemaakt zijn uit koper of een willekeurig ander goed electrisch geleidend materiaal, strekken zich uit zij aan zij langs de gehele lengte van de meerleidingen kabel 12.

In de in Fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm kunnen de ge-10 leiders 16 en 20, nabij de tegenover gelegen, zich in de langsrichting uitstrekkende randen van de meerleidingen kabel 12 worden toegepast als hete geleiders, waarbij de middelste geleider 18 dient als aard-geleider. De aardgeleider 18 is permanent verbonden, zowel mechanisch als electrisch, met het metalen scherm 14 door een aantal lassen 24, die 15 aangebracht zijn met intervallen langs de lengte van het kabel samenstel 10. Anderzijds kan de aardgeleider 18 electrisch en mechanisch verbonden zijn met het metalen scherm 14 door een aantal van elkaar verwijderde klinknagels of andere geschikte bevestigings organen. Eveneens zou de meerleidingen kabel 12 en het metalen scherm 14 electrisch en mechanisch 20 verbonden kunnen zijn over de gehele lengte van het kabel samenstel 10, zodat de verbinding continu is inplaats van intermitterend.Indicia, zoals kleurgecodeerde merktekens 25, kunnen aangebracht zijn op de isolatie 22 boven en onder de geleiders 16, 18, 20 teneinde deze van elkaar te onderscheiden.

25 Het metalen scherm 14 is gemaakt uit een dunne plaat, goed electrisch geleidend metaal, zöals koper. Bij voorkeur zijn het metalen scherm 14 en de geleiders 16, 18, 20 uit het zelfde metaal gemaakt, om galvanische corrosie te voorkomen tussen het metalen scherm 14 en de aardgeleider 18. Het metalen scherm 14 fungeert als beschermende barrière 30 om weerstand te bieden tegen het doorprikken van de meerleidingen kabel 12, door een voorwerp, dat gestoken wordt door een erboven gelegen tapijt. Zelfs indien een metalen voorwerp het metalen scherm 14 zou binnendringen en contact zou maken met een van de hete geleiders 16 en 20, zal de hete geleider geaard worden door een scherm 14 en de aardgeleider 18.

35 Het kunststof scherm 15 wordt toegepast om een kussen te verschaffen voor de meerleidingen kabel 12. Als zodanig kan het kunststof 15 gemaakt worden uit elke geschikte soepele kunststof, zoals polyester, dat voldoende sterk is om de meerleidingen kabel 12 te beschermen tegen afschuring en eventueel doorprikken als gevolg van de 800 2 9 80 - 7 - installatie ervan op een vloer, in het bijzonder indien de vloer gemaakt is uit beton. Het kunststof scherm 15, dat permanent bevestigd kan zijn aan de meerleidingen kabel 12 op elke geschikte wijze, verhindert eveneens de doordringing van de meerleidingen kabel 12 door 5 eventuele uitsteeksels, die zich vanaf de vloer in opwaartse richting uitstrekken. Bij voorkeur is het scherm 15 bevestigd aan de isolatie van de kabel 12 door warm lassen ervan op in de lengterichting van het scherm verspreid gelegen plaatsen.

De selectieve bevestiging van het scherm 14 aan de kabel 12 10 op onderling van elkaar verwijderde plaatsen in de lengterichting van de kabel, geeft aanleiding tot successieve scherm uitbreidingen, die los resp. vast aan de kabel zitten. Aldus is de uitbreiding van het scherm 14 omlaag van de las 24 in Fig. 1 niet bevestigd aan de kabel.

De daarop volgende uitbreiding van het scherm 14 d.w.z. de aangrenzende 15 las 24, is wel bevestigd aan de kabel. De daaropvolgende scherm uitbreiding, opwaarts van las 24 in Fig. 1 is wederom niet bevestigd aan de kabel. Dit patroon herhaalt zich bij voorkeur langs de gehele kabellengte met gelijkmatige, of niet-gelijkmatige scherm uitbreidingen, hetgeen aanleiding geeft tot overvloedige electrische verbinding van 20 het scherm 14 aan de kabel 12. De electrisch geleidende middelen liggen

A

op een lijn met elke vaste scherm uitbreiding. Bij voorbeeld het materiaallichaam dat de las 24 bevat,strekt zich uit door het isolerende huis van de kabel, waarbij tegenover gelegen aansluitgedeelten van het lichaam een electrische verbinding hebben met het scherm en met een 25 exclusief exemplaar van de kabel geleiders.

Zoals in Figuren 2 en 3 is weergegeven, is het kabel samenstel 10 verenigd met een ander, identiek kabelsamenstel 26, dat een metalen scherm 28 bezit, alsmede een kunststof scherm 29 en een meerleidingen kabel 30, die verenigd is met de meerleidingen kabel 12 door verbindings. 30 organen 32. Het is niet noodzakelijk om de overlappende einden van de metalen schermen 14 en 28 met elkaar en met aarde in mechanisch en electrisch opzicht te verbinden, om te maken dat zij op de juiste wijze geaard zijn, in zoverre de metalen schermen 14, 28 electrisch met aarde verbonden zijn via lassen 24 (aangegeven met pijlen in figuur 3 om het 35 er doorheen vloeien van de electrische stroom te illustreren), de aard-geleider 18 van de meerleidingen kabel 12, het corresponderende exemplaar van de verbinding^ organen 32, een aardgeleider 34 van de meerleidingen kabel 30, en lassen 35 ( aangegeven door pijlen in figuur 3 om het er doorheen vloeien van de electrische stroom te illustreren), welke de 800 2 9 80 * * - 8 - aardgeleider 34 van de meerleidingen kabel 34 in mechanisch en electrisch opzicht verbinden net het metalen scherm 28. Aldus kunnen de overlappende einden van de schermen 14 en 28 na afpellen teruggeslacen worden (zie figuur 2) teneinde de kabels 12 en 30 op de verbindings organen 32 5 te inspecteren of waar te nemen.

Onder verwijzing thans naar Figuur 4, waarin diverse, hierboven met betrekking tot Figuur 1 beschreven elementen aan te geven zijn met overeenkomstige verwijzingscijfers, vermeerderd met honderd, wordt daarin weergegeven een werkwijze voor het leggen van een kabelsamenstel 10 110, dat in een eerste richting aangegeven door pijl 136 dient te lopen en een meerleidingen kabel 112 omvat, alsmede een metalen scherm 114, verspreid gelegen lassen 124 en een kunststofscherm 115. Het is noodzakelijk dat het kabelsamenstel loopt vein een dergelijke eerste richting 136 in een tweede richting 140. In overeenstemming met de onderhavige 15 uitvinding wordt een dergelijke richtingsverandering van het kabelsamenstel opgevangen met handhaving van de electrisch geaarde bescherming van de bovenlaag en met behoud van de geleider, polarisatie aan de einden van het kabel samenstel. Het kabel samenstel wordt gelegd in de eerste richting 136 op een vloer of over een onderlaag, waarbij de kabel 112 aan-20 gebracht wordt tussen de onderlaag en het scherm 114. Het kabelsamenstel wordt nu gevouwen on een eerste vouwlijn 138, die zodanig gekozen is, dat het samenstel loopt vanaf de eerste richting 136 naar een derde richting 142, die verschillend is van de eerste richting 136 en tegengesteld aan een tweede richting 140. Na een kort verloop in de derde 25 richting 142 wordt het kabel samenstel gevouwen om de tweede vouwlijn 144, die zodanig gekozen is, dat het samenstel loopt vanaf de derde richting 142 in de tweede richting 140. Ofschoon de electrisch geaarde bovenlaag bescherming verloren gaat in het verloop van het kabel samenstel in de derde richting 142, waarbij het kunststofscherm 114 zich bevindt 30 bovenop de kabel 112, wordt een herstel van de electrisch geaarde bovenlaag bescherming verkregen voor een dergelijk verloop in de derde richting aan het begin van het verloop in de tweede richting, waarbij het scherm 114 opnieuw van plaats omkeert, teneinde bovenop de kabel 112 te rijden. Aldus rijdt het scherm 114 boven over het gehele kabel oppervlak, waarbij 35 het gekeerd is naar het tapijt. Op soortgelijke wijze staat een veelvoud van omkeringen in positie kabelgeleiders te wachten bij verandering in richting, waardoor de polarisatie behouden blijft. De geleider 116 wordt gepolariseerd in zijn positie aan de linkerzijde van de aardgeleider 118, waarbij het kabelsamenstel in de richting 136 loopt.

8002980 - 9 -

Onmiddellijk voorbij de vouwlijn 138 is het omgekeerde waar, waarbij de geleider 116 zich bevindt aan de rechterzijde van de geleider 118 in de richting waarin het kabel samenstel loopt. Voorbij de vouwlijn 144 echter, keert de geleider 116 terug naar de linker positie ten 5 opzichte van de aard geleider. Aansluit apparatuur voor verbinding met de tegenover gelegen einden van het kabel samenstel kan nu gewoon gepolariseerd worden, d.w.z. zelfde kleur of andere indicia dragen, die verwantschap vertonen met indicia van het kabelsamenstel.

Onder verwijzing thans naar Figuur 5 wordt het gevouwen 10 kabel samenstel van Figuur 4 hier gedeeltelijk omgevouwen weergegeven, d.w.z. de vouw is bij de vouwlijn 138 geopend. In overeenstemming met een verder kenmerk van de onderhavige uitvinding kan het materiaal van het scherm nu selectief worden verwijderd met het doel, het profiel van het kabel samenstel in de buurt van de vouwlijn 138 te verminderen. Alle 15 of gedeelten van de schermgebieden 114 a en 114 b , die rechtstreeks op elkaar gevouwen zijn en welke zich in het inwendige van de:vouw bevinden en dientengevolge niet functioneel zijn als beschermende bovenlagen, kunnen uit het samenstel worden weggesneden. De electrische continuïteit van het scherm met aarde wordt door deze maatregel, die gebaseerd is 20 op de hierboven besproken overvloed van electrische verbinding, zoals die bestaat tussen het scherm en de kabel, niet aangetast.

Onder verwijzing thans naar Figuur 6 wordt daarin weergegeven een verder aspect van de onderhavige uitvinding, waarbij diverse-elementen die overeenkomen met hierboven met betrekking tot Figuur 1 beschreven 25 elementen, worden aangegeven door overeenkomstige verwijzingscijfers, maar vermeerderd met 200. Een electrische isolatie 222, die een veel-leidingen kabel 212 omvat, is gemaakt uit een paar dunne.vellen 280, die aan elkaar gelamineerd zijn. Teneinde het doorsnijd vermogen van elke zich in de langs richting uitstrekkende rand van de meerleidingen kabel 30 212 te verminderen, strekken de zich in de lengte richting uitstrekkende randen 282 van het onderste exemplaar van de vellen 280 zich in zijwaartse richting uit voorbij de zich in langsrichting uitstrekkende randen 284 van het bovenste exemplaar van de vellen 280 teneinde de dikte van de isolatie 222 te verminderen en derhalve de neiging van de 35 isolatie 222 om te deformeren, te vergroten wanneer zij in contact komt met de blootgestelde of onbeschermde huid van een individu, die bezig is <de veelleidingen kabel 212 te hanteren of te installeren. Uiteraard zal het bovenste exemplaar van de vellen 280 breder gemaakt kunnen worden dan het onderste exemplaar van de vellen 280.

800 2 9 80 * - 10 -

Anderzijds kunnen de vellen 280 de zelfde breedte hebben, maar in verticale zin niet uitgericht zijn, zodat een rand van elk der vellen 280 hangt over een corresponderende rand van het andere exemplaar van de vellen 280, 5 Elke, zich in langsrichting uitstrekkende rand van een metalen scherm 214, is voorzien van een veerkrachtige strook 286 van kunststof, zoals polyester. De soepelheid van de kunststofstroken 286 is zodanig, dat zij gemakkelijk worden gedeformeerd wanneer zij in contact komen met de blootgestelde of onbeschermde huid van iemand, die de kabel 10 hanteert, of installeert, waardoor de snijmogelijkheid van de zich in langsrichting uitstrekkende randen van het metalen scherm 214 vermindert. De stroken 286 zouden kunnen worden vervangen door een enkele kunststof strook, die een breedte bezit, welke groter is dan de breedte van het metalen scherm 214. Voorts zouden stroken, soortgelijk aan de stroken 186 15 kunnen worden toegepast op de meerleidingen kabel 212, teneinde een eventuele zijdelingse uitgebreidheid vein de zich in de langsrichting uitstrekkende randen 282, 284, van de vellen 280 onnodig te maken.

In de veiligheids uitvoeringsvorm, weergegeven in figuur 7, zijn de marginale zijranden van het electrisch geleidende scherm 214-1 20 gekruld, zoals weergegeven bij 214-la zodanig dat het scherm oppervlak aanliggend tegen het bovenste isolerende vel 280, continu is en het einde van de gekrulde rand geplaatst is aan de bovenzijde van het scherm 214-1. Dien tengevolge biedt het scherm een oppervlak met afgeronde rand aan de gebruiker van het kabel samenstel in buitenwaartse zin, ten 25 opzichte, van de einden van de vellen 280 en kunststof scherm 215. De kabel isolatie wordt eveneens beschermd tegen eventueel snijden door het einde van de schermrand door de gekozen richting van de krul.

Onder verwijzing thans naar de Figuren 8-13 worden daar verdere uitvoeringsvormen weergegeven van de randbeschermers van Figuren 30 6 en 7. De verschillende in Figuren 8-13 geïllustreerde elementen, die corresponderen met de hierboven met betrekking tot figuur 6 beschreven elementen, zijn aangegeven met overeenkomstige verwijzingscijfers, maar vermeerderd met 100, 200, 300, 400, 500 en 600.

De in Figuur 8-11 getoonde uitvoeringsvormen zijn in het 35 bijzonder bruikbaar bij het verminderen van het snijvermogen van een zich in de langsrichting uitstrekkende rand van een meerleidingen kabel, soortgelijk aan die, welke wordt weergegeven in Figuur 6 en daardoor zal worden beschreven met speciale verwijzing naar een dergelijke kabel. Ofschoon de overige uitvoerings vormen, d.w.z. die welke in Figuur 11-13 800 2 9 80 -¾ - 11 - worden weergegeven, eveneens kunnen worden gebruikt bij een meerleidingen kabel, soortgelijk aan degene die wordt weergegeven in Figuur 6, zullen zij worden beschreven in samenhang met een metalen scherm, soortgelijk aan het in figuur 6 geïllustreerde exemplaar. Elk van de randbeschermer 5 uitvoeringsvormen kan worden gebruikt op een kunststof scherm, soortgelijk aan dat wat in Figuur 1 is weergegeven, indien het gewenst is, het snijvermogen van een zich in de langsrichting uitstrekkende rand ervan te verminderen.

In Figuur 8 is een zich in de langsrichting uitstrekkende rand 10 van een meerleidingen kabel 312 tandvormig ingesneden, zodat het een aantal puntvormige uitsteeksels 388 bezit. Als gevolg van het afnemende verticale dwarsdoorsnede oppervlak van elk van de uitsteeksels 388, kunnen zij gemakkelijk worden gedeformeerd, waardoor het snijvermogen van de langsrand afneemt. Een zich in de langsrichting uitstrekkende 15' rand van een meerleidingen kabel 312, weergegeven in Figuur 9, is zodanig ingesleufd, dat een aantal relatief stompe, gemakkelijk vervormbare uitsteeksels 490 wordt gevormd. Zoals weergegeven in Figuur 10 is een aantal relatief stompe, gemakkelijk vervormbare uitsteeksels 592, die zich in de zijricht-ing naar buiten toe vanaf een zich in de langsrichting 20 uitstrekkende rand van een meerleidingen kabel 512 uitstrekken, verder van elkaar verwijderd, dan de uitsteeksels 490 van figuur 9.

Een zich in de langsrichting uitstrekkende rand van een metalen scherm 614, weergegeven in Figuur 11 is voprzien van ribben 694 teneinde het contact oppervlak te vergroten, waardoor het snijvermogen ervan 25 afneemt. Zoals weergegeven in figuur 12 is het contact oppervlak van een zich in langsrichting uitstrekkende rand van een metalen scherm 714 vergroot door het te voorzien van een continue cylindrische kraal 796, welke een stomp oppervlak vormt door het verminderen van het snijvermogen van de rand. Een aantal van elkaar verwijderde, in het algemeen ronde 30 kralen 898, zijn aangebracht op een zich in-de langsrichting uitstrekkende rand van een metalen scherm 814, weergegeven in Figuur 13, ter vermindering van'het snijvermogen ervan. Materialen zoals kunststof, verf, lijm en vernis of lak kunnen worden gebruikt voor het vormen van de kraal 796 of de kralen 898.

35 Diverse wijzigingen in de hier voorafgaande specifiek genoemde uitvoerings vormen en technieken zullen duidelijk zijn aan een deskundige op dit vakgebied. Dienovereenkomstig zijn de hiervoor genoemde voorkeurs uitvoeringsvormen bedoeld in illustratieve en niet in beperkende zin.

8002980

Claims (15)

1. Electrisch kabel samenstel, bevattend: een electrische kabel met een aantal platte geleiders in een electrisch isolerend huis; en een electrisch geleidend lichaam, dat zich uitstrekt in de langs-richting van de kabel, gelegen boven dat huis, en voorzien van successieve 5 in de langsrichting gelegen uitbreidingen, die vast resp. los aan de kabel zitten.

2. Kabel samenstel, volgens conclusie 1, gekenmerkt door een electrisch geleidend middel, dat op een lijn ligt met elk der bedoelde vaste uitbreidingen van het geleidend lichaam, ter verschaffing van een 10 electrische verbinding van het geleidend lichaam en de kabel.

3. Kabel samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk electrisch geleidend middel een electrische verbinding verschaft van het geleidende lichaam en een exclusief exemplaar van de platte geleiders.

4. Kabel samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 15 elk electrisch geleidend middel een lichaam bevat van electrisch geleidend materiaal, dat zich uitstrekt door het huis en tegenover gelegen aansluit gedeelten bezit, die electrisch verbonden zijn, resp. met het geleidende lichaam en die met platte geleider.

•5. Kabel samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 20 het lichaam een las-stuk bevat.

6. Kabel saraenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kabel langwerpig is en in de langsrichting verwijderde eindmarges bezit en waarbij zodanige vaste uitbreidingen van het geleidende lichaam in de langsrichting verwijderd zijn van ten minste een der eindmarges, 25 waardoor een losse uitbreiding van het geleidende lichaam opgesteld is naast die ene eindmarge.

7. Kabel samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis een dunne platte plaat of vel bevat, waarbij de zich in langsrichting uitstrekkende randen van de plaat voorzien zijn van veiligheids 30 middelen om het snijvermogen van de randen ervan te verminderen.

8. Kabel samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de randen van het geleidende lichaam zich in langsrichting uitstrekken, waarbij de kabel veiligheids middelen omvat, voor het verminderen van het snijvermogen van de randen ervan.

9. Kabel samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de veiligheids middelen veerkrachtig strokenmateriaal bevatten, dat 800 2 9 80 - 13 - i bevestigd is aan het geleidende lichaam en zich uitstrekt voorbij de randen ervan.

10. Kabel samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis indicia omvat, om de platte geleiders van elkaar te onder- 5 scheiden.

11. Kabel samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de indicia een aantal kleur-gecodeerde merktekens bevatten.

12. Werkwijze voor het leggen van het kabel samenstel volgens conclusie 1 op een onderlaag op zodanige wijze, dat de electrisch 10 geaarde bovenlaag bescherming daarvoor tijdens een verandering in de looprichting van de kabel vanaf een eerste richting naar een tweede richting, met het kenmerk dat a) het geleidende lichaam electrisch verbonden wordt met een aardgeleider van de kabel; 15 b) het kabel samenstel gelegd wordt op de onderlaag in de eerste richting waarbij de kabel aangebracht is tussen de onderlaag en het geleidende lichaam; c) Het kabel samenstël crevouwen wordt om een eerste vouwlijn, die zodanig gekozen is, dat het kabel samenstel loopt vanuit de 20 eerste richting in een derde richting die verschillend is van de eerste richting en tegengesteld is aan de tweede richting; en d) Het kabel samenstel gevouwen wordt om een tweede vouwlijn, die zodanig gekozen is, dat het kabel samenstel loopt vanuit de derde richting in de tweede richting.

13. Werkwijze volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat het geleidende lichaam electrisch verbonden wordt met een dergelijke kabel aardgeleider in een aantal plaatsen, die onderling verspreid langs de lengte van de kabel worden aangebracht.

14. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het 30 geleidende lichaam uit de kabel verwijderd wordt nabij de eerste vouwlijn.

~ 15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat uit de kabel dat gedeelte van het geleidende lichaam verwijderd wordt, dat rechtstreeks op zichzelf omgevouwen is bij het uitvoeren van maatregel 35 c) van conclusie 12. 800 2 9 80