NL8001082A

NL8001082A - Rek voor elektrisch bekleden van voorwerpen.

Info

Publication number: NL8001082A
Application number: NL8001082A
Authority: NL
Original assignee: Kollmorgen Tech Corp
Priority date: 1979-03-02
Filing date: 1980-02-22
Publication date: 1980-09-04
Also published as: JPS55125296A; JPS587718B2; FR2450289A1; DE3007216A1; GB2050426B; DE3007216C2; IT8048055A0; GB2050426A; FR2450289B1; CH646464A5; IT1127379B; US4176039A

Description

S

ϊ “'Λ P & c W 5229-2 Ned.

Rek voor elektrisch bekleden van voorwerpen

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een inrichting voor elektrisch bekleden en in het bijzonder op een rek voor het daaraan bevestigen en daarmee onderdompelen van te bekleden voorwerpen in een be-kledingsoplossing.

5 Bij het elektrisch bekleden, bijvoorbeeld galvaniseren, van verschillende voorwerpen, zoals gedrukte bedradingsplaten of printplaten, gereedschappen, eet- of kookgerei en een groot aantal sier- en gebruiksvoorwerpen, worden de te bekleden voorwerpen gewoonlijk bevestigd aan een rek dat tezamen met de voorwerpen in een bekledingsoplossing wordt onderge-10 dompeld. Het rek is in het algemeen voorzien van een aantal klemmen, die niet alleen de voorwerpen op hun plaatsen houden, maar ook zorgen voor de juiste elektrische verbinding met elk voorwerp. Teneinde ongewenst bekleden van de samenstellende delen van het rek en van de klemmen te voorkomen worden isolerende onderdelen gebruikt voor het isoleren van de verschillende 15 elektrisch geleidende delen van het rek en van de klemmen ten opzichte van de bekledingsoplossing.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde isolatieconstructie voor het isoleren van de verschillende elektrisch geleidende onderdelen van de in het rek gebruikte klemmen van de bekledings-20 oplossing.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een klemconstructie, bestaande uit een klemschroef en een daartegenover gelegen klemkussen, die tezamen de geschikte klemkrachten en de noodzakelijke elektrische verbindingen geven, terwijl tevens afdichtingen zijn verkregen 25 voor het isoleren van de elektrisch geleidende elementen van de klemmen ten opzichte van de bekledingsoplossing.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een klemconstructie waarbij de klemschroef samengesteld is uit bepaalde gekozen materialen op bepaalde punten, teneinde de gewenste klemming en afdichting 30 te verkrijgen. Hetzelfde geldt ook voor de klemkussens.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een rek met klemmen voor elektrisch bekleden, dat gemakkelijk kan worden gebruikt en betrouwbaar met een lange levensduur kan worden gebruikt, onder vermindering van onderhoudskosten.

35 De uitvinding verschaft een rek van dit type van hoge kwaliteit, dat economisch kan worden vervaardigd van gemakkelijk verkrijgbare materialen.

De bovenstaande doeleinden worden volgens de uitvinding bereikt met een rek voor elektrisch bekleden, waaraan te bekleden voorwerpen kunnen 800 1 0 82 -2- worden bevestigd, voor onderdompeling in een bekledingsoplossing, waarbij elektrisch contact wordt gemaakt tussen het rek en het voorwerp, met een klem voor bevestiging en elektrische verbinding van het voorwerp aan het rek, waarbij volgens de uitvinding de klem bestaat uit een klemframe, dat 5 een kern heeft van geleidend materiaal die is verbonden met het rek, en een omhulling van veerkrachtig isolerend materiaal, die de kern bedekt, waarbij het klemframe een opening met schroefdraad heeft, bestaande uit een eerste schroefdraaddeel dat door de kern verloopt en tegenovergestelde einden heeft, een tweede schroefdraaddeel, dat verloopt van één der einden van het eerste 10 deel door een bijbehorend deel van de omhulling, en een derde schroefdraaddeel, dat verloopt van het andere einde van het eerste deel door een verder bijbehorend deel van de omhulling, en uit een klemschroef met een bedienings-kop, een klemvlak en een steel met schroefdraad, die axiaal verloopt tussen de kop en het klemvlak en dient om te worden opgenomen in de schroefdraad-15 opening, waarbij de steel met schroefdraad een eerste schroefdraaddeel heeft van elektrisch geleidend materiaal, bestemd voor ingrijping met het eerste schroefdraaddeel van de frameopening en het maken van elektrisch contact daarmee, een tweede schroefdraaddeel van veerkrachtig isolerend materiaal, dat axiaal verloopt tussen het eerste schroefdraaddeel en de kop, bestemd 20 voor ingrijping met het tweede schroefdraaddeel van de opening, waarbij de relatieve afmetingen en de relatieve veerkracht van het tweede schroefdraaddeel van de steel en van het tweede schroefdraaddeel van de opening zodanig zijn dat een eerste afdichting wordt verkregen bij het in elkaar schroeven van de tweede schroefdraaddelen, en een derde schroefdraaddeel van veerkrachtig 25 isolerend materiaal, verlopen tussen het eerste schroefdraaddeel van de steel en het klemvlak, bestemd voor ingrijping met het derde schroefdraaddeel van de opening, waarbij de relatieve afmetingen en de relatieve veerkracht van het derde schroefdraaddeel van de schacht en het derde schroefdraaddeel van de opening zodanig zijn dat een tweede afdichting wordt verkregen bij 30 het in elkaar schroeven van deze derde schroefdraaddelen, zodanig dat de eerste en de tweede afdichting doelmatig de in elkaar geschroefde eerste schroefdraaddelen isoleren van de bekledingsoplossing, terwijl het klemvlak een geleidend vlak heeft, bestemd voor aanraking met het voorwerp, waarbij geleidende organen het geleidende vlak verbinden met het eerste schroefdraad-35 deel van de steel, en een klemkussen is aangebracht aan het klemframe tegenover de schroefdraadopening, bestemd voor vastklemming van het voorwerp tussen de klemschroef en het klemkussen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de klemconstructie 80 0 1 0 82 * « - -3- volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een vooraanzicht van het rek volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een gedeeltelijk zijaanzicht van het rek in de richting van de pijlen 2 van fig. 1.

5 Fig. 3 is een doorsnede volgens 3-3 van fig. 1 op grotere schaal.

Fig. 4 toont de delen van de klemconstructie in uiteengenomen toestand.

Fig. 5 is een eindaanzicht volgens 5-5 van fig. 4.

Het rek-10 volgens fig. 1 en 2 is opgehangen aan een dwarsstang 10 12 en verloopt van deze stang naar omlaag tot in een bad 14 met bekledings-oplossing 16. Voorwerpen zijn hier weergegeven als gedrukte bedradingsplaten 18 en bevestigd aan het rek 10 door klemmen 20 en ondergedompeld in de oplossing 16.

Het rek 10 omvat een langwerpige stang 22 van elektrisch geleidend 15 materiaal, bij voorkeur een zeer corrosie-bestendig metaal met geschikt geleidingsvermogen, bijvoorbeeld roestvrij staal, welke stang een klemin-richting 24 heeft aan het boveneinde, met een handschroef 26 voor bevestiging van het rek 10 aan de dwarsstang 12. Er is een handgreep 27 aangebracht aan het boveneinde van de stang 22 om het rek te kunnen hanteren. De klemmen 20 20 zijn aangebracht op punten langs de stang 22, welke op onderlinge afstand zijn gelegen en elke klem 20 omvat een klemframe 28 met een geleidende kern 30, die mechanisch en elektrisch is verbonden met de geleidende stang 22 van het rek 10. De klemframes 28 hebben elk tenminste één klemschroef 32 en een klemkussen 34 tegenover elke klemschroef, zodat een plaat 18 kan 25 worden vastgeklemd tussen een schroef 32 en een kussen 34 en daarmee worden bevestigd aan het rek 10.

Zoals het beste blijkt uit fig. 3 is aan weerszijden van de eigenlijke plaat 18 een plaat 36 aangebracht van geleidend materiaal, bijvoorbeeld koper, zodat de vlakken 38 van de plaat buiten liggen en moeten 30 worden bekleed in het bad 14. Daarom moet een elektrische verbinding worden gemaakt tussen elke plaat 36 en de stroombron van het bad. De geschikte verbinding wordt verkregen met elektrische contactorganen in de klemschroef 32 en in het klemkussen 34, die elektrisch de platen 36 verbinden met de kern 30 en daardoor met de stang 22 en de dwarsstang 12, zoals hieronder 35 nader wordt beschreven.

Teneinde te beletten dat de stang 20 en de kernen 30 van de klemframes 28 worden bekleed, zijn de stang 22 en de kernen bedekt met een omhulling 40 van isolerend materiaal. De omhulling heeft bij voorkeur de vorm van veerkrachtig kunststof materiaal, bijvoorbeeld een plastisol, welke 8 fl fl 1 Π fl9 -4- gemakkelijk kan worden aangebracht door het samenstel van stang 22 met kernen 30 te dompelen in de onverharde plastisol, waardoor de stang 20 en de kernen 30 daarmee worden bedekt, zodat een omhulling 40 ontstaat, die ondoorlaatbaar is voor de bekledingsoplossing 16. Het bekleden van de 5 klemschroeven 32 en de klemkussens 34 wordt eveneens voorkomen, namelijk door een isolerende constructie, welke zodanig is dat elke klem 20 een bedradingsplaat 18 kan bevestigen en elektrisch verbinden met het rek 10, zoals hieronder wordt verklaard.

Uit fig. 3-5, tezamen met fig. 1 en 2, blijkt dat elk klem-10 frame 28 een schroefdraadopening 42 heeft, die geheel door het klemframe 28 verloopt en een eerste schroefdraaddeel 44 omvat, verlopend tussen tegenoverliggende einden 46 en 48 daarvan, in de kern 30, een tweede schroefdraaddeel 50, dat verloopt van het einde 46 door een bijbehorend deel 52 van de omhulling 40, en een derde schroefdraaddeel 54, verlopend 15 van het einde 48 van de opening 42 door een verder bijbehorend deel 56 van de omhulling 40. Elke klemschroef 32 heeft een bedieningskop in de vorm van een bedieningshandgreep 58, een klemvlak 60 en een steel 62 met schroefdraad, die axiaal verloopt tussen de handgreep 58 en het klemvlak 60.

Zoals het beste blijkt uit fig. 4 is de schroefdraadsteel 62 20 van de klemschroef 32 verdeeld in een eerste schroefdraaddeel 64, een tweede schroefdraaddeel 66 en een derde schroefdraaddeel 68. De klemschroef 32 heeft een centraal element 70 van elektrisch geleidend materiaal van hoge sterkte en corrosieweerstand, bijvoorbeeld roestvrij staal, een eerste bus 72 van veerkrachtige kunststof, en een tweede bus 74 van veerkrachtige kunststof, 25 welke bussen 72 en 74 worden gedragen door het centrale element 70. Dit centrale element heeft een uit één stuk daarmee verbonden, van schroefdraad voorziene ring 76, die het eerste schroefdraaddeel 64 vormt. Wanneer de klemschroef wordt opgenomen in de schroefdraadopening 42 komt het eerste schroefdraaddeel 64 van de steel 62 in ingrijping met het eerste schroefdraad-30 deel 44 van de opening 42, zodat een elektrische verbinding ontstaat tussen het centrale element 70 en de kern 30. De elektrische verbinding loopt door naar een geleidend vlak 80 van het klemvlak 60 via een axiaal deel 82 van het centrale element 70. Voor het isoleren van de met elkaar verbonden geleidende delen 44 en 64 van de bekledingsoplossing 16 zijn afdichtingen 35 aangebracht nabij de einden 46 en 48 van het eerste schroefdraaddeel 44.

Daartoe is de bus 72 vervaardigd van een veerkrachtige kunststof, bijvoorbeeld een plastisol, met een durometerhardheid die groter is dan de durometerhard-heid van het materiaal van de omhulling 40. De relatieve afmetingen en de relatieve veerkracht van het tweede schroefdraaddeel 50 van de opening 42 80 0 1 0 82 • * -5- en van het tweede schroefdraaddeel 66 van de steel 62 zijn zodanig dat bij het in elkaar draaien van deze delen 50 en 66, zie fig. 3, een afdichting ontstaat tussen deze delen, die belet dat bekledingsoplossing tussen deze delen dringt. De relatieve diameters en de veerkracht van de tweede schroef- 5 draaddelen 50 en 66 zijn daarbij zodanig dat het tweede schroefdraaddeel 50 van de opening 42 iets wordt uitgezet bij ingrijping met het tweede schroefdraaddeel 66 van de steel 62, zodat een afdichting tussen deze delen

optreedt. Een voorkeursmateriaal voor de omhulling 40 is Unichrome Compound RTM

218X , een plastisol met een durometerhardheid van ongeveer 68 tot 74 10 (Shore A schaal). Het materiaal voor de bus 72 wordt dan gekozen met een iets grotere durometerhardheid, van ongeveer 90 (Shore A schaal). Een geschikt

RTM

materiaal voor de bus 72 is Compound XL 4517 , een plastisol. Bij voorkeur heeft het centrale element 70 een handgreepdeel in de vorm van een dwarse pen 86 en is de handgreep 58 uit één stuk gevormd met de bus 72, van hetzelfde 15 materiaal. De handgreep 58 is dus niet geleidend en wordt daarom niet bekleed.

De tweede bus 74 verloopt axiaal van de ring 76 met schroefdraad naar het klemvlak 60 en draagt het derde schroefdraaddeel 68 van de steel 62. Bij ingrijping van de steel 62 met de opening 42 verschaffen de derde schroefdraaddelen 54 en 68 een afdichting door hun relatieve afmetingen 20 en relatieve veerkracht. Deze zijn zodanig dat het derde schroefdraaddeel 54 van de opening 42 wordt uitgezet bij de ingrijping met het derde schroefdraaddeel 68 van de steel 62, waardoor een afdichting ontstaat die belet dat de bekledingsoplossing binnendringt.

Behalve de axiale afdichting van de delen 54 en 68 is een radiale 25 eindafdichting aanwezig voor het isoleren van het geleidende vlak 80 van het klemvlak 60 van de bekledingsoplossing. Hiertoe loopt de bus 74 door tot het klemvlak 60 en verschaft een isolerend klemoppervlak 88 rondom het geleidende vlak 80, zie fig. 5. Wanneer het klemvlak 60 wordt gedrukt tegen de printplaat 18 dient het klemvlak 88 niet alleen om de plaat 18 op zijn 30 plaats vast te klemmen, maar de veerkracht van het materiaal van de bus 74 veroorzaakt een radiale afdichting langs het klemvlak 88 die het geleidende vlak 80 isoleert van de oplossing. Voor het bereiken van de gewenste axiale en radiale afdichtingen langs het derde schroefdraaddeel 68 en het klemvlak 88 moet het materiaal van de bus 74 veerkrachtig zijn, maar ook is een zekere 35 mate van stijfheid nodig om de juiste klemkrachten op het klemvlak 88 te bereiken. Fluorkoolstof-kunststoffen hebben het noodzakelijke evenwicht tussen veerkracht en stijfheid, terwijl tetrafluorethyleen een voorkeursmateriaal voor de bus 74 is. Verder is gebleken dat tetrafluorethyleen voldoende warmte-bestendig is en goed bestand tegen bekleding, over een uiterst lange ftfin 1 0 82 -6- levensduur. De bus 74 wordt tegen rotatie gekoppeld met het axiale deel 82 van het centrale element 70 door een vierkante dwarsdoorsnede van het axiale deel 82. Teneinde te verzekeren dat de bus 74 de juiste stand behoudt op het axiale deel 82 van het centrale element 70 blijven tenminste één 5 of twee gangen van de schroefdraad van de bus 74 bij 89 steeds in ingrijping met het eerste schroefdraaddeel 44 van de kern 30 wanneer de klemschroef 32 in gebruik is.

Elk klemkussen 34 heeft delen voor het maken van een elektrische verbinding tussen de printplaat 18 en de kern 30 van het klemframe 28. Elk 10 kussen 34 heeft een klemvlak 90 tegenover het klemvlak 60 van een bijbehorende klemschroef 32. Het kussen heeft verder een centraal deel in de vorm van een elektrisch geleidende pen 92, bij voorkeur van metaal, bijvoorbeeld roestvrij staal met een uitsteeksel 94 dat axiaal uitsteekt van een schouder 96, gekeerd naar het binneneinde van de pen 92. Het buiteneinde van de pen 15 92 ligt in het klemvlak 90 en verschaft een geleidend vlak 98. De pen 92 is opgenomen en bevestigd in een gat 100 in de kern 30, waarbij het geleidende vlak 98 een nauwkeurige plaats heeft ten opzichte van de kern 30 doordat de schouder 96 rust tegen de kern 30. Een verdere bus 102 van kunststof is aangebracht op de pen 92 en verloopt van de kern 30 naar het klem-20 vlak 90. De bus 102 omgeeft de pen 92 en verschaft een isolerend klemvlak 104 rondom het geleidende vlak 98. Wanneer de klem 90 tegen de printplaat 18 wordt gedrukt dient het klemvlak 104 niet alleen om de plaat 18 op zijn plaats vast te zetten, maar door de veerkracht van het materiaal van de bus 102 ontstaat een radiale afdichting langs het klemvlak 104, die het 25 geleidende vlak 98 isoleert van de bekledingsoplossing 16. De bus 102 is bij voorkeur vervaardigd van een fluorkoolstof-kunststof, bijvoorbeeld tetrafluorethyleen, voor het verkrijgen van een geschikt evenwicht tussen de veerkracht en de stijfheid, welk evenwicht gewenst is voor het doen ontstaan van de juiste afdicht- en klemkrachten op het klemvlak 104. Tetra-30 fluorethyleen is gebleken voldoende warmtebestendig te zijn en zeer bestand tegen bekleden, over een zeer lange levensduur.

De omhulling 40 verloopt axiaal tenminste gedeeltelijk langs de bus 102 voor het verschaffen van een afdichting die de kern 30 isoleert van de bekledingsoplossing 16. Voor het vergroten van die afdichting is 35 de bus 102 voorzien van een zijdelingse groef 106, welke rondom de bus 102 verloopt, terwijl de omhulling 40 in deze groef 106 uitsteekt, waardoor een afdichtring 108 uit één stuk is ontstaan welke de afdichting dichthoudt.

Teneinde te verzekeren dat een goede elektrische verbinding wordt gemaakt tussen het geleidende vlak 80 van de klemschroef 32 en de 800 1 0 82 -7- bijbehorende plaat 36 van de printplaat 18, steekt tenminste een deel van het geleidende vlak 80, weergegeven in de vorm van een verhoging 110, axiaal over zeer korte afstand uit voorbij het omgevende klemvlak 88.

De verhoging 110 komt aan tegen de plaat 36 en wordt daarin 5 iets ingebed, waardoor een goed elektrisch contact ontstaat, voordat de stijfheid van de bus 74 de contactdruk op het geleidende vlak 80 zal verminderen. Evenzo is een verhoging 112 aangebracht op het geleidende vlak 98 van het klemkussen 34, die iets uitsteekt voorbij het klemvlak 104, waardoor een goed elektrisch contact ontstaat met de bijbehorende plaat 10 36 van de printplaat 18, voordat de stijfheid van de bus 102 de contactdrukt zal verminderen. De schouder 96 houdt het geleidende vlak 98 en de verhoging 112 nauwkeurig op hun plaatsen ten opzichte van het klemvlak 104. Verder is een mechanische vergrendeling aanwezig tussen de ring 108 en de groef 106, teneinde verder de bus 102 op zijn plaats op de pen 92 vast te zetten.

15 Een uitwendige bron voor de bekledingsstroom wordt verbonden met het rek 110 via de dwarsstang 12. Een compleet elektrisch circuit voert naar alle te bekleden voorwerpen, zoals hierboven is beschreven. De bekledingsoplossing 16 wordt echter belet alle geleidende elementen van het rek te bereiken, waardoor het bekleden zuiniger plaatsvindt en de levens-20 duur van de rekken voor het bekleden wordt vergroot resp. de onderhoudskosten daarvan verlaagd.

80 0 1 0 82

Claims

1. Rek voor elektrisch bekleden van voorwerpen, waarbij een te bekleden voorwerp wordt bevestigd aan het rek, bestemd voor onderdompeling in een bekledingsoplossing, en een elektrisch contact wordt gemaakt tussen het rek en het voorwerp, verkregen door een klem voor het bevestigen en 5 elektrisch verbinden van het voorwerp aan het rek, met het kenmerk dat de klem omvat een klemframe, bestaande uit een kern van geleidend materiaal, verbonden met het rek, en een omhulling van veerkrachtig isolerend materiaal, dat de kern bedekt, waarbij een opening met schroefdraad is aangebracht in het klemframe, welke opening een eerste schroefdraaddeel omvat, verlopend 10 door de kern, welk deel tegenovergestelde einden heeft, een tweede schroefdraaddeel, verlopend van één der einden van het eerste deel door een bijbehorend deel van de omhulling, en een derde schroefdraaddeel, verlopend van het andere einde van het eerste schroefdraaddeel door een ander bijbehorend deel van de omhulling; en een klemschroef met een bedieningskop, een klem-15 vlak en een steel met schroefdraad, axiaal verlopend tussen de bedieningskop en het klemvlak, welke steel bestemd is te worden opgenomen in de schroef-draadopening van het klemframe, welke steel een eerste schroefdraaddeel heeft van elektrisch geleidend materiaal, bestemd voor ingrijping met het eerste schroefdraaddeel van de opening, waardoor een elektrisch contact daarmee 20 wordt gemaakt, een tweede schroefdraaddeel van veerkrachtig isolerend materiaal, dat axiaal verloopt tussen het eerste schroefdraaddeel van de steel en de kop, bestemd voor ingrijping met het tweede schroefdraaddeel van de opening, waarbij de relatieve afmetingen en de relatieve veerkracht van het tweede schroefdraaddeel van de steel en van het tweede schroefdraaddeel 25 van de opening zodanig zijn dat een eerste afdichting ontstaat bij ingrijping tussen de beide delen, een derde schroefdraaddeel van veerkrachtig isolerend materiaal, verlopend tussen het eerste schroefdraaddeel van de steel en het klemvlak, bestemd voor ingrijping met het derde schroefdraaddeel van de opening, waarbij de relatieve afmetingen en de relatieve veerkracht van het 30 derde schroefdraaddeel van de steel en van het derde schroefdraaddeel van de opening zodanig zijn dat een tweede afdichting ontstaat bij ingrijping van deze delen, zodanig dat de eerste en de tweede afdichting doelmatig de in ingrijping zijnde eerste schroefdraaddelen isoleren van de bekledings-oplossing, waarbij het klemvlak een geleidend vlak heeft, bestemd voor aan-35 raking met het te bekleden voorwerp, geleidende organen het geleidende vlak verbinden met het eerste schroefdraaddeel van de steel, en een klemkussen is aangebracht aan het klemframe, tegenover de schroefdraadopening, bestemd voor vastklemmen van het voorwerp tussen de klemschroef en het klemkussen. 80 0 1 0 82 -9-

2. Rek volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de klemschroef omvat een centraal element van metaal, verlopend tussen het klemvlak en de bedieningskop, waarbij het eerste schroefdraaddeel van de steel één stuk vormt met het centrale element, en de geleidende organen een axiaal deel 5 van het centrale element omvatten, waarbij een eerste bus van veerkrachtig isolerend materiaal axiaal verloopt langs het centrale element tussen het eerste schroefdraaddeel van de steel en de bedieningskop, welke eerste bus het tweede schroefdraaddeel van de steel draagt; en een tweede bus van veerkrachtig isolerend materiaal is aangebracht, axiaal verlopend langs 10 het axiale deel van het centrale element tussen het eerste schroefdraaddeel van de steel en het klemvlak.

3. Rek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de kop van de klemschroef een bedieningshandgreep omvat van veerkrachtig isolerend materiaal, die uit één stuk is gevormd met het tweede schroefdraaddeel van 15 de steel.

4. Rek volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kop van de klemschroef een zijwaarts uitstekende bedieningshandgreep omvat van veerkrachtig isolerend materiaal, die uit één stuk is gevormd met de eerste bus, terwijl het centrale element een handgreepdeel omvat, dat 20 zijwaarts binnen de bedieningshandgreep uitsteekt.

5. Rek volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de tweede bus van veerkrachtig isolerend materiaal axiaal verloopt naar het klemvlak en een klemoppervlak omvat dat het geleidende vlak omgeeft.

6. Rek volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het materiaal van 25 de omhulling een isolerende kunststof is met een eerste durometerhardheid, en het materiaal van het tweede schroefdraaddeel een kunsthars is met een tweede durometerhardheid, die groter is dan de eerste durometerhardheid.

7. Rek volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de eerste durometerhardheid 68 tot 74 en de tweede durometerhardheid 90 bedraagt.

8. Rek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het isolerende materiaal van het derde schroefdraaddeel van de steel axiaal verloopt naar het klemvlak en een klemoppervlak omvat, dat het geleidende vlak omgeeft.

9. Rek volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het materiaal van de omhulling een plastisol is en het materiaal van het derde schroefdraad-35 deel van de steel een fluorkoolstof-kunststof is, waarbij het materiaal van het derde schroefdraaddeel van de steel voldoende stijfheid heeft waardoor het aanligt tegen het voorwerp in de klem en de bevestiging daarvan bevordert, en tevens een afdichting verschaft rond het geleidende vlak voor het isoleren 800 1 0 82 -10- van het geleidende vlak van de bekledingsoplossing.

10. Rek volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het materiaal van het derde schroefdraaddeel tetrafluorethyleen is.

11. Rek volgens één der conclusies 8-10, met het kenmerk dat een 5 beperkt deel van het geleidende vlak axiaal iets buiten het omgevende klemoppervlak uitsteekt.

12. Rek volgens conclusies 5 en 6, met het kenmerk dat het materiaal van de omhulling een plastisol is en het materiaal van de tweede bus een fluorkoolstof-kunststof is, waarbij het materiaal van de tweede bus 10 voldoende stijfheid heeft, waardoor het aanligt tegen het voorwerp in de klem en de bevestiging daarvan bevordert, terwijl het een afdichting verschaft rond het geleidende vlak voor het isoleren van dit geleidende vlak van de bekledingsoplossing.

13. Rek volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het materiaal 15 van de tweede bus tetrafluorethyleen is.

14. Rek volgens conclusie 5 en 11, met het kenmerk dat een beperkt deel van het geleidende oppervlak axiaal iets buiten het omgevende klemvlak uitsteekt.

15. Rek volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het klemkussen 20 een verder klemvlak heeft, tegenover het klemvlak van de klemschroef, waarbij dit verdere klemvlak een verder geleidend vlak omvat, bestemd om aan te liggen tegen het voorwerp, en een verder geleidend orgaan dat het verdere geleidende vlak verbindt met de kern van het klemframe.

16. Rek volgens conclusie 15, met het kenmerk dat het klemkussen 25 een verdere bus omvat van isolerende kunststof, die tegenover elkaar liggende einden heeft en axiaal eindigt tussen de kern van het klemframe en het verdere geleidende vlak, waarbij een zijdelingse groef is aangebracht in deze verdere bus, welke rondom de omtrek van deze bus verloopt nabij het einde van de bus gelegen naast de kern van het klemframe, terwijl de om-30 hulling verloopt langs de verdere bus en in de groef, voor het verschaffen van een afdichting voor het isoleren van het naastliggende einde van de verdere bus en het bijbehorende deel van de kern van de bekledingsoplossing.

17. Rek volgens conclusie 16, met het kenmerk dat het klemkussen een verder centraal element omvat van metaal, dat axiaal verloopt tussen 35 de kern en het verdere klemvlak, waarbij het verdere geleidende orgaan een axi aal deel .is van het verdere centrale element, terwijl de verdere bus axiaal verloopt langs het verdere centrale element naar het verdere klemvlak en een verder klemoppervlak heeft dat het verdere geleidende element OD3ee£t· 800 1 0 82 -11-

18. Rek volgens conclusie 17, met het kenmerk dat het materiaal van de omhulling een plastisol is en het materiaal van de verdere bus een fluorkoolstof-kunststof, waarbij het materiaal van de verdere bus voldoende stijfheid heeft voor ingrijping met het voorwerp in de klem en de bevestiging 5 daarvan bevordert, terwijl het een afdichting verschaft rondom het verdere geleidende oppervlak voor het isoleren van dit oppervlak van de bekledings-oplossing.

19. Rek volgens conclusie 18, met het kenmerk dat het materiaal van de verdere bus tetrafluorethyleen is.

20. Rek volgens één der conclusies 17-19, met het kenmerk dat tenminste een beperkt gedeelte van het verdere geleidende oppervlak axiaal iets buiten het omgevende verdere klemvlak uitsteekt.

21. Rek volgens één der conclusies 17-19, met het kenmerk dat het verdere centrale element een schouder heeft grenzend aan het einde dat 15 is gelegen naast de kern, welke schouder bestemd is om aan te liggen tegen de kern voor nauwkeurige plaatsing van het verdere centrale element ten opzichte van de kern. 800 1 0 82