NL8001052A - Werkwijze en inrichting voor het verzamelen van bloedplasma. - Google Patents

Description

i?' f Ψ -1- 21156/CV/tl

Aanvrager: Baxter Travenol Laboraties Ine.,te Deerfield Illinois,

Verenigde Staten van Amerika.

*

Korte Aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het verzamelen van 5 bloedplasma.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het verzamelen van bloedplasma. Voor een therapie met bloedcompo-nenten worden de bloedcellen vaak gescheiden van het plasma door het 10 bloed te verzamelen in een gebruikelijke ,onderling gekoppeld afgedicht meerdere zakken omvattend bloedverzamelsysteem gevolgd door het centrifugeren van het bloed voor het scheiden van de cellen en het plasma.

Daarna wordt het plasma afgescheiden,doordat het wordt uitgedrukt door een afgedichte leiding in een " overdrachtsverpakking", welke wordt 15 gevormd door een verdere zak van het meerdere zakken omvattende bloedverzamelsysteem. Hierop volgend wordt de uit kunststof bestaande buis afgedicht en doorgesneden om de het plasma bevattende zak,welke vrij is van bloedcellen,af te scheiden.

De afgescheiden met plasma gevulde zak kan dan worden gebruikt op 20 een grote schaalbasis als ruw materiaal in de vervaardiging van bloedcom-ponenten en andere therapeutische stoffen,zoals serum albumin, antihemo-philische factor, fibrinogeen,gamma globulin en dergelijke.

In een gebruikelijke bloedplasmacomponent vervaardigings werkwijze wordt het plasma samengebracht in een een verhoudingsgewijs groot volume 25 bezittende houder voor de behandeling ter verkrijging van de gewenste bloedcomponentproducten.

Een ondoelmatigheid ontstaat hier echter doordat gebruikelijk het plasma aanvankelijk is verzameld in het meerdere zakken omvattende bloedverzamelsysteem door middel van plasmapheresis of rechtstreekse bloeddona-.

30 tie. Het verzamelde plasma wordt dan gebruikelijk samengevoegd door het openen van de bloedzakken en het legen van deze zakken in grotere houders ,welke dan worden bevroren en getransporteerd naar het centra voor de verdere verwerking van het bloedplasma. Dit geeft de mogelijkheid,dat het bloedplasma wordt verontreinigd ten gevolge van blootstelling aan de 35 lucht voorafgaand aan het vriezen,terwijl deze werkwijze ook vrij ondoelmatig is doordat de bloedzakken moeten worden geopend en de inhoud van 800 1 0 52 -2- 21156/CV/tl deze zakken in grotere houders moet worden gegoten voor transport.

Tegelijkertijd is de gebruikelijke polyvinylchloride kunststof,welke voor bloedzakken wordt gebruikt,geen goed materiaal voor invriezen aangezien het bij vriestemperaturen van bijv. -40° G en dergelijke aanzienlijk 5 verminderde sterkte heeft.

In overeenstemming met de uitvinding worden hier een werkwijze en een meerdere zakken omvattend bloedverzamelsysteem beschreven,waarbij het plasma doelmatig en gescheiden van de bloedcellen kan worden verzameld, bevroren en dan in bevroren toestand uit een houder worden verwij-10 derd ,endt indien gewenst op een geautomatiseerde wijze. Het verzamelde bloedplasma kan worden bevroren in de zak waarin het is verzameld en geopend op een basis van massaproductie en indien gewenst geautomatiseerd voor verwijdering van het bevroren bloedplasma ter behandeling op de plaats waar het plasma verder wordt verwerkt.

15 In overeenstemming met de uitvinding kan bloed worden verzameld in een afgedicht ,meerdere zakken omvattende bloedverzamelsysteem en gecentrifugeerd. Daarna kan het bloedplasma worden afgescheiden door een verbindingsbuis in een aangesloten overdrachtszak,van de rest van het bloedverzamelsysteem worden gescheiden door het afdichten van de verbin-20 dingsbuis en het doorsnijden daarvan,en worden bevroren in de overdrachts-zak;

De houder welke het bloedplasma bevat voor het vriezen is een afgedichte flexibele samenklapbare houder,welke aan een einde is voorzien van een inlaat en van een de inlaat omgevend schoudergedeelte. De houder 25 loopt vanaf het schoudergedeelte taps toe naar een althans in hoofdzaak vlakke vormieving aan zijn einde tegenover het van de inlaat voorziene einde.

Na de vriesstap kan voor het openen van de houder het schoudergedeelte worden weggesneden voor het verkrijgen van een open afgesneden einde. Daarop kan het bevroren plasma uit de houder worden verwijderd in bevroren toestand. Ten gevolge van de tapse vorm van de houder kan het bevroren wigvormige plasmablok gemakkelijk uit de houder worden gedrukt door het samendrukken van de wanden daarvan waardoor het bloedplasma uit het open gesneden einde van de houder wordt gestoten. Alternatief kan bij een gemechaniseerde techniek een paar rollen de het plasma bevattende zak naderen vanaf het vlakke einde ten einde het wigvormige blok van be- 80 0 1 0 52 *- 4 -3- 21156/CV/tl vroren plasma uit het open gesneden einde te duwen.

De verschillende wigvormige bevroren blokken plasma kunnen dan worden verzameld in een grote reactiehouder en worden ontdooid voor het beginnen van de verschillende behandelingsstappen,die noodzakelijk zijn 5 voor het verkrijgen van de gewenste bloedcomponenten .

De taps uitgevoerde houder voor het opnemen van het plasma volgens de uitvinding kan aanvankelijk een deel zijn van een onderling aaneen gesloten afgedicht en meerdere zakken omvattend bloedverzamelsysteem waarin een flexibele kunststof buis een verbinding vormt tussen de bloed-10 verzamelhouder en een bloeddonorhouder,welke gebruikelijke buisvormige bloedverzamelmiddelen draagt.

Verder kunnen gebruikelijke kleporganen worden aangebracht ter voorkoming van een stroming van fluidum door de de plasma opnemende taps uitgevoerde houder en de donorzak verbindende buis totdat de klep is geopend.

15 Ofschoon er een bloedverzamelsysteem met dubbele zak is weergegeven ligt het in de bedoeling,dat ook systemen kunnen worden gebruikt met drie, vier of een ander aantal bloedzakken waarbij de verdere bloedzakken indien gewenst kunnen dienen voor andere gebruikelijke doeleinden of alternatief kunnen andere taps uitgevoerde plasma opnemende zakken volgens de 20 uitvinding zijn aangekoppeld op steriele,afgedichte en een stromingsver-binding gevende wijze.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Fig. 1 toont een aanzicht op een bloedverzamelsysteem met meerdere 25 onderling verbonden en afgedichte zakken volgens de uitvinding,waarbij de zakken in samengeklapte stand zijn weergegeven.

Fig. 2 toont ,gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede een overdrachtszak van het in fig.l afgebeelde systeem na scheiding van deze zak van het systeem,waarbij de zak in zijn uitgezette ongespannen 30 vorm,dat wil zeggen op de wijze waarop de zak wordt gevormd,is weergegeven.

Fig. 3 toont een aanzicht op de in fig.2 afgebeelde overdrachtszak tijdens een latere fase van de behandeling.

Fig. 4 toont schematisch een aanzicht van de in fig.3 weergegeven 35 houder tijdens een verdere fase van de behandeling.

Het in fig.l weergegeven verzamelsysteem 10 volgens de uitvinding 80 0 1 0 52 -4- 21156/CV/tl kan in ontwerp overeenkomend zijn aan het meerdere zakken omvattende bloedverzamelsysteem,dat wordt verkocht door de Fenwal Division van Travend Laboraties,Ine. te Deerfield Illinois Verenigde Staten van Amerika behoudens met betrekking tot het ontwerp van de overdrachtszak 5 12 volgens de uitvinding. Een donorzak 14 kan van gebruikelijk ontwerp zijn en zijn verbonden met een buisvormig bloedverzamelorgaan 16,dat een bloedverzamelnaald 18 omvat,welke is weergegeven met een daarop aangebrachte afdekking,en een bloedverzamelhouder 20.

De gebruikelijke bloedtoegangspoorten 22 zijn aangebracht evenals 10 andere gebruikelijke kenmerken voor een bloedzak.

De overdrachtszak 12 staat op afgesloten wijze in verbindig met de donorzak 14 via een flexibele buis 24. Een gebruikelijk kleporgaan 26 voorkomt aanvankelijk een fluidumstroming door de buis 24 tussen de donorzak 14 en de overdrachtszak 12. Zoals is weergegeven kan het klep-15 orgaan 26 zijn voorzien van een gebruikelijke holle naald,die is aangepast om met de hand te worden gedrukt door een de buis 24 afsluitend diafragma door de naald vanaf de buitenzijde van de buis daartoe op de , wijze juiste /te manipuleren,maar andere klepmechanismes kunnen eveneens worden toegepast.

20 De buis 24 kan met het inwendige van de overdrachtszak 12 in ver bindig staat via iedere gewenste afdichtconstructie 28. Gebruikelijk omvat de afdichtconstructie 28 een van een opening voorzien deksel 31, dat is bevestigd aan een schouder 30, het ontwerp van de sluiting 28 kan overeenkomen met de in het Amerikaanse octrooi 4.049.034 beschreven 25 sluiting.

In overeenstemming met de uitvinding omvat de overdrachtszak 12 een afgedichte flexibele samenklapbare houder,welke is voorzien van een inlaat bij het afsluitgebied 28 en een deze inlaat omgevend schouderge-deelte 30. De overdrachtszak of houder 12 is in zijn oorspronkelijke 30 onbelaste vormgeving,dat wil zeggen de vormgeving waarin de zak wordt gevormd,taps verlopend van het schoudergedeelte naar een althans in hoofdzaak vlakke vormgeving bij het afgedichte einde 32 van de zak. Een vlak oorVOrmig orgaan 34 is verder aangebracht als grijporgaan om te worden benut bij het behandelen van de overdrachtszak 12.

35 Be eindafdichting 36 welke het einde 32 van de zak 12 vormt kan worden vervaardigd in overeenstemming met het ontwerp dat bijvoorbeeld 800 1 0 52

* A

-5- 21156/CV/tl is beschreven in de Amerikaanse octrooien 4.076.063 en 4.105.730. Zoals hierechter is weergegeven toont de afdichting een een weinig naar buiten gerichte kromme. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeéü zijn de wandge-deelten bij het einde 32 van de zak 12 samengebracht in een dubbele a£-5 sluitafdichting 36,zoals in bovengenoemde octrooien is weergegeven,waarbij echter geen gebruik wordt gemaakt van de balgvormige constructie, die in deze octrooien*is afgebeeld.

Indien gewenst kunnen bij de tegenover elkaar gelegen einden van de schouder 30 een paar hoeksteunorganen 38 zijn gevormd waarbij de tota-10 le constructie van de houder bijvoorbeeld overeenkomt met de in de Amerikaanse octrooien 4.049.033, 4.088.166 of 4.090.541 beschreven constructie behoudens voor de weergegeven afwijkingen. Als alternatief kunnen de delen 38 worden weggelaten waarbij de schouder 30 op overeenkomstige wijze zal zijn vergroot voor het afdichten van het einde van de houder 12.

15 Verder verdient het in het algemeen de voorkeur om,zoals bijvoorbeeld in fig.2 is weergegpren dat de zak of houder 12 in de vorm waarin deze is gevormd een gelijkmatig verlopende tapsheid vanaf de schouder 30 tot het einde 32 bezit.

Terwijl de donorzak 14 uit een gebruikelijke soort polyvinylchlori-20 de kunststof kan zijn vervaardigd is de zak 12 bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal, dat in staat is om weerstand te bieden aan de lage temperaturen,die worden benut bij de opslag van plasma (bijvoorbeeld - 25°C tot - 80°C) zonder daarbij op ongewenste wijze bros te worden.

Uit polyvinylchloride vervaardigde bloedzakken tonen een aanzienlij-25 ke brosheid bij dergelijke lage temperaturen,waardoor zij zeer kwetsbaar zijn en er bij het hanteren daarvan of zelfs tijdens blootstellen aan trilling zoals tijdens transport plaatsvindt,kleine scheurtjes en gaatjes kunnen worden gevormd. Tegelijkertijd moet het materiaal in staat zijn om ook de hoge temperaturen in een autoclaaf te weerstaan.

30 Geschikte materialen voor dit doel omvatten verschillende polyole- finginaterialen,zoals een lage dichtheid bezittend polyethyleen en copo-lymeren van polyethyleen en polypropyleen, waaronder die,welke een groot aandeel aan polypropyleen bevatten.

De buizen 24 en 16 kunnen indien gewenst uit polyvinylchloride wor-35 den vervaardigd aangezien deze dikkere wanden hebben en dus sterker zijn, maar de buizen kunnen ook uit een geschikt polyolefine materiaal of der- 80 0 1 0 52 -6- 21156/CV/tl gelijke worden vervaardigd.

De zak 12 is in fig.l in een althans gedeeltelijk samengeklapte vorm weergegeven zodat de zak in deze stand aanzienlijk minder volume heeft dan het normale maxiamle volume, terwijl de klep 26 in de aanvan-5 kelijke gesloten stand is afgebeéH. Zoals is weergegeven is hier 7/8 of zo van de zak 12 aansluitend op het einde 32 althans nagenoeg vlak gevormd, terwijl het gebied rondom de schouder 30 ook een aanzienlijke samen-vouwing hezit.

Het doel hiervan is het mogelijk te maken,dat het bloedplasma uit 10 de donorzak 14 door de buis 24 en in de overdrachtszak 12 wordt gedrukt zonder de noodzaak lucht te verplaatsen,daar de samengeklapte zak slechts uitzet voor het ontvangen van het plasma. Tegelijkertijd wordt een kleine hoeveelheid lucht in de zak 12 in het algemeen gewenst beschouwd ten einde het mogelijk te maken het schoudergebied 30 van de zak te verwijderen 15 zonder dat het daarvoor gebruikte gereedschap in contact komt met het zich in de zak 12 bevindende plasma.

Gebruikelijk kan de zak worden gevormd door een door blaasgieten gevormde houder,welke is gevormd in de vorm,waarin de zak niet samengeklapt is en zijn maximale volume inneemt,zoals bijvoorbeeld in fig.2 is 20 weergegeven. In deze niet samengeklapte vorm kunnen de zijdelingse zijranden 40 althans in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn,terwijl in de samengekhpte vorm zij een weinig divergeren ,zoals is afgebeeld in fig.l.

Dienovereenkoratig wordt,indien de zak 12 wordt samengeklapt voor het uitstoten van het bevroren plasma, het proces vergemakkelijkt door 23 de wanden van de zak 12,die divergeren vanaf het einde 32 in de mate zoals weergegeven in fig.2.

Het proces wordt verder vergemakkelijkt door het feit,dat de randen 40 van de zak 12 eveneens divergeren vanaf het einde 32 bij samenklapping, zoals afgebeeld in fig.l.

30 Het meerdere zakken omvattende bloedverzamelsysteem volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor het verzamelen van bloed van een patient op de gebruikelijke wijze in een donorzak 14. Daarna wordt het bloedverzamelsysteem op de gebruikelijke wijze gecentrifugeerd en wordt de klep 26 geopend voor het verkrijgen van een fluidumverbinding door de 35 buis 24. Het bloedplasma kan dan op gebruikelijke wijze worden afgevoerd door de buis 24 in de overdrachtszak 12,terwijl de samengepakte rode cel- 80 0 1 0 52 -7- 2115 6/CV/tl 4- * len in de donorzak 14 achterblijven.

De buis 24 wordt dan op gebruikelijke wijze op twee plaatsen afgedicht en tussen de twee afdichtingen doorgesneden voor het verkrijgen van de losse zak 12 zoals afgebeeld in fig.2,waarbij een deel van de buis 24 5 nog steeds aan de zak 12 is bevestigd en is afgedicht met een afgesloten einde 42.

De zak 12 wordt'dan in een vriesinrichting geplaatst,bij voorkeur in een rechtopstaande stand,zodat het plasma 44 in de zak 12 wordt bevroren, terwijl daarbij een luchtruimte 45 het bovenoppervlak 46 van het plas* 10 ma scheidt van de schouder 30.

De bevroren plasma bevattende zak 12 is dan gereed voor transport naar een plaats,waar het plasma verder moet worden behandeld.

Bij aankomst op deze plaats kan het plasma worden verzameld in een een groot volume bezittende houder door het uitvoeren van de in de fig.

15 3 en 4 schematisch weergegeven stappen.

De zak 12,welke een bevroren blok of kluit plasma 44 bevat kan met een snijblad 48 worden opengesneden ,zodanig dat het schoudergedeelte 30 wordt afgesneden van de zak 12 voor het vormen van een opengesneden einde 50. Indien gewenst kan een aangedreven tandvormig blad of een ander 20 geschikt mechanisch snijorgaan worden toegepast.

De zak 12 kan rusten op een horizontaal oppervlak 52 gedurende dit opensnijden of alternatief kan de zak worden vastgehouden in een verticale stand tijdens het opensnijden. Zoals hierboven reeds vermeld verdient het de voorkeur,dat het snijblad 48 tijdens het opensnijden van de zak 25 op afstand is gelegen van het bovenoppervlak 46 van de bevroren plasma -kluit 44 ten einde een contact van het blad met dit plasma te vermijden met het oog op een aseptische behandeling van het plasma.

Daarna kan,zoals weergegeven in fig.4 ,het bevroren plasma 44 in bevroren vorm uit de zak 12 worden verwijderd. Ofschoon dit op iedere 30 gewenste wijze kan worden gedaan omvat het hiertoe benutte en in fig.4 weergegeven mechanisme een paar tegengesteld aan elkaar draaiende rollen 54 en een paar grijpklauwen 56. De klauwen 56 grijpen het oor 34 en trekken de zak 12 door de tegengesteld aan elkaar draaiende rollen,die in een zodanige richting worden aangedreven,dat zij ertoe neigen een doortrekken 35 van de zak tussen de rollen tegen te gaan. Het resultaat hiervan is,dat wordt bewerkstelligd,dat de plasmakluit 44 uit de zak 12 wordt gedreven 80 0 1 0 52 -8- 21156/CV/tl en dan kan vallen in de grote houder bestemd voor het verder behandelen van het plasma.

Het zal duidelijk zijn,dat de handeling van het afsnijden van het schoudergedeelte van de zak 12 en de handeling van het verwijderen van het 5 bevroren plasma uit de overdrachtszak in bevroren vorm gemakkelijk kan worden geautomatiseerd op een verwerkingslijn. Het oppervlak 52 kan worden gevormd door een transporteur welke de zakken 12 onder het snijor-gaan 48 doorbeweegt. Het oor 34 van de zak kan door de rollen 54 worden gestoken,welke#rollen op dat tijdstip kunnen worden stilgehouden of in richting 10 tegengestelde / kunnen worden verdraaid voor het vergemakkelijken van de verwerking,en het oor 34 kan met de grijpers 56 worden gegrepen om de zak 12 door de rollen te trekken ten einde de kluit bevroren plasma 44 uit de zak te . schuiven,waarop de kluit dan kan vallen in een een groot volume bezittende verzamelhouder voor het plasma. De zak 12 kan dan wor- 15 den weggeworpen en de klauwen 56 teruggevoerd om een andere zak door de rollen 54 te trekken.

Het bovenstaande is slechts ter illustratie gegeven en niet bedoeld voor het beperken van de uitvindingsgedachte.

20 80 0 1 0 52

Claims (17)

1. Werkwijze voor het bevriezen van bloedplasma in een afgedichte flexibele samenklapbare houder,welke is voorzien van een inlaat aan een einde en een de inlaat omgevend schoudergedeelte,waarbij de houder vanaf het schoudergedeelte taps toeloopt naar een althans in hoofdzaak vlakke 5 vormgeving aan het tegenover het van de inlaat voorziene einde gelegen einde,waarbij het schoudergedeelte van de houder wordt afgesneden nadat het plasma is bevroren'voor het verkrijgen van een opengesneden einde en het bevroren plasma uit de houder wordt verwijderd in bevroren vorm.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het bevroren 10 plasma wordt verwijderd door de wanden van de taps toelopende houder samen te knijpen waardoor het bevroren plasma uit het opengesneden einde van de houder wordt gestoten.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, de houder aanvankelijk een deel is van een bloedverzamelsysteem met meerdere onder- 15 ling verbonden en afgesloten zakken.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het bevroren plasma uit de zak wordt verwijderd door de zak te bewegen tussen knijprollen vanaf het althans in hoofdzaak vlakke uiteinde in de richting van het opengesneden einde. 20

5· Werkwijze voor het verzamelen van bloed in een systeem met meerdere onderling verbonden afgedichte bloedzakken waarbij het donorbloed wordt verzameld in een donorzak en de donorzak wordt gecentrifugeerd,waarna het afgescheiden bloedplasma wordt afgevoerd door een afgedichte leiding in een afgedichte overdrachtszak ,met het kenmerk,dat het plasma wordt af- 25 gevoerd door de afgedichte leiding in een flexibele afgedichte samenklapbare overdrachtsaak,welke is voorzien van een inlaat aan een einde voor het opnemen van het bloedplasma en van een deze inlaat omgevend schoudergedeelte ,terwijl de overdrachtsaak vanaf het schoudergedeelte taps toeloopt tot een althans in hoofdzaak vlakke vormgeving bij het tegenover 30 het van een inlaat voorziene einde gelegen einde, en het plasma wordt bevroren tot een vaste vorm in de overdrachtszak,waarna het schoudergedeelte van de overdrachtszak wordt gesneden voor het verkrijgen van een opengesneden einde en het bevroren plasma in bevroren vorm uit de overdrachtszak wordt verwijderd.

6. Werkwijze volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat de overdrachtszak aanvankelijk in zijn afgedichte vormgeving in het bloedzaksysteem wordt 800 1 0 52 -10- 21156/CV/tl opgeslagen in althans in hoofdzaak samengeklapte vorm,zodat aanzienlijk minder dan de maximale volume capaciteit van de zak aan lucht aanwezig is binnen de afgedichte overdrachtszak,waarbij bloedplasma in de over-drachtszak kan worden gevoerd zonder de noodzaak lucht te verplaatsen.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat een kleporgaan stroming van fluïdum tussen de donorzak en de overdrachtszak voorkomt totdat het kleporgaan is geopend.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het bevroren plasma wordt verwijderd door de wanden van de taps ver- 10 lopende overdrachtszak samen te knijpen,waardoor het bevroren plasma als een vast blok uit het opengesneden einde van de overdrachtszak wordt gestoten.

9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de overdrachtszak met het tegen het van een opening voorziene einde 15 gelegen in hoofdzaak vlakke einde naar beneden wijzend wordt opgesteld tijdens het bevriezen van het plasma,zodanig dat het oppervlak van het bevroren plasma in de zak van het schoudergedeelte zal zijn gescheiden door een luchtruimte ten einde een afsnijden van het schoudergedeelte van de zak mogelijk te maken zonder contact tussen het bevroren plasma 20 en het snijorgaan.

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het bloedverzamelsysteem tenminste twee bloedzakken omvat.

11. Bloedverzamelsysteem met onderling verbonden afgedichte zakken voorzien van een donorzak,die is verbonden met een buisvormig bloedver- 25 zamelorgaan en althans een overdrachtszak, die afgedicht in verbinding staat met de donorzak met behulp van een flexibel buisvormig orgaan,met het kenmerk,dat althans een overdrachtszak is voorzien van een afgedichte flexibele samenklapbare houder,welke aan een einde is voorzien van een inlaat en een de inlaat omgevend schoudergedeelte,terwijl de houder vanaf 30 het schoudergedeelte taps toeloopt tot een althans in hoofdzaak vlakke vormgeving bij het -.tegencverhet van de inlaat voorziene einde gelegen einde,waarbij bevroren plasma gemakkelijk uit de taps toelopende houder kan worden verwijderd nadat het schoudergedeelte van de houder is afgesneden.

12. Systeem volgens conclusiei 11 ,met het kenmerk,dat een kleporgaan is aangebracht,dat een fluidumstroom door het buisvormige orgaan,dat de 80 0 1 0 52 -11- 21156/CV/tl donorzak en de overdrachtszak met elkaar verbindt,kan verhinderen.

13. Systeem volgens conclusie 11 of 12,met het kenmerk,dat de taps uitgevoerde overdrachtszak in een althans gedeeltelijk samengeklapte vorm is ten einde aanzienlijk minder volume te bevatten dan zijn normale 5 maximale volume terwijl het kleporgaan in de aanvankelijke gesloten stand is ,waardoor bloedplasma kan worden afgevoerd in de overdrachtszak zonder de noodzaak lucht te verplaatsen.

14. Systeem volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de overdrachtszak is vervaardigd uit een kunststof materiaal,dat geschikt 10 is om in een autoclaaf te worden behandeld en verder in staat is een temperatuur van - 25°G tot -80°C te weerstaan zonder daarbij ongewenst zwak te worden.

15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de overdrachtszak is vervaardigd uit een polyolefine materiaal.

16. Systeem volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de overdrachtszak wordt gevormd door een door blaasgieten gevormde houder, welke wordt gevormd in zijn onsamengeklapte ,een maximaal volume innemende vorm.

17. Systeem volgens een der voorgaande ©nclusies,met het kenmerk, dat 20 de overdrachtszak nabij tegenover elkaar gelegen eindenvan het schouder-gedeelte is voorzien van hoeksteunorganen. 25 800 1 0 52