NL7920033A - Relatief tijdintervalmeetinstrument. - Google Patents

Relatief tijdintervalmeetinstrument. Download PDF

Info

Publication number
NL7920033A
NL7920033A NL7920033A NL7920033A NL7920033A NL 7920033 A NL7920033 A NL 7920033A NL 7920033 A NL7920033 A NL 7920033A NL 7920033 A NL7920033 A NL 7920033A NL 7920033 A NL7920033 A NL 7920033A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
time
key
memory
memories
relative
Prior art date
Application number
NL7920033A
Other languages
English (en)
Other versions
NL189481C (nl
NL189481B (nl
Original Assignee
Akigoro Inoue
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Akigoro Inoue filed Critical Akigoro Inoue
Publication of NL7920033A publication Critical patent/NL7920033A/nl
Publication of NL189481B publication Critical patent/NL189481B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL189481C publication Critical patent/NL189481C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G04HOROLOGY
    • G04GELECTRONIC TIME-PIECES
    • G04G99/00Subject matter not provided for in other groups of this subclass
    • G04G99/006Electronic time-pieces using a microcomputer, e.g. for multi-function clocks
    • GPHYSICS
    • G04HOROLOGY
    • G04FTIME-INTERVAL MEASURING
    • G04F10/00Apparatus for measuring unknown time intervals by electric means
    • GPHYSICS
    • G04HOROLOGY
    • G04FTIME-INTERVAL MEASURING
    • G04F10/00Apparatus for measuring unknown time intervals by electric means
    • G04F10/04Apparatus for measuring unknown time intervals by electric means by counting pulses or half-cycles of an ac
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07CTIME OR ATTENDANCE REGISTERS; REGISTERING OR INDICATING THE WORKING OF MACHINES; GENERATING RANDOM NUMBERS; VOTING OR LOTTERY APPARATUS; ARRANGEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS FOR CHECKING NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • G07C1/00Registering, indicating or recording the time of events or elapsed time, e.g. time-recorders for work people
    • G07C1/22Registering, indicating or recording the time of events or elapsed time, e.g. time-recorders for work people in connection with sports or games
    • G07C1/24Race time-recorders

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Measurement Of Unknown Time Intervals (AREA)
  • Time Recorders, Dirve Recorders, Access Control (AREA)
  • Measuring And Recording Apparatus For Diagnosis (AREA)
  • Calculators And Similar Devices (AREA)
  • Valve Device For Special Equipments (AREA)

Description

ΪΓ.Ο. 28.919
Relatief tijdintervalmeetinstrument Technisch gebied
Deze uitvinding heeft betrekking op een relatief tijdintervalmeetinstrument dat in staat is om tegelijkertijd een aantal tijdintervallen te meten en weergaven te verschaffen van de verschillen 5 tussen bijvoorbeeld het kortste gemeten tijdinterval en de anderen en hun opeenvolging.
Stand der techniek
Voor het meten van de tijd van elk van de deelnemers, die allen tezamen starten maar afzonderlijk het doel bereiken is bijvoorbeeld 10 in zekere mate gebruik gemaakt van stophorloges. Omdat het stop-horloge door de mens wordt bediend en met beide handen slechts twee stophorloges kunnen worden gehanteerd zijn er, in het geval er drie of meer deelnemers zijn twee of meer tijdwaarnemers nodig.
Verder kunnen, in het geval dat, voordat de meting van een 15 gebeurtenis is beëindigd, de meting van de andere gebeurtenis start, dat wil zeggen in het geval dat metingen van vele gebeurtenissen na elkaar aanvangen, slechts twee gebeurtenissen door één persoon gebruikmakend van stophorloges worden gemeten.
Het is in sommige gevallen belangrijk om veel deelnemers te 20 klokken en te kijken hoeveel verschil er bestaat tussen de minimum-tijd en de andere tijden. Het was in het verleden noodzakelijk om deze verschillen met de hand uit te rekenen.
Als een conventioneel stophorloge na een meting opnieuw moet worden gebruikt dan gaat de voorgaande gemeten waarde verloren; deze 25 moet derhalve op papier of iets dergelijks worden geregistreerd.
De uitvinding heeft nu ten doel een relatieftijdintervalmeetin-strument te verschaffen dat in staat is een aantal tijden tegelijkertijd met één instrument te meten, weer te geven in de vorm van ver-schilhoeveelheden tussen bijvoorbeeld de kortste gemeten tijd en ook 50 van de anderen, en de volgorde ervan weer te geven, en verder in staat is een gemeten tijd weer te geven en na weergave van andere gemeten tijden de voorafgaande weer te geven, dat wil zeggen een relatief tijdintervalmeetinstrument, dat als functie heeft het meten van een aantal tijden en als functie heeft het berekenen van 55 de gemeten waarden.
In het volgende zal het relatief tijdintervalmeetinstrument volgens de uitvinding aan de hand van de figuren worden beschreven.
7920033 2
Beschrijving van de uitvinding
Volgens de uitvinding wordt voorzien in een aantal toetsen, een relatieve verschiltoets, tijdgeheugens corresponderend met nummertoetsen zijn bestemd voor het individueel uitvoeren van een 5 teloperatie in het tijdinterval vanaf een start naar een stop en een weergeefeenheid. Bij het indrukken van één van de nummertoetsen wordt het bijbehorende tijdgeheugen gestart voor het uitvoeren van zijn teloperatie en wanneer de nummertoets opnieuw wordt ingedrukt dan wordt de operatie van het corresponderende tijdgeheugen gestopt. 10 Bij het indrukken van de relatieve verschiltoets wordt de maximum (of minimum)waarde geselecteerd van de tellerinhouden van de tijdgeheugens en wanneer de relatieve verschiltoets vervolgens wordt ingedrukt dan wordt het verschil tussen de bovengenoemde geselecteerde waarde en elk van de andere tellerinhouden in afnemende (of 15 oplopende) volgorde berekend bij elke indrukking van de relatieve verschiltoets en het berekende verschil wordt weergegeven op de weergeefeenheid tezamen met het nummer van de nummertoets corresponderend bij elk van de tellerinhouden en zijn ruimorde.
Verder is een simultane starttoets aanwezig en bij indrukken 20 ervan kunnen alle tijdgeheugens simultaan gestart of gestopt worden. Verder is voorzien in een tijdtoets en door het indrukken van deze toets en één van de nummertoetsen kan naar keuze de tellerinhoud van het tijdgeheugen corresponderend bij de nummertoets worden weergegeven. Verder is een automatische toets aanwezig en bij elke in-25 drukking van deze toets worden de tijdgeheugens één voor één in een voorafbepaalde volgorde gestopt.
Korte beschrijving van de figuren
Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een voorbeeld van een relatief tijdintervalmeetinstrument volgens deze uitvinding; 30 fig. 2 is een blokschema waarin diverse geheugens zijn getoond voor gebruik in dit meetinstrument; fig. 3 is een diagram waarin de toestand wordt getoond in het geval de tijdgeheugens simultaan worden gestart en afzonderlijk worden gestopt; 35 fig. 4 is een diagram voor het tonen van de toestand waarin de gemeten waarden worden weergegeven de één na de ander onder besturing van de relatieve verschiltoets; fig. 5 is een diagram ter illustratie van een voorbeeld in de tijdgeheugens afzonderlijk worden gestart en gestopt; 40 fig.6 is een blokschema als illustratie van een uitvoeringsvoor- 7920033 3 "beeld van het relatieve tijdintervalmeetinstrument volgens deze uitvinding waarin een programmatesturing wordt toegepast; fig. 7 toont het gehele operationele stroomschema ervan; fig. 8 toont het operationele stroomschema in het geval dat de 5 vermogenshron wordt ingeschakeld; fig. 9 toont een stroomschema voor het stappen in een tijdgegeu- gen; fig. 10 toont een stroomschema als illustratie van een routine in het geval een toets wordt ingedrukt; 10 fig. 11 toont een stroomschema met een routine in het geval een simultane starttoets wordt ingedrukt; fig. 12 toont een stroomschema met een routine in het geval een relatieve verschiltoets wordt ingedrukt; fig. 15 toont een stroomschema met een routine in het geval 15 een tijdtoets wordt ingedrukt; fig. 14 toont een "bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van het relatieve t i j dint ervalme e t in s trument van deze uitvinding; fig. 15 toont een operationeel stroomschema in het geval een automatische toets wordt ingeschakeld in tweede en derde modus; 20 fig· 16 toont een operationeel stroomschema in het geval de automatische toets wordt ingeschakeld in een vierde modus; fig. 17 toont een blokschema met voorbeelden van geheugens voor gebruik in het relatieve tijdintervalmeetinstrument getoond in fig. 14; en 25 fig. 18 toont een stroomschema met die gedeelten van de gehele operatie van het relatieve tijdintervalmeetinstrument van fig. 14 die verschillen van die in fig. 7. he beste modus voor het uitvoeren van de uitvinding
Het relatieve tijdintervalmeetinstrument volgens deze uitvinding 50 heeft op één oppervlak van een behuizing 11 de nummertoetsen 12, die de nummers 0 t/m 9 dragen, een relatieve verschiltoets 15» een tijd-toets 14, een simultane starttoets 15 en een wistoets 16, zoals getoond in fig. 1. Verder is voorzien in een vermogensbronschakelaar 17 en een weergeefeenheid 18.
55 In de toestand waarin de simultane starttoets 15 niet is inge drukt doen de nummertoetsen 12 elk dienst als starttoets wanneer ze een eerste keer worden ingedrukt en doen dienst als stoptoets wanneer ze een tweede keer worden ingedrukt. Verder zijn er in de behuizing 11 de tijdgeheugens Mq t/m aangebrac'ht respectievelijk correspon-40 derend met de nummertoetsen 12, dat wil zeggen in dit voorbeeld de 7920033 4 tien nnmmertoetsen die de nummers 0 t/m 9 dragen, zoals getoond is in fig. 2. In deze uitvoeringsvorm heeft elk tijdgeheugen een op-slaggehied 21 voor 1/10 seconden, een opslaggehied 22 voor het eerste cijfer van de seconden, een opslaggehied 23 voor het tweede cij-5 fer van de seconden, en een opslaggehied 24 voor het eerste cijfer van de minuten.
Yerder is voorzien in een minimum waardegeheugen 25 voor het op-hergen van het minimum interval uit het gemeten aantal tijdintervallen zoals nog later wordt beschreven en een weergeefhuffer-10 geheugen 26 is eveneens aangebracht waarin de weer te geven informatie in de respectievelijke cijfergedeelten van de weergeefeenheid 18 worden opgehorgen. Ook is in het geheugen een caculatiebuffer-geheugen 27 voor herekeningsdoeleinden aanwezig.
Zoals in het voorgaande werd beschreven wordt door het indrukken 15 van een gewenste nummertoets 12 het corresponderende tijdgeheugen in de werkzame toestand gebracht en wordt met zekere tijdintervallen de inhoud van het tijdgeheugen met 1 opgehoogd, waardoor een tijd-meetfunctie wordt uitgevoerd. Door het tweede indrukken van dezelfde nummertoets wordt de teloperatie in het corresponderende tijdgeheu-20 gen gestopt. Bij het indrukken van de simultane starttoets ,15 start de tijdmeetfunctie in de tijdgeheugens Mq t/m tegelijkertijd en wanneer de nummertoetsen later elk worden ingedrukt dan zal de werking van de corresponderende tijdgeheugens stoppen. Dat wil zeggen dat de nummertoetsen 12 de tijdgeheugens corresponderend met hun 25 nummers moeten aanwijzen en worden gebruikt voor het starten of stoppen van de tijdgeheugens of het verkrijgen van toegang ertoe.
Bij het indrukken van de relatieve verschiltoets 13 wordt de minimum tellerinhoud van de tellerinhouden van de tijdgeheugens t/m Mq geselecteerd en opgeborgen in het minimum waardegeheugen 25. 30 Daarna wordt bij elke volgende indrukking van deze relatieve verschiltoets 13 weergegeven de rangorde, het verschil tussen de inhoud van het minimum waardegeheugen 25 en elk van de grotere tellerinhouden in oplopende volgorde alsmede het nummer van de corresponderende nummertoets.
35 Eet indrukken van de tijdtoets 14 en vervolgens een gewenste toets uit de groep nummertoetsen zorgt voor het uitlezen van de inhoud van het tijdgeheugen dat correspondeert met de ingedrukte nummertoets en het nummer van de nummertoets n de inhoud van het tijdgeheugen worden weergegeven op de weergeefeenheid 18. De wistoets 16 40 is bedoeld voor het wissen van alle opgeslagen inhouden van alle ge- 7920033 5 heugens.
In het geval "bijvoorbeeld de te meten gebeurtenissen, van nummer 1 t/m nummer 0 allen tezamen starten op het moment tg en de metingen worden gestopt na verschillende tijdsperioden - 29>0 se-5 conden voor nummer 1, 32,9 seconden voor nummer 2, enzovoort - zoals getoond is in fig. 3» dan moet eerst de wistoets 16 in fig. 1 worden ingedrukt teneinde alle geheugens te wissen en vervolgens wordt op het moment t^ de simultane starttoets 15 ingedrukt. Als gevolg daarvan beginnen op hetzelfde moment de tijdgeheugens M^ t/m 10 te werken. De te meten gebeurtenissen nummer 1 t/m nummer 10 hebben tevoren een éénduidige relatie gekregen met de nummers 1 t/m 0 op de nummertoetsen 12. In fig. 3 vindt de gebeurtenis nummer 8 plaats in 23,1 seconden, korter dan enige andere gebeurtenis, en op het moment dat deze periode voorbij is wordt de nummertoets 12 die 15 het nummer 8 draagt ingedrukt. Als gevolg daarvan stopt de werking van het corresponderende tijdgeheugen Mg. Yervolgens zijn de gebeurtenissen nummer 3 en nummer 7 tweede, dat wil zeggen 25,8 seconden, en op het moment dat deze periode voorbij is worden de nummertoetsen 12 die de nummers 3 en 7 dragen samen ingedrukt. Op soortge-20 lijke wijze wordt bij het verstrijken van de periode voor elk van de andere gebeurtenissen de corresponderende nummertoets ingedrukt.
De gemeten tijdsperioden van de respectievelijke gebeurtenissen zijn opgeborgen in de corresponderende tijdgeheugens t/m Mq.
Voor het uitlezen van de tijden opgeborgen in de geheugens M^ 25 t/m Mq wordt eerst de tijdtoets 14 ingedrukt en dan wordt, als de nummertoets 12 die het cijfer 1 draagt wordt ingedrukt de inhoud van het geheugen M^ uitgelezen en worden respectievelijk 1, 29 en 0 weergegeven in de toets nummersectie, de secondenweergeefsectie en de 1/10 sec.weergeefsectie van de weergeefeenheid 18. Als daarna de 30 nummertoets 12 die het cijfer 2 draagt wordt ingedrukt dan wordt cijfer 2 weergegeven in de nummertoetssectie en de inhoud 32,9 van het geheugen Mg wordt weergegeven met 32 in de secondenweergeefsectie en 9 in de 1/10 sec.weergeefsectie. Op soortgelijke wijze wordt door het indrukken van elk van de andere nummertoetsen de inhoud 35 van het tijdgeheugen corresponderend met de ingedrukte nummertoets en zijn nummer weergegeven.
Wanneer in dit voorbeeld de relatieve verschiltoets 13 wordt ingedrukt dan wordt de minimumwaarde uit de opgeborgen inhouden in de tijdgeheugens M^ t/m Mq, in dit voorbeeld 23.1 seconden opge-40 borgen in het geheugen Mg, geselecteerd en opgeborgen in het 7920035 6 minimumwaardegeheugen 25. Omdat verder allereerst de rangorde wordt weergegeven wordt een 1 weergegeven in de rangordeweergeefsectie en een cijfer 8 van de nummertoets corresponderend met het tijdgeheugen Mg wordt weergegeven in de nummertoetssectie; omdat verder het ver-5 schil tussen de geselecteerde waarde en de minimumwaarde gelijk is aan nul, worden 0 en 0 weergegeven in de sec.weergeefsectie en de 1/10 sec.weergeefsectie.
Na het indrukken van de relatieve verschiltoets 13 wordt vervolgens de rangorde 2 weergegeven in de rangordeweergeefsectie en 10 het tijdgeheugen waarin de gemeten tijd die als tweede volgt op de minimumwaarde wordt gekozen, het toetsnummer 3 corresponderend met het geheugen wordt weergegeven in de toetsnummerweergeefsectie en het tijdsverschil 2.7 sec. tussen de opgeborgen inhoud in het geheugen M^, dat wil zeggen 25.8 sec. en de minimumwaarde wordt 15 weergegeven. Na het nogmaals indrukken van de relatieve verschiltoets 13 wordt de rangorde 3 weergegeven en worden 7 en 2.7 sec. weergegeven in de nummertoetssectie respectievelijk de tijdsver-schilweergeefsectie. Daarna wordt bij elke indrukking van de relatieve verschiltoets 13»<le rangorde,het corresponderende toetsnummer 20 en het relatieve tijdsverschil op soortgelijke wijze weergegeven zoals getoond is in fig. 4·
In het geval de te meten gebeurtenissen afzonderlijk starten en stoppen, bijvoorbeeld in het geval dat er drie te meten gebeurtenissen 1, 2 en 3 zijn zoals getoond is in fig. 5> dan krijgen deze 25 een eenduidige relatie met de respectievelijke nummertoetsen 1,2 en 3 van de nummertoetsen 12. Als de eerste te meten gebeurtenis start op het moment t^, dan wordt de nummertoets met het nummer 1 ingedrukt op het moment t^; als de tweede te meten gebeurtenis start op het moment tg dan wordt de nummertoets 12 met het nummer 2 inge-30 drukt op dat tijdstip; en bij voltooiing van de eerste tijdsmeting op het volgende tijdstip t^ wordt de nummertoets 12 met het cijfer 1 opnieuw ingedrukt. De getelde waarde van het moment t^ tot het moment t^ is opgeborgen in het geheugen M^ corresponderend met de ingedrukte nummertoets. Op het volgende moment t^ eindigt de tweede 35 tijdsmeting en de nummertoets 12 net het nummer 2 wordt ingedrukt op dat moment t^. Daarna start op het moment t^ de derde tijdsmeting en op dat moment wordt de nummertoets 12 met het cijfer 3 ingedrukt zodat het geheugen in werking komt en deze tijdsmeting eindigt op het moment tg, waarbij de nummertoets met het nummer 3 opnieuw 40 wordt ingedrukt om de werking van het geheugen M^ te stoppen.
7920033 l .7
Op deze wijze worden tijdmetingen voor afzonderlijk optredende te meten gebeur tenissen uitgevoerd. Yoor het weergeven van elk gemeten resultaat wordt de tijdtoets 14 ingedrukt en vervolgens wordt de nummertoets met het gewenste weer te .geven nummer ingedrukt 5 evenals in het bovenstaande het geval was. Als het gewenst is het verschil weer te geven ten opzichte van de op de eerste plaats staande gebeurtenis dan wordt de rangorde, het corresponderende nummer en het tijdverschil van elk van de andere gebeurtenissen weergegeven bij het herhaald indrukken van de relatieve verschiltoets 10 13.
Dergelijke verschillende operaties zoals in het bovenstaande beschreven kunnen worden uitgevoerd en deze operaties kunnen worden verwerkt door gebruik te maken van een zogenaamde microcomputer.
Zoals bijvoorbeeld getoond is in fig. 6 zorgt een centrale 15 processor-eenheid, een zogenaamde CPU 31 voor het achtereenvolgens lezen, intrepeteren en uitvoeren van programma's in een uitlees-geheugen 32 waarin de programma's voor de bovenstaande operaties zijn opgeborgen. Aan de centrale processoreenheid 31 worden vanaf een toets matrix 33 signalen toegevoerd als representatie van de 20 toestanden van de diverse toetsen die in het voorgaande aan de hand van fig. 1 zijn beschreven. De tijdgeheugens t/m MQ en andere geheugens zijn gecombineerd tot een geheugen 34 waarmee tevens een klokpulsgenerator 35 voor het leveren van de fundamentele klokpuls voor het tijdmeetbedrijf is aangesloten terwijl verder een weergeef-25 eenheid 18 is aangesloten. Het elektrische vermogen van een batterij wordt omgevormd via een gelijkspanning-gelijkspanning-omvormer 37 tot een voorafbepaalde spanning en toegevoerd als werkvermogen aan de CPU 31 en de weergeef eenheid 18.
De verschillende in het bovenstaande beschreven operaties 30 worden ook bijvoorbeeld aan de hand van het hieronder beschreven stroomschema uitgevoerd. Zoals getoond is in fig. 7 worden, wanneer de vermogensbronschakelaar wordt ingeschakeld de diverse geheugens gewist in stap . Een symbool B wordt ingevoerd in elk geheugen om aan te geven dat dit gewist is. Yoor het verschaffen van een 35 weergave van één cijfer van een decimaalgetal, zijn vier binaire bits nodig, maar een binaire waarde die niet nodig is voor het weergeven van een cijfer, bijvoorbeeld het binaire getal 1011 waarmee het decimale getal 11 wordt vertegenwoordigd, wordt gebruikt als het symbool B. Het getal 1011, dat wil zeggen het symbool B, wordt 40 ingevoerd in alle geheugengebieden van elk tijdgeheugen, teneinde 7920033 8 alle weergeven op de weergeefeenheid te onderdrukken. Verder wordt de vlag voor de wachttoetstand ingesteld.
Vervolgens wordt in stap Sg gecontroleerd of er al dan niet pulsen met een periode van bijvoorbeeld 100 mm sec. worden geleverd 5 door de klokpulsgenerator 35 en indien ze worden geleverd dan wordt het corresponderende tijdgeheugen in stap opwaarts geteld en daarna gaat het programma verder met stap S^.
In het geval er geen pulsen worden geleverd in stap Sg springt het programma over stap naar stap S^, waarin de inhoud van de 10 weergeefbuffer 26 wordt toegevoerd aan de weergeefeenheid 18 en de toestanden van de toetsen worden afgetast. Door deze operatie worden de toestanden van de toetsen ingevoerd en in stap wordt gecontroleerd of een der toetsen al dan niet opnieuw is ingedrukt. Indien dit niet het geval is dan keert het programma terug naar 15 stap Sg» indien er een ingedrukte toets is, dan wordt dit gedecodeerd in stap Sg en het programma gaat verder met de corresponderende routine uit de verwerkingsroutines Sy en het programma keert na voltooiing van de verwerkingsroutine corresponderend met de toets terug naar stap Sg.
20 De routine van het inschakelen van de vermogensbron in stap zal in meer. detail worden beschreven. Zoals getoond is in fig. 8 wordt een vlag voor de wachtmodus allereerst ingesteld, een vlag 3TGWT wordt ingesteld op cijfer 1; een vlag ÜPGEÖN, die de lopende toestand vertegenwoordigt, wordt ingesteld op 0, en een vlag FGSTP die 25 de stopmodus vertegenwoordigt wordt ingesteld op 0. Verder wordt een significantievlag PGSB eveneens ingesteld op 0 en een roepvlag PGTR wordt eveneens ingesteld op 0. Bovendien worden de tijdgeheu-gens t/m MQ in hun gewiste toestand gebracht, dat wil zeggen het symbool B wordt opgeborgen in elk cijfer ervan en een 0 wordt 30 geleverd aan de weergeefbuffer 26.
Vervolgens zal aan de hand van fig. 9 een beschrijving worden gegeven van een voorbeeld van de routine van stap in fig. 1 voor het uitvoeren van de werking van het tijdgeheugen, dat wil zeggen de opteloperatie. Allereerst wordt in stap Sg gecontroleerd of 35 de modus van de operatie en werkingsmodus is of niet; indien niet, dan gaat het programma verder naar de weergeef- en toetsaftast-routine S^, en indien de operatiemodus wordt bevestigd, dan wordt het tijdgeheugen aangewezen in stap en daarna wordt in stap S1^ gecontroleerd of de opgeborgen inhoud van dit geheugen 40 gelijk is aan B of niet, dat wil zeggen of het geheugenzi.ch in de 7920033 9 gewiste toestand bevindt of niet. In het geval dat het geheugen zich in de gewiste toestand bevindt of en omdat het aangewezen tijdsgeheugen zich in de wachttoestand bevindt en niet in werking is, gaat het programma verder naar stap S1Q waarin het volgende 5 tijdgeheugen wordt aangewezen.
Als het tijdgeheugen M^ in werking is in stap , dan is de opgeborgen inhoud ervan niet gelijk aan B en het programma gaat verder naar stap 2, waarin wordt gecontroleerd of het meest significante bit MSB in het geheugengebied 23 van het geheugen M^ voor 10 het tweede cijfer van een seconde gelijk is aan "1" of niet. Be maximale waarde voor de seconden is 59 sec. en als 60 sec. is bereikt, dan vindt een overdracht plaats naar een minuut; derhalve wordt het meest significante bit MSB in het secondecijfer in het secondengeheugen niet gelijk aan "l". Het stoppen van de werking 15 van het tijdgeheugen wordt aangegeven door het meest significante bit MSB van het secondecijfer van de seconden in het tijdgeheugen in te stellen op ”1". In het geval dat het meest significante bit MSB gelijk aan "l" is in stap S^2 gaat het programma verder naar stap S^q, waarin het volgende tijdgeheugen wordt aangewezen om-20 dat het tijdgeheugen M^ buiten werking is.
In het geval dat het bit MSB niet "l" is in stap S^2 gaat het programma verder naar stap S^ waarin één wordt opgeteld bij de inhoud van het gebied van het minst significante cijfer in het tijdgeheugen M.|, dat wil zeggen dat de inhoud van het 1/10 sec. gebied 25 21; de inhoud wordt dan opwaarts geteld. Vervolgens wordt in stap S14 gecontroleerd of de inhoud van 1/10 sec. 'de waarde 10 al dan niet heeft bereikt; indien deze waarde nog niet gelijk is aan 10, dan gaat het programma verder met de stap S^q, terwijl indien de waarde 10 is bereikt een één wordt opgeteld bij de inhoud van het 30 gebied 22 van het eerste secondecijfer in het geheugen M^ in stap S15*
In de volgende stap S^g wordt gecontroleerd of de getelde waarde in de geheugengebieden 22 en 23 de 60 heeft bereikt. Indien dit niet zo is dan gaat het prgramma verder met stap S^Q, terwijl 35 indien de waarde de 60 heeft bereikt, dan vindt een optelling plaats in het minutengeheugengebied 24 in stap S^. Vervolgens wordt in stap S^g gecontroleerd of het minutengeheugengebied 24 gelijk aan 10 geworden is of niet, dat wil zeggen of er een overloop optreedt 40 of niet. Indien dit niet zo is dan gaat het programma verder met de stap S^Q, terwijl indien 10 is bereikt een symbool Δ wordt inge- 7920033 10
steld in elk cijfer van het geheugen ML in siap SAls symbool A
I iy wordt gebruikgemaakt van de waarde 1010 waarmee het decimale getal 10 wordt vertegenwoordigd. Stap S.,0 wordt gevolgd door stap S.,,,.
De operaties na stap zijn dezelfde als die in de stappen 5 tot S^. Op deze wijze wordt de opt el operatie bij elke detectie van een klokpuls uitgevoerd in die geheugens t/m Mq die in werking zijn.
Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven refererend aan fig. 10 van de routine in het geval dat één van de nummertoetsen 10 12 wordt ingedrukt. Bij het indrukken van één van de nummertoetsen wordt het nummer waarmee de ingedrukte nummertoets wordt vertegenwoordigd, ingevoerd in een toetsgeheugen 38 in de weergeefbuffer 26 in stap Sg.j. Vervolgens wordt in stap Sgg gecontroleerd of de operatiemodus de wachtmodus is of niet, en indien het de wachtmodus 15 is, dan wordt de wachtmodusvlag ÏGWT ingesteld op 0 in de volgende stap en de modusvlag FGEDM wordt ingesteld op "1" in stap Sg^.
In de volgende stap Sgg wordt het tijdgeheugen corresponderend met de ingedrukte nummertoets aangewezen en, in stap S26’ wordt de in-houd van dit geheugen, waarin in de gewenste toestand telkens een 20 B was opgeborgen, geheel ingesteld op "O" in stap Sgg. 1τ1ΐ1Ω11(ί van het tijdgeheugen wordt overgebracht naar de weergeefbuffer 26 in stap en als gevolg daarvan worden nullen weergegeven in de minuten-, seconden- en 1/10 sec. weergeefsecties van de weergeef-eenheid 18 en het nummer van de ingedrukte nummerstoets wordt 25 weergegeven.
Vanneer in stap Sgg wordt gedetecteerd dat de modus niet de wachtmodus is, dan wordt in stap Sgg gecontroleerd of de modus de lopende modus is of niet; in het geval van de operatiemodus wordt in stap Sg^ gecontroleerd of de inhoud van het tijdgeheugen 30 corresponderend met de ingedrukte nummertoets gelijk is aan B of niet. In het geval de inhoud gelijk is aan B, dan gaat het programma verder met stap Sg^. Als anderzijds in de stap Sg^ wordt gedetecteerd dat de inhoud van het tijdgeheugen niet gelijk is aan B, dat wil zeggen in het geval dat het tijdgeheugen reeds in werking 35 was, dan wordt het tijdgeheugen in zijn werking gestopt en in stap S^q wordt een "1" ingevoerd in de meest significante bit MSB van het gebied 23 van het tweede cijfer van de seonden in het geheugen. Daarna gaat het programma verder met stap Sg^.
Vanner gedetecteerd is in stap Sgg dat de modus niet de loop-40 modus is, dan wordt in stap S,1 gecontroleerd of de roepvlag FGTR
7920033 11 gelijk is aan "1” of niet. In het geval van een "1" wordt de vlag teruggesteld op "0" in stap S^ en in stap wordt gecontroleerd of de inhoud van het tijdgeheugen gelijk is aan B of niet. Indien niet, dan worden alleen de effectieve cijfers overgehracht naar 5 de weergeefbuffer in stap Sgy In het geval dat de tijdgeheugen-roepvlak niet gelijk is aan "1" in stap en indien het tijd-geheugen zich in de gewiste toestand "bevindt, dat wil zeggen dat z'n inhoud gelijk is "B" in stap S^» komt de operatie tot een einde.
In het volgende zal een "beschrijving worden gegeven met verwij-10 zing naar fig. 11 van de operatie in het geval dat de simultane starttoets 15 wordt ingedrukt. Allereerst wordt in stap S^ gecontroleerd of de modus de wachtmodus is of niet, in het geval de wachtmodus worden de gemiste toestanden van de tijdgeheugens M^ t/m Mq, dat wil zeggen de daarin opgehorgen "B"-toestanden allemaal 15 ingesteld op "0” in stap S^, en de weergeefbuffer 26 wordt gevoed met "0" in de stap S^g. In stap S^y wordt de wachtmodusvlag FGWT teruggesteld op 0 en in stap S^ wordt de loopmodusvlag PGEÜÏT ingesteld op "1".
In het geval dat de modus niet de wachtmodus is in stap S^, 20 dan wordt gecontroleerd in stap of cle modus de loopmodus is of niet; indien dit zo is, dan wordt het meest significante "bit van het tweede cijfer van de seconden in elk van de tijdgeheugens t/m ingesteld op "O" in stap S^q en wordt de werking van alle tijdgeheugens gestopt.
25 Vervolgens wordt in stap de loopmodusvlag lORUIT teruggesteld op "0", en in stap wordt de stopmodusvlag FGSTP ingesteld op "1", en in stap wor(j.-{; een **1 ** ingevoerd met het meest significante "bit MSB van het tweede cijfer van de seconden in de weergeefbuffer 26. Als in stap S,Q gedetecteerd is dat de modus niet de loppmodus 50 ^ is, dan wijst dit op de stopmodus en wordt de operatie "buiten "beschouwing gelaten en "beëindigd.
In het volgende zal een "beschrijving worden gegeven verwijzend naar fig. 12 van de werking in het geval dat de relatieve verschil-toets 13 wordt ingedrukt. Allereerst wordt de loopvlag FGRUN terug-35 gesteld op 0 in stap S^ en vervolgens wordt in stap S^g de stopmodusvlag FGSTP ingesteld op "1". In de volgende stap S^y wordt gecontroleerd of de relatieve verschiltoets de eerste keer is ingedrukt of niet, indien dit zo is dan wordt in stap S^g een minimumwaarde uit de opgehorgen inhouden in de tijdgeheugens M^ t/m 40 Mq geselecteerd. Be op deze wijze geselecteerde minimumwaarde 7920033 12 wordt ingesteld in een minimumwaardegeheugen in stap S^. In stap wordt het weergeefbuffergeheugen 26 gewist en in stap wordt een 1 ingevoerd in de rangordeweergeefsectie 39 in de weergeefbuffer en het nummer van het corresponderende geheugen wordt geladen 5 in de toetsnummerweergeefsectie 38.
Wanneer wordt gedetecteerd dat het niet de eerste keer is dat de relatieve verschiltoets werd ingedrukt, dan wordt de minimumwaarde uit de opgeborgen inhouden van de geheugens t/m Mq geselecteerd in stap S^· In stap wordt gedetecteerd of het 10 geheugen met de op deze wijze geselecteerde minimumwaarde al reeds vergeleken is met de inhoud van het minimumwaardegeheugen; indien dit zo is dan keert het programma terug naar stap en kiest opnieuw een minimumwaarde. Op deze wijze wordt de minimumwaarde gekozen van die waarden die nog niet zijn vergeleken. De op deze 15 wijze geselecteerde minimumwaarde wordt overgebracht naar het berekeningsgeheugen 27 in stap S^. In stap wordt deze minimumwaarde vergeleken met de inhoud van het minimumwaarde-geheugen 25 om het verschil daartussen te detecteren, en dit verschil wordt ingevoerd in de weergeefbuffer 26 in stap S^g.
20 Vervolgens wordt in stap een één opgeteld bij de inhoud van de volgordeweergeefsectie 39 van de weergeefbuffer en in stap Sco wordt het nummer van de nummertoets corresponderend met het 5°
geheugen vanwaar zo juist de minimumwaarde is genomen overgebracht naar de toetsnummersectie 88 van de weergeefbuffer . In stap SEQ
jy 25 wordt de rangordevlag FGSB ingesteld op "1", en in stap S60 wordt de roepvlag FGTR teruggesteld op "0". In stap Sg^ wordt in het tijd-geheugen waarvan de inhoud is weergegeven een bit, aangevende dat de inhoud is vergeleken met de inhoud van het minimumwaarde-geheugen en weergegeven, gelijk gemaakt aan "l”. Door het controleren 30 van dit bit in stap wordt dus gedetecteerd of de Ιηΐιομά van het geselecteerde tijdgeheugen al dan niet reeds is vergeleken met de inhoud van het geselecteerde tijdgeheugen al dan niet reeds is vergeleken met de inhoud van het minimumwaardegeheugen. Na stap Sg^ eindigt het programma.
35 Als de tijdtoets wordt ingedrukt dan wordt de loopvlag FGRUN teruggesteld tot "O”; de volgende stopvlag ÏGSTP wordt ingesteld op ”1"; de rangordevlag FGSB wordt teruggesteld op M0M; en de roepvlag FGTR wordt ingesteld op "l"; waardoor het programma wordt voltooid zoals getoond is in fig. 13.
40 Fig. 14 illustreert een verder voorbeeld van het relatieve 7920033 13 tij dint ervalmeetinstrument volgens de uitvinding. Dit voorbeeld is voorzien van de functie volgens elke de ti j dgeheugens in werking worden gestopt in voorafbepaalde volgorde bij het telkens indrukken van een toets, en heeft bovendien de functies van de voorgaande uit-5 voeringsvorm zoals beschreven aan de hand van de fig. 1 t/m 15. In dit voorbeeld zijn de onderdelen die corresponderen met die in fig. 1 aangegeven met dezelfde referentiecijfers en een automatische toets 44 is aan één zijkant van de behuizing 11 aangebracht. De positie en de richting van de besturing van de automatische toets 44 10 zijn zodanig gekozen dat de toets gemakkelijk kan worden bediend door één van de vingers van een hand waarin de behuizing 11 wordt vastgehouden. In dit voorbeeld is de automatische toets 44 aangebracht aan de rechter bovenzijde van de behuizing in de figuur.
Teneinde verder verschillende functies te verschaffen is een 15 moduswisselschakelaar 45 aangebracht op de voorzijde van de behuizing 11 samen met andere toetsen. De moduswisselschakelaar 45 dient voor het kiezen van één modus van de eerste tot de vierde modus. Wanneer ze is ingesteld op de eerste moduspositie, dan worden exact dezelfde operaties uitgevoerd als die in de voorgaande eerste uitvoeringsvorm 20 en ia het geval wordt, zoals als de automatische toets 44 wordt bediend, dit feit genegeerd. Als de moduswisselschakelaar wordt ingesteld op de tweede moduspositie, dan kunnen de tijdgeheugens selectief worden bestuurd door de nummertoets 12 en kunnen simulaatn worden gestart door de simultaanstarttoets 15. Vat betreft het 25 stoppen van de werking van de geheugens, naast de simultane stop door de simultaanstarttoets 14 worden ze gestopt door elke indruk-king van de automatische toets 44 in. een voorafbepaalde sequentiële volgorde, bijvoorbeeld in de volgorde van de nummers 1, 2, 5, ... van de nummertoetsen respectievelijk corresponderend met de tijdge-50 heugens. Dë werkingen van de relatieve verschiltoets 13 en de tijd-toets 14 zijn dezelfde als die in de eerste uitvoeringsvorm.
Als de moduswisselschakelaar 45 wordt ingesteld op de derde modus, dan worden bij het indrukken van de automatische toets 44 de tijdgeheugens M^ t/m MQ simultaan gestart en bij elke volgende 55 indrukking van de automatische toets 44 worden de tijdgeheugens één voor één gestopt in de volgorde , Mg, .... In de tweede en derde modus kunnen de tijdgeheugens dus in sequentiële volgorde worden gestopt alleen door het telkens indrukken van de automatische toets 44. Door bijvoorbeeld bij een hardloopwedstrijd alle tijdge-40 heugens simultaan te starten bij het begin van de wedstrijd en de 7920033 14 automatische toets in te drukken telkens als een hardloper de eindstreep "bereikt worden de tijden van de eerste, tweede, derde, ... plaatsen respectievelijk geteld; omdat het in dit geval voldoende is om alleen dezelfde automatische toets 44 in te drukken zonder 5 dat het nodig is om de individuele nummertoetsen in te drukken kan een correcte manipulatie worden "bereikt terwijl de deelnemers, die de eindstreep "bereiken, worden waargenomen zonder dat de in te drukken toets "behoeft te worden gecontroleerd. In de derde modus wordt, ook al worden andere toetsen dan de automatische toets 44 10 en de wistoets 16 gedrukt, dit feit genegeerd. Teneinde de getelde waarden in de tijdgeheugens en de relatieve verschillen ervan na de meting weer te geven moet de moduswisselschakelaar 45 worden ingesteld op de eerste modus.
De vierde modus is geschikt voor het aftellen van de tijdlimiet, 15 "bijvoorbeeld in spelen zoals shogi, go, schaak, enzovoorts. In een additief stelsel wordt de "beschikbare tijd ingesteld door het indrukken van de nummertoets 12 en daarna wordt het starten en stoppen van de tijdmeting herhaald bij elke indrukking van de automatische toets 44· Als de tijdmeter is gestart dan wordt een additieve telling 20 uitgevoerd met betrekking tot de bovengenoemde insteltijd. In een substractief stelsel wordt bijvoorbeeld een eerste tijdlimiet ingesteld door de nummertoetsen 12 en daarna wordt bij het telkens indrukken van de automatische toets het starten en stoppen van de tijdmeter herhaald en tijdens het starten wordt de aftrekking van 25 de bovengenoemde tijdlimiet uitgevoerd.
In fig. 15 is een stroomschema getoond van de werking in het geval de automatische toets 44 wordt ingedrükt in de tweede en derde modus. Bij het indrukken van de automatische toets 44 wordt gecontroleerd in stap Sg^ of de modus de loopmodus is of niet; indien 30 dit het geval is, dan worden de tijdgeheugens t/m Mq in deze volgorde gecontroleerd in stap Sgg om vast te stellen of ze in werking zijn of niet. In stap Sg^ wordt, wanneer het eerste in werking zijnde tijdgeheugen wordt gedetecteerd, de werking van dit gedetecteerde tijdgeheugen gestopt in stap S68· De inhoud van het gestopte tijdge-35 heugen wordt overgebracht naar de weergeefbuffer in stap Sg^ en weergegeven in stap , waarmee het programma dus is voltooid. In de gevallen dat de modus niet de loopmodus in stap Sg,- en indien geen tijdgeheugens in werking worden gedetecteerd in stap Sg^ komt het programma tot een einde.
40 In de vierde modus wordt het invoeren van een numerieke waarde 79? 0 0 3 3 15 door de nummertoets 12 uitgevoerd op dezelfde wijze als het invoeren van een numerieke waarde bij een gewone elektronische tafelrekenmachine; bij het indrukken van een nummertoets namelijk wordt de met de nummertoets corresponderende numerieke waarde 5 ingevoerd en de weergave van de tevoren ingevoerde numerieke waarde wordt overeen met positie naar links verschoven. In het geval de automatische toets 44 wordt ingedrukt dan wordt gecontroleerd in stap S^2 of de modus de loopmodus is of niet; indien dit het geval is dan wordt de stopmodusvlag EGSTP ingesteld op 1 en de loopmodus-10 vlag FGRTJN wordt ingesteld op 0 in stap hetgeen leidt tot de werkingstoestand en bij het begin van het programma zoals getoond is in fig. 16. Indien de loopmodus niet wordt gedetecteerd in stap S^2* dan wordt de loopmodusvlag EGRTJN ingesteld op "1" en de stopmodusvlag EGSEP wordt ingesteld op "0" teneinde de stoptoestand te 15 verschaffen om het programma te voltooien.
Eig. 14 toont de behuizing waarin de tijdmetertijd kan worden gemeten en weergegeven met eenheden van uren. Daartoe zijn zoals getoond is in fig. 17 een hogere orde minutencijfer-weergeefsectie 46 en een urenweergeefsectie toegevoegd aan de respectievelijke 20 tijdgeheugens t/m Mq naast de weergeefsecties getoond in fig. 2. Als weergeefbuffer 26 wordt gebruik gemaakt van een buffer met 2 woorden. De wisselpositie van de moduswisselschakelaar 45 wordt ingevoerd in een geheugendeel 48· Een geheugendeel 49 voor het aftasten van toetsen, een geheugendeel 51 voor toetsinformatie, 25 een geheugendeel 52 voor het tellen van de toetstenderabsorptietijd, een geheugendeel 53 voor de modusvlag, dat wil zeggen de wachtmodus-vlag PGWT, de loopmodusvlag EGRUE, de stopmodusvlag EGST en de additieve of subtractieve modusvlag EGAS en een geheugendeel 54 voor de roepvlag EGTR, de relatieve verschilvlag EGSB en de eerste 50 relatieve verschiltoetsingangsvlag EGSIJB zijn niet getoond in fig, 2 maar zijn op soortgelijke wijze ook in de eerste uitvoeringsvorm aanwezig.
Er zal verwijzend naar fig. 18 een beschrijving worden gegeven van die delen van het gehele operationele stroomschema van de 55 uitvoeringsvorm van fig. 14 die verschillen van het stroomschema van fig, 7· Als het optellen in de tijdmeter plaatsvindt in stap dan wordt de ingestelde positie van de moduswisselschakelaar 45 ingevoerd in het geheugendeel 48 van fig. 17 in stap Vervolgens gaat het programma verder met stap S^. Indien beslist is in 40 stap dat er een toetsinvoer is, dan wordt deze invoer geladen /920033 16 in het toetsbuffergeheugengedeelte 51 in stap Daarna wordt in stap de inhond van het geheugendeel 48 gelezen, waarbij wordt beslist of de modusgeheugenschakelaar is ingesteld op de eerste modus of niet; indien dit het geval is, dan wordt de toets-5 invoer gedecodeerd in stap S„n en de corresponderende toetsverwer- (7 king wordt uitgevoerd in de volgende stap. In het geval dat in stap S^g niet de eerste modus wordt gedetecteerd dan wordt beslist in stap Sg^ of de modus de tweede modus is of niet, en indien dit het geval is dan wordt de toetsinvoer gedecodeerd in stap S^ en 10 demtoetsverwerking corresponderend met de tweede modus vindt plaats in de volgende stap. Op deze wijze zijn zoals met dezelfde toets verschillende toetsverwerkingen mogelijk afhankelijk van de modus.
De daaropvolgende operatie worden op een soortgelijke wijze als in het bovenstaande is beschreven uitgevoerd. In het geval dat de 15 tweede modus niet is gedetecteerd in stap Sg^, dan wordt in stap Sg^ beslist of de moduswisselschakelaar is ingesteld op de derde modus of niet; indien dit het geval is dan wordt de toetsinvoer gedecodeerd in stap Sg^ en de toetsverwerking vindt plaats in de volgende stap. Als de derde modus niet gedetecteerd is in stap Sg^ dan wordt de 20 toetsinvoer gedecodeerd in de vierde modus in stap Sg^ en de toetsverwerking wordt uitgevoerd in de volgende stap.
Zoals in het voorgaande is beschreven kunnen met het relatieve tijdintervalmeetinstrument volgens de uitvinding een aantal tijdintervallen met één instrument worden gemeten. Verder is het moge-25 lijk om één van de gemeten tijdintervallen weer te geven, dit te wissen en een ander gemeten tijdinterval weer te geven en opnieuw het eerste gemeten tijdinterval weer te geven. Dat wil zeggen, hetzelfde gemeten tijdinterval kan herhaald worden weergegeven; er is dus geen noodzaak voor het registreren van de individuele 50 gemeten waarde op een registratiepapier of iets dergelijks.
Bovendien wordt in de relatieve verschilmodus door het indrukken van de relatieve verschiltoets een verschil tussen elk van een hoeveelheid meetwaarde en een minimum meetwaarde kwantitatief weergegeven door elke indrukking van de toets, samen met de rangorde ervan 55 en het corresponderende toetsnummer. In het voorgaande is op de eerste plaats de minimumwaarde van de gemeten waarde geselecteerd en weergegeven waarna op de tweede plaats de op <feee minimale waarde volgende waarde wordt weergegeven; maar het is ook mogelijk om de maximumwaarde van de gemeten waarde op de eerste plaats weer 40 te geven en op de tweede plaats de daaropvolgende waarde samen 7920033 17 met het verschil ertussen.
In het "bovenstaande is het aantal te meten gebeurtenissen maximaal gelijk aan tien maar dit aantal kan naar keuze worden geselecteerd. De tijdseenheid die gemeten moet worden kan eveneens 5 afhankelijk van het doel op andere wijze worden gekozen. De in het bovenstaande beschreven operaties behoeven niet altijd onder pro-grammabesturing uitgevoerd te worden maar kunnen ook worden uitgevoerd door de configuratie van de elektrische schakeling alleen.
7920033

Claims (11)

1. Een relatief tijdintervalmeetinstrument voorzien van een aantal nummertoetsen; een relatieve verschiltoets; tijdgeheugens aangebracht bij respectievelijk corresponderend met de nummertoetsen 5 en bestemd voor het individueel uitvoeren van teloperaties in de tijdintervallen tussen hun start en stop; middelen voor het starten van de operaties van de tijdgeheugens; middelen voor het stoppen van de operaties van de tijdgeheugens; middelen voor het kiezen van een maximum (of minimum) waarde van de telinhouden van de tijd-10 geheugens door besturing van de relatieve verschiltoets en het berekenen van het verschil tussen de maximum (of minimum) waarde en elk van de telinhouden van de tijdgeheugens in een afnemende of lopende volgorde bij. elke indrukking van de relatieve verschiltoets; en weergeefmiddelen van het weergeven van het berekenende verschil 15 ten opzichte van de maximum )of minimum) waarde, een nummer van de corresponderende nummertoets en de rangorde van de telinhoud.
2. Een relatief tijdintervalmeetinstrument volgens conclusie 1, waarin de tijdgeheugenstartmiddelen zodanig zijn aangebracht dat het indrukken van elke nummertoets zorgt voor het starten van het 20 corresponderende geheugen.
3. Een relatief tijdintervalmeetinstrument volgens conclusie 1, waarin de tijdgeheugenstartmiddelen zodanig zijn aangebracht dat de tijdgeheugens allen samen worden gestart door het indrukken van een simultaantoets. 25 4· Een relatief tijdintervalmeetinstrument volgens conclusie 1, waarin de tijdgeheugenstopmiddelen zodanig zijn aangebracht dat het indrukken van elke nummertoets zorgt voor het stoppen van de operatie van het corresponderende tijdgeheugen.
5. Een relatief tijdintervalmeetinstrument volgens conclusie 1, 30 waarin de tijdgeheugenstopmiddelen zodanig zijn aangebracht dat de operaties van alle tijdgeheugens simultaan worden gestopt door het indrukken van de simultaanstarttoets.
6. Een relatief tijdintervalmeetinstrument voorzien van een aantal andere toetsen; een relatieve verschiltoets; een tijdtoets; 35 tijdgeheugens behorend respectievelijk corresponderend met de nummertoetsen en bestemd voor het individueel uitvoeren van teloperaties in de tijdintervallen tussen hun start en stop; middelen voor het starten van de operaties van de tijdgeheugens; middelen voor het stoppen van de operaties van de tijdgeheugens^ middelen 40 voor het selecteren van een minimum (of maximum) waarde van de 7920033 telinhouden van de tijdgeheugens door besturing van de relatieve verschiltoets en het berekenen van het verschil tussen de minimum (of maximum) waarde en elk van de telinhouden van de tijdgeheugens in een oplopende of afnemende volgorde hij het telkens indrukken van 5 de relatieve verschiltoets; een weergeefeenheid voor het weergeven van de berekende waarde, het nummer van de corresponderende nummer-toets en de rangorde van de nulinhoud; en middelen voor het weergeven door het indrukken van de tijdtoets en elke nummertoets van de inhoud van het tijdgeheugen corresponderend met de nummertoets i 10 en z’n nummer op de weergeefeenheid.
7. Een relatief tijdintervalmeetinstrument voorzien van een automatische toets; een aantal tijdgeheugens die individueel teloperaties uitvoeren in het tijdinterval vanaf hun start tot stop; middelen voor het starten van de operaties van de tijdgeheugens; 15 middelen voor het stoppen van de tijdgeheugenoperaties in een voorafbepaalde volgorde door individuele indrukkingen van de automatische toets; en weergeefmiddelen voor het weergeven van de tel-inhoud van elk tijdgeheugen en het nummer dat het geheugen vertegenwoordigt .
8. Een relatief tij dint ervalmeetinstrument volgens conclusie 7, waarin de tijdgeheugenstartmiddelen zodanig zijn aangebracht dat alle tijdgeheugens simultaan beginnen met hun teloperatie door een eerste indrukken van de automatische toets.
9. Een relatief tijdintervalmeetinstrument volgens conclusie 25 7, waarin nummertoetsen respectievelijk corresponderend met de tijdgeheugens zijn aangebracht en waarin de tijdgeheugenstartmiddelen zodanig zijn aangebracht dat het indrukken van elke nummertoets zorgt voor het starten van het corresponderende tijdgeheugen.
10. Een relatief t i j dint ervalme e t in s trurnent volgens conclusies 50 7 tot 9» waarin zijn aangebracht een relatieve verschiltoets; middelen reagerend op de besturing van de relatieve verschiltoets voor het kiezen van een maximum (of minimum) waande van de telinhouden van de tijdgeheugens en het berekenen van het verschil tussen de maximum (of minimum) waarde en ook van de telinhouden 55 van de tijdgeheugens in een afnemende (of oplopende) volgorde bij het telkens indrukken van de relatieve verschiltoets; en middelen voor het op een weergeefeenheid weergeven van de berekende waarde, het corresponderende tijdgeheugen en de rangorde van zijn inhoud.
11. Een relatief tijdintervalmeetinstrument volgens de conclusies 7920033 9 en 10, waarin voorzien is moduswisselmiddelen welke zodanig zijn aangebracht dat in een wisselpositie van de moduswisselschakelaar de tijdgeheugens worden gestopt in hun operatie de een na de ander door het telkens indrukken van de automatische toets; dat in 5 een andere modus wisselpositie een numerieke waarde wordt ingesteld door "besturing van één van de nummertoetsen in één van de tijd-geheugens en het starten en stoppen van de tijdmeetoperatie voor het optellen bij of aftrekken van de numerieke waarde ingesteld in het tijdgeheugen wordt herhaald bij elke indrukking van de automatische 10 toets.
792 QMJ133 i
NLAANVRAGE7920033,A 1978-08-23 1979-08-21 Tijdsintervalmeetapparaat. NL189481C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP10319778 1978-08-23
JP10319778A JPS5529765A (en) 1978-08-23 1978-08-23 Order difference conparator
PCT/JP1979/000222 WO1980000503A1 (en) 1978-08-23 1979-08-21 Comparator for difference of order
JP7900222 1979-08-21

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7920033A true NL7920033A (nl) 1980-06-30
NL189481B NL189481B (nl) 1992-11-16
NL189481C NL189481C (nl) 1993-04-16

Family

ID=14347785

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7920033,A NL189481C (nl) 1978-08-23 1979-08-21 Tijdsintervalmeetapparaat.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4367051A (nl)
JP (1) JPS5529765A (nl)
CH (1) CH627611B (nl)
DE (1) DE2952925C1 (nl)
NL (1) NL189481C (nl)
WO (1) WO1980000503A1 (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3009211C2 (de) * 1980-03-11 1983-08-18 Volker Prof. Dr. 6905 Schriesheim Hepp Mobiler Ereignis-Modul
US4493043A (en) * 1981-11-25 1985-01-08 Forbath Frank P Medical timing system for use during pregnancy and method of using same
US4538235A (en) * 1982-08-19 1985-08-27 Rockwell International Corporation Microcomputer retriggerable interval counter
US4571698A (en) * 1982-11-29 1986-02-18 Armstrong Orin R Apparatus and system for remote timing of plural entities
CH654717GA3 (nl) * 1983-06-23 1986-03-14
DE3503443A1 (de) * 1984-02-02 1985-08-08 Sharp K.K., Osaka Steuersystem zur bestimmung der kartengeschwindigkeit in einem kartenleser
JPS60198480A (ja) * 1984-03-23 1985-10-07 Casio Comput Co Ltd デ−タメモリを備えた電子時計
US4677580A (en) * 1984-09-24 1987-06-30 Gte Communication Systems Corporation Real time usage indicator for a processor system
US4809200A (en) * 1986-08-20 1989-02-28 Cooper Industries Apparatus and method for inspecting and testing industrial power saws or the like
US4864549A (en) * 1987-02-20 1989-09-05 Hoole Morris L Microcomputer timer
US4864160A (en) * 1987-09-04 1989-09-05 Schlumberger Systems And Services, Inc. Timing signal generator
US5629907A (en) * 1991-06-18 1997-05-13 Dallas Semiconductor Corporation Low power timekeeping system
US4982349A (en) * 1989-06-29 1991-01-01 At&T Bell Laboratories Response time analysis system
JPH0348794A (ja) * 1989-07-18 1991-03-01 Seiko Instr Inc タイマー機能付電子時計
US5097429A (en) * 1990-04-23 1992-03-17 Wood Marc B Programmable event reminder apparatus
US5163014A (en) * 1990-07-13 1992-11-10 Calimeri Joseph J Pitching speed indicator
US5325313A (en) * 1990-07-20 1994-06-28 H & S Technical Systems, Inc. System for measuring timepiece beat interval accuracy
JP3041351B2 (ja) * 1993-03-16 2000-05-15 セイコーインスツルメンツ株式会社 クロノグラフ機能付アナログ電子時計
US5335188A (en) * 1993-08-10 1994-08-02 Brisson Lawrence J Bicycle computer with memory and means for comparing present and past performance in real time
DE4405715C2 (de) * 1994-02-23 1996-08-22 Telefunken Microelectron Zeitmeßsystem
US5696706A (en) * 1996-04-04 1997-12-09 Morton; Curtis Eugene Hand-held manually operable instruments determining and displaying lap speeds about a track and comparing different laps and racers
KR100284897B1 (ko) * 1998-02-02 2001-03-15 박성기 자동정보게시장치및게시방법
US6349388B1 (en) 1999-05-07 2002-02-19 Advanced Micro Devices, Inc. Timer processing engine for supporting multiple virtual minimum time timers

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4035627A (en) * 1973-05-29 1977-07-12 Hewlett-Packard Company Scientific calculator
CH592916B5 (nl) * 1974-08-19 1977-11-15 Ebauches Sa
JPS5156672A (ja) * 1974-11-14 1976-05-18 Seiko Instr & Electronics Dejitarusutotsupuotsuchi
JPS522563A (en) * 1975-06-24 1977-01-10 Seiko Instr & Electronics Ltd Electronic clock with alarm
JPS5814993B2 (ja) * 1976-12-24 1983-03-23 株式会社東芝 クロノグラフ
JPS5381168A (en) * 1976-12-25 1978-07-18 Casio Comput Co Ltd Stopwatch device
JPS543971U (nl) * 1977-06-13 1979-01-11

Also Published As

Publication number Publication date
US4367051A (en) 1983-01-04
WO1980000503A1 (en) 1980-03-20
DE2952925C1 (de) 1985-02-28
JPS6231306B2 (nl) 1987-07-07
JPS5529765A (en) 1980-03-03
CH627611GA3 (nl) 1982-01-29
CH627611B (de)
NL189481C (nl) 1993-04-16
NL189481B (nl) 1992-11-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7920033A (nl) Relatief tijdintervalmeetinstrument.
US4339134A (en) Electronic card game
US5079726A (en) Response speed and accuracy measurement device
US4115870A (en) Hand-held data processing terminal
JPS58172522A (ja) コインカウンタ−
GB1447550A (en) Gaming machine
US4424567A (en) Electronic cash register with timekeeper
US4321046A (en) Electronic learning aid operable in an examination mode
US4887251A (en) World timepiece
US5471191A (en) Golf score display device
GB2077005A (en) Electronic digital stopwatch
JPS5814993B2 (ja) クロノグラフ
JP2018202041A (ja) 売上管理システム、売上管理装置、売上管理方法、売上管理システムのプログラム
JPS599326Y2 (ja) 電子式金銭登録機
JP2619926B2 (ja) ベビースケール
JPS5785172A (en) Secret number input device
SU860100A1 (ru) Устройство дл распознавани образов
SU1730654A1 (ru) Устройство дл контрол работы оператора
SU1388934A1 (ru) Устройство дл обучени операторов
SU881535A1 (ru) Рычажные весы с цифровой индикацией
RU1791726C (ru) Устройство линеаризации характеристики датчика
JPS644892A (en) Electronic type cash register
JPS62223629A (ja) 電子デジタルはかりの表示方式
JPH04348381A (ja) 電子式学習機
SU1708302A1 (ru) Устройство дл психологических исследований

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19990301