NL8000532A - Inrichting voor het opvangen, afzuigen en reinigen van aan de cokeszijde van een cokesbatterij optredende afvalgassen. - Google Patents

Description

- 1 - > ^-i

Inrichting voor het opvangen, afzuigen en reinigen van aan de cokeszijde van een cokesvormbatterij optredende afvalgassen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen, wegzuigen en reinigen van aan de cokeszijde van een cokesovenbatterij met horizontale kamers optredende vuile afvalgassen, bestaande uit een 5 evenwijdig aan de ovenbatterij beweegbare deurhefmachine met een ten opzichte van deze relatief beweegbare cokes-koekgeleiding en een daarboven aangebracht gasopvangka-naal, een evenwijdig aan de ovenbatterij beweegbare transportwagen voor de uit een ovenkamer gestoten gloei-10 ende cokes, een in de rijrichting van de transportwagen beweegbare, over deze grijpende en met de deurhefmachine koppelbare, op het gasopvangkanaal aangesloten benevens in een zijwand van een doortreedopening voor de cokes-koek voorzien afzuigkap, die met een gasoverbrenginrichtiig 15 verbonden is, die boven een gasverzamelleidihg beweegbaar bènevens van een aflichtinrichting voor een een zich in de langsrichting uitstrekkende opening van de verzamel-leiding afdekkende elastische band is voorzien.

Bij reeds sedert langere tijd bestaande inrich-20 tingen van dit bekende type biedt het veelal moeilijkheden deze inrichtingen van de vereiste huldpinrichtingen te voorzien, die voor de vrijhouding van de atmosfeer van aan de cokeszijde van een cokesovenbatterij met horizontale kamers ontstane afvalgassen dienen. De reden 25 voor de moeilijkheden van een installatie van dergelijke inrichtingen is veelal gelegen in de benauwde ruimtelijke omstandigheden, die er toe kunnen leiden, dat de vereiste beweegbaarheid van de zich aan de cokeszijde bevindende bedieningsmachines met het oog op de verder daaraan aan-30 wezige gebouwruimte niet meer gewaarborgd is. Andere redenen voor de moeilijkheden bij de installatie van hulpinrichtingen voor het reinhouden van de atmosfeer zijn, dat de aanwezige machines en ovenbatterijen niet tegen de extra gewichtsbelastingen opgewassen zijn, die 35 door het toevoegen van verdere inrichtingen automatisch 8 η η n m 9 - 2 - zullen optreden.

De uitvinding beoogt derhalve een inrichting van het bovengenoemde type zodanig te verbeteren, dat enerzijds extra belastingen van de deurhefmachine ver-5 meden worden en anderzijds de breedte van de afzuigkap dwars op de bewegingsrichting daarvan gemeten door de installatie van de inrichting voor het vrijhouden van de atmosfeer van aan de dokeszijde van de ovenbatterij optredende afvalgassen niet vergroot wordt en daardoor 10 de beweegbaarheid van de bedieningsmachines behouden blijft.

Dit doel is volgens de uitvinding bereikt, doordat aan beide zijden van de doortreedopening in de zijwand van de afzuigkapschuifdeuren evenwLj dig aan de zij-15 wand beweegbaar aangebrachtzijn en telkens met een vleugel van een uitbouw van de afzuigkap verbonden zijn, door welke de afzuigkap ten opzichte van de cokeskoek-geleiding afdichtbaar is.

De uitvinding zal hieronder nader worden toege-20 licht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het opvangen, wegzuigen en reinigen van de afvalgassen volgens de uitvinding is weergegeven. Hierin toont:

Fig. 1 een zijaanzicht, 25 Fig. 2 een gedeelte van fig. 1 op grotere schaal,

Fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 4,

Fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV in 30 fig. 3, met schuifdeuren van de afzuigkap en scharnier-baar daarmede verbonden overgangswanden, benevens de daarmede verbonden langshelften van het eindgedeelte van de cokeskoekgeleiding in de bedrijfsstand, en

Fig. 5 een aanzicht als in fig. 4 met een 35 schuifdeur en een scharnierbaar daaraan bevestigde overgangswand in de ruststand.

In fig. 1 is een inrichting voor het opvangen, wegzuigen en reinigen van aan de cokeszijde van een niet-getekende cokesovenbatterij met horizontale kamers op- 8000532 * ΐ » - 3 - tredende vuile afvalgassen weergegeven, die uit een evenwijdig aan de ovenbatterij beweegbare deurhefmachine 10 met een relatief ten opzichte van deze beweegbare cokeskoekgeleiding 11 en een daarboven aangebracht gas-5 opvangkanaal 12 bestaat. Tot de inrichting behoren verder een evenwijdig aan de ovenbatterij beweegbare transportwagen 13 voor een uit een ovenkamer gestoten gloeiende cokeskoek, benevens een afzuigkap 14, die in de rijrichting van de transportwagen 13 beweegbaar is, over deze 10 grijpt en op passende, maar niet weergegeven wijze met de deurhefmachine 10 koppelbaar is. Bovendien is het gasopvangkanaal 12 door middel van een leiding 13 op de afzuigkap 14 aangesloten. De afzuigkap 14 is met een gasoverbrenginrichting 16 verbonden, die boven een gas-15 verzamelleiding 17 beweegbaar benevens van een uit ten minste twee onderste en twee bovenste rollenparen 18, 19 bestaande aflichtinrichting voor een een zich in de langsrichting uitstrekkende opening 20 van de gasver-zamelleiding afdekkende elastische band 21 voorzien is.

20 Aan de beide buitenzijden van de doortreedopening 27 in de naar de cokeskoekgeleiding 11 toegekeerde zijwand 28 van de afzuigkap 14 zijn twee evenwijdig aan de zijwand daarvan beweegbare schuifdeuren 29a, 29b aangebracht i. Met de naar elkaar toe gekeerde kopkanten 30c 25 van de schuifdeuren zijn om een verticale scharnieras 31a, 31b uitbouwvleugels 30a, 30b scharnierbaar verbonden, die bovendien door telescopische stangenstelsels 32a, 32b scharnierbaar met elkaar verbonden zijn.

In het bereik van hun boveneinden zijn de bin-30 nenzijden van de uitbouwvleugels 30a, 30b van horizontale, in bovenaanzicht trapeziumvormige metaalplaten 42a, 42b voorzien, die aan hun binnenkanten telkens met twee, met hun open zijde naar elkaar toe gerichte U-profielen 25a, 25b verbonden zijn, die tegen elkaar 35 liggend volgens fig. 3 een in dwarsdoorsnede rechthoekig overgangskanaal 26 vormen, dat met gasopvangkanalen 27', resp. 28' boven de cokesgeleiding 11 benevens in de afzuigkap 14 in ëén lijn ligt. Door het zeer ver in de afzuigkap reikende kanaal 28' is een goede afzuiging 8000532 - 4 - van de in de cokeskoekgeleiding naar boven ontwijkende afvalgassen mogelijk.

Elk telescopisch stangenstelsel 32a, 32b bestaat uit een buis 33, die bij 34 met zijn ene einde scharnier-5 baar aan telkens êén van de zwenkbare uitbouwvleugels 30a, 30b is verbonden en met het buiteneinde van een geleidingsstang 35 telkens draaibaar aan een zwenktap 36 ... - aan de schuifdeur 29a, resp. 29b gehouden is. Het andere einde van de buis 33 is door middel van een beugel 37 met 10 een zwenkhefboom 38 scharnierbaar verbonden, die zodanig aan de zwenktap 36 bevestigd is, dat de uitbouw-vleugel> 30a, 30b in hun normaal ingenomen bedrijfsstand een ten opzichte van de cokeskoek geleiding 11 conisch toelopende scherpe hoek vormen en met verende dichtingsplaten 15 39 afdichtend aanliggen tegen de benen van verticale I-vormige staanders 40 van het de bokeskoekgeleiding steunende gestel (fig. 4). Op dezelfde wijze zijn de van de doortreedopening 27 afgekeerde kopeinden van de schuifdeuren 29a, 29b telkens van een verende dichtings-20 plaat 41 voorzien, die dichtend tegen de buitenzijde van de zijwand 28 van de afzuigkap 14 aanligt.

Door de door de uitbouwvleugels 30a, 30b gevormde uitbouw van de afzuigkap en de verbinding met de de uitbouwvleugels dragende schuifdeuren 20a, 29b 25 is op deze wijze een volledige of nagenoeg volledige afdichting van de afzuigkap ten opzichte van de cokes-koekgeleiding gewaarborgd, zonder dat de deurhefwagen door extra zware inrichtingen belast wordt of een vergroting van zijn dwarsprofiel behoeft te verkrijgen.

30 Tengevolge van de normaal aangebrachte koppe ling van de afzuigkap met de deurhefwagen is ook steeds een onberispelijke uitrichting van de uit de uitbouwvleugels 30a, 30b bestaande uitbouw ten opzichte van de cokeskoekgeleiding van de deurhefmachine gewaarborgd.

35 Alleen voor het uitzonderingsgeval, dat de afzuigkap 14 van de deurhefwagen 10 ontkoppeld moet worden, kunnen door draaiing van de zwenktappen 36 met de hand de uitbouwvleugels 30a, 30b in de in fig. 5 getekende ruststand in het inwendige van de kap-gezwenkt worden, 8000532 * i - 5 - zodat het dwars- of doorrijprofiel van de afzuigkap binnen de lijnen van het doorrijprofiel van de bluswagen resp. van de bluslocomotief van een reeds aanwezige cokesoven kan blijven en ongehinderd kan worden verreden.

5 Zowel in de normale bedrijfsstand als in de slechts bij uitzondering binnen de afzuigkap gezwenkte ruststand wordt de zwenkhefboom 38 bijvoorbeeld door middel van .. ... een niet weergegeven ingrijp^.grendelpen vergrendelde . ...

Bijzondere voordelen biedt de inrichting vol-10 gens de uitvinding in het geval, dat een reeds aanwezige cokesvorminstallatie met een deurhefmachine uitgerust is, waarvan de cokeskoekgeleiding in de langsrichting ond.erdeeld is, waarbij het naar de bluswagen resp. de afzuigkap toegekeerde langsgedeelte in het langsmidden-15 gedeelte en beide helften telkens in een ruststand evenwijdig aan de langsrichting van de deurhefmachine aan de naar de afzuigkap toegekeerde zijde van de deurhefmachine zwenkbaar zijn. In dit geval kunnen de schuifdeuren met de daaraan bevestigde uitbouwvleugels 20 telkens zaver in de richting van de bijbehorende einden van de afzuigkap verschoven worden, dat de langshelft,;n van de in tweeën gedeelde cokeskoekgeleiding binnen de door de uitbouwvleugels begrensde ruimte komen te liggen, wanneer de deur heimachine en de afzuigkap in de rij-25 richting met elkaar gekoppeld en daardoor ten opzichte van elkaar afgesteld zijn.

Volgens fig. 3 zijn de schuifdeuren 29a, 29b met de rollen 44 verrijdbaar langs een op de bovenzijde van de afzuigkap 14 in hun bewegingsrichting lopende 30 rail 43, benevens door één enkele aandrijf richting 45 gemeenschappelijk tussen een geopende en een gesloten stand heen- en weer beweegbaar.

De aandrijfinrichting 45 voor de schuifdeuren is uit twee flexibele trekelementen 46, 47 samengesteld, 35 waarvan het ene einde 46a resp. 47a in het bovenpart in het bereik van de tegenover elkaar liggende kopzijden van de schuifdeuren 29a, 29b bij 48, resp. 49 aan de deur 20a, resp. 29b bevestigd is door middel van span-schroeven 50 en een meenemer 51, resp. 52. De beide 8000532 - 6 - trekelementen 46, resp. 47 zijn telkens in de openings-richting van de pijlen X, resp. Y van de beide deuren 29a, 29b teruggeleid naar telkens een omkeerschijf 53, resp. 54 en om deze omkeerelementen heen in de richtingen 5 tegengesteld aan de pijl X, resp. Y, dus in de sluit- richting van de schuifdeur 29a, 29b teruggebogen. Daarbij wordt het trekelement 46 door een openingen 55 in .. _ (de„meenemer 51 heen gevoerd en met.zijn einde aan een oog 56 van de meenemer 52 van de schuifdeur 29b beves-10 tigd. Omgekeerd wordt hettrekelément 47 om de omkeerschi jf 54 heen door een opening 57 van de meenemer 52 heen en een oog 58 van de meenemer 51 van de schuifdeur 29a bevestigd. Het bovenpart van het trekelement 46 is als ketting uitgevoerd, die met een lengte om de 15 omkeerschijf 53 heen in het onderpart gevoerd is, die ongeveer met de sluit- resp'. openingsweg van de schuifdeuren met 29a, 29b overeenkomt. Overigens is het onderpart van het trekelement 46 evenals het gehele trekelement 47 door draadkabels gevormd.

20 De omkeerschijf 53 is als kettingaandrijfwiel uitgevoerd, dat op een uitgangsas 59 van een transmis-siedrijfwerk 60 bevestigd is, waarvan de ingangsas 61 een zwenkhefboom 62 draagt, waarvan het vrije einde scharnierbaar met de zuigerstang 63 om een hydraulische 25 stelcilinder verbonden is, die aan de bovenzijde van de afzuigkap 14 bevestigd is.

Volgens fig. 1 is de verzamelleiding 17 op een steungestel 70 gesteund, dat boven een cokeshelling 71 aangebracht,is, die aan de van de cokesovenbatterij 30 afgekeerde zijde van de rijbaan voor de transportwagen 13 aangebacht is. Een rijgestel 72 van de afzuigkap 14 is met loopwielen 73 op een rail 74 van het steungestel 70 gesteund en langs een van de ovenbatterij afgekeerde rail 75, die aan de rail 74 grenst, en verder langs een 35 op een afstand naar onder liggende, naar de ovenbatterij toegekeerde rail 76 telkens met behulp van om verticale assen draaibare geleidingsrollen 77 zijdelings geleid.

a Λ a - - ^ Conclusies.

8000532

Claims (8)

1. Inrichting voor het opvangen, afzuigen en reinigen van aan de cokeszijde van een cokesovenbatterij met horizontale kamers optredende afvalgassen, bestaande uit een evenwijdig aan de ovenbatterij beweegbare deur-5 hefmachine met een ten opzichte van deze relatief beweeg-... bare. cokeskoekgeleiding.en een daarboven aangebracht .. gasopvangkanaal, een evenwijdig aan de ovenbatterij beweegbare transportwagen voor de uit een ovenkamer gestoten gloeiende cokes, een in de rijrichting van de 10 transportwagen beweegbare, over deze grijpende en met de deurhefmachine koppelbare, op het gasopvangkanaal aangesloten benevens in een zijwand van een doortreed-opening voor de cokeskoek voorziene afzuigkap, die met een gasoverbrenginrichting verbonden is, welke boven 15 een gasverzamelleiding beweegbaar is, benevens van een aflichtinrichting voor een een zich in de langsrichting uitstrekkende opening van de gasverzamelleiding afdekkende elastische band is voorzien, met h et kenmerk, dat aan beide zijden van de doortreedopening 20 (27) in de zijwand (28) van de afzuigkap (14) schuif deuren (29a, 29b) evenwijdig aan de zijwand (28) beweegbaar aangebracht zijn en telkens met een vleugel (30a, 30b) van een uitbouw van de afzuigkap (14) verbonden zijn, door welke de afzuigkap ten opzichte van de 25 cokeskoekgeleiding (11) afdichtbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de uitbouwvleugel (30a, 30b) zwenkbaar met de schuifdeuren (29a, 29b) van de afzuigkap (14) verbonden zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m et h et ken merk, dat de binnenzijden van de uitbouwvleu-gels (30a, 30b) in het bereik van hun boveneinden twee met hun open zijden naar elkaar gerichte ü-profielen (25a, 25b) üaebben, die in hun met de beeneinden tegen 35 elkaar liggende bedrijfsstand een in dwarsdoorsnede 3000532 - 8 - rechthoekig overgangskanaal (26) vormen, dat met het gasopvangkanaal boven de cokeskoek-geleiding 0-1) benevens in de afzuigkap (14) in één lijn ligt.

4. Inrichting volgens een der voorgaande con- 5 clusies, met het kenmerk, dat de beide schuifdeuren (29a, 29b) met de schamierenddaaraan bevestigde uitbouwvleugels (30a, 30b) bovendien door ‘telkens'een zwehkinrichting (32a, 32b) scharnierbaar verbonden zijn. 10

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat ieder zwenkinrichting (32a, 32b) uit een buis bestaat, die met zijn ene einde scharnierbaar met de uitbouwvleugel (30a, 30b) verbonden is en ^ waarin een geleidingsstang (35) geleid is, waarvan het buiteneinde telkens aan een zwenktap (36) aan de schuifdeur (29a, 29b) relatief draaibaar gehouden is, waarbij het andere einde van de buis (33) door middel van beugels (37) met een zwenkhefboom (38) scharnierbaar verbonden 2Q is, die aan de zwenktap (36) bevestigd is, en zodanig, dat de uitbouwvleugels (30a, 30b) in hun bedrijfsstand een conisch ten opzichte van de cokeskoekgeleiding (11) toelopende scherpe hoek vormen en in hun ruststand in het inwendige van de afzuigkap gezwenkt zijn. 25

6. Inrichting volgens éen der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schuifdeuren (I9a,29b) op een op de bovenzijde van de afzuigkap (14) in de bewegingsrichting daarvan lopende rail (43) met rollen (44) verrijdbaar benevens door één enkele aandrijfin-30 richting (45) gemeenschappelijk tussen een open en een gesloten stand heen en weer beweegbaar zijn.

7. Inrichting volgens conclusie 6, ra e t het kenmerk, dat aan de aandrijfinrichting (45) voor de 35 schuifdeuren (29a,29b) twee flexibele trekelementen (46,47) toegevoegd zijn, waarvan het ene einde in het bovenpart in het bereik van de tegenover elkaar liggende kopzijden van de schuifdeuren (bij 48,49) bevestigd benevens in de ope- 8000532 - 9 - ningsrichting (X,Y) van de bijbehorende deur (29a,29b) teruggevoerd en om een draaibaar aan de afzuigkap (14) gelegerde omkeerschi j.f (53,54) in de sluitrichting van de bijbehorende deur (29a,29b) omgebogen benevens aan 5 het kopeinde van de tegenover liggende deur bevestigd is.

8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat het ene flexibele trekelement (46) over • een aan de slag van de schuifdeuren. (29a,29b) aangepaste- - · ^0 lengte als ketting uitgevoerd is, waarbij de bijbehorende omkeerschijf (53) als kettingaandrijfwiel uitgevoerd is, dat op de uitgangsas (59) van een transmissiedrijfwerk (60) bevestigd is, waarvan de ingangsas (61) een wenkhef-boom (62) draagt, waarvan het vrije einde scharnierbaar verbonden is met de zuigerstang (63) van een hydraulische stelcilinder (64) , die aan de bovenzijde van de afzuigkap (14) bevestigd is. ! * 8000532