NL8001648A - Toevoerinrichting voor worstjes en dergelijke. - Google Patents

Description

t -1- 21240/CV/tl

Aanvrager: Hans Juul te Lyngby,Denemarken.

Korte Aanduiding: Toevoerinrichting voor worstjes en dergelijke.

5 De uitvinding heeft betrekking op een toevoerinrichting voor worst jes of dergelijke geschikt voor het transporteren van willekeurig aankomende worstjes in geordende rijen en opgeschikte afstand van elkaar gelegen.

Een dergelijke inrichting is bekend en wordt gebruikt voor het in- 10 brengen van worstjes of dergelijke in blikken. Aan de bovenzijde van de aantal machine zijn een j evenwijdig verlopende hellend opgestelde en trillende troggen opgesteld,waarin de worstjes op willekeurige wijze worden opgebracht, en ,beïnvloed door de trilling van de troggen ,zich zelf in de lengterichting daarvan opstellen en langs de troggen naar beneden 15 schuiven in buizen,die in het verlengde van de troggen zijn opgesteld en vanuit de buizen in de onder de buizen geplaatste blikken.

Deze machine heeft vaak stilstand in de productie veroorzaakt ten gevolge van het feit,dat de buizen verstopt raken door de gelijktijdige aankomst van twee of meer worstjes.

20 Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen,welke in staat is om met hogere snelheden en met grotere betrouwbaarheid dan de tot nu toe bekende inrichtingen te werken.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de machine is voorzien van transportorganen welke met een hogere snelheid bewegen 25 dan de naderende worstjes en naar elkaar toe convergeren ten einde ieder worstje op zijn beurt te grijpen en mee te nemen.

Daar deze middelen met een hogere snelheid bewegen dan de aankomende worstjes zullen zij de neiging hebben de worstjes van elkaar te scheiden. Indien twee worstjes gelijktijdig zouden aankomen,de een boven op de ander, 30 dan z£ het bovenste worstje hetzij naar beneden glijden en achter de andere vallen of worden gegrepen door het transportorgaan en uit de inrichting worden geworpen in een geschikt opgesteld verzamelorgaan.

Door het kiezen van een geschikte hoge snelheid voor het transportorgaan is een toename in de capaciteit verkregen in vergelijking met de 35 tot nu toe bekende machines waarin de worstjes waren gedwongen om door de buizen te vallen waarbij deze snelheid werd bepaald door de zwaarte- 800 1 6 48 V* * -2- 21240/CV/tl kracht.

Volgens de uitvinding kan het transportorgaan bestaan uit twee elastische schijven,die in dezelfde richting draaien ieder aan zijn zijde van een trog waarlangs de worstjes worden getransporteerd en welke samen 5 worden gedrukt voor het aflevereinde van de trog waarvan zij dan tesamen weg bewegen.

Op deze wijze wordt een eenvoudige en robuuste machine verkregen, welke gemakkelijk kan worden aangepast aan verschillende vormen van worstjes en welke kan worden uitgebreid tot meerdere rijen worstjes door een-10 voudig op een gemeenschappelijke aandrijfas meerdere paren schijven en de daarbij behorende troggen aan te brengen.

Volgens de uitvinding kan de inrichting zijn voorzien van een onderstuk tussen de schijven op enige afstand van hun rand,welk onderstuk intreedt tussen de schijven voor het aflevereinde van de trog en tussen de 15 schijven uiöreedt na het aflevereinde van de trog,gerekend in de draairichting van de schijven.

Door het insteken van onderstukken van variërende breedte en op verschillende afstanden van de rand van de schijven is het gemakkelijk de inrichting aan te passen aan verschillende afmetingen en vormen van worst-20 jes.

Volgens de uitvinding kan het onderstuk,na zijn uittrede uit de schijven,aan zijn ondereinde een gesloten trog vormen bij de ingang waarvan een wigvormige inrichting is geplaatst met twee werkstanden,zodanig dat de wigvormige inrichting in de ene stand de ingang tot de trog af-25 sluit en de bodem vormt van een andere trog welke weg leidt van de eerstgenoemde trog en in de aandere stand een opwaarts gaand verlengstuk van de trog vormt. Het is dan met behulp van eenvoudige middelen mogelijk de aflevering van «feworstjes te regelen bij het verlaten van de schijven.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 30 van bijgaande figuren.

Fig. 1 toont Schematisch een uitvoeringsvorm van een toevoerinrichting voor worstjes volgens de uitvinding gezien volgens de lijn I - I in fig.2.

Fig. 2 toont gezien van boven een stel schijven van de in fig.1 af-35 geheelde inrichting.

De in de figuren afgebeelde inrichting heeft aan de bovenzijde een 800 1 6 48 -3- 21240/CV/tl Λ-r * 5 aantal in trilling te brengen troggen 1 van ieder waarvan het uiteinde is gelegen tussen twee elastische schijven 2 en 3,die naar elkaar toe worden gedrukt met behulp van twee inrichtingen 4 en 5 dicht bij en naar de uitgang van de trog 1,gerekend in de weergegeven draairichting van de 5 schijven 2 en 3. Een bodemstuk 7 vormt tesamen met de randen van de schijven 2 en 3 een open trog,welke aan zijn gesloten einde zich uitstrekt in een gesloten trog 11. Over de gesloten trog 11 is een wigvormige inrichting 10 geplaatst welke in de met getrokken lijnen weergegeven stand een verlengstuk vormt van de ene wand in de trog 11 ,zodat de gesloten 10 trog doorloopt tot het punt waar het bodemstuk uittreedtuit de schijven.

In de stand van het wigvormige stuk 10 weergegeven in getrokken lijnen is de ingang tot de gesloten trog 11 afgesloten en vormt het wigvormige stuk 10 tesamen met twee zijstukken 12 een open trog,welke wegleidt van de trog 11. De wigvormige inrichting 10 kan van de ene naar de andere 15 stand en terug worden verzwenkt met behulp van een regelorgaan 14,dat op zijn beurt met behulp van sondes 8 en 9 te regelen is met behulp van een niet nader weergegeven teller.

Bij gebruik van de machine worden de worstjes van boven op de trillende troggen opgebracht. Beïnvloed door de trillingen vallen de worstjes 20 in de lengterichting in de troggen en schuiven zij naar beneden tussen de schijven 2 en 3 en verder in het vernauwde gedeelte tussen deze schijven,dat is gelegen tussen de inrichtingen 4 en 5,waarbij ieder worstje tussen de schijven wordt vastgeknepen en door de schijven met hoge snelheid naar voren en in een van de trog 1 en het volgende worstje afge-25 keerde richting wordt bewogen. Indien de wigvormige inrichting 10 de in de figuur met getrokken lijnen weergegeven stand inneemt wordt het worstje dan door het naar. beneden bewegenie verticale deel van de schijf verplaatst en vervolgens daarvan weg door het onderstuk 7 en de gesloten trog 11 tot in een niet nader weergegeven blik. Een tussen de schijven 30 getransporteerd worstje passeert de arm 8,welke wordt verdraaid voor een inductief contactorgaan 9,dat een impuls geeft voor de niet nader weergegeven teller. Indien de teller een vooraf bepaald aantal impulsen overeenkomend met het gewenste aantal worstjes in een gevuld blik,heeft ontvangen,wordt de arm 14 geactiveerd en wordt de wigvormige inrichting 10 35 versteld in de in de figuur met stippellijnen weergegeven stand. De volgende worstjes worden zodoende niet in de gesloten trog 11 en verder in i 800 1 6 48

'Jr' ' 'C

-4- 21240/CV/tl het blik geleid,maar door een trog 12 in een niet nader weergegeven verzamel inrichting van waaruit de worstjes worden teruggevoerd op de trillende troggen 1. In dezelfde verzamelinrichting worden die worstjes afgeleverd,die niet op hun plaats in de troggen 1 zijn gevallen, maar bij 5 de schijven 2 en 3 aankomen terwijl zij zich dwars op de voedingsrichting en /of boven op een ander worstje uitstrekken. Het zal duidelijk zijn,dat in de figuren slechts een paar van een groot aantal paren schijven,die op een gemaanschappelijke aandrijfas in de machine zijn aangebracht en die ieder samenwerken met een gesloten trog leiden naar een blik in af-10 wisselende reeksen onder de machine,is weergegeven. Een dergelijke verdere gesloten trog 13 is in de figuur 1 achter de trog 11 weergegeven. Indien alle blikken zijn gevuld worden zij getransporteerd naar een sluitstation en wordt een nieuwe rij blikken naar voren bewogen en de wigvormige inrichting 10 en de overeenkomstige inrichtingen bij de ande-15 re troggen weer versteld om een toevoer van worstjes naar de blikken mogelijk te maken.

Het zal duidelijk zijn,dat een machine volgens de uitvinding kan worden vervaardigd met verschillende vormen van transportorganen 1 of tastorganen 8 en 9 of regelinrichtingen 10- 14. In plaats van de elec-20 tromechanische tastorganen 8 en 9 kan het vaak doelmatig zijn optische of inductieve tastorganen toe te passen. In plaats van de draaiende schijven 2 en 3 kan het soms van voordeel zijn om lineaire transportor-ganen,zoals kettingen of riemen of transportorganen uitgerust met vaste wigvormige grijporganen toe te passen.

25 800 1 6 48

Claims (5)

1. Toevoermachine voor worstjes voor het transporteren van willekeurig aankomende worstjes in geordende rijen en geschikt op afstand van elkaar ,met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van transportorganen, welke met een hogere snelheid bewegen dan de naderende worstjes en naar 5 elkaar toe convergeren ten einde ieder worstje op zijn beurt te grijpen en mee te nemen.

2. Machine volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de transportorganen worden gevormd door twee elatische schijven,die ieder in dezelfde richting draaien en aan weerszijden zijn gelegen van een trog waarlangs 10 de wontjes worden getransporteerd,terwijl de schijven voor het aflever-einde van de trog naar elkaar toe worden gedrukt en van dit aflevereinde tesamen wegbewegen.

3. Machine volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat de machine is voorzien van een bodemstuk tussen de schijven op enige afstand van hun randen, 15 welk bodemstuk intreedt tussen de schijven voor het aflevereinde van de. trog en uittreedttussen de schijven na het aflevereinde van de trog,gerekend in de draairichting van de schijven.

4. Machine volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat het bodemstuk na uittrede van tussen de schijven een trog vormt,welke aan zijn onderein-20 de is gesloten en bij de ingang waarvan een wigvormige inrichting is opgesteld, welke wigvormige inrichting twee werkstanden heeft zodanig dat de wigvorraige inrichting in een eerste stand de ingang naar de trog afsluit en de bodem vormt van een verdere trog,welke wegleidt van de eerste trog, en in een tweede stand van de wigvormige inrichting een opwaarts 25 gaand verlengstuk van de trog vormt.

5. Machine althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/of is af-gebeeld in bijgaande figuren. 30 800 1 6 48 i