NL1017586C2 - Werkwijze en inrichting voor het verpakken van voorwerpen. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het verpakken van voorwerpen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het over een bewegend oppervlak verdelen van voorwerpen, omvattende zich schuin ten opzichte 5 van de bewegingsrichting van dat bewegende oppervlak uitstrekkende, die voorwerpen sturende plaatsingsmiddelen omvattende een bewegend aangedreven, nabij het vrije einde om een rolgeleide, band voor die voorwerpen, waarbij de bewegingsrichting van die band een component heeft die overeenkomt met de bewegingsrichting van dat bewegende oppervlak en die band in een richting omvattende een component loodrecht 10 op de bewegingsrichting van dat bewegende oppervlak verplaatsbaar is, tot een positie waarin nog ten minste een voorwerp op dat bewegende oppervlak langs het vrije uiteinde van de band verplaatst kan worden.

Een dergelijke inrichting is bekend uit US 5746572A.

Dergelijke inrichtingen worden gebruikt voor het op een transportband plaatsen 15 van voorwerpen in dwarsrichting in een bepaalde volgorde. Dergelijke inrichtingen zijn eveneens bekend onder de algemene aanduiding "lane divider".

Bij de inrichting beschreven in dit Amerikaanse octrooischrift 5746572 is een zich schuin ten opzichte van de transportband (lane) uitstrekkende hulptransportband bekend. Het aangrijpoppervlak daarvan heeft een bewegingscomponent in de 20 bewegingsrichting van de hoofdtransportband (lane). De hulptransportband is voorzien van twee uiteinden. Een vrij uiteinde dat meer of minder ver op de hoofdtransportband geplaatst wordt en een vast uiteinde. Deze hulptransportband kan zwenken om het vaste uiteinde.

Gebleken is dat bij het transporteren van voorweipen zoals zakken chips of 25 andere voorwerpen het gevaar bestaat dat bij de beweging van het vrije einde naar een positie waarin deze zich over een groter deel van de hoofdtransportband uitstrekt, draaiing van zakken om dat vrije uiteinde plaats vindt. Daardoor wordt niet de verschuivende beweging van de voorwerpen in dwarsrichting ten opzichte van de hoofdtransportband zoals gewenst verkregen.

30 Uit US 3093236 is een zich schuin ten opzichte van de hoofdtransporteur uitstrekkend stel hulptransportbanden bekend die aan weerszijden van de hoofdtransporteur zijn opgesteld. Deze kunnen rechtlijnig naar elkaar toe bewogen worden om zo de hoofdtransporteur "af te sluiten". Daardoor worden alle voorwerpen 1017586 2 op de hoofdtransporteur gedwongen te bewegen naar een verdere hoofdtransporteur die zich onder een hoek ten opzichte van de eerste hoofdtransporteur uitstrekt. Hierbij is geen sprake van het plaatsen van voorwerpen op de hoofdtransporteur maar het van de hoofdtransporteur verplaatsen van de voorwerpen.

5 Het is het doel van de onderhavige uitvinding dit nadeel te vermijden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven inrichting verwezenlijkt doordat het vrije uiteinde van die band heen en weer verplaatsbaar is in de bewegingsrichting van die band.

Zoals hierboven aangegeven strekt het aangrijpoppervlak zich schuin ten opzichte 10 van de bewegingsrichting van de verdeeltransporteur uit. Deze hoek is volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding ongeveer 35°. Indien deze hoek groter gekozen wordt, kan bij bepaalde produkten keren van de produkten, dat wil zeggen een roterende beweging van de produkten optreden. Anderzijds zal indien de hoek te groot wordt, het gewenste effect van het verplaatsen van de produkten niet meer optreden.

15 Een en ander is ten zeerste afhankelijk van de vorm en het gewicht van het produkt, bewegingssnelheid en dergelijke.

Volgens de onderhavige uitvinding worden de plaatsingsmiddelen bij voorkeur zodanig gestuurd dat in de uitgangspositie deze zich over een groot deel van de verdeeltransporteur uitstrekken. Bij het terugtrekken ontstaat zo een reeks naast elkaar 20 liggende produkten. Uit de teruggetrokken positie worden de plaatsingsmiddelen naar de hierboven beschreven uitgangspositie bewogen. Het terugtrekken vindt verhoudingsgewijs snel plaats. Bij voorkeur is deze snelheid zo hoog dat de nieuwe positie verkregen wordt in de tijd die ligt tussen de aankomst van twee opvolgende produkten. Het verder bewegen kan met veel lagere snelheid uitgevoerd worden.

25 Met de hierboven beschreven inrichting is een beweging van bijvoorbeeld 140 takten per minuut dat wil zeggen 140 produkten per minuut met de plaatsingsmiddelen is haalbaar. Daarbij vindt het terugtrekken dat wil zeggen verwijderen van de verdeeltransporteur van de plaatsingsmiddelen met een snelheid van bijvoorbeeld 3 m/s en een versnelling van 40 m/s2 plaats. Het met een groter oppervlak over de 30 verdeeltransporteur verplaatsen kan met een snelheid van 1 m/s en een versnelling van 4 m/s2 uitgevoerd worden.

Het aangrijpoppervlak van de plaatsingsmiddelen kan elke in de stand der techniek bekende constructie omvatten zoals wielen, kogellagers en dergelijke. Deze

ï Ü i fOöO

3 kunnen aldan niet aangedreven zijn. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering omvatten de plaatsingsmiddelen een plaatsingsband die zodanig aangedreven is, dat de produkten zo veel mogelijk in de bewegingsrichting van de verdeeltransporteur verplaatst worden. Door het bestaan van een zo klein mogelijk snelheidsverschil tussen 5 de plaatsingsmiddelen en de verdeeltransporteur kan het draaien van voorwerpen op de verdeeltransporteur voorkomen worden. Een en ander is vanzelfsprekend ten zeerste afhankelijk van de snelheid en de vorm van het voorwerp. Door het op deze wijze bewegen van de plaatsingsmiddelen kan voorkomen worden dat deze op ongewenste wijze in aangrijping komt met een voorwerp.

10 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel omvattende een verdeeltransporteur met plaatsingsmiddelen zoals hierboven beschreven alsmede een opvang/afgeefinrichting omvattende een in hoofdzaak in de bewegingsrichting van die verdeeltransporteur verplaatsbare afvoerplaat alsmede een aanslag voor het tegenhouden van die voorwerpen en het doorlaten van die plaat. Dat wil zeggen de 15 naast elkaar geplaatste voorwerpen worden (achtereenvolgens) op de afvoerplaat geplaatst die deel uitmaakt van de opvang/afgeefinrichting en indien een rij volledig is, wordt de afvoerplaat in hoofdzaak tegen de richting van de verdeeltransporteur onder deze verdeeltransporteur bewogen langs een aanslagplaat waarbij de in een rij geplaatste produkten door de zwaartekracht naar beneden zullen bewegen.

20 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding vallen deze eerst op een bufferplaat. Het is bijvoorbeeld mogelijk in verticale richting twee reeksen horizontale rijen produkten op de bufferplaat op te slaan. Vervolgens worden de produkten volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding overgegeven aan een hefplaat. Vullen van de hefplaat vindt plaats totdat voldoende reeksen op elkaar 25 liggen om bijvoorbeeld een doos of dergelijke te kunnen vullen. Daarna wordt bij voorkeur met een dergelijke hefplaat de reeks rijen enigszins gecomprimeerd waardoor het binnentreden in een doos of dergelijke vergemakkelijkt wordt en wordt met een afzonderlijke inrichting in verplaatsing van de reeks rijen voorwerpen voorzien. Een dergelijke verplaatsing vindt bij voorkeur in horizontale richting plaats. Dat wil zeggen 30 een doos of ander opslagmedium bevindt zich gepositioneerd met de openingen daarvan in het verticale vlak. Tijdens deze handeling van het plaatsen van voorwerpen in een doos of dergelijke, kan de bufferinrichting de doorgaande stroom voorwerpen afkomstig van de afvoerinrichting tijdelijk opvangen.

1017586 4

Begrepen dient te worden dat het hierboven beschreven mechanisme van de opvang/afvoerinrichting ook toegepast kan worden in combinatie met andere inrichtingen voor het over een horizontaal vlak verdelen van voorwerpen. Immers, het is goed mogelijk dat de voorwerpen ook in een richting loodrecht op de 5 bewegingsrichting van de verdeelinrichting in lijn op de verdeelinrichting liggen zodat deze gelijktijdig of in hoofdzaak gelijktijdig op de afvoerplaat komen.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de figuren afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: fig. 1 zeer schematisch perspectivisch de inrichting volgens de uitvinding met de 10 plaatsingsmiddelen in een eerste positie; fig. 2 de inrichting volgens fig. 1 met plaatsingsmiddelen in een tweede positie; fig. 3 de inrichting volgens fig. 1 met de plaatsingsmiddelen in een derde positie; fig. 4 in zijaanzicht de opvang/afgeefinrichting bij het afvoeren van de eerste reeks produkten; 15 fig. 5 de inrichting volgens fig. 4 bij het gevuld zijn van de bufferinrichting; en fig. 6 de inrichting volgens fig. 4 bij het vullen van een doos.

In fig. 1 is met 1 het samenstel volgens de uitvinding aangegeven. Dit bestaat uit een verdeeltransporteur 2 die op niet nader afgebeelde wijze roteerbaar is om assen 3 en 4. Bovendien is een niet afgebeelde constructie aanwezig waardoor as 4 in 20 horizontale richting verplaatsbaar is. De bewegingsrichting van verdeeltransporteur 2 is met pijl 10 aangegeven.

Met 5 is een toevoertransporteur aangegeven via welke voorwerpen 6 aangevoerd worden. 7 geeft een plaatsingsband aan welke een roterende beweging uitvoert volgens pijl 8. Deze gehele plaatsingsband 7 kan volgens pijl 9 bewogen worden. Bij voorkeur 25 vindt de verplaatsing plaats met behulp van een servomechanisme maar het is ook mogelijk een en ander pneumatisch of hydraulisch te sturen.

In fig. 1 is met 13 een afvoerplaat aangegeven en met 12 een aanslagplaat. Door het variëren van de positie van as 4 kan de afstand tussen het afgeefpunt van de verdeeltransporteur 2 en de aanslagplaat 12 gevarieerd worden hetgeen betekent dat 30 kortere of langere voorwerpen op de afvoerplaat 13 gepositioneerd kunnen worden.

In fig. 1 is de positie getoond waarin de plaatsingsband 7 zich ver over de verdeelband 2 uitstrekt. In deze positie worden de produkten 6 langs de plaatsingsband 7 bewogen. Het aangrijpoppervlak daarvan beweegt met een snelheid die een 1017586 5 component in langsrichting heeft, welke in hoofdzaak overeenkomt met de bewegingssnelheid in langsrichting van de verdeelband 2. De hoek die de plaatsingsband 7 met de bewegingsrichting van verdeeltransporteur 2 maakt is ongeveer 35°.

5 Voorwerp 6 kan ook al langs 7 bewegen op het moment van de stap. 6 komt dan alleen eerder vrij van 7.

Vervolgens wordt bij het naderen van het volgende voorwerp 6 zoals blijkt uit fig. 2 plaatsingsband 7 met behulp van de servoinrichting of dergelijke een stap terug bewogen. Daardoor zal dit volgende voorwerp 6 naast het eerdere voorwerp 6 liggend 10 geplaatst worden. In fig. 3 is als volgende positie de meest naar binnen gebrachte positie van plaatsingsband 7 getoond. Indien de plaatsingsband een dergelijke beweging uitvoert, kan een volledige rij voorwerpen 6 naast elkaar liggend op de afvoerplaat 13 gepositioneerd worden. Na het bereiken van de in fig. 3 getoonde eindstand zal de plaatsingsband 7 snel, dat wil zeggen met een zodanige 15 bewegingssnelheid van het vrije vooreinde dat een op de verdeelband 2 bewegend produkt niet voorbij dit vooreinde komt naar de positie in fig. 1 bewegen en daar tot stilstand komen. Daarbij blijft de rotatiebeweging van de band 7 in stand. Vervolgens beweegt het voorwerp 6 verder en komt in de meest linkse positie op de afvoerplaat.

Op deze wijze kan op continue wijze een rij voorwerpen gevormd worden.

20 In figuren 4-6 is in zijaanzicht de ontvang/afvoerinrichting getoond. Deze bestaat uit de eerder beschreven afvoerplaat 13 die in de richting van pijl 21 verplaatsbaar is. Daaronder bevindt zich een bufferplaat 14 die in de richting van pijl 22 verplaatsbaar is. Daaronder bevindt zich een hefplaat 15 die met behulp van een schematisch afgebeelde bediening 16 in hoogte verstelbaar is. Bovendien is een duwplaat 17 25 aanwezig die met bediening 18 bewogen kan worden. In figuren 1 en 2 is een toevoer van dozen 19 getoond zodanig dat de opening 20 daarvan in hoofdzaak verticaal is.

Uitgaande van het gepositioneerd zijn van een reeks voorwerpen 6 op afvoerplaat 13 wordt deze afvoerplaat 13 zoals getoond is in fig. 4 in de richting van pijl 21 naar links bewogen. Daardoor valt de rij voorwerpen over de dubbele hoogte daarvan op de 30 bufferplaat 14. Door deze geringe valhoogte wordt beschadiging van verpakking en produkt, zoals snacks en meer in het bijzonder chips vermeden.

Vervolgens vindt nogmaals een dergelijke handeling plaats totdat twee reeksen rijen voorwerpen op de bufferplaat 14 liggen. Daarna of al eerder wordt de hefplaat 15 1017586 6 naar boven bewogen en bij het bewegen van bufferplaat 14 in richting van pijl 22 worden de twee reeksen rijen voorwerpen overgenomen. De bufferplaat blijft open totdat zich op de hefplaat 15 een reeks rijen produkten bevindt overeenkomend met het gewenste aantal in de doos 19 te plaatsen produkten. Dit is in fïg. 6 getoond. Daarna 5 sluit de bufferplaat. Vervolgens wordt met behulp van bediening 16 enige samendrukking van de reeks rijen produkten uitgevoerd. Dit is vanzelfsprekend afhankelijk van het betreffende produkt. Enige afsteuning vindt tegen de gesloten bufferplaat plaats. Daarna wordt de herinrichting 16 iets terugbewogen zodat duwplaat 17 naar rechts met behulp van bediening 18 de reeks rijen produkten in doos 19 kan 10 schuiven. Intussen wordt op de hierboven beschreven wijze bufferplaat 14 gevuld. Op deze wijze is het mogelijk continu dozen met produkten te vullen. Deze zullen "staand" in de dozen aangebracht zijn. Eveneens is het mogelijk twee lagen produkten op elkaar staand in doos 19 aan te brengen. De hier getoonde inrichting kan bijzonder compact uitgevoerd worden.

15 Met de onderhavige uitvinding is het eveneens mogelijk produkten versprongen op elkaar aan te brengen. Dit kan door het passend sturen van de plaatsingsband. Verdere varianten zullen dadelijk opkomen bij degene bekwaam in de stand der techniek bij het lezen van bovenstaande beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

1017^ 30

Claims (7)

1. Inrichting voor het over een bewegend oppervlak verdelen van voorwerpen (6), omvattende zich schuin ten opzichte van de bewegingsrichting van dat bewegende 5 oppervlak (2) uitstrekkende, die voorwerpen sturende plaatsingsmiddelen omvattende een bewegend aangedreven, nabij het vrije einde om een rolgeleide, band voor die voorwerpen, waarbij de bewegingsrichting van die band een component heeft die overeenkomt met de bewegingsrichting van dat bewegende oppervlak en die band in een richting omvattende een component loodrecht op de bewegingsrichting van dat 10 bewegende oppervlak verplaatsbaar is, tot een positie waarin nog ten minste een voorwerp (6) op dat bewegende oppervlak langs het vrije uiteinde van de band verplaatst kan worden, met het kenmerk, dat het vrije uiteinde van die band heen en weer verplaatsbaar is in de bewegingsrichting van die band.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die band een beweging uitvoert met een snelheidscomponent in dezelfde richting als de bewegingsrichting van het bewegende oppervlak en een grote in hoofdzaak overeenkomend met de snelheid van het bewegende oppervlak.

3. Verzamelsamenstel (1) omvattende een inrichting voor het verdelen van voorwerpen over een bewegend oppervlak volgens een van de voorgaande conclusies, een opvang/afgeefmrichting voor het ontvangen en weer afgeven vanaf dat bewegende oppervlak ontvangen voorwerpen, met het kenmerk, dat die opvang/afgeefmrichting een in hoofdzaak in een richting tegengesteld aan de bewegingsinrichting van dat 25 bewegende oppervlak verplaatsbare afvoerplaat (13) omvat alsmede een aanslag (12) voor het tegenhouden van die voorwerpen en het doorlaten van die plaat.

4. Verzamelinrichting volgens conclusie 3, omvattende een bufferinrichting voor het van die opvang/afgeefmrichting ontvangen van die voorwerpen, welke 30 bufferinrichting een onder die afvoerplaat (13) aangebrachte bufferplaat omvat. 1017586

5. Samenstel volgens conclusie 3 of 4, omvattende een hefplaat (15) aangebracht voor het dragen van een stapel voorwerpen afkomstig van die ontvang/afgeefmrichting, welke hefplaat in hoofdzaak verticaal verplaatsbaar is uitgevoerd.

6. Werkwijze voor het over de breedte van een in langsrichting bewegende verdeeltransporteur plaatsen van voorwerpen, omvattende het met een aangrijpoppervlak van plaatsingsmiddelen plaatsen van die voorwerpen, waarbij dit aangrijpoppervlak een in hoofdzaak rechtlijnige beweging schuin ten opzichte van die langsrichting uitvoert waarbij de langscomponent van die schuine beweging 10 overeenkomt met de langscomponent van de beweging van die verdeeltransporteur, waarbij het vrije uiteinde van dat verdeeloppervlak verplaatsbaar is ten einde een voorwerp in dwarsrichting ten opzichte van die verdeeltransporteur te positioneren, met het kenmerk dat het vrije einde van dat aangrijpoppervlak verplaatsbaar is in een richting die overeenkomt met de schuine beweging van dat aangrijpoppervlak, onder 15 een hoek ten opzichte van die langsrichting meer of minder ver inbrengen van plaatsingsmiddelen, waarbij die plaatsingsmiddelen een aangrijpoppervlak met die voorwerpen hebben, dat een bewegingscomponent heeft die overeenkomt met die beweging in langsrichting.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij dat vrije uiteinde van dat aangrijpoppervlak in de uitgangspositie zich ver over die verdeeltransporteur uitstrekt, vervolgens snel terugbewogen wordt voor het positioneren van die voorwerpen naar een zich minder ver over die band uitstrekkende positie en vervolgens minder snel bewogen wordt naar die zich ver over die band uitstrekkende positie. 25 1017586