NL8000201A

NL8000201A - Werkwijze voor het verwijderen van anorganisch neerslag op contactlenzen en werkwijze voor het bereiden van een hierbij te gebruiken oplossing.

Info

Publication number: NL8000201A
Application number: NL8000201A
Authority: NL
Original assignee: Allergan Pharma
Priority date: 1979-01-15
Filing date: 1980-01-12
Publication date: 1980-07-17
Also published as: DE3000742C2; AU533669B2; IT8019122A0; IE49362B1; DE3000742A1; MX154425A; ZA8054B; AU5456280A; FR2446499B1; SE447030B; CA1136841A; GB2040492A; JPH0337165B2; ES487679A0; IE800070L; NZ192499A; IT1129653B; GB2040492B; SE8000157L; BR8000199A

Description

-1- 21107/Vk/as

Aanvrager: Allergan Pharmaceuticals, Inc., Irvine, Californië, Verenigde

Staten van Amerika.

Korte aanduiding: Werkwijze voor het verwijderen van anorganisch neerslag op contactlenzen en werkwijze voor het bereiden van een hierbij te gebruiken oplossing.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van anorganisch neerslag op contactlenzen en het voorkomen van vorming van anorganisch neerslag op lenzen, door de contactlenzen onder te dompelen in een waterige oplossing. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een hierbij te gebruiken waterige oplossing.

Zachte contactlenzen kunnen worden verdeeld in twee hoofdcata-gorieën, namelijk hydrofiele en hydrofobe lenzen. Hydrofobe contactlenzen 1-* worden gewoonlijk gebaseerd op elastische en flexibele silicon- rubbers (polysiloxaan) en zijn in het algemeen vervaardigd uit verknoopt dimethyl" I polysiloxaan.

Een voorbeeld van een werkwijze voor het vervaardigen van een silicon, contactlens is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 20 3.228.741, dat hierbij als inglast moet worden beschouwd en bestaat uit de vorming van een mengsel Van een geschikte polymerisatie katalisator tot 40% van een siliciumoxyde Vulmiddelen het silicon polymeer. Dit mengsel wordt vervolgens gevormd en gehard door het te verwarmen zodat de verknoping plaats heeft van het polysiloxaan, om een uiteindelijke heldere o e lens te verkrijgen. Een toenemende vraag naar flexibele sylicon. rubber lenzen heeft de noodzakelijkheid teweeg gebracht naar een reinigingsmiddel dat gebruikt kan worden om dergelijke lenzen op effektieve wijze te reinigen.

Hydrofiele zachte contactlenzen zijn gehydrateerde gelïenzen J die vervaardigd kunnen worden door het copolymeriseren van hydrofiele organische monomeren met een olefinische dubbele binding en een kleine hoeveelheid van een verknopingsmiddel dat gewoonlijk twee polymeriseerbare olefinische dubbele bindingen bevat. Deze lenzen zijn gewoonlijk gebaseerd op polygehydroxyleerde alkyl methaerylaten en bevatten een polygehydroxy-

O C

"5·> leerd alkyPmethacrylaat zoals polyhydroxyethylmethacrylaat, dat hiermee is verknoopt, bijvoorbeeld een hydroxyethyLlimethacrylaat.

Een van de problemen samenhangende met deze type lenzen is de vorming over een bepaalde periode van onoplosbaar anorganisch neerslag op 0000201 >

J

-2- 21107/Vk/as de lenzen. Deze neerslagen bestaan waarschijnlijk hoofdzakelijk uit calci-uraverbindingen zoals calciumfosfaat. en calciumcarbonaat, maar kunnen ook andere anorganische stoffen bevatten en hiermee samenhangende organische stoffen zoals eiwitten. De aanwezigheid van deze onoplosbare anorganische 5 neerslagen is er gewoonlijk de oorzaak van dat de lens niet wordt verdragen en verlaagt het gezichtsvermogen.

Uit de gedane onderzoekingen is een werkwijze en samenstelling gebleken voor het behandelen van contactlenzen met name silicon en hydrofiele kunststof contactlenzen waarbij het anorganisch neerslag kan worden 10 verwijderd en waarbij het voorkomen kan worden dat anorganisch neerslag gevormd wordt op de lenzen.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt dat de waterige oplossing een effektieve hoeveelheid bevat van een sequester-middel, gekozen uit een groep bestaande uit polymetafosfaat, gluconzuur 15 en zouten hiervan en gedurende een voldoende lange tijd wordt ondergedompeld om anorganisch neerslag te verwijderen en om te voorkomen dat anorganisch neerslag wordt gevormd op de lens.

De samenstelling bevat een voorbehandelde zoutoplossing met ongeveer 0,01 tot ongeveer 20 gewichtsprocent van een sequestermiddel gekozen 20 uit een groep bestaande uit polymetafosfaat, gluconzuur en zouten hiervan. De samenstelling kan verder nog een middel bevatten voor het steriliseren van de lens.

De sequestermiddelen· die gebruikt kunnen worden volgens de uitvinding zijn typische calciumsequestermiddelen zoals bijvoorbeeld poly-25 metafosfaten, gluconzuur en zouten hiervan. Geschikte polymetafosfaten omvatten natriumpolymetafosfaat en bij voorkeur natriumhexametafosfaat. Zouten van gluconzuur die toegepast kunnen worden omvatten anorganische zouten zoals natrium,kalium en calciumzouten, evenals andere zouten zoals bijvoorbeeld calciumboriumgluconaat. De bij voorkeur toegepaste sequester 30 middelen zijn natriumhexametafosfaat. Al de bovenvermelde verbindingen ' zijn bekende verbindingen op dit gebied en zijn in de handel verkrijgbaar en zijn tot nu toe voor industriële procédés toegepast zoals bijvoorbeeld het looien van leer, kleurstoffen, wasmiddelen en produkten voor bewerking van textiel, zachtmakende middelen voor water, middelen om metalen 35 van een deklaag te voorzien,etsmiddel en als hulpstoffen in de fotografie. Daarom is het verrassend dat gebleken is dat een periodieke behandeling van contactlenzen mét een waterige oplossing van deze verbindingen de vorming van anorganisch neerslag op de lenzen voorkomt zonder dat dit 8000201 -3- 21107/Vk/as middel een nadelige invloed heeft op de lens of op het oog van de gebruiker van de lens.

De hoeveelheid sequestermiddel dat toegepast kan worden volgens de 'uitvinding ligt tussen ongeveer 0,01 en ongeveer 20% en bij voorkeur 5 tussen ongeveer 0,1 en ongeveer 5 gewichtsprocent.

De sequestermiddelen kunnen op een aantal wijzen worden bereid om toegepast te worden bij de behandeling zoals hierboven is aangegeven.

Zo kan bijvoorbeeld het sequestermiddel worden toegevoerd in de vorm var een droge eenheidsdosering in de vorm van een tablet, dat opgelost wordt 10 in water voordat het wordt toegepast. Het sequestermiddel kan ook een deel van een gebufferde of niet-gebufferde voorbehandelde of niet-voorbe-handelde steriele isotone zoutoplossing vormen die gebruikt wordt om de lenzen te bewaren. De sequestmiddelen die hier zijn beschreven kunnen ook koude desinfectiesystemen omvatten die desinfecterende middelen en houd-15 baarheidsmiddelen bevatten voor de lens.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende, niet beperkende voorbeelden. De vermeldè delen zijn gewichtsde-len en gew chtsprocenten als niet het tegendeel is vermeld.

/oorbeeld I

20 Een hydrofiele contactlens (Polymacon) die gedurende ongeveer twee jaren is gedragen werd onderzocht en deze bleek een zwaar zichtbaar filmvormig neerslag te bevatten. De lens werd gezuiverd met een enzymatisch reinigingsmiddel gedurende 24 uren waarbij slechts een kleine invloed werd waargenomen. De lens werd vervolgens aseptiech behandeld (ver-25 warmd tot 100°C. gedurende 15 minuten) (twee cycli) in een 20%.oolossing , van natriumhexaraetafosfaat in water. De lens bevatte nog steeds filmvor mig materaal, maar na een verdere behandeling met het enzymatisch zuiveringsmiddel bleek de lens vrij te zijn van filmvormig materiaal. Dit geeft aan dat het neerslag bestond uit zowel anorganisch als eiwithoudend 30 materiaal omdat het enzymatische reinigingsmiddel snel (gewoonlijk binnen vier uren) een volledige verwijdering gaf van de eiwithoudende film van de hydrofiele lens.

voorbeeld II

Een hydrofiele door een mens gedragen lens met een anorganische 35 film werd gezuiverd met een enzymatisch reinigingsmiddel voor contactlenzen gedurende 24 uur, Een zware zichtbare film bleef op de lens achter.

De lens werd half doorgesneden en een helft werd aseptisch behandeld door het te verwarmen gedurende 20 minuten bij 80°C. gedurende vier cycli in 3 C 0 0 2 0 1 -4- 21107/Vk/as een waterige oplossing met 0,2% natriumhexametafosfaat, 0,1% boorzuur, 0,01% dinatriumedetaat, 0,85% natriumchloride voorbehandeld met 0,001" thimerosal bij pH 7,4. Nadat de lens nogmaals gedurende drie uur behandeld was met het enzymatische reinigingsmiddel was de lens vrij van zichtbaar 5 neerslag. De andere helft van de lens werd op een vergelijkbare wijze behandeld, behalve dat de aseptorcycli achterwege bleven, waarbij nog een zware anorganische film achterbleef.

voorbeeld III

Een hydrofiele door de mens gedragetf'leris met een anorganische 10 film werd gezuiverd gedurende vier uren met een enzymatisch reinigingsmiddel. Er werd geen verandering in de film waargenomen. Daarna werd het aseptisch behandeld (verwarmd tot 80°C. gedurende 20 minuten) in een waterige oplossing met 0,2% natriumgluconaat, 0,1% boorzuur, 0,01% dinatriumedetaat, 0,85% natriumchloride voorbehandeld met 0,001%\thimerosal bij 15 pH 7,4 (samenstellingnr. 5945X) gedurende 20 minuten en gedurende enkele uren gezuiverd met het enzymatisch· reinigingsmiddel totdat drie van deze cycl i-waren voltooid. Fotomicroscopisch onderzoek werd verricht door microfoto's te nemen van het oppervlak van de lens na het uitvoeren van elke stap waaruit een nagenoeg volledige verwijdering bleek van het zware 20 anorganische neerslag na drie cycli. Er bleven geen zichtbare neerslagen achter.

voorbeeld IV

Hydrofiele contactlenzen werden ondergedompeld in een 1% waterige oplossing van calciumchloride gedurende 30 minuten en vervolgens in een 25 testoplossing bewaard gedurende 23,5 uur. Dit werd gedurende 80 cycli herhaald. Testoplossing 1 was een waterige oplossing met 0,2% polysorbaat 80, 1,92% propyleenglycol, 0,033% alkyltriethanolammoniumchloride, 0,05% natriumbicarbonaat, 0,002% natriumchloride, 0,0023% thimerosal, en testoplossing 2 bevatte dezelfde stoffen plus 0.05% natriumhexametafosfaat.

30 Nader onderzoek van de testlenzen na 80 cycli gaf aan dat het calciumcarbonaatneerslag op de lenzen, behandeld met testoplossing 1 aanwezig was. Er werd geen neerslag van calciumcarbonaat waargenomen op de lenzen behandeld met testoplossing 2, waaruit bleek dat het toevoegen van natriumhexametafosfaat de vorming van het onoplosbare calciumzout voor-35 kwam op hydrofiele contactlenzen.

8Q 0 0 2 0 1 -CONCLUSIES-

Claims

1. Werkwijze voor het verwijderen van anorganisch neerglag op contactlenzen en het voorkomen van de vorming van anorganisch neerslag op 5 lenzen door de contactlenzen onder te dompelen in een waterige oplossing, met het kenmerk, dat de waterige oplossing een effectieve hoeveelheid bevat van een sequestmiddel; gekozen uit een.eroep bestaande uit polymetafos-faat, gluconzuur en zouten hiervan, gedurende een voldoende lange tijd wordt ondergedompeld om anorganisctuneerslag te verwijderen en om te voor-10 komen dat anorganisch neerslag wordt afgezet op de lens.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de contactlens gekozen wordt uit een groep bestaande uit sillicon contactlenzen en een hydrofiele zachte contactlens.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een ef- U 15 fectieve hoeveelheid sequestermiddel varieert van 0,01 tot ongeveer 20 i gewichtsprocent.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de effectieve hoeveelheid sequestermiddel varieert van ongeveer 0,1 tot ongeveer 1 gewichtsprocent.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wate rige oplossing een voorbehandelde zoutoplossing is.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de waterige oplossing verder een middel bevat voor het steriliseren van de lens.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het se-25 questermiddel natriumhexaraetafosfaat is.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het sequestermiddel een zout is van gluconzuur gekozen uit de groep bestaande uit natrium, kalium en calcium.

9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het se-30 questermiddel calciumboriumgluconaat is.

10. Werkwijze voor het prophylactisch behandelen van contactlenzen om de vorming van anorganisch neerslag op de lens te voorkomen, met het kenmerk, dat periodiek een contactlens in contact wordt gebracht met een waterige oplossing die een een effectieve hoeveelheid bevat van een 35 sequestermiddel, gekozen uit een groep bestaande uit polyraetafosfaat, gluconzuur en zouten hiervan gedurende een periode die voldoende lang is om de vorming van anorganisch neerslag op de lens te voorkomen.

11. Werkwijze voor het behandelen van contactlenzen om anorga- 3000201 .Ji -6- 21107/Was nisch neerslag te verwijderen en om de vorming van anorganisch neerslag op de lens te voorkomen, met het kenmerk, dat een waterige oplossing bereid wordt door water te mengen met een vaste eenheidsdoseringsvorm van een sequestermiddel, gekozen uit een groep bestaande uit polymetafosfaat, 5 gluconzuur en zouten hiervan en de contactlens met anorganisch neerslag in contact wordt gebracht met de verkregen waterige oplossing gedurende een voldoende lange tijd om het anorganisch neerslag op de lens te verwijderen.

12. Middel bestaande uit een voorbehandelde zoutoplossing met 10 het kenmerk, dat dit middel ongeveer 0,01 tot ongeveer 20 gewichtsprocent bevat van een sequestermiddel gekozen uit de groep bestaande uit een polymetafosfaat, gluconzuur en zouten hiervan.

13. Samenstelling volgens «onclusie 12, met het kenmerk, dat het sequestermiddel n atriumhexametafosfaat is.

14. Samenstelling volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het middel ook een sterilisatiemiddel voor lenzen bevat. 3000201