NL8001371A

NL8001371A - Afzuiginrichting ten behoeve van het ovenhuis van een hoogoven.

Info

Publication number: NL8001371A
Application number: NL8001371A
Authority: NL
Original assignee: Estel Hoogovens Bv
Priority date: 1980-03-07
Filing date: 1980-03-07
Publication date: 1981-10-01
Also published as: EP0035814B1; DE35814T1; US4379548A; EP0035814B2; DE3170472D1; CA1147955A; EP0035814A1

Description

/ , * · 1 - HO 410

AFZUIGIHRICHTING TEW BEHOEVE VAN HET OVENHUIS VAN EEN HOOGOVEN

J

i ; i . Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd: ; Billy Boshoven te Heerhugowaard i l

- I

» *

Be uitvinding heeft "betrekking op een afzuiginrichting ten 5 "behoeve van het ovenhuis van een hoogoven omvattende ten minste één. afzuigkap, welke met een eerste deel van een aansluitende· afzuigleiding zwenkbaar is geïnstalleerd.

, Bij het aftappen van een hoogoven ontstaat veel stof. Dit : stof bestaat in hoofdzaak uit fijn verdeeld ijzeroxyde, waarvan 10 circa 70$ een deeltjesafmeting heeft van minder dan 0,01 mm. Meer dan de helft van het gevormde stof is afkomstig van het aftap-punt van de hoogoven, terwijl de rest van de stofoverlast voor • circa gelijke delen afkomstig is van de plaats, waar ijzer en

Blak van elkaar worden gescheiden en de plaats waar het ijzer I .

15 wordt overgestort in een transportpan of een ander transportmiddel.

In hoofdzaak wordt deze stofoverlast bestreden door het aanbrengen van afzuigkappen boven genoemde kritische plaatsen. Ten einde een voldoend efficiënte afzuiging te kunnen verkrijgen, 20 moeten deze afzuigkappen aanmerkelijke afmetingen bezitten, en * moeten de afzuigleidingen .ook ruim gedimensioneerd, zijn. Hierdoof vormen deze afzuiginrichtingen een aanmerkelijke belemmering voor het uitvoerend personeel bij het bedienen van de hoogoven en van het gotensysteem. Diverse-voorstellen zijn gedaan om dit bezwaar „ 25 van de afzuiginrichtingen tot een minimum terug te brengen. Op gemerkt wordt daarbij, dat bij de meeste bestaande hoogovens de ruimte rondom de oven. in het ovenhuis beperkt is, en dat deze ruimte verder voldoende vrij moet blijven ten behoeve van het 800 1 571 /* + * , '2 HD 410 j * werken met stopkanonnen, boormachines en diverse transportsystemen.

Eerder is daarom ook al voorgesteld om de afzuigkap met een eerste deel van de aansluitende afzuigleiding beweegbaar 5 te maken. Deze bewegingsmogelijkheid kan dan daarin bestaan, dat de kap met behulp van een kraan· wordt geheven en wordt verreden, dat de afzuigleiding telescopisch kan worden verlengd of verkort, of ook dat het eerste deel van de afzuigleiding zwenkbaar wordt gemaakt. Bij deze bekende zwenkbare uitvoering 10 wordt het grote eigen gewicht van afzuigkap en afzuigleiding, opgevangen met hetzij een kraanbaan, of een draaikraan met een vorkkonstruktie, waarbij de vork om de kop grijpt, dan wel een zware kolom door het ovenhuis, welke tevens als afzuigleiding kan worden gebruikt.

15 Al deze uitvoeringsvormen hebben het duidelijke bezwaar, dat zij toch nog veel ruimte innemen, kostbaar zijn, en vooral moeilijk zijn te verzwenken.

*

Het doel van de uitvinding is daarom het vinden van een nieuwe uitvoeringsvorm van de bekend gestelde inrichting, wel-20 ke minder ruimte inneemt, en verder een minimum aan extra kraan- konstrukties of kolommen in het ovenhuis noodzakelijk maakt.

Een verder doel van de nieuwe uitvinding is het om de zwenkbare afzuigkap zodanig licht zwenkbaar uit te voeren, dat hij zonder grote krachtsinspanning door het bedienend personeel 25 eenvoudig naar en vanuit de arbeidsstand kan worden gezwenkt.

Be uitvinding bestaat nu daarin, dat aan het eerste deel van de afzuigleiding, in de denkbeeldige zwenkas, een licht lopende lagerkonstruktie is bevestigd. Meer in het bijzonder wordt dit bereikt, indien volgens de uitvinding de afzuigkap . 30 en het aansluitende eerste deel van de afzuigleiding als een zelfdragende konstruktie zijn uitgevoerd, welke door middel van een kogelkranslager draaibaar is bevestigd aan een vast opgesteld tweede deel van de afzuigleiding, hetwelk vertikaal uitmondt. Doordat de afzuigkap en het aansluitende eerste deel 35 van de afzuigleiding zelfdragend zijn uitgevoerd, is het niet nodig dat een afzonderlijke kraankonstruktie of kolorakanstruktie 800 1 3 71 /3 '3 HO 410 7 » in het ovenhuis wordt aangebracht. Door verder het gebruik van een kogelkranslager voor het koppelen van eerste en tweede delen van de afzuigleiding, kan de afzuigkap met het eerste leiding-deel afgesteund worden op de rest van het leidingssysteem, en 5 bijzonder licht draaibaar ten opzichte hiervan gezwenkt worden.

Hoewel het tweede deel van de afzuigleiding vertikaal naar boven door het ovenhuis kan worden weggevoerd, wordt de meeste plaatsruimtebesparing verkregen, ingeval dit-tweede deel vertikaal door de bodem van het ovenhuis verloopt.

10 Hog een verdere ruimtebesparing kan volgens de uitvinding * worden verkregen, indien meerdere eerste delen van afzuigleidingen afzonderlijk zwenkbaar zijn bevestigd aan een overgangsstuk naar een enkel tweede deel van de afzuigleiding. Dit geeft zelfs volgens de uitvinding de mogelijkheid om, al naar behoefte, de af-15 zuigcapaciteit tussen verschillende afzuigkappen te beïnvloeden door in het overgangsstuk één of meer verdeelkleppen aan te . .

t brengen.

Een geheel luchtdichte aansluiting van eerste en tweede delen van de afzuigleiding leidt tot bijzondere technische kom-20 plikaties. Een bezwaar van lekkage ter plaatse van het over gangsstuk kan daarin bestaan, dat stofhoudende lucht uit de ovenhuisatmosfeer door het kogelkranslager wordt gezogen, waardoor dit ernstig zou kunnen vervuilen, en waardoor de zwenkbaar-heid van de inrichting nadelig zou worden beïnvloed. Dit be-25 zwaar wordt volgens de uitvinding voorkomen, indien het eerste deel van de afzuigleiding door het kogelkranslager steekt en een spleet vrij laat met het tweede deel van de leiding, welke spleet via een open ruimte tussen het lager en het eerste deel van de z afzuigleiding aansluit op de omgeving. Eventuele leklucht stroomt 30 hierbij langs, en niet door het lager.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is aan het eerste deel van de afzuigleiding een as bevestigd in het verlengde van de lagerkonstruktie, welke as op een toatslager steunt. Het lager kan dan een eenvoudig kogel-35 lager zijn.

800 1 3 71 A

I » 4 HD 410 /

De uitvinding zal worden toegelieht aan de hand van een drietal figuren.

Pig. 1 toont in aanzicht een afzuiginrichting volgens de uitvinding.

5 Pig. 2 is een hovenaanzicht volgens fig. 1.

Pig. 3 is de afbeelding van een detail uit fig. 1 in langs-doorsnede.

Pig. 4 toont in aanzicht een andere uitvoeringsvorm.

Pig. 5 is hiervan een detail op vergrote schaal.

10 In fig· 1 en 2 zijn met verwijzingscijfers 1 en 2 twee afzuig- 4 kappen aangegeven. Afzuigkap 1 is bedoeld voor plaatsing hoven het aftappunt van een hoogoven, terwijl kap 2 hoven het zogenaamde vos-sehol van een (niet getekend) gotensysteem moet kunnen worden gezwenkt. Kappen 1 en 2 zijn via afzuigleidingen 3 en 4 aangesloten 15 op een gemeenschappelijk tussenstuk 5, hetwelk op zijn beurt weer aansluit op een vast tweede deel van een afzuigleiding. Leidingen 3 en 4 zijn ter plaatse 6 en 7 op het tussenstuk 5 aangesloten.

In fig. 3 is de aansluitplaats 6 op vergrote schaal in'langs-doorsnede afgebeeld. Leiding 3 sluit via flenzen 8 en 9 en ver-20 stijvingsribben 11 aan op flens 12 en op het verlengde leidings-~ : stuk 10. Plens 12 kan aan de buitenring 13 van een kogelkranslager worden bevestigd door middel van in eikaars verlengde liggende houtgaten 14· Evenzo kan de binnenring 15 van het lager door middel van boutgaten 16 worden bevestigd aan flens 17· Plens 17 sluit 25 door middel van cilinder 18 en verstijvingsribben 19 aan op flens 20, welke op flens 21 van tussenstuk 5 aansluit. Leidingdeel 10 laat een spleet 22 open met flens 21 van tussenstuk 5· Deze spleet staat via de ruimte binnen cilinder 18, binnen ring 15 en doorboringen 23 in open verbinding met de omgeving. Eventuele naar z 30 binnen lekkende omgevingslucht wordt hierdoor belet in aanraking te komen met de kogels van het kranslager.

In tussenstuk 5 kunnen (niet getekende) schuiven van een gebruikelijke konstruktie worden aangebracht, ten einde de Jucht-verdeling over leidingen 3 en 4 te kunnen beïnvloeden.

35 Figuur 4 toont een andere lagering van het eerste stuk 3 van de afzuigleiding. Aan steun 23 is een kogellager 23 bevestigd, dat 800 1 3 71 75 5 HO 410

I J

» » door een standaard 32 op zijn plaats wordt gehouden. Standaard 32 is aan fundament 28 gekoppeld, hetwelk op vloer 29 is gestort. As 25 is bevestigd aan steun 24 en via vleugels 26 aan buis 3«

As 25 rust in taatslager 30, dat aan de bodem is bevestigd van 5 kanaal 31» waarin buis 27 uitmondt. Indien standaard 32 voldoende, zwaar, en kap 1 voldoende licht is kan het deel van as 25 boven vleugels 26 weggelaten worden. Aan de uiteinden van leidingen 3 en 27 zijn flenzen 32 en 33 bevestigd, die overkapt worden door kap 34· Een luchtdichte aansluiting kan worden verkregen door 10 een· rand 35 tot in een vetgroef 36 in flens 33 te laten reiken.

4 * \ * *

A

800 1 3 71

Claims

1. Afzuiginrichting ten behoeve van het ovenhuis van een hoogoven omvattende ten minste één afzuigkap, welke met een eerste deel van een aansluitende afzuigleiding zwenkbaar is ge- 5 installeerd, met het kenmerk, dat aan het eerste deel van de afzuigleiding, in de denkbeeldige zwenkas, een lichtlopende lagerkonstruktie is bevestigd. *

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afzuigkap en het aansluitende eerste deel van de afzuigleiding 10 als een zelfdragende konstruktie zijn uitgevoerd, welke door middel van een kogelkranslager draaibaar is bevestigd aan een vast opgesteld tweede deel van de afzuigleiding, hetwelk vertikaal uitmondt. t 0

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 15 tweede deel van de afzuigleiding door de bodem van het oven huis verloopt.

4· Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerkt dat meerdere eerste delen van de afzuigleidingen afzonderlijk zwenkbaar zijn beveswtigdaan een overgangsstuk naar een enkele 20 tweede deel van de afzuigleiding.

5· Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in het overgangsstuk één of meer verdeelkleppen zijn aangebracht.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 2 t/m 5» met het kenmerk, dat het eerste deel van de afzuigleiding door 25 het kogelkranslager steekt, welke spleet via een open ruimte tussen het lager en het eerste deel van de afzuigleiding aansluit op de omgeving. A 800 1 3 71

7 HO 410 I *

6 HO 410 C O N C L U 5 I £_S

7· Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan het · eerste deel van de afzuigleiding een as is bevestigd in het verlengde van de lagerkonstruktie, welke as op een taatslager steunt. * 1 800 1 3 71