NL8002254A - Glaspaneel. - Google Patents

Description

^ Λ γο oin3

Titel: Glaspaneel.

De uitvinding heeft betrekking op een glaspaneel dat gemonteerd kan worden in het kozijn van een raam, deur of dergelijke.

Glaspanelen omvatten twee of meer ruiten welke op onderlinge afstand worden gehouden door een daartoe geschikt element ter vorming 5 van een luchtruimte, welke werkt als isolator tegen warmte en koude.

De ruiten of glazen platen zijn gemonteerd in een freem dat langs de omtrek van de platen is vastgezet ter vorming van een zelfdragend glaspaneel dat scharnierend of verschuifbaar in het kozijn van een raam of dergelijk kozijn kan worden vastgezet. Wanneer echter een of beide glas-10 platen breken moet de gehele glaspaneeleenheid worden gedemonteerd aangezien het freem zodanig is gemonteerd dat een glasplaat niet door een andere vervangen kan worden. Een voorbeeld van een dergelijke constructie is beschreven in het Belgische octrooischrift 861.815 waarin een monoblokconstructie is weergegeven welke bestaat uit een freem met blij-15 vend daaraan bevestigde metalen delen, die afgedicht zijn ten opzichte van de buitenranden van de glasplaten en een serie randelementen uit kunststof welke de metalen delen omgeven.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een glaspaneelcon-structie welke kan worden gebruikt in het kozijn van een raam of deur 20 en dat daarin scharoierbaar of verschuifbaar bevestigd kan worden, waarbij een serie randelementen gevormd uit stijve-vinylplasticmateriaal langs de omtrek afdichtend zijn bevestigd aan de buitenranden van de glaspanelen ter vorming van een zelfdragende eenheid en waarbij ten minste twee tegenover elkaar gelegen verticale zijden van de eenheid uit 25 metalen delen bestaan, welke zijn verbonden met corresponderende randelementen, zodat bij een gebroken glasplaat de metalen delen met de hand 'verwijderd kunnen worden en op een overeenkomstig uit gevoerd glaspaneel gemonteerd kunnen worden of wanneer de metalen delen zelf defect raken een nieuw stel op het paneel gezet kan worden.

30 De uitvinding voorziet in een glaspaneelconstructie voor een raam of deurkozen, gevormd door een hermetisch gesloten eenheid, bestaande uit ten minste een paar glasplaten, welke op enige afstand van elkaar gescheiden zijn door een afstandsorgaan, dat zich bevindt tussen de randen van die platen en afdichtend daaraan is bevestigd ter vorming van 800 2 2 54 -2- een zelfdragende eenheid, een serie randelementen uit stijve vinyl» kunststof, die zich langs de omtrek van de eenheid uitstrekt, welke elementen aan ten minste een van de buitenranden van een glasplaat zijn bevestigd, alsmede een metalen orgaan, dat langs ten minste één van de 5 verticale zijden van de eenheid gelegen is, en dat kan samenwerken met een corresponderend randelement ter vorming van een eenheid met de glasplaten en met de hand kan worden verwijderd.

Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm kan het monteren van de metalen organen aan de randelementen geschieden door een snapsluiting 10 tussen met elkaar samenwerkende middelen op de naar elkaar toe gekeerde vlakken van de metalen organen en de randelementen.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt het monteren en demonteren verwezenlijkt door een relatieve langs verschuiving van de metalen organen ten opzichte van de randelementen.

15 Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening nader toegelicht. Daarin toont: fig. 1 een dwarsdoorsnede door een glaspaneelconstructie volgens de uitvinding in de vorm van een scharaierbaar gemonteerd raam.of een deurconstructie; 20 fig. 2 een dwarsdoorsnede door een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding in de vorm van een schuifdeur of raam; en fig. 3 een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm vah de uitvinding.

De uitvinding is van toepassing op elk type raam- of deurcon-25 structie hetzij dat deze scharnierend of verschuifbaar dan wel vast in het kozijn is bevestigd; de nog te bespreken ramen of deuren zijn slechts illustratief.

Fig. 1 toont een glaspaneelconstructie, in zijn geheel aangeduid door 10, welke van het type is, dat scharaierbaar gemonteerd is in een 30 raam- of deurkozijn 12. De constructie van het kozijn 12 is niet essentieel voor de uitvinding zodat geen nadere, gedetailleerde beschrijving zal worden gegeven, doch het is duidelijk, dat het glaspaneel 10 ten opzichte van het freem of het kozijn 12 geïsoleerd is door een aantal tochfcstrippen 1^, 16, 18 en 20.

35 De paneelconstructie 10 omvat een zelfdragende eenheid 22, die bestaat uit een paar glasplaten 2h, 26 welke op enige afstand van elkaar 800 2 2 54 *· * -3- worden gehouden door een afstandsorgaan 28 dat zich bevindt aan de binnenranden van de platen. Het afstandsorgaan 28 is hol en bevat een droog middel 30, dat in verbinding staat met de luchtruimte tussen de platen 2b en 26 door tussenkomst van een geschikte opening, zoals sleuf 32.

5 Een methode om het afstandsorgaan 28 binnen de randen van de glasplaten aan te brengen, is beschreven in de Canadesche octrooischriften 833.267 en 939*560, waarbij een droogmiddel aangebracht is tussen de twee bedoelde componenten, zoals een hoog moleculair koolvaterstofpolymeer-prodükt dat ontstaat door het polymeriseren van isobutyleen. De dubbele 10 glaspaneeleenheid 22 is zelfdragend zodat deze geen het paneel omgevend freem of kozijn bevat voor het vasthouden en ondersteunen van de glasplaten, terwijl de constructie als zodanig toch voldoende stijf is.

Een serie randelementen omgeeft de glaspaneeleenheid 22. Deze randelementen bestaan uit stijf vinylkunststofmateriaal zoals polyvinyl-15 chloride, bekend onder de naam GEON. De randelementen zijn rechtstreeks op de glasplaten vastgezet; volgens fig. 1 en 3 zijn de randelementen aan de glasplaten gehecht terwijl de randelementen volgens fig. 2 voorzien zijn van ribben of dergelijke uitsteeksels op het binnenvlak van de opstaande beendelen. Hoewel niet weergegeven is ook een combinatie 20 van ribben, randen en afdichtingen mogelijk.

Een belangrijk aspect van de uitvinding is dat metalen delen afsluitend samenwerken met ten minste enkele randelementen, welke laatste dan werken als een tussenverbindingsorgaan tussen de glasplaten en het metaal; elk met aal or gaan vormt een structurele eenheid met de glasplaten 25 hetgeen resulteert in een sterk samenstel. In de meest eenvoudige vorm kan een raameenheid slechts aan de opstaande verticale zijden bekleed worden met dergelijke metalen organen; met andere woorden in bepaalde gevallen kunnen horizontale randen van een raameenheid bestaan uit delen welke uit kunststof geëxfcrudeerd zijn. Bij voorkeur zijn echter de vier randen 30 van de glaseenheid voorzien van kunststofrandelementen welke omgeven zijn door metalen delen.

De randelementen en de bijbehorende metalen organen zijn zodanig uit gevoerd dat' zij met elkaar kunnen samenwerken ter vorming van een hechte verbinding; anderzijds moeten zij gemakkelijk met de hand van 35 elkaar afgenomen kunnen worden wanneer dit nodig is bijvoorbeeld bij breuk van een glasplaat of een defect metalen orgaan. Verschillende 800 2 2 54 -U- manieren van samenwerken tussen de randelementen en de metalen organen · worden nu nader "besproken.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is het randelement L-vormig met een opstaand gedeelte 36 dat langs de buitenrand van een glasplaat 5 2k loopt en een tweede, horizontaal gedeelte 38 dat in de langsrichting nabij de omtreksranden van de glasplaten 2b, 26 gelegen is. Het randelement 3U is afdichtend verbonden met de eenheid 22 door tussenkomst van een pakking 39 zoals polysulfidepolymeer, welke is aangebracht tussen de buitenrand van de glasplaat 2k en de randelementdelen 36, 38. Het ge-10 deelte 38 heeft twee langsuitsteeksels Uo, b2 welke op êên lijn liggen met de omtreksranden van de glasplaten.

Zich uitstrekkend over en verbonden met een randelement 3^ is een metalen orgaan bh met de twee delen b6, 1+8, welke onderling gescheiden .zijn door isolerend materiaal 50 zoals vaste urethaan. Het gedeelte b6 van een 15 metalen orgaan heeft een opstaande zijkant met een als flens gevormd

uiteinde 52 dat reikt in een corresponderend gevormde groef in het bovenste gedeelte van het randelementdeel 36. Het randelement 3¼ kan zijn vervaardigd uit kunststof zodat de montage en de demontage van het metalen orgaan ten opzichte van het randelement geschikt in de vorm van een 20 snapsluiting als gevolg van een verdraaiing van het metalen orgaan UU

J6 ten opzichte van de glaspaneeleenheid 22. Het andere deel van het metalen orgaan heeft een tong 5^ welke grijpt in een dienovereenkomstige groef van een flexibele pakking 56 welke zich bevindt tegen de buitenrand van de glasplaat 26. Een geschikt materiaal voor de pakking 56 is neopreen.

25 Wanneer in dit geval het glaspaneel 22 of de randelementen 3^ breken respectievelijk beschadigen dan kunnen de overige componenten worden gebruikt door het metalen orgaan te verdraaien waarbij de tong 52 uit de groef van dat randelement vrij komt. Fig. 2 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij een schuifdeur of raam 60 in 30 een freem of kozijn 62 is gemonteerd. Slechts een schuifraam is getekend doch normaliter worden twee of meer van deze eenheden 60 in een kozijn gemonteerd. Het paneel omvat een zelfdragende eenheid Sb met glasplaten 66, 68 en een afstandsorgaan 70 van dezelfde constructie als bij de T2 glaspaneeleenheid 22 volgens fig. 1. Een serie randelementen strekt zich 35 uit langs de buitenranden van de glasplaten 66, 68. De randelementen 72 zijn van hetzelfde materiaal vervaardigd als de randelementen 3^ volgens 800 2 2 54 -5- 0 fig. .1; in dit geval is elk randelement U-vormig met opstaande benen jh, j6, welke verbonden zijn door een ruggedeelte j8. De binnenvlakken van de beendelen van de randelementen zijn voorzien van een aantal evenwijdig in de langsrichting verlopende ribben of dergelijke uitsteek-5 se^s, welke aangrijpen op de randen van de glasplaten 66, 68. Om de randelementen 72 grijpen metalen organen 82, bestaande uit twee gedeeltes 81+, 86, welke verbonden zijn door stijf isolerend materiaal 88 in overeenstemming met het materiaal 50 volgens fig. 1.

Elk metalen orgaan heeft twee opstaande gedeeltes 90, 92, welke 10 samenwerken met het buitenvlak van de zijdelen 7I+, 16 van de randelementen. Bij deze uitvoeringsvorm hebben de binnen vlakken van de metalen organen en de buitenvlakken van de randelementen met elkaar samenwerkende langsribben en groeven welke in elkaar passen. Het monteren en demonteren van een metalen orgaan aan en van een bijbehorend randelement ge-15 schiedt door een verschuiving in de langsrichting van het metalen orgaan ten opzichte van het randelement.

Pig. 3 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding in welk geval de twee stijlen van een schuifraam of deur volgens fig. 2 zijn getekend. De randelementen 100 zijn af dichtend bevestigd aan de glaspaneeleenheid 20 101, overeenkomstig de eenheden 22, respectievelijk 6k van fig. 1 en 2.

In dit geval hebben de randelementen 100 een It-vormige doorsnede met een ruggedeelte 102 en twee beengedeeltes 10U, 106 welke gedeeltes gehecht zijn aan de buitenranden van de glasplaten door tussenkomst van een afdichting 108 overeenkomstig de afdichting 39 volgens fig. 1.

25 Om de randelementen 100 liggen metalen organen 110 bestaande uit twee delen 116, 118 welke onderling verbonden zijn door isolerend materiaal 120, overeenkomstig de elementen 50, respectievelijk 88 van fig. 1 en 2. De geïsoleerde metalen delen 116, 118 hebben aan hun einden naar binnen reikende flenzen 122, 12k, welke samenwerken met dienovereenkom-30 stig gevormde groeven in de bovengedeeltes 126, 128 van elk randelement.

Het losmaken van het metalen orgaan van het randelement geschiedt op dezelfde wijze als in fig. 2 dat wil zeggen door een langs vers chui ving.

Het is duidelijk dat de metalen organen en de onderlinge verbinding met de randelementen welke afdichtend aan de glasplaten zijn beves-i 35 tigd, ook op een andere wijze kan geschieden dan in de tekening weergegeven en besproken zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

800 22 54

Claims (11)

1. Glaspaneelconstructie voor een raamt- of deurkozijn, gevormd door een hermetisch gesloten eenheid, bestaande uit ten minste een paar glasplaten, welke op enige afstand van elkaar gescheiden zijn door een af-standsorgaan, dat zich bevindt tussen de randen van die platen en af- 5 dichtend daaraan is bevestigd ter vorming van een zelfdragende eenheid, een serie randelementen uit stijve vinylkunststof, die zich langs de omtrek van de eenheid uitstrekt, welke elementen aan ten minste een van de buitenranden van een glasplaat zijn bevestigd, alsmede een metalen orgaan, dat langs ten minste êên van de verticale zijden van de eenheid 10 gelegen is en dat kan samenwerken met een corresponderend randelement ter vorming.van een eenheid met de glasplaten en met de hand kan worden verwijderd.

2. Glaspaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze serie metalen organen bevat, welke zich -langs de omtrek van de zelfdragende 15 glaspaneeleenheid uitstrekken.

3. Glaspaneel volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het metalen orgaan vervaardigd is uit aluminium. b. Glaspaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het randelement en het metalen orgaan middelen bevatten welke daartussen een 20 snapsluiting vormen.

5. Glaspaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het randelement en het metalen orgaan onderling een schuifverbinding vormen.

6. Glaspaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het rand-' element een L-vormig gedeelte omvat met een sectie die zich in de langs- 25 richting ten opzichte van de buitenrand van een glasplaat uitstrekt en een tweede gedeelte dat in de langsrichting van de omtreksrand van het glaspaneel verloopt, welk L-vormige gedeelte een binnen en een buitenvlak heeft zo ook het metalen orgaan waarbij op het buitenvlak van het randelement middelen aanwezig zijn die kunnen samenwerken met complemen-30 taire middelen op de binnenvlakken van het metalen orgaan.-

7. Glaspaneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het metalen ' orgaan een eerste gedeelte heeft dat zich in de langsrichting van het randelement uitstrekt en een tweede gedeelte dat zich in de langsrichting van de overliggende rand van het glaspaneel uitstrekt, terwijl een 800 2 2 54 -7- •veren.de pakking tussen de overliggende rand van de glasplaat en het tweede gedeelte van het metalen orgaan is aangehracht.

8. Glaspaneel volgens conclusie 7s met het kenmerk, dat dit voorzien is van een in langsrichting zich uitstrekken! isolerend materiaal dat 5 het eerste gedeelte van het metalen orgaan scheidt van het tweede gedeelte van het metalen orgaan.

9· Glaspaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk randelement U-vormig in doorsnede is terwijl het metalen orgaan tenminste een U-vormig gedeelte heeft dat om het U-vormige randelement gelegen is, 10 waarbij het U-vormige gedeelte van het metalen orgaan een ruggedeelte heeft en twee zijdelen, welke zijdelen binnen en buitenvlakken hebben, terwijl het U-vormige randelement een ruggedeelte heeft en twee tegenover elkaar gelegen zijdelen welke zich in de langsrichting van de randen van het glaspaneel uitstrekken, waarbij tegenover elkaar gelegen zijdelen 15 van het randelement een binnen en een buitenvlak hebben, terwijl middelen aanwezig zijn op het buitenvlak van die zijdelen welke losneembaar kunnen samenwerken met conplementaire middelen op de binnenvlakken van de zijdelen van het metalen orgaan.

10. Glaspaneel volgens conclusie 6-9, met het kenmerk, dat een af-20 dichting aanwezig is tussen de binnenvlakken van de randelementen en de glasplaten ter bevestiging van het randelement van de zelfdragende glas-paneeleenheid.

11. Glaspaneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afdichting bestaat uit polysulfidepolymeer.

12. Glaspaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stijve vinylsplasticmateriaal polyvinylchloride is. 800 22 54