NL8001957A - Slagmolenrotor. - Google Patents

Slagmolenrotor. Download PDF

Info

Publication number
NL8001957A
NL8001957A NL8001957A NL8001957A NL8001957A NL 8001957 A NL8001957 A NL 8001957A NL 8001957 A NL8001957 A NL 8001957A NL 8001957 A NL8001957 A NL 8001957A NL 8001957 A NL8001957 A NL 8001957A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor
arms
gutter
rotor according
impact
Prior art date
Application number
NL8001957A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Schmidt & Sonner As
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schmidt & Sonner As filed Critical Schmidt & Sonner As
Publication of NL8001957A publication Critical patent/NL8001957A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C13/00Disintegrating by mills having rotary beater elements ; Hammer mills
    • B02C13/26Details
    • B02C13/28Shape or construction of beater elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Crushing And Pulverization Processes (AREA)
  • Rotary Pumps (AREA)
  • Supercharger (AREA)
  • Turbine Rotor Nozzle Sealing (AREA)

Description

Ί - ί ' ^ V0 327
Titel : Slagmolenrotor.
De uitvinding heeft betrekking op een rotor voor een slagmolen met centrale toevoer van lucht en te malen materiaal, waarbij de rotor aan de toevoerzijde een ringvormige eindplaat heeft, die de toevoeropening van de rotor begrenst en aan de tegenoverliggende zijde een eind-5 plaat, waarvan het midden is verbonden met de rotornaaf, waarbij de slagorganen of slagarmen van de rotor in de nabijheid van de omtrek van de eindplaten groepsgewijze zijn opgehangen aan assen die zich evenwijdig aan de rotorhartlijn uitstrekken vanaf de ene eindplaat naar de andere.
De uitvinding beoogt een rotor van dit type met een bijzonder 10 efficiënte en uniforme distributie van lucht en materiaaltoevoer over de totale werkbreedte van de rotor, terwijl tegelijkertijd een sterke lucht stroming wordt opgewekt voor het transport van het materiaal door de rotor en langs de slagarmen en verder buitenwaarts door de molenzeef die om de rotor is aangebracht.
15 Volgens de uitvinding is hiertoe elke groep slagarmen aange bracht in een gootvormig element, dat op afstand van de ophanging van de slagarmen is aangebraeht tussen deze ophanging en de rotorhartlijn en zich in langsrichting uitstrekt vanaf de ene eindplaat tot de andere, waarbij de, de gootopening begrenzende randen van het element eindigen 20 in de zich opzij van de ophanging van de slagarmen bevindende zone.
Tijdens bedrijf zal elk gootvormig element samen met de slagarmen van de betreffende groep functioneren als een ventilator, welke in staat is de luchtstroming op te wekken, nodig voor het materiaal-transport door de rotor en de zeef, terwijl tegelijkertijd het goot-25 element een.bescherming vormt voor de ophanging van de slagarmen en derhalve de slijtage vermindert.
Volgens de uitvinding kan het gootvormige element ruim genoeg zijn uitgevoerd om het ophangeinde van de slagarmen te omgeven, doordat de breedte van de gootopening groter wordt gekozen dan de diameter van 30 het ophangeinde van de slagarmen. Hierdoor wordt een bijzonder goede heroriëntatie van de lucht verkregen en een bijzonder effectieve zeef-bewerking.
Verder kan volgens de uitvinding het gootvormige element bestaan uit een buis, waarvan de wand is voorzien van een aantal dwarsgleuven, 35 corresponderend met het aantal slagarmen en door welke gleuven de slagarmen kunnen uitsteken, waarbij de steunas van de slagarmen zich door 800 1 9 57 2 «! 'f de tuis uitstrekt en tegen het buitenwaarts gerichte deel van de buis-wand is ondersteund, waarbij de bodemranden van de gleuven de begren-zingsranden van de gootopening vormen. Deze uitvoeringsvorm is constructief eenvoudig en robuust en de steunas, alsmede de slagarmen, worden 2 tijdens bedrijf veilig op hun plaats gehouden. Het gootelement werkt daarbij tevens als ondersteuning voor de slagarmen.
Het gootelement kan met de eindplaten van de rotor zijn verbonden, doordat de einddelen van het gootelement in de eindplaten zijn opgeno- fflQTl« ^ In een voorkeursuitvoeringsvorm kan het buisvormige gootelement met de einden door de eindplaten heen reiken en deze einddelen kunnen open zijn. Aldus is het inwendige’van het buiselement vanaf de einddelen toegankelijk, zodat de steunas makkelijk kan worden ingebracht en verwijderd.
^ Volgens de uitvinding kunnen de slagarmen zodanig draaibaar op de steunas zijn gelegerd, dat deze zijdelings ten opzichte van de slagarmen kan worden verplaatst. Hierdoor kunnen de slagarmen en de as makkelijk worden vervangen, omdat de as, terwijl de slagarmen door de gleuven * in het gootelement worden vastgehouden, kan worden verwijderd en de slag-20 armen, zodra de as is verwijderd, in het gootelement vallen.
Volgens de uitvinding kan een losneembare sluitkop bij de open einden van de buis zijn aangebracht, welke kap niet alleen een sluitor-gaan is, maar tevens een vasthoudmiddel vormt voor de einden van de steunas, 25 In het geval de slagarmen van elke groep in de langsrichting van de steunassen onderling versprongen moeten zijn aangebracht, kan dit volgens de uitvinding worden bereikt door de gleuven in de buizen overeenkomstig de gewenste versprongen positie van de slagarmen aan te brengen.
Volgens de uitvinding kan het gootelement op een zodanige af-30 stand van de rotoras zijn aangebracht, dat dit een deel vormt van de begrenzing van de rotorvulopening. Aldus worden bijzonder stabiele vulling-stroomomstandigheden bereikt.
Indien de rotor is uitgerust met een naaf die zich over een geringe afstand langs de motorhartlijn uitstrekt, kan volgens de uitvinding 35 vanaf de naaf een schoor zich naar elk van de gootelementen, naar de vuleindplaat of naar beide uitstrekken, welke schoor ten opzichte van de rotorhartlijn is gekanteld. Deze schoren dienen dan niet alleen voor 800 1 9 57 « 3 \ het verstijven van de rotor, doordat zij de gootelementen of de eind-plaat ten opzichte van de naaf steunen, echter tijdens bedrijf zullen zij ook hijdragen tot een bijzonder goede verdeling van het in de rotor aangezogen materiaal, terwijl zij tegelijkertijd als waaierschoepen 5 fungeren. Door overeenkomstig de uitvinding twee aangrenzende schoren met verschillende hoekstanden op te stellen, worden deze effecten nog verder vergroot, 'Voor bijzonder grote rotors kunnen volgens de uitvinding de schoren afwisselend zijn verbonden met een gootelement en met de vul-eindplaat,. Hierdoor wordt zowel het beschreven gunstige effect als een 10 goede totale verstijving van de rotor verkregen.
Yolgens de uitvinding hebben de schoren bij voorkeur een in hoofdzaak cirkel-cilindri'sche dwarsdoorsnede. Dit heeft tot effect, dat het materiaal tijdens de beweging door de rotor met de schoren in contact komt en. het grootste deel van het materiaal de schoren treft onder hoe-15 ken, afwijkend van 90°. Dit betekent, dat de schoren in hoofdzaak zullen functioneren als verdeelorganen, terwijl het malen in hoofdzaak geschiedt, doordat het materiaal door de slagarmen wordt geraakt. Dit zijn goede omstandigheden voor een. uniforme maling.
Yolgens de uitvinding kunnen zowel de gootelementen als de scho-20 ren zijn bekleed met slijtvast materiaal.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de slagmolenrotor worden beschreven,
Fig. 1 is een aanzicht van de rotor vanaf de vulzijde, gedeelte-25 lijk in doorsnede; fig. 2 is een doorsnede-aanzicht volgens de lijn II-II in fig.
1; en fig. 3 is een doorsnede-aanzicht volgens de lijn III-II in fig.
1.
30 Yolgens de tekening heeft de rotor twee eindplaten 1 en 2, waarvan de plaat 1 in het midden is verbonden met een rotornaaf 3, terwijl de plaat 2- ringvormig is en de rotorvulopening k voor lucht en voor te malen materiaal begrensd. In de afgebeelde uitvoeringsvorm, heeft de rotor vier groepen slagarmen 5, die dicht bij de omtrek van de eindplaten 1 35 en 2 zijn opgehangen aan assen 6, die zich evenwijdig aan de rotorhart-lijn uitstrekken.van de ene eindplaat naar de andere.
In de richting van de rotorhartlijn gespatieerd van de ophanging- 800 1 9 57
It en van de slagarmen 5 en onder elke groep slagarmen, dus tussen de slagarmophanging en de rotorhartlijn, strekt zich een gootelement 7 uit van de eindplaat 1 naar de eindplaat 2, evenwijdig aan de rotorhart-lijn, waarbij, zoals afgeheeld in het bovendeel van fig. 1, de gootope-5 ning 8 wordt begrensd door eindranden 9 in de zone opzij van de leger-einden van de slagarmen. In de afgebeelde uitvoeringsvorm heeft het element J een eirkel-cilindrisehe dwarsdoorsnede en.omgeeft de leger-einden van de slagarmen 5 over een afstand, corresponderend met een boog met een hoek van ongeveer 110°. Het vlak van de begrenzingsranden 9 10 van de gootopening bevindt zich juist aan de binnenzijde van de steun-as 6 van de slagarmen. Uit het doorsnede-aanzicht blijkt, dat de breedte van de gootopening 8 juist zoveel groter is dan de dwarsafmeting van het legereinde van de slagarmen 5, dat de noodzakelijke beweegbaarheid van de slagarmen 5 tijdens bedrijf is gewaarborgd.
15 In de afgebeelde uitvoeringsvorm bestaat het gootelement 7 uit een buis, in de wand waarvan een aantal dwarsgleuven 10 over de lengte van de buis verdeeld is aangebracht, in een aantal dat correspondeert met het aantal slagarmen 5, waarbij de slagarmen 5 door de gleuven reiken. De steunas 6 van de slagarmen strekt zich uit door de buis en rust tegen . 20 het naar buiten gekeerde deel van de buiswand. De bodemranden van de gleuven 10 vormen de begrenzingsranden van de gootopening 8.
De buis 7 is aan de eindplaten 1 en 2 bevestigd, doordat de buis-einden door de eindplaten heen reiken en daaraan zijn bevestigd. De buis 7 is aan beide einden open. In elk einde is een losneembare sluitkap 11 25 geschoven.
De steunas 6 is verplaatsbaar vastgehouden in de buis 7j gedeeltelijk door middel van de sluitkappen 11 en gedeeltelijk door middel van steunribben 11a. De slagarmen 5 zijn los draaibaar gelegerd op de steunas 6, zodat deze in dwarsrichting ten opzichte van de slagarmen kan 30 worden verplaatst. Wanneer de slagarmen 5 of de as 6, danwel beide moeten worden vervangen, kan de as via een van de einden uit de buis 7 worden getrokken.
Uit de fig. 2 en 3 blijkt, dat de gleuven 10 in twee aangrenzende buizen 7, gezien in hun langsrichting, van de ene buis tot de andere 35 zijn versprongen over een afstand, gelijk aan de breedte van een slagarm. Dit betekent, dat de slagarmen van buis-tot-buisonderling in de langsrichting van de steunassen zijn versprongen.
800 1 9 57 > 5
In de af geheelde uitvoeringsvorm is het goot element J dicht hij de vulopening k aangebracht. Het is evenwel ook mogelijk, dat een deel van het element 7 direkt deel uitmaakt van de begrenzing van de vulopening.
5 De naaf 3 is in hoofdzaak cilindrisch en reikt over een geringe afstand in de· rotor. Aan de naaf 3 zijn schoren 12 en 13 bevestigd," van -welke de schoren 12 zich uitstrekken naar de elementen 7 en deze steunen, terwijl de sehoren 13 zich uitstrekken naar de eindplaat 2 en deze plaat' steunen.
10 In de afgeheelde uitvoeringsvorm met vier gootelementen 7j zijn er vier sehoren.12, die zieh vanaf de naaf 3 naar een gootelement uitstrekken en vier sehoren 13, die zich elk uitstrekken tussen twee schoren 12, Alle schoren zijn gekanteld ten opzichte van de rotorhartlijn en, , zoals afgeheeld, hebben twee aangrenzende schoren verschillende kantel-15 hoeken, waarbij de hellingshoek van de schoren 13 ten.opzichte van de rotorhartlijn scherper is dan de hellingshoek van de schoren 12 ten opzichte van de rotorhartlijn. Alle schoren hebben een'in hoofdzaak cirkel-cilindrische dwarsdoorsnede. Zij kunnen echter ook een veelhoekige dwarsdoorsnede hebben.
20 De gootelementen 7 en de schoren 12 en 13 kunnen zijn bekleed met slijtvast materiaal (niet afgebeeld).
De afgebeelde uitvoeringsvorm is bestemd voor rotors met een aanzienlijk, werkber eik. Bij kleinere rotors met een geringer werkbereik kan met het gebruik van hetzij schoren 12, hetzij schoren 13 worden 25 volstaan.
Tijdens bedrijf van de rotor zullen de gootelementen 7 met de slagarmen 5 samenwerken als wervelvormende waaierschoepen, terwijl de schoren 12 en 13 ook een bepaald waaiereffect zullen hebben. De schoren 12 en 13 zullen eveneens functioneren als verdeelorganen voor het in-30 gevoerde materiaal en wel over het gehele werkbereik van de rotor, waarna het materiaal door de slagarmen 5 wordt gemalen.
80 0 1 9 57

Claims (10)

1. Rotor voor een slagmolen met een centrale vulling voor lucht en te malen materiaal, welke rotor aan de vulzijde is voorzien van een ringvormige eindplaat die de vulopening van de rotor begrenst en aan de tegenover liggende zijde een eindplaat, die in het midden is verbon-5 den met de rotornaaf, waarbij de slagarmen van de rotor dicht bij de omtrek van de eindplatèn groepsgewijze zijn opgehangen aan assen die zich evenwijdig aan de retorhartlijn uitstrekken en van de ene eindplaat naar de andere reiken, met het kenmerk, dat bij elke groep slagarmen een gootvormig element (7) is aangebracht, dat op afstand van de ophanging 10 van de slagarmen (5) is opgesteld tussen de ophanging en de rotorhartlijn en zich in langsriehting uitstrekt van de ene eindplaat naar de andere, waarbij van elk gootvormig element (7) de randen (9)»- die de groef opening (8) begrenzen, zich bevinden in zones, gelegen opzij van het leger-einde van de slagarmen (5)·
2. Rotor volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat elk gootelement (7) het legereinde van de slagarmen (5) omgeeft, waarbij de breedte van de gootopening (8) groter is dan de dwarsafmeting van het legereinde van de slagarmen (5).
3. Rotor volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat het goot- 20 element (j) bestaat uit een buis met in de wand daarvan een aantal gleuven (10), corresponderend met het aantal slagarmen (5), welke sleuven haaks op de buislengte zijn georiënteerd en de slagarmen (5) door de gleuven kunnen reiken, waarbij de steunas (6) van de slagarmen (5) zich door de buis heen uitstrekt en rust tegen het naar buiten gekeerde 25 deel van de buiswand en waarbij de onderranden (9) van de gleuven de hegrenzingsranden van de gootopening (8) vormen. U, Rotor volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat elk gootelement (7) bestaat uit een buis, die door de eindplaten (1 en 2) reikt en open einden heeft. 30 5· Rotor volgens conclusie h met het kenmerk, dat de slagarmen (5) zodanig op de steunas (6) zijn gelegerd, dat deze in dvarsrichting ten opzichte van de slagarmen (5) verplaatsbaar is.
6. Rotor volgens conclusie b met het kenmerk, dat elk van de open einden van de buis is voorzien van losneembare sluitkappen (11) die 35 een vasthoudorgaan voor de einden van de steunas (6) vormen. 800 1 9 57 Η
7. Rotor volgens een van de conclusies 3-6, waarbij de slagarmen groepsgewijze in langsrichting van de steunassen zijn versprongen, met het kenmerk, dat de gleuven (10) in de huizen overeenkomstig de gewenste verspringingspositie van de slagarmen (5) zijn opgesteld.. 5 δ. Rotor volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat elk gootelement (7) op een zodanige afstand van de rotorhartlijn is aangebracht, dat het een deel vormt van»de begrenzing, van de rotorvul-opening (U),
9· Rotor volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de naaf 10 over een korte afstand in de rotor reikt, met het kenmerk, dat schoren (12'. of 13) zich van de naaf (3) uitstrekken naar elk van de gootelemen-ten (7), naar de vuleindplaat (2) of naar beide, waarbij de schoren ten opzichte van de rotorhartlijn hellen.
10. Rotor volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat twee aangrenzende 15 schoren (12. en 13) verschillende hellingshoeken hebben.
11. Rotor volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de schoren (.12 en 13) beurtelings zijn verbonden met een gootelement (7) en met de vuleindplaat (2).
12. Rotor volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, 20 dat de gootelementen (7) en de schoren (12 en 13) een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben.
13- Rotor volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de gootelementen (7) en de schoren (12 en 13) zijn bekleed met slijtvast materiaal. 80 0 1 9 57
NL8001957A 1979-04-03 1980-04-02 Slagmolenrotor. NL8001957A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DK137779 1979-04-03
DK137779A DK143385C (da) 1979-04-03 1979-04-03 Rotor til slaglemoelle

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001957A true NL8001957A (nl) 1980-10-07

Family

ID=8104197

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001957A NL8001957A (nl) 1979-04-03 1980-04-02 Slagmolenrotor.

Country Status (15)

Country Link
AT (1) AT367655B (nl)
BE (1) BE882605A (nl)
CA (1) CA1145732A (nl)
CH (1) CH645554A5 (nl)
DE (1) DE3011427A1 (nl)
DK (1) DK143385C (nl)
FI (1) FI801014A (nl)
FR (1) FR2452970A1 (nl)
GB (1) GB2047120B (nl)
GR (1) GR67743B (nl)
IT (1) IT8048321A0 (nl)
LU (1) LU82299A1 (nl)
NL (1) NL8001957A (nl)
NO (1) NO151028C (nl)
SE (1) SE8002454L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3438321C1 (de) * 1984-10-19 1985-12-12 Hazemag Dr. E. Andreas GmbH & Co, 4400 Münster Rotor fuer Schlaegermuehlen
DD265083A1 (de) * 1987-09-29 1989-02-22 Muehlenbau Dresden Veb Aufnahmebolzen fuer hammermuehlenschlaeger
US4907750A (en) * 1988-03-09 1990-03-13 Prater Industries, Inc. Hammermill
AU2020218376A1 (en) * 2019-02-05 2021-08-26 Seed Terminator Holdings PTY LTD Impact processing system and a machine and a method of improving nut or fruit orchard hygiene

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE906529C (de) * 1952-02-20 1954-04-05 Alpine Aktien Ges Eisengiesser Lagerdichtung
LU75315A1 (nl) * 1975-07-11 1977-02-24

Also Published As

Publication number Publication date
GR67743B (nl) 1981-09-16
CA1145732A (en) 1983-05-03
GB2047120A (en) 1980-11-26
DK143385B (da) 1981-08-17
BE882605A (fr) 1980-07-31
NO151028C (no) 1985-01-30
DK137779A (da) 1980-10-04
GB2047120B (en) 1983-09-14
DE3011427A1 (de) 1981-03-26
IT8048321A0 (it) 1980-04-02
SE8002454L (sv) 1980-10-04
FR2452970A1 (fr) 1980-10-31
FI801014A (fi) 1980-10-04
DK143385C (da) 1981-12-14
LU82299A1 (de) 1980-07-01
ATA177980A (de) 1981-12-15
CH645554A5 (de) 1984-10-15
NO800970L (no) 1980-10-06
NO151028B (no) 1984-10-22
AT367655B (de) 1982-07-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4284086A (en) Threshing and separating apparatus
US6269558B1 (en) Adjustable snow plow shovel
CA2169688C (en) Utility vehicle sweeping device
US2486421A (en) Double impeller impact breaker
NL8204553A (nl) Reinigingsinrichting.
NL8001957A (nl) Slagmolenrotor.
CA2082012C (en) Improved centrifugal separator
US2714772A (en) Snow plow
US2785865A (en) Hammer mill construction
NL9002731A (nl) Inrichting voor het opwerken van stortgoed met een stofverwijderings-inrichting.
US4040668A (en) Groove cutting apparatus
US2788115A (en) Distributor for silos
US1446221A (en) Disintegrator
US11753351B1 (en) Loader-mountable compost turning apparatus
DE733378C (de) Sichtvorrichtung
US5829943A (en) Machine for emptying material from scrap cans
US2736112A (en) Boissonnault
US1807197A (en) Hammer mill
US781748A (en) Disintegrating-machine.
US4378662A (en) Airless centrifugal blast device
SE410827B (sv) Anordning for att separera finare gods fran grovre gods
US3175867A (en) Peripheral feed blower
AU596776B2 (en) Particle separation apparatus
US880911A (en) Machine for grading and separating grain.
EP0041086B1 (en) Airless centrifugal blast device

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed