NL8001962A - Tekeninrichting. - Google Patents

Description

= ~ T Tj/Se/Reppisch- 3 Tekeninrichting

De uitvinding heeft betrekking op een tekeninrichting met een tekenbord en een Icings een langsrand daarvan aangebrachte, voor het ondersteunen, van een verschuifbare tekenhaak dienende rail.

5 Er zijn reeds talrijke tekeninrichtingen bekend, die echter het nadeel hebben, dat met deze geen cirkelbogen met een grote straal getekend kunnen worden.

Met de uitvinding moet het doel worden bereikt, een tekeninrichting te verschaffen, waarmee 2onder een belt) langrijk duurdere uitvoering ook cirkelbogen met een grote straal getekend kunnen worden.

De uitvinding waardoor dit mogelijk wordt, blijkt uit conclusie 1.

De rail kan dus, bij het gebruik van de als eind-15 aanslag dienende schuif en met cirkelhulpstukken gebruikt worden voor het tekenen van stralen met verschillende groot-~ " te. Bovendien kunnen met behulp van de van het tekenbord losgemaakte rail ook lange rechte lijnen worden getekend, waar de lengte van de rail gewoonlijk ongeveer overeenkomt 20 met de grootste langsrand van het tekenbord.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergegeven.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van de tekeninrichting tezamen met een tekenhaak en een aan een wagen beves-25 tigde schaal.

Figuur 2 is een bovenaanzicht van het tekenbord, waarbij de geleidingsrail losgemaakt is van de tekenbord-bevestiging.

Figuur 3 is een bovenaanzicht van het tekenbord, 30 waarbij de geleidingsrail als staafpasser wordt gebruikt.

Figuur 4 is een detail van de rail tezamen met een als eindaanslag werkende schuif.

Figuur 5 is een doorsnede volgens de lijn A-A

in fig.4

35 Figuur 6 is een doorsnede volgens de lijn B-B

800 1 9 62 -2- in fig.1.

Figuur 7 is een aanzicht van de geleidingsrail met schuif in de richting van de pijl C in fig.l.

De tekeninrichting omvat een tekenbord 1. Aan deze is aan de bovenste langszijde een geleidingsrail 6 5 bevestigd, die uit metaal bestaat. Langs het bovenste aan-slagvlak 10 van deze geleidingsrail 6 kan een uit een raildeel 2 en een dwarsarmdeel 3 bestaande tekenhaak worden gelegd en daarlangs worden voortgeschoven. Het dwarsarmdeel 3 kan ofwel direkt tegen het aanslagvlak 10 aanliggen 10 en daarlangs glijden of in het armdeel 3 kunnen rollen zowel als magneten zijn bevestigd, zodat het armdeel 3 door magneetkracht tegen de rail 6 wordt aangetrokken, waarbij de rollen de magneten op een kleine afstand houden.

Langs het smalle vlak van de rail kan een wagen 15 5 bewegen, waaraan een bijvoorbeeld vierkante schaal 4 is bevestigd. De wagen 5 wordt bij voorkeur door magneetkracht aan het raildeel 2 vastgehouden en kan na het overwinnen van de aantrekkingskracht van de magneten gemakkelijk van -------------- het raildeel 2 worden losgemaakt en in alle gevallen ook 20 op de daartegenover liggende smalle zijde van het raildeel 2 worden gezet. De tekenhaak kan ook zo zijn uitgevoerd, dat het raildeel 2 ten opzichte van het armdeel 3 over een kleine hoek verdraaibaar is.

De rail 6 wordt met behulp van magneetplaten 9 25 aan twee hoeksteunen 8 vastgehouden, waarbij elke hoeksteun 8 door een schroef 11 met de kopzijde van het tekenbord 1 is verbonden. De hoeksteunen 8 zijn elk van een uitstekende pen 12 voorzien, die door de magneetplaten 9 steken en in een boring van de rail 6 aangrijpen, zodat de rail 6 30 vast maar gemakkelijk verwijderbaar aan het tekenbord 1 wordt vastgehouden. Op beide einden van de rail 6 zijn schuiven 7 geschoven, die als eindaanslag voor de tekenhaak dienen, zodat het armdeel 3 niet voorbij deze aanslagen beweegbaar is. Deze schuiven 7 worden elk met behulp van een 35 bout 15 op de rail 6 vastgeklemd, en grijpen elk met een nok 24 in een langsgroef 13 van de rail 6. De schuiven 7 zijn zo uitgevoerd, dat hun vlakken 26 niet buiten het steunvlak 22 uitsteken, maar bij voorkeur in hetzelfde vlak 800 1 9 62 * s* -3- verlopen.

Wanneer op het tekenbord 1 lange lijnen moeten worden getrokken, kan de rail 6 van de hoeksteunen 8 af worden genomen en uit de pennen 12 worden getrokken. Hier-5 na ligt de rail met het steunvlak 22 plat op het tekenbord 1, resp. op een daarop aangebracht tekenpapier en kan worden gebruikt als lineaal of als schaal.

De zelfde rail 6 kan in de van het tekenbord 1 losgemaakte toestand, tezamen met de schuiven.7 ook als.

10 staafpasser worden gebruikt. Hiertoe wordt in een boring 25 van de ene schuif 7 een penvormig passerhulpstuk 16 (fig.

6) met een tekenstift of dergelijke aangebracht. In de andere schuif 7 wordt, een van een metalen punt 20 voorzien, eveneens penvormig passerhulpstuk 19 in een overeenkomstige 15 boring 25 geschoven. De beide passerhulpstukken worden elk met een schroef 14 vastgehouden. Wanneer dus de punt 20 op een bepaalde plaats op het tekenbord 1 wordt gezet, kan met een dergelijke staafpasser over een relatief grote ------------ afstand een cirkelboog met een straal r worden getekend, 20 zodat de cirkelbogen getekend kunnen worden die een aanzienlijk grotere straal hebben dan bereikt kan worden met de gebruikelijke passers. Daar de schuine vlakken 23 van de rail 6 van een schaal 21 resp. maatstaf is voorzien, kan de straal nauwkeurig worden afgelezen, resp. door wijziging 25 van de onderlinge stand van de schuiven 7 worden ingesteld.

Na beëindiging van het gebruik van de rail 6 als staafpasser kan deze weer aan het boveneinde van het tekenbord 1 worden bevestigd, waardoor weer de in fig.l weergegeven toestand wordt bereikt.

30 800 1 9 62

Claims (6)

1. Tekeninrichting met een tekenbord en een langs een langsrand daarvan aangebrachte , voor het ondersteunen van een verschuifbare tekenhaak dienende rail, met het ken- 5 merk , dat de rail(6)losneembaar aan het tekenbord(1) is bevestigd en middelen (7,16,19) aanwezig zijn, voor het toepassen van deze rail (6) als staafpasser.

2. Tekeninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rail (6) een plat, op het tekenvlak te legio gen steunvlak (22) en een ter bevestiging van verstelbare schuiven (7) dienende langsschroef (13) omvat, waarbij de schuiven (7) niet buiten het steunvlak (22) uitsteken.

3. Tekeninrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat twee langs de rail (2) beweegbare schuiven (7) 15 aangebracht zijn, die elk van een op de rail (6) werkende arreteerschroef (15) zijn voorzien en elk een dwars op het steunvlak (22) aangebrachte boring (25) voor het opnemen van staafcirkelhulpstukken (16,19) omvatten.

4. Tekeninrichting volgens conclusie 2, met het 20 kenmerk, dat de rail (6) aan de van de langsschroef (13) afgekeerde zijde een schuin vlak (23) heeft, die met het steunvlak (22) een scherpe hoek vormt en een schaal (21) draagt.

5. Tekeninrichting volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat de bevestiging van de rail (6) aan het tekenbord (1) geschiedt met hoeksteunen (8), waartegen de rail (6) door magneetkracht wordt aangedrukt en vastgehouden.

6. Tekeninrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de schuiven (7) elk een in de langsschroef 30 (13) aangrijpende nok (24) hebben en het aan hetsteunvlak (22) aansluitende deel van de schuif (7) in het zelfde vlak als dit steunvlak (22) verloopt. 800 1 9 62