NL8000050A - Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van verbindingsdelen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van verbindingsdelen. Download PDF

Info

Publication number
NL8000050A
NL8000050A NL8000050A NL8000050A NL8000050A NL 8000050 A NL8000050 A NL 8000050A NL 8000050 A NL8000050 A NL 8000050A NL 8000050 A NL8000050 A NL 8000050A NL 8000050 A NL8000050 A NL 8000050A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ribbon
parts
connecting parts
cut
actuator
Prior art date
Application number
NL8000050A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sato Gosei Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sato Gosei Co Ltd filed Critical Sato Gosei Co Ltd
Publication of NL8000050A publication Critical patent/NL8000050A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65CLABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
    • B65C7/00Affixing tags
    • B65C7/003Affixing tags using paddle-shaped plastic pins
    • B65C7/005Portable tools
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49789Obtaining plural product pieces from unitary workpiece
    • Y10T29/49798Dividing sequentially from leading end, e.g., by cutting or breaking
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • Y10T29/49828Progressively advancing of work assembly station or assembled portion of work
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • Y10T29/49838Assembling or joining by stringing
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • Y10T29/49863Assembling or joining with prestressing of part
    • Y10T29/4987Elastic joining of parts
    • Y10T29/49872Confining elastic part in socket
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/53Means to assemble or disassemble
    • Y10T29/53696Means to string

Landscapes

  • Labeling Devices (AREA)

Description

*> % Vi
Reg.nr. 113.821/vD
Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van verbindingsdelen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het bevestigen van een verbindingsdeel, zoals een etikettenspeld, die wordt gebruikt voor het verbinden van twee delen, zoals een etiket en een kledingstuk. Meer in het bijzonder heeft 5 de uitvinding betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het bevestigen van een verbindingsdeel door het eerst een voor een lossnijden van een aantal verbindingsdelen, uit één stuk in groepen gevormd van een kunststof, waarbij elke groen eer. aantal onderling evenwijdig aangebrachte verbindingsdelen heeft, en het vervolgens bevestigen van een losgesneden verbindingsdeel aan een voorwerp, waarbij de verbetering ligt in het feit, dat de verbindingsdelen nauwkeurig opeenvolgend naar de lossnijstand worden gevoerd zelfs wanneer de verbindingsdelen in de groep volgens een onregelmatige onderlinge afstand zijn verbonden.
15 Recentelijk worden verbindingsdelen 1, gemaakt van kunst stof, zoals is weergegeven in fig. 2, gebruikt voor het verbinden van twee delen, zoals een etiket en een kledingstuk. Elk der verbindingsdelen heeft een draadgedeeite 1c, aan het ene einde waarvan een kopgedeelte 1a is verbonden, en aan het andere einde een dwarsstaaf-20 gedeelte 1b. De verbindingsdelen zijn uit één stuk gevormd in de gedaante van een lint of groep 3, waarbij de verbindingsdelen zijn verbonden met een gemeenschappelijke verbindingsstand 2 door bijbe-,ge , , .
horende verbindings'deelten 1d. Bij gebruik van de verbindingsdelen, wordt het lint 3 in een bevestigir.gsinrichting geplaatst, welke in- 25 richting de verbindingsdelen een voor een opeenvolgend kan lossnijden 80 0 0 0 50 Λ έ van het lint 3 en een lesgesneden verbindingsdeel 1 kan bevestigen aan twee delen» zoals een etiket en een kledingstuk voor het zodoende met elkaar verbinden van deze delen.
Veelal wordt ondervonden, dat aangezien het draadgedeelte 5 1c vrij buigbaar is, de verbindingsdelen van een gemeenschappelijk lint 3 hinderlijk in elkaar verstrengeld raken indien de onderlinge afstand P van de opeenvolgende verbindingsdelen te groot is. Wanneer een aantal linten 3 met verbindingsdelen is opgenomen in een doos en dergelijke, kunnen ook de linten 3 gemakkelijk in elkaar verstren-10 geld raken en het bevestigen belemmeren.
Deze moeilijkheden zijn echter overwonnen door het verkleinen van de onderlinge afstand P van de verbindingsdelen tot een afmeting, die in hoofdzaak gelijk is aan de dikte t van het kopge-deelte van de verbindingsdelen. Derhalve zijn de moeilijkheden, die 15 zijn toe te schrijven aan het in elkaar verward raken van de linten, opgeheven voor het verzekeren van een grote doelmatigheid van het werk. De verkleining van de onderlinge afstand ? van de verbindingsdelen verschaft nog andere voordelen. De afmeting bijvoorbeeld van de vorm voor het vormen van het lint, en dienovereenkomstig de naar 20 de holte voerende baan, wordt verkleind. Bovendien worden de temoe-ratuurvlekken van de vorm verminderd voor het verzekeren van de produktie van een lintverbindingsdeien zonder vlekken. Verder wordt de vormdruk verlaagd als gevolg van het verkleinen van de baan naar de vormholte.
25 In een gebruikelijke bevestig - ingsinrichting voor het bevestigen van de verbindingsdelen,is de uitvoering zodanig, dat het lint 3 van de verbindingsdelen 1 met tussenpozen over elke onderlinge afstand wordt tcegevoerd door middel van een tandwiel met dezelfde steek als de onderlinge afstand ? van de verbindingsdelen.
30 Derhalve kan de gebruikelijke bevestigingsinrichting niet worden gebruikt voor bet lint 3 met verbindingsdelen, die zich op een dergelijke kleine onderlinge afstand bevinden. Een andere moeilijkheid ligt in het feit, dat voor het voorkomen van het falen van de toevoer van verbindingsdelen, nodig is de onderlinge afstand van de 35 verbindingsdelen te verbeteren overeenkomstig de steek van het 80 0 0 0 50 * Λ 3 tandwiel, zodat de holten van de vorm voor het vormen van het lint of de groep 3 net verbindingsdelen, tot een onpraktische grote nauwkeurigheid moeten worden afgewerkt.
Verder kan de gebruikelijke bevestigingsinrichting alleen - een lint met verbindingsdelen opnemen, welk lint speciaal is geproduceerd voor die bevestigingsinrichting, die met een ander lint niet werkzaam kan zijn. Dit is zeer ongemakkelijk vanui-t het gezichtspunt van de gebruiker.
De uitvinding is ontworpen voor het opheffen van de hier-1Q voor beschreven moeilijkheden van de stand van de techniek.
Het is derhalve een doel van de uitvinding een werkwijze en een inrichting te verschaffen, die verbindingsdelen, zoals etikettenspelden, die moeten worden losgesneden, zonder falen kunnen voeren naar een lossnijstand, zelfs wanneer de linten verschillende cnder-15 linge afstanden hebben van de verbindingsdelen.
Hiervoor is overeenkomstig een aspect van de uitvinding een werkwijze verschaft voor het bevestigen van een verbindingsdeel voer het verbinden van twee delen, waarbij de verbindingsdelen een voor een door een bevestigingsinrichting worden losgesneden van 20 een ononderbroken lint of groep met verbindingsdelen, welke uit eer.
stuk zijn gevormd uit kunststof, welke verbindingsdelen, die elk zijn voorzien van een draadgedeelte, van een met een einde van het draad-gedeelte verbonden kopgedeelte en van een met het andere einde van het draadgedeelte verbonden dwarsstaafgedeelte, onderling evenwijdig 2^ zijn verbonden door middel van een verbindingsstang, die zich buiten de dwarsstaven bevindt en loodrecht op de draadgedeelten staat, en een losgesneden verbindingsdeel door de bevestigingsinrichting wordt bevestigd voor het verbinden van de twee delen, welke werkwijze is gekenmerkt, doordat elk verbindingsdeel op de lossnijnlaats onafge-2Q broken en veerkrachtig onder druk staat in de toevcerrichting van het lint met verbindingsdelen gedurende althans een tijd, totdat het losgesneden verbindingsdeel zich aanliggend bevindt tegen een aan-siagorgaan van de lossnijplaats van de bevestigingsinrichting.
Overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding is een 25 inrichting verschaft voor het bevestigen van een verbindingsdeel 80 0 0 0 50 if voor het verbinden van twee delen,welke inrichting de verbindingsdelen een voor een kan lossnijden van een lint of groep net verbindingsdelen, welke uit een stuk zijn gevormd uit kunststof, waarbij een aantal verbindingsdelen, elk voorzien van een draadgedeelte, 5 van een net een einde van het draadgedeelte verbonden kopgedeelte en van een met het andere einde van het draadgedeelte verbonden dvarsstaafgedeeite, onderling evenwijdig zijn verbonden door middel van een verbindingsstang, die zich buiten het dvarsstaafgedeeite bevindt en loodrecht staat op het draadgedeelte, en de inrichting 10 verder elk losgesneden verbindingsdeel kan bevestigen aan de delen, welke inrichting is gekenmerkt door een aanslagorgaan, dat zich op een lossnijplaats bevindt, vaar de verbindingsdelen een voor een worden losgesneden, en door een aandrijforgaan voor de verbindingsdelen , welk orgaan de verbindingsdelen op de lossnijplaats cnafge-15 broken en veerkrachtig in de toeveerrichting kan drukken van het lint gedurende althans een tijd, totdat eik verbindingsdeel, dao moet worden iosgesneden, zich aanliggend bevindt teger. het aanslae-orgaan.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de 20 tekening, waarin: fig. 1 een vooraanzicht is van de inwendige constructie van de onderhavige verbir.dingsinrichtir.g, fig. 2 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van de onderhavige inrichting, waarbij in het bijzonder het zoevoemechanisme 25 daarvan is getoond, en de fig. 3 en U vooraanzichten zijn van verschillende voorbeelden van het toevoermechanisme.
Onder het eerst verwijzen naar de bevestigingsmrichting voor hen bevestigen van de verbindingsdelen, heeft deze inrichting 20 een hoofdlichaam U, voorzien van een pistoolvormige gedaante, riet hoofdlichaam U is gedeeld in twee helften volgens een halvermgs-lijn van de dikte. Na het monteren van de verschillende mechanismen in een van de helften, zoals weergegeven, wordt de andere helft met de eerste helft gskopoeld voer het bedekken van de daarin gemonteerde 25 mechanismen.
80 0 0 0 50 + Λ 5
Het hoofdlichaam 4 heeft een greep ^a, bij heb voorste gedeelte waarvan een hefboom 5 draaibaar is gemonteerd voor een zwaaibeweging in de richting van de pijl A-B rond een draaias 5a.
Zen bedieningsverbinding 6 kan worden gezwaaid rond een draaias ba c samen met de hefboom 5-
Een veervasthoudorgaan 7 is aangebracht aan de achterwand 4b van de greep van het hoofdlichaam U, waarbij een hefboomterug-stelorgaan 8 aanligt tegen het gedeelte van de bedieningsverbinding 6 beneden de draaias 6a.Een drukschroefveer 9 is aangebracht om iQ werkzaam te zijn tussen het veervasthoudorgaan 7 en het hefboom- terugstelorgaan 3 voor het gewoonlijk in de richting van de pijl A drukken van de bedieningsverbinding o en de hefboom 5.
Asm de andere kant is een leigroef 10 voor het verschuifbaar opnemen en leiden van een stang-aandrijforgaan 11, gevormd in ts. het bovenste gedeelte van het hoofdlichaam 4, welke stroef zich uitstrekt in de richting van de pijl C-D. Het stansraandrijforgaan '1 is werkzaam verbonden met de bedieningsverbinding 6 door eer. pus s en verb inding '2. De uitvoering is zodanig, dat het star.gaar.dri.ji-orgaan 11 in de leigroef' 10 verschuift in de richting van de pijl 20 C-D wanneer de hefboom 5 wordt gezwaaid ir. de richting van de bijl A-B.
Een druks tang 13 voor het drukken tegen het eir.doppervlak van het dwarsstaafgedeelte 1b van de verbindingsdelen, is bevestigd aan het stangaanarijforgaan 11. Een leinaald ‘t, lesmaakbaar vastre-25 zet aan het voorste eindgedeelte van het hoofdlichaam 4, strekt zich uit volgens de verlenging van.de hartlijn van de drukstang 13.
De leinaald 1U is voorzien van een groef lDa, door welke groef het draadgedeelte 1c van de verbindingsdelen kan beweren. Een toevoer-groef 15 voor een lint of groep net verbindingsdelen, is gevormd 30 in het gedeelte van het hoofdlichaam 4'achter de leinaald 14 en strekt zich in hoofdzaak onder een rechte hoek ten opzichte van de hartlijn van de leinaald 14 uit.
Zoals is te zien in fig. 2, is de hoek van teeveergroef lp,welke hoek dichter bij de leinaald 14 ligt, voorzien van een snij-35 orgaan 16, dan het lint met verbindingsdelen kan doorsnijden cp een EDO 0 0 50 /-
D
plaats daarvan tussen het dvarsstaafgedeelte 1b en een verbindings-gedeelte 1d wanneer het dwarsstaafgedeelte 1b van een verbindingsdeel 1 wordt aangedrukt door de drukstang 13. De plaats waar elk verbindingsdeel of etikettensneld 1 wordt losgesneden van het lint 5 3 is vastgesteld voor het doen samenvallen van de lijn, die de hartlijnen verbindt van de leinaald 14 en de drukstang 13, met de hartlijn van het dvarsstaafgedeelte 1b van elk los te snijden verbindingsdeel 1. Voor het op juiste wijze plaatsen van elk verbindingsdeel op deze plaats, is een aanslaguitsteeksel 17 gevormd, dat 10 uitsteekt vanaf het hcofdlichaan 4 voor het opnenen van het dwars-staafgedeelte 1b.
Fig. 2 toont cck een toevce mechanisme 18 voor het toevoeren van een verbindingsdeel 1 aan de iossnijpiaats, waarbij een draagdeel 1? vast is gemonteerd in het hoofdlichaan 4, aan welk Ij deel het achtereindgedeeite is bevestigd van een deel 20, voorzien van een haakvoraig voorste einde 20a. Het deel 20 is aangebracht voor het voorkomen van een onbekeerde beveling van het -in* 3 nee de verbindingsdelen, en wordt gevomd door een bladveer of is genaakt van een kunststof net een boede veer-iracnu. r.et naakvomige 20 voorste eingedeeite 20a van beu deel 20 bevindt zien tegenover de voorzijde van de toevoergroef 15 voer het zodoende aandrukken van het verbindingsdeelte ld van een verbindingsdeel 1.
Verder is een aandrijforgaan 21 voer de verbindingsdelen, welk orgaan dezelfde gedaante heeft als het deel 20, aangeoracnt 25 aan de buitenzijde van het deel 20 voor het voorkomen van net enke-ren van het lint 3. Evenals dit het geval is bij het dee^ 20, wordt dit aandrijf orgaan 21 voor de verbindingsdelen gevomd zoor een olad-veer of is het gemaakt van een kunststof met een goede veerkracnt.
Het voorste eindgedeelte 21a van het aandrijiorgaan 21 xigt tegen-30 over de voorzijde van de toevoergroef 15 voor het zodcenue aandrukken van het verbindingsgedeelte ld van elk vercindingsdeej. net aandrijforgaan 21 is aan het achtereinde daarvan verbonden met eer. beweegbaar toevoerleed 22, dat kan worden gebogen _n de r~cn„mg van de pijl E-F, en wordt daarbij geleid door een groei 23 'var. neg heefa-35 lichaam 4. Gewconlijk wordt het beweegbare tcevoeraeei n -*·. ae 800 DO 50 * .* τ richting van de pijl F gedrukt door middel van een schroefveer 24.
Een schuin nokoppervlak 22a is gevormd aan de onderzijde van het beweegbare toevoerdeel 22. Een ander schuin nokoppervlak 11a is gevormd aan het voorste gedeelte van het aandrijforgaan 5 tegenover het schuine nokoppervlak 22a. De afmeting en gedaante van het schuine nokoopervlak worden bij voorkeur zodanig bepaald, dat de schuine nokoppervlakken Ma,22a tot samenwerking komen voor het drijven van het beweegbare toevoerdeel 22 in de richting van de pijl F op het moment, dat de drukstang 13 het dwarsstaafgedeelte 10 1b van een verbindingsdeel op de lossnijplaats druilt, en het veτο in dings deelt e 1d in aanraking is met het snijorgaan 16, en dat de bevegingsslag van het beweegbare deel 22 althans groter is dan de te verwachten maximum onderlinge afstand ? van de verbindingsdelen.
Zoals is te zien in fig. 2, is ook een half cirkelvormig 15 bedieningsdeel 25 aangebracht tegenover het voorste oppervlak van het vertikale medeelte van het deel 20 voor het voorkomen van hst omkeren van het lint. Wanneer de hefboom 5 van het bedieningsdeel 25 buiten het hoofdlichaam 5 wordt gezwaaid in de richting van de mijl G, valt het deel 20 voor het voorkomen van het onkeren in de 20 richting van de pijl D voor het zodoende losmaken van de voorste eindgedeelten 2Qa,2ia van het deel 20 en het orgaan 21 vanaf het verbindingsdeeite 1d van elk verbindingsdeel van het lint 3.
Thans wordt de wijze besproken waarop elk verbindingsdeel wordt bevestigd aan een voorwerp door de onderhavige inrichting met 25 de beschreven constructie.
Op de eerste plaats wordt een lint 3 met verbindingsdelen 1 in de toevoergrcef 15 geplaatst voor het tot aanligging brengen van het dwarsstaafgedeêlte 1b van een los te snijden verbindingsdeel 1 met het aanslaguitsteeksel 17. Vervolgens wordt de ieinaald 11* 30 gestoken in een aantal op elkaar geplaatste voorwerpen 26,2", zoals is weergegeven in fig. 2. Dan wordt de hefboom 5 gezwaaid in de richting van de pijl 3, zodat het uitsteeksel 5b van de hefboom 5 het onderste einde van de 'oedieningsverbinding 6 in de richting van de pijl B drukt. Derhalve draait de oedieningsverbinding 6 rond 35 de draaias 6a in de richting van de pijl B. Hierdoor wordt het 80 0 0 0 50 8 aandrijforgaan 11 bewogen in de richting van de pijl C door middel van de tussenverbinding 12. De drukstang 13, die door het aandri jf-orgaan 11 wordt gedreven, beweegt in dezelfde richting voor het in aanraking konen net het dwarsstaafgedeelte 1b van een los te snijden 5 verbindingsdeel 1 voor het zodoende tegen het snijorgaan 16 drukken van het verbindingsgedeelte 1d van dit verbindingsdeel.
Op dat moment grijpt het schuine nokoppervlak 11a van het aandrijforgaan 11 het schuine nokoppervlak 22a aan voor het opheffen van het beweegbare toevoerdeel 22 in de richting van de pijl Ξ.
10 Wanneer de drukstang 13 verder wordt bev-ogen in de richting van de pijl C vanuit deze stand, wordt het verbindingsgedeelte 1d van een los te snijden verbindingsdeel 1, doorgesneden door het snij-orgaan 1ó, waarbij het dvarsstaafgedeelte ld in de leinaald 1¾ wordt gedrukt voor het uit de zijde van de voorwerpen 26,27 tegenover de 15 bevestigingsinrichting naar buiten komen daarvan. Het dwarsstafgedeelte 1d van een losgesneden verbindingsdeel 1 wordt dan uit de leinaald 1¼ losgemaakt, zoals is weergegeven door de streep-stinrel-lijnen in fig. 2. Inmiddels beweegt het aandrijforgaan 21 in de richting van de pijl Ξ over het verbindingsdeel*:e ld van het verfcin-20 dingsdeel 1, dat zich neg op de lossnijplaats bevindt, waarbij het deel 20 het lino 3 met verbindingsdelen zodanig vasthoudt, dat dit niet in de omaekeerde richting kan bewegen, dat wil zeggen in de richting van de pijl Ξ.
Na het vastnetten van het verbindingsdeel 1 aan ie vcor-25 werpen 26,27 wordt de hernoem 5 teruggesteld in de richting van de pijl A in fig. 1 door de werking van de drukschroefveer 9. Derhalve worden de drukstang 13 en het aandrijforgaan 11 bewegen in de richting van de pijl D.
Derhalve wordt het beweegbare teeveerdeel 22, dat is orse-30 heven in de richting van de pijl 2 door het schuine nokcpoervlak 11a van het beweegbare deel 11, geleidelijk bewogen in de richting van de pijl F door de werking van de drukschrcefveer 2b. Als gevolg hiervan drukt het aandrijforgaan 21 het verbindingsgedeelte id van het verbindingsdeel 1, dat zich nog buiten de lossnijnlaats bevindt, 35 in de richting van de pijl F.In deze toestand is alleen het verbin- 80 0 0 0 50 9 dingsgsdeelte 1d van het losgesneden verbindingsdeel 1 op de les-snijplaats gelaten, zodat het lint 3 net verbindingsdelen als gehe«i kan bewegen in de richting van de pijl F zonder belemmering te ondervinden van het aanslaguitsteeksel 17. Vervolgens wordt het volgende 5 los te snijden verbindingsdeel 1 stilgezet door het aanslaguitsteeksel en door dit uitsteeksel geplaatst, waarbij het aandrijforgaan 21 en het beweegbare toevoeraeel 22 hun standen in een rusttoestand behouden.
Wanneer een verbindingsdeel 1 wordt gevoerd in de richting 13 van de pijl F door net aandrij forgaan 21 voor het tot aar.iigging brengen van het -dvarsstaafgedeelte 1b tegen het aanslaguitsteeksel 17, kan het dvarsstaafgedeelte 1b schuin staan als gevolg van de in de richting van de pijl F uitgeoefende druk. Een dergelijk schuin staan kan echter worden voorkomen door het aanbrer.gen van nog een 1 3 aanslaguitsteeksel 17a aan de andere helft (niet weergegeven) van het hoofdlichaam h, zoals is weergegeven door een streep-stioreliijn, zodat het dvarsstaafgedeelte 1& altijd on de gemeenschannel! hartlijn kan worden gehouden van de leinaaid 1* en de drukstang '3.
iia de beweging van. het lint 3 met verfoindinssdelen ir. de 2Q richting van de oijl F, wordt het deel 20 voor het voorkomen van het omkeren van het lint 3 eerst naar buiten gestoten doordat het verbindingsgedeelte ld beweegt in de richting van de pijl F, er. dan teruggesteld voor het drukken tegen het verbindingsgedeelte ld.
Omdat het lint 3 met verbindingsdelen or de beschreven 25 wijze wordt toegevoerd, kunnen de verbindingsdelen werden voortbewogen over een afstand, die nauwkeurig gelijk is aan die van de onderlinge afstand van de verbindingsdelen, zelfs wanneer de slag van het aandrij forgaan 21 in de richting van de mijl E eer. aantal malen groter is gekozen dan de onderlinge afstand van de verbir.ainss-33 delen 1, welke delen zich nog buiten de lossnijplaat be-vir.den. Vooropgesteld, dat de onderlinge afstand van de verbindingsdelen 1 ir. het lint 3 gelijk is aan 2 mm, is het meer in het bijzonder mogelijk eer. volgend los te snijder, verbindingsdeel nauwkeurig or· de iossr.ijplaats de plaatsen zelfs wanneer de onderlinge afstand " schommelt in het bereik tussen 1 mm en u mm. Het is derhalve mo-’°li’k 80 0 0 0 10 de verbindingsdelen een voor een los te snijden 'rij een lint set verbindingsdelen set een villeukeurige onderlinge afstand of bij verschillende linten set verbindingsdelen set verschillende onderlinge afstanden daarvan.
5 Het aandrijforgaan 21A en het deel 20A voor het voorkomen van het onkeren van het lint net verbindingsdelen kunnen zijn gevormd om zich uit te strekken in de richting van de pijl C, zoals is veer-gegeven in fig. 3· In dit geval is een draagdeel 19A voer het deel 20A bevestigd aan het hcofdiiehaas -A voor een vrije beweging in de 10 richting van de pijl C-D. Het beweegbaar tcevoerdeei 22a is eveneens aaagebracht aan het draagdeel 19a voor een vrije beweging in de richting van de pijl E-?, waarbij het beweegbare tcevoerdeei 22a inde richting van de oijl F wordt gedrukt door een drukschrcefveer 2^A. Verder zijn het beweegbare toevoerdeel 22a en het stangaan drijf deel 15 11a voorzien van schuine nokopperviakken, zodat de beweging van het aandrijfdeel 11a in de richting van de oijl C een beweging veroorzaakt van het beweegbare toevcerdeel 22A, dat wil zeggen van het aandrijforgaan 21A, in de richting van de oijl F voor het zodoende toevoeren van het lint 3 set verbindingsdelen in de richter-20 van de pijl F door de kracht van de drukschrcefveer 2“A. Voor het loskoppelen van het aandrijforgaan 21A en het deel 2CA voor het voorkomen van het onkeren van het lint 3 set verbindingsdelen, vo’-dt het draagdeel 19A eenvoudig verplaatst in de richting van de pi'l 1
Fig. 4 toont een andere uitvoering van het toevoersechan’ss® 25 voor het toevoeren van het lint 3 set verbindingsdelen. Bij dit mechanisme, zijn het aandrijforgaan 212 en het deel 20B voor het voorkomen van het cmkeren van het lint 3, uit een stuk gevormd voor het als geheel verschaffen van een in hoofdzaak U-vormige gedaante.
Het gedeelte van dit eendelige lichaam, welk gedeelte het deel 20c 30 vormt voor het voorkomen van het omkeren, is bevestigd door siade' van een draagdeel 19B. Het draagdeel 193 is bevestigd aan het hoofdlichaam kB voor een vrije beweging in de richting var. de pijl H-J.
Voor het loskoppelen van het aandrijforgaan 213 en het deel 203 voor het voorkomen van het omkeren, wordt het draagdeel 1pB bewegen in 35 de richting van. da pijl H, waarbij voer het toevoeren van het lint 3 80 0 0 0 50 ·» * 1 1 met verbindingsdelen in de richting van de pijl F, een r.ckgroef 23B, zoals weergegeven, is gevormd in het stangaandrij fdeel ’IA voor het. opnemen van éên einde 31B van een verbinding 303, die draaibaar wordt gedragen door het hoofdlichaaa in een draaipunt 293, Het andere 5 einde van de verbinding 3üB is uitgevoerd voor het in aanraking komen met de binnenzijde van het aandrijforgaan 21B.
Tijdens bedrijf, wordt het aandrijforgaan 213 bewogen naar de stand van de streep-stippellijn, wanneer het stangaandrijf-deel 113 wordt bewogen in de richting van de pijl C. De verbinding 10 30b wordt tevens teruggebracht vanuit de met een getrokken lijn weergegeven stand naar de met een streep-stippellijn weergegeven stand wanneer het stangaandrijfdeel 115 wordt bewegen in de richting van de Pijl D.
Als gevolg hiervan drijft het vrijgemaakte aandrijformaan '5 213 het lint 3 met verbindingsdelen in de richting van de ni v waardoor het deel 203 voor het voorkomen van hen oakeren naar hu-’nen wordt gestoten dankzij de veerkracht daarvan. Dit teeveerre~vbn’sme is voordelig, doordat het aantal onderien aanzienlijk is verkleind.
Zoals is beschreven is het overeenkomstig de uitvinding 20 mogelijk een los te snijden verbindingsdeel vanaf een rlaats buiten de lossnijplaats on juiste wijze toe te voeren aan de lossnM-plaats door het op passende wijze aanspannen en -drukken var. hen verbindingsdeel, dat zich nog buiten de lessnijrlaats bevindt.
Derhalve maken de onderhavige werkwijze en inrichting het 25 mogelijk een lint met verbindingsdelen, die een onregelmatig» onderlinge afstand hebben, te hanteren, evenals linten met verbindingsdelen, voorzien van verschillende onderlinge afstanden van de verbindingsdelen.
Het is duidelijk, dat veranderingen er. verbeteringen 30 kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
8 0 0 0 0 50

Claims (8)

1. Werkwijze voor het "bevestigen van een verbindingsdeel voor het verbinden van twee delen, welke verbindingsdelen een voor een worden losgesneden door een bevestigingsinrichting van een on-onderbroken lint met verbindingsdelen, uit een stuk gevormd van kunststof, waarbij een aantal verbindingsdelen, elk voorzien van een draadgedeelte, van een met één einde van het draadgedeelte verbonden kopgedeelte en van een met het andere einde van het draadgedeelte verbonden dwarsstaafgedeelte, onderling evenwijdig is verbonden door middel van een verbindingsstang, die zich buiten het dwars- 10 staafgedeelte bevindt en loodrecht staat op het draadgedeelte, en elk losgesneden verbindingsdeel door de bevestigingsinrichting wordt bevestigd voor het verbinden van de twee delen, met het kenmerk, dat elk verbindingsdeel op de lossnijplaats ononderbroken en veer-^ krachtig in de toevoerrichting wordt gedrukt van het lint met verbindingsdelen gedurende althans een tijd, totdat een losgesneden verbindingsdeel zich aanliggend bevindt tegen een aanslagorgaan van de lossnijplaats van de bevestigingsinrichting.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk losgesneden verbindingsdeel op ie lossnijplaats ononderbroken en veerkrachtig in de toevoerrichting wordt gedrukt van het lint met verbindingsdelen door middel van een aandrijforgaan, dat kan werden teruggesteld in de toevoerrichting van het lint met verbindingsdelen, gedurende althans een tijd totdat het verbindingsdeel zich aanliggend bevindt tegen een aanslagorgaan van de lossnijplaats.
3. Inrichting voor het bevestigen van een verbindingsdeel voor het verbinden van twee delen, welke inrichting de verbindingsdelen een voor een kan lossnijden van een lint net verbindingsdelen, uit één stuk gevormd van kunststof, waarbij een aantal verbindings- 2q delen, elk voorzien van een draadgedeelte, van een met een einde van het draadgedeelte verbonden kopgedeelte en van een met het andere einde van het draadgedeelte verbonden dwarsstaafgedeelte, onderling evenwijdig is verbonden door middel van een verbindingsstanj?, die zich buiten het dwarsstaafgedeelte bevindt en loodrecht staat op 2^ het draadgedeelte, en de inrichting verder elk losgesneden verbindings- 80 0 0 0 50 4B J* deel kan bevestigen aan de delen,, gekenmerkt door een aanslagor- gaan, dat zich bevindt op de lossni.jplaats, vaar de verbindingsdelen een voor een worden losgesneden, en door aandrijforgaan, dat elk verbindingsdeel op de lossnijplaats onafgebroken en veerkrachtig in 5 de toevoerrichting kan drukken van het lint gedurende althans een tijd, totdat elk los te snijden verbindingsdeel zich aanligger(j bevindt tegen het aanslagorgaan. b. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk | ^ het aandrijf orgaan is bevestigd aan een toevoerdeel, vaarvar. és*, 10 einde zich tegenover de voorzijde bevindt van een toevoergro** , "A /oor de verbindingsdelen, en het andere einde verschuifbaar is cï.t0. in een groef in het hoofdlichaam, en door een veer, die vsrkzae;n · tussen het toevoerdeel en het hoofdlichaam, onder scanning _ oiaatst voor het terugstellen daarvan in de toevoerrichting , 15 lint met verbindingsdelen.
5· Inrichting volgens conclusie 3 of gekenmerkt docr een deel voor het voorkomen van een omgekeerde bewering var. lint met verbindingsdelen, welk deel is aangebracht aan het aar· orgaan. 2q 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk h»t aandrij for gaan voor het aangrijpen van het lint en het d·*»·' • . . ""*· 7ter het voorkomen van de omgekeerde bevegir.g var. het lint, zijn gevoegd voor het vormen van een L-vormig saner.stei.
7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk. s * '‘•H.X 25 het aandrij forgaan en het deel voor het voorkomen van de omgek5a^ beweging uit een stuk zijn gevormd tot een U-vorr.ige gedaante ' “ ' * ' Sarb-· ; het deel voor het voorkomen van een omgekeerde bevegir.g van het lint is bevestigd aan een draagdeel, en het aandrij fcr.raan on s„ nee·*· kan vorden gewogen door middel van een verbinding, die - " ‘•''Uajj. 30 is verbonden met een hefboom. b. Inrichting volgens een der conclusie 5-7, met _hp^r_^ dat het aandrij f orgaan, dat het lint aangrijpt,en het deel veer voorkomen van de omgekeerde beweging van het lint, als een aSr^, . “ ' *'1·-J-lcro bladveer zijn uitgevoerd.
9. Inrichting volgens een der conclusie 5-7, met ~nl-tjra^ 80 0 0 0 50 dat het aandrijforgaan voor het aangrijpen van het lint, is genaakt van veerkrachtige kunststof.
10. Werkwijze in hoofdsaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven.
11. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 80 0 0 0 50
NL8000050A 1979-09-26 1980-01-04 Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van verbindingsdelen. NL8000050A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP12345579 1979-09-26
JP54123455A JPS5929489B2 (ja) 1979-09-26 1979-09-26 係止片の取り付け方法及び装置

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000050A true NL8000050A (nl) 1981-03-30

Family

ID=14861029

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000050A NL8000050A (nl) 1979-09-26 1980-01-04 Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van verbindingsdelen.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4310962A (nl)
JP (1) JPS5929489B2 (nl)
DE (1) DE3003144A1 (nl)
FR (1) FR2465566A1 (nl)
GB (1) GB2058857B (nl)
IT (1) IT1126896B (nl)
NL (1) NL8000050A (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6031697B2 (ja) * 1980-09-01 1985-07-24 株式会社サト−ゴ−セ− 係止片取付機
JPS5777428A (en) * 1980-10-24 1982-05-14 Japan Banok Shokai Kk Mounting device for connecting piece
JPS57104542A (en) * 1980-12-16 1982-06-29 Japan Banok Shokai Kk Device for mounting connecting piece
JPS57104547A (en) * 1980-12-19 1982-06-29 Japan Banok Shokai Kk Device for mounting connecting piece
JPS57114433A (en) * 1980-12-30 1982-07-16 Japan Banok Shokai Kk Method and apparatus for feeding connecting piece
JPS57142835A (en) * 1981-02-20 1982-09-03 Japan Banok Shokai Kk Device for mounting connecting piece
JPS57142833A (en) * 1981-02-20 1982-09-03 Japan Banok Shokai Kk Device for mounting connecting piece
JPS57142834A (en) * 1981-02-20 1982-09-03 Japan Banok Shokai Kk Device for mounting connecting piece
JPS57175542A (en) * 1981-04-21 1982-10-28 Japan Banok Shokai Kk Device for mounting connecting piece
DE3204091A1 (de) * 1982-02-06 1983-08-18 Japan Bano'k Co., Ltd., Tokyo Vorrichtung zum anbringen einer befestigungseinrichtung
US4465217A (en) * 1982-04-01 1984-08-14 Japan Bano'k Co., Ltd. Fastener feeding method and mechanism
US4511073A (en) * 1982-07-23 1985-04-16 Japan Bano'k Co., Ltd. Fastener dispensing device
US4610384A (en) * 1983-11-18 1986-09-09 Monarch Marking Systems, Inc. Tag dispensing and attaching apparatus
JPS61148991U (nl) * 1985-03-07 1986-09-13
US4651913A (en) * 1985-06-14 1987-03-24 Dennison Manufacturing Company Variable pitch feed of fasteners
JPS6324492U (nl) * 1986-07-31 1988-02-18
JPS63281940A (ja) * 1987-05-11 1988-11-18 Sato Gooc:Kk 係止片取付機
JPS6396021A (ja) * 1987-07-31 1988-04-26 株式会社 トスカ 取付部片集合体
US5074452A (en) * 1990-12-21 1991-12-24 Dennison Manufacturing Company Variable pitch feed of fasteners
US5339954A (en) * 1993-01-29 1994-08-23 Steven Kunreuther Clip of attachments
JP2564240B2 (ja) * 1993-03-09 1996-12-18 株式会社トスカ 係止片取付機
JP2006160367A (ja) * 2004-11-12 2006-06-22 Kotecs Co Ltd 係止片取付装置のアタッチメント
JP3112848U (ja) * 2005-05-26 2005-08-25 株式会社三洋製作所 係止部材取付装置

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES379098A1 (es) * 1970-02-04 1972-09-01 Lozio Battista & Figli Dispositivo para aplicar etiquetas a un cuerpo de soporte, como, por ejemplo,un tejido.
US3659769A (en) * 1970-04-17 1972-05-02 Dennison Mfg Co Fastener attachment systems
US3650451A (en) * 1970-09-30 1972-03-21 Monarch Marking Systems Inc Tag attacher
US3759435A (en) * 1971-08-05 1973-09-18 Dennison Mfg Co Apparatus for dispensing fasteners
US3977050A (en) * 1974-04-19 1976-08-31 Monarch Marking Systems, Inc. Fastener assembly
JPS5239703B2 (nl) * 1974-11-01 1977-10-06
US4049179A (en) * 1976-05-11 1977-09-20 Monarch Marking Systems, Inc. Tag attaching apparatus
US4187970A (en) * 1976-06-24 1980-02-12 Japan Bano'k Co., Ltd. Apparatus for attaching tag pin

Also Published As

Publication number Publication date
US4310962A (en) 1982-01-19
GB2058857A (en) 1981-04-15
FR2465566B1 (nl) 1985-04-05
IT1126896B (it) 1986-05-21
GB2058857B (en) 1983-07-06
JPS5929489B2 (ja) 1984-07-20
IT8047702A0 (it) 1980-01-25
JPS5648939A (en) 1981-05-02
FR2465566A1 (fr) 1981-03-27
DE3003144A1 (de) 1981-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000050A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van verbindingsdelen.
US20060226588A1 (en) Quick release bar clamp
US5516024A (en) Stapling head for a stapling machine
US6571988B2 (en) Article release mechanism for a vending machine
AU672642B2 (en) Tag attacher
GB2102348A (en) Apparatus for locking fasteners
JP4809994B2 (ja) ループピン結合装置
US4402446A (en) Tag-pin attaching apparatus
CN113858560B (zh) 脱模结构和模具装置
US4461417A (en) Tag attacher
CA1167680A (en) Tag attaching device
JPH0126935B2 (nl)
US6527030B2 (en) Sealing implement
US3940841A (en) Clipper apparatus for attaching material to a broomstick or the like
US4535926A (en) Fastener dispensing device
CA1234714A (en) Tag-pin dispensing machine
JPH021733B2 (nl)
EP2222435B1 (en) Feed mechanism for a machine
CN106470536B (zh) 滑轨总成及其托架装置
US1628848A (en) Means for stapling tags to articles
US11324197B2 (en) Animal tag applicator
DE69023136T2 (de) Gruppe von Befestigungselementen und Vorrichtung zu deren Anbringung.
US803988A (en) Bending-machine.
JPH0145192B2 (nl)
CN211683313U (zh) 模具斜顶机构和具有其的模具

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed