NL7920023A - Sleepvoertuig. - Google Patents

Description

N.O. 28930 1

Sleepvoertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een sleepvoertuig dat in het bijzonder bestemd is voor het transporteren van containers, welk voertuig echter eveneens kan worden aangepast om gebruikt te worden voor vele andere doeleinden, 5 bijvoorbeeld voor het transporteren van verschillende typen aanhangwagens of opleggers·

Op haventerreinen, vliegvelden, spoorwegstations en ♦ allerlei andere soorten goederenstations bestaat er een grote behoefte aan eenvoudige en efficiënte inrichtingen 10 voor het transporteren van containers die zeer grote afmetingen een een groot gewicht kunnen hebben, bijvoorbeeld een lengte van ongeveer 12 meter en een gewicht van ongeveer 30 ton. Zo'n transport moet snel, vloeiend en met grote nauwkeurigheid worden uitgevoerd ook in nauwe ruim-15 ten, bijvoorbeeld bij het beladen of ontladen van schepen.

Een in zekere mate soortgelijk probleem bestaat er met betrekking tot aanhangwagens of opleggers die ontworpen zijn om gekoppeld te worden met afzonderlijke sleepvoertui-gen voorzien van een draaiplateau, welke aanhangwagens of 20 opleggers echter bij transport door middel van schepen niet door hun bijbehorende sleepvoertuigen worden vergezeld maar bij het beladen en ontladen gesleept moeten worden door andere hulpmiddelen evenals in het algemeen het geval is bij andere soorten stationstransport. Het is bekend om voor der-25 gelijke doeleinden korte twee assige op tractoren gelijkende sleepvoertuigen te gebruiken voorzien van een draaibare hefinrichting, zodat ze gekoppeld kunnen worden met aanhangwagens of opleggers voor transport daarvan over korte afstanden en met een gematigde snelheid.

30 Natuurlijk kan dezelfde werkwijze niet op eenvoudige wijze worden toegepast voor het laden en ontladen en andere soorten eindstationtransport van containers, die zoals iedereen weet zelf geen wielen hebben. Volgens een bekend stelsel voor het laden en ontladen van containers bij sche-35 pen als ook voor andere soorten eindstationtransport worden de containers geplaatst op zeer lage wagons met open zijkanten, de zogenoemde rolaanhangers, die slechts aan een uiteinde voorzien zijn van wielen of rollen terwijl het andere 792 0 0 2 j 2 uiteinde van de wagon "bestemd is om te worden gekoppeld door en te worden gedragen door de draaibare hefinrich-ting op de op het eindstation werkende tractor van het "bovengenoemde type door middel van een zogenoemde zwane-5 hals. Op deze wijze kunnen de wagon en de daarop geplaatste container door de genoemde tractor worden versleept. Dergelijke extra rolaanhangers voor containers leiden echter tot een wezenlijke toename van de kapitaalkosten voor het transportstelsel omdat de aanhangers de containers moeten 10 "begeleiden gedurende het gehele transport aan "boord van het schip terwijl ze tevens leiden tot extra behandelings-kosten voor het laden en ontladen van de containers op respectievelijk van deze rolaanhangers.

Voor het transporteren van containers is het derhalve 15 eveneens "bekend om losse wielgroepen of rolmiddelen te gebruiken, die aan de onderste hoeksteunen van de op een onderlaag rustende container kunnen worden bevestigd en die voorzienzijn van wielen die door middel van hydraulische cylinders of iets dergelijks kunnen worden neergelaten zo-20 danig dat de container door het neerlaten van de wielen kan worden opgetild van de onderlaag tot in een transport-positie waarin de container kan worden gesleept door een sleepvoertuig dat op geschikte wijze kan worden gekoppeld met de rolmiddelen aan een uiteinde van de container. Deze 25 rolmiddelen moeten echter op· teen speciale wijze worden ontworpen om aan het sleepvoertuig te kunnen worden gekoppeld.

De tot nu toe bekende stelsels voor het transporteren van containers, of deze nu zijn voorzien van tijdelijk te bevestigen rolmiddelen of bestaan uit lage aan de zijkanten 30 geopende wagons, de zogenaamde rolaanhangers, hebben echter te lijden van ernstige nadelen, in het bijzonder in de vorm van een slechte manoeuvreerbaarheid bij transport in nauwe ruimten, bijvoorbeeld op schepen, als gevolg van de grote draaicirkel. De bekende stelsels zijn ook in veel ge-35 vallen naar verhouding gecompliceerd en tijdrovend in gebruik en dikwijls zodanig gespecialiseerd dat ze niet gebruikt kunnen worden voor het transporteren van containers die voorzien zijn van afzonderlijk bevestigde rolmiddelen en containers die geplaatst zijn op de zogenoemde rolaanhangers. 40 De uitvinding heeft nu ten doel een sleepvoertuig te 792 002j 3 verschaffen dat in de eerste plaats kan worden gebruikt voor het transporteren van containers, dat verder leidt tot een zeer goede manoeuvreerbaarheid en dat bovendien erg eenvoudig kan worden aangepast om gebruikt te worden 5 voor het transporteren van containers die voorzien zijn van afzonderlijk bevestigde rolmiddelen als ook voor containers die geplaatst zijn op zogenaamde rolaanhangers en voor het slepen van opleggers bestemd om gekoppeld te worden met sleepvoertuigen die voorzien zijn van een draai-10 bare hefinrichting en in principe voor het slepen van iedere oplegger die alleen aan zijn achterzijde van wielen is voorzien·

Het sleepvoertuig volgens de uitvinding is voorzien van voorwielen en achterwielen opgehangen aan een frame 15 en koppelmiddelen aan de achterzijde van het voertuig om het voertuig te koppelen met het te slepen voorwerp, en wordt in hoofdzaak gekenmerkt, doordat de genoemde koppelmiddelen zijn bevestigd aan het frame van het voertuig en zijn ontworpen voor het verschaffen van een in hoofdzaak 20 stijve koppeling tussen het frame van het voertuig en het te slepen voorwerp, terwijl middelen aanwezig zijn voor het regelen van de vertikale positie van het voertuigframe ten opzichte van de achterwielen, welke achterwielen bestuurbaar zijn en aandrijfbaar gekoppeld zijn met de aandrijf -25 middelen van het voertuig, en verder de distributie van het gewicht van het voertuig over de voorwielen respectievelijk achterwielen dusdanig is aangepast aan het gewicht van het te slepen voorwerp, dat na koppeling van het voertuig aan het voorwerp door middel van de koppelmiddelen 50 de voorwielen kunnen worden opgetild door het omhoog verplaatsen van het voertuigframe ten opzichte van de achterwielen.

Een sleepvoertuig dat ontworpen is in overeenstemming met de uitvinding kan erg eenvoudig en gemakkelijk worden 35 gekoppeld met respectievelijk losgekoppeld van het te slepen voorwerp, ongeacht of dit een container is, een zogenaamde rolaanhanger geladen met containers, een conventionele oplegger bestemd voor koppeling met een draaitafel of een willekeurig ander type oplegger. De op deze wijze ver-40 kregen equipage heeft een wielbasis zo kort als het ont- 7920023 4 werp van het te slepen voorwerp als geheel mogelijk maakt en de bestuurbare wielen van de equipage zijn zeer dicht bij de voorzijde van het te slepen voorwerp, bijvoorbeeld de container, gepositioneerd hetgeen ertoe leidt dat de equi-5 page zeer gemakkelijk kan worden gemanoeuvreerd ook in nauwe ruimten. Het is verder eenvoudig om het sleepvoer-tuig volgens de uitvinding zodanig uit te voeren dat de bestuurbare wielen van de equipage over zeer grote stuur-hoeken tot nagenoeg +90° kunnen worden verdraaid hetgeen 10 de manoeuvreerbaarheid verder verbetert. Als het sleep-voertuig volgens de uitvinding wordt aangedrven zonder dat het gekoppeld is met een te slepen voorwerp dan kan het voertuig even gemakkelijk worden gemanoeuvreers als iedere conventionele stationstractor.

15 De uitvinding zal in het volgende meer in detail wor den beschreven refererend aan de bijbehorende tekening, waarvan figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding in hoofdzaak ontworpen voor het transporteren van containers. 20 Figuur 2 toont het voertuig volgens figuur 1 in voor aanzicht.

Figuur 3 toont het voertuig volgens figuur 1 in bovenaanzicht.

Figuur 4 toont schematisch een doorsnede volgens de 25 lijn IV-IY in figuur 1 door het achterasstelsel van het voertuig.

Figuur 5 toont in een schematisch zijaanzicht hoe een trekvoertuig dat fundamenteel ontworpen is zoals getoond in de figuren 1-4 wordt gekoppeld met een container die 30 direct rust op de grond of iets dergelijks.

Figuur 6 toont een zijaanzicht corresponderend met figuur 5 maar nu met de equipage in de opgeheven trans-portpositie.

Figuur 7 toont een schematisch zijaanzicht, illustre-35 rend hoe een sleepvoertuig volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor het transporteren van conventionele opleggers ontworpen voor koppeling met een draaiplateau.

Figuur 9 toont een schematisch zijaanzicht, illustrerend hoe een sleepvoertuig volgens de uitvinding kan wor-40 den gebruikt voor het transporteren van een eerste type 7920023 5 laag ladende opleggers, de zogenoemde rolaanhangers voor containers.

Figuur 9 toont een schematisch zijaanzicht, illustrerend hoe een sleepvoertuig volgens de uitvinding kan worden 5 gebruikt voor het transporteren van een type roloplegger dat bestemd is om via een zwanehalsorgaan gekoppeld te worden met een sleepvoertuig dat voorzien is van een draaibare hefinrichting.

Figuur 10 toont een schematisch zijaanzicht, illustre-10 rend hoe een sleepvoertuig volgens de uitvinding uitgerust kan worden met een vork voor het hanteren van goederen, welke vork op dezelfde wijze kan worden gebruikt als bij een vorkheftruck.

De uitvoeringsvorm van het sleepvoertuig volgens de 15 uitvinding schematisch getoond in de figuren 1t4 is in de eerste plaats bestemd en ontworpen voor het transporteren van containers, zoals in meer detail zal worden beschreven refererend aan de figuren 5 ©n 6. Het voertuig heeft een stevig frame 1, waaraan de bestuurderscabine 2 en de aan-20 drijfmotoreenheid 3 (niet in detail getoond) zijn bevestigd. Het voertuig heeft twee assen, te weten een vooras 4 met de bijbehorende voorwielen 5 en een achteras 6 met de bijbehorende achterwielen 7· Aan het achteruiteinde van het voertuig 1 bevindt zich een koppelorgaan 8 bevestigd aan 25 bet frame en bestemd voor het koppelen van het voertuig aan het te slepen of te transporteren voorwerp, dat wil zeggen in de getoonde uitvoeringsvorm bij voorkeur een container. Het koppelorgaan 8 moet zodanig ontworpen zijn dat er een in hoofdzaak stevige verbinding wordt verschaft 30 tussen het voertuigframe 1 en het te slepen of te transporteren voorwerp, en dit orgaan bevat in de getoonde uitvoeringsvorm een in hoofdzaak vertikaal rechthoekig frame dat dezelfde afmetingen heeft als de voorzijde van de door het sleepvoertuig te transporteren containers, welk frame 35 aan de hoeken voorzien is van geschikt ontworpen en in de getoonde uitvoeringsvorm hydraulisch bedienbare vergrendel-middelen 9 welke in aangrijping gebracht kunnen worden met de hoeksteunen aan de voorzijde van een container zodanig dat het koppelframe 8 en daardoor het voertuigframe 1 40 wordt verbonden met de container op de wijze . nog in

792 0 02J

6 detail wordt "beschreven aan de hand van de figuren 5 en 6.

In tegenstelling tot hetgeen normaal het geval is "bij voertuigen is de vooras 4 met de voorwielen stijf, dat wil zeggen niet bestuurbaar verbonden met het voertuigframe 1.

5 Dat de vooras 4 met de voorwielen 5 "stijf" verbonden is met het voertuigframe 1 sluit natuurlijk niet uit dat er geschikte veermiddelen aanwezig zijn tussen het voertuigframe 1 en de vooras 4. Ook zijn de voorwielen 5 niet aan-drijfbaar door de aandrijfmotoreenheid 3 van het voertuig.

10 De achterwielen 7 op de achteras 6 kunnen echter door de aandrijfmotoreenheid 3 worden aangedreven en zijn tevens bestuurbaar en bovendien is de achteras 6 met de achterwielen 7 gekoppeld met het voertuigframe 1 door middel van een vermogensproducerend orgaan waarmee het mogelijk is om 15 de vertikale positie van het voertuigframe 1 ten opzichte van de achteras 6 met de achterwielen 7 te regelen.

In de uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding getoond in de tekening wordt dit bereikt op de wijze die schematisch geïllustreerd is in figuur 4, doordat 20 de achterwielen 7 direct zijn gemonteerd op hydraulische motoren 10 geplaatst op de achteras 6 welke op zijn beurt is opgehangen aan het voertuigframe 1 door middel van een gelede poot 11 (zie figuur 1) en een hydraulische cylinder 12 door middel waarvan de afstand tussen het voertuigframe 25 1 en de achteras 6 kan worden geregeld. De hydraulische motoren voor het aandrijven van de achterwielen 7 zijn op een op zichzelf bekende wijze gekoppeld met een geschikt ontworpen hydraulische, op zichzelf bekende pomp die verbonden is met een stuurinrichting behorend tot de aandrijf-30 motoreenheid 3 van het voertuig. Het gehele achterasstelsel met de gelede poot 11, de hydraulische cylinder 12, de as 6, de aandrijf mot oren 10 en de wielen 7 kunnen voor het sturen van het voertuig worden verdraaid rond een vertikale as doordat de gelede poot 11 roteerbaar is gemonteerd 35 in Het voertuigframe 1 en gekoppeld is met een geschikt, bij voorkeur hydraulisch stuurmechanisme 13. Door het achterasstelsel op deze wijze te ontwerpen wordt bereikt dat de gestuurde wielen 7 van het voertuig kunnen worden verdraaid binnen een zeer grote stuurhoek tot ongeveer +90°, waar-40 door het voertuig erg gemakkelijk kan manoeuvreren ook in 792 0 0 2 5 7 nauwe ruimten.

De figuren 5 en 6 illustreren koe een sleepvoertuig volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor het transporteren van een container. Figuur 5 toont een container 5 14 die direct rust op een ondergrond, dat wil zeggen de positie die een container aanneemt bij het koppelen respectievelijk loskoppelen van het sleepvoertuig volgens de uitvinding. Voor het koppelen wordt het sleepvoertuig achterwaarts bewogen naar een zodanige positie nabij de voor-10 zijde van de container 14, dat de koppelmiddelen 9 aan het koppelframe 8 aan de achterzijde van het voertuigframe 1 kunnen worden vergrendeld met de hoeksteunen aan de voorzijde van de container 14 zodat een in principe stijve koppeling wordt verkregen tussen de container 14 en het voer-15 tuigframe 1. Omdat de afstand tussen het voertuigframe 1 en de achteras 6 van het voertuig op de in het bovenstaande beschreven wijze kan worden geregeld kan het koppelframe 8 ver genoeg worden neergelaten om de koppeling met de container 14 mogelijk te maken. In de getoonde uitvoeringsvorm 20 is het koppelframe 8 terwille van de eenvoud stijf verbonden met het voertuigframe 1. Een zekere beperkte mate van scharnierbaarheid van het koppelframe 8 ten opzichte van het voertuigframe 1, in eerste instantie rond een horizontale as, kan echter gemakkelijk of echter zelfs noodzakelijk 25 zijn om de koppeling tussen het koppelframe 8 en de container 14 door middel van de koppelingsmiddelen 9 mogelijk te maken of te vergemakkelijken. Nadat deze koppeling is voltooid wordt het koppelframe 8 op geschikte wijze vast vergrendeld aan het voertuigframe 1.

30 Aan de achterzijde van de container 14 zijn bovendien geschikte wiel- of rolmiddelen 15 bevestigd, die van elk willekeurig reeds bekend type kunnen zijn en die voorzien zijn van hydraulisch scharnierbare wielen. De hydraulische stuurmiddelen voor deze rol- of wielmiddelen 15 kunnen bij 35 voorkeur worden gevoed met hydraulisch fluïdum en worden bestuurd door het hydraulische stelsel van het sleepvoertuig doordat de rolmiddelen 15 worden gekoppeld aan een hydraulische slang 16 die afgenomen kan worden van een slanghaspel 17 op het sleepvoertuig.

40 Nadat het sleepvoertuig volgens de uitvinding gekop- 7920023 8 peld is met de voorzijde van de container 14 en de rolmid-delen 15 zijn vergrendeld aan het andere uiteinde van de container 14 wordt het voertuigframe 1 op de in het bovenstaande beschreven wijze ten opzichte van de achteras 6 5 van het voertuig met de achterwielen 7 omhoog verplaatst terwijl tegelijkertijd de wielen van de rolmiddelen 15 op een bekende wijze worden neergelaten. Daardoor zal de container 14 worden opgetild van het steunvlak tot in de transport-positie, hetgeen schematisch getoond is in figuur 6, tesa-10 men met het voertuigframe 1 dat met de container 14 is gekoppeld. Dit betekent dat eveneens de vooras 4 van het voertuig met de voorwielen 5 wordt opgetild van het steunvlak zodat een equipage wordt verkregen waarin de achteras 6 met de achterwielen 7 van het sleepvoertuig dienst doen 15 als vooras met aandrijfbare en bestuurbare voorwielen terwijl de rolmiddelen 15 dienst doen als niet bestuurbare achterwielen. Het is duidelijk dat deze equipage een wiel_ basis heeft die zo kort is als praktisch mogeüjk is gezien de lengte van de container 14, en dat deze equipage zeer 20 gemakkellk kan worden gemanoeuvreerd ook in nauwe ruimten doordat de bestuurbare wielen 7 kunnen worden verdraaid binnen een zeer grote stuurhoek en bovendien zeer dicht nabij de voorzijde van de container 14 zijn geplaatst.

Het is eveneens duidelijk dat het koppelen en ontkop-25 pelen van het sleepvoertuig aan respectievelijk van de container 14 kan worden' uitgevoerd op een naar verhouding snelle en eenvoudige wijze. Het enige noodzakelijke handwerk is het bevestigen respectievelijk verwijderen van de rolmiddelen 15 aan de achterzijde van de container 14. Wanneer 50 het sleepvoertuig afzonderlijk tussen verschillende containers wordt verplaatst dan kunnen de rolmiddelen 15 aan het sleepvoertuig worden opgehangen.

Het zal duidelijk zijn dat bij het alleen verplaatsen van het sleepvoertuig de besturing plaats vindt door middel 55 van de achterwielen van het voertuig terwijl bij het slepen van een container de besturing van de dan gevormde equipage wordt uitgevoerd met de wielen die in werkelijkheid de voorwielen van de equipage vormen, hetgeen resulteert in een tegengestelde stuurgeometrie voor de equipage. Hieraan 40 kan de nodige aandacht worden besteed door het omkeren van 792 0 0 2 3 9 de functie van het stuurwiel in de hestuurderscahine van het sleepvoertuig zodanig, dat het draaien aan het stuurwiel in een bepaalde richting altijd resulteert in dezelfde wijziging van de bewegingsrichting van het voertuig onge-5 acht of het voertuig alleen wordt bewogen in de positie getoond in figuur 1 of gekoppeld is met een container in de positie getoond in figuur 6.

Omdat de vooras 4 en de voorwielen 5 van het sleepvoertuig alleen worden gebruikt wanneer het voertuig alleen 10 wordt voortbewogen, behoeven de vooras en de voorwielen slechts gedimensioneerd te zijn voor het tarra-gewicht van het sleepvoertuig. De achteras 6 en de achterwielen 7 echter moeten gedimensioneerd worden rekening houdens met het gewicht van de door middel van het voertuig te slepen 15 containers.

Figuur 7 illustreert schematisch hoe een sleepvoertuig volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor het slepen van conventionele opleggers ontworpen om gekoppeld te worden met sleepvoertuigen voorzien van een draaiplateau. 20 Voor dit doel wordt een koppelframe 8 van het sleepvoertuig volgens de uitvinding, in zijn algemeenheid aangeduid met 18, stevig gekoppeld met het voorste uiteinde van een korte enkelassige oplegger 19, die speciaal voor deze koppeling is ontworpen en voorzien is van een draaibare hef-25 eenheid 20 van een conventioneel type, welke eenheid kan worden gekoppeld met de te slepen of de te transporteren oplegger 21. Nadat het sleepvoertuig 18 volgens de uitvinding gekoppeld is met de oplegger 19 wordt het frame van het sleepvoertuig op de in het bovenstaande beschreven 50 wijze omhoog verplaatst zodanig dat de vooras 4 en de voorwielen 5 van het sleepvoertuig worden opgetild van het steunvlak en de equipage kan worden bestuurd en aangedreven door middel van de achterwielen 7 van het sleepvoertuig 18.

55 Figuur 8 illustreert schematisch hoe een sleepvoer tuig 18 volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor het slepen en transporteren van een laag ladende roloplegger 22, waarop een container 14 of een andere last is geplaatst. Deze roloplegger heeft een speciaal voorgedeelte voor kop-40 peling met het koppelframe 8 van het sleepvoertuig.

7920023 10

Op corresponderende wijze toont figuur 9 koe een sleepvoertuig 18 volgens de uitvinding kan worden gebruikt voor het slepen en transporteren van een laag ladende rolopleg-ger 23 voor bijvoorbeeld containers 14, welke roloplegger 5 aan zijn vooruiteinde voorzien is van een koppelingsdoos 24 bestemd voor koppeling met een zwanehalsorgaan 25 dat stevig bevestigd is aan het koppelframe 8 van het sleep-voertuig 18 volgens de uitvinding.

Eet zal duidelijk zijn dat een sleepvoertuig volgens de 10 uitvinding in principe kan worden gebruikt voor het slepen of transporteren van willekeurige typen opleggers die alleen voorzien zijn van een steunwielas nabij het achteruiteinde ervan terwijl het vooruiteinde ervan ontworpen is om stevig te worden gekoppeld met koppelingsmiddelen aan de 15 achterzijde van het sleepvoertuig volgens de uitvinding.

Het zal tevens duidelijk zijn dat voor alle in het bovenstaande beschreven doeleinden het sleepvoertuig volgens de uitvinding een gewichtsverdeling moet bezitten over de vooras en de achteras die zodanig is aangepast aan 20 het gewicht van het te slepen of te transporteren voertuig dat de vooras met de voorwielen van het sleepvoertuig wordt opgetild van het steunvlak wanneer het voertuig stevig is gekoppeld met het te slepen voorwerp en het frame van het voertuig omhoog wordt verplaatst ten opzichte 25 van de achteras op de in het bovenstaande beschreven wijze.

Het voertuig volgens de uitvinding kan echter eveneens worden gebruikt als een conventionele vorkheftruck voor het behandelen van goederen doordat op de wijze die schematisch geïllustreerd is in figuur 10 een vorkorgaan 30 26, bestaande ofwel uit een stationaire ofwel een beweeg bare vork, bevestigd is aan het koppelframe 8 van het voertuig 18. In dit geval moet een tegenwicht 27 worden gemonteerd aan de voorzijde van het voertuig zodat het voertuig niet kantelt onder invloed van de last op de 35 vorkeenheid 26.

7920023

Claims (9)

1. Sleepvoertuig met voorwielen (5) en achterwielen (7) opgehangen aan een frame (1), en koppelmiddelen (8) aan de achterzijde van het voertuig voor het koppelen van 5 het voertuig aan een te slepen voorwerp (14), met het kenmerk, dat de genoemde koppelingsmiddelen (8) zijn bevestigd aan het frame (1) van het voertuig en ontworpen zijn om een in hoofdzaak stijve verbinding te verschaffen tussen het frame (1) van het voertuig en het te 10 slepen voorwerp (14), dat middelen (12) aanwezig zijn voor het regelen van de vertikale positie van het voertuigframe (1) ten opzichte van de achterwielen (7), dat deze achterwielen (7) bestuurbaar zijn en aandrijf baar in verbinding staan met de aandrijf middelen van het voertuig, en dat de 15 gewichtsverdeling van het voertuig over de voorwielen (5) respectievelijk de achterwielen (7) zodanig is aangepast aan het gewicht van het te slepen voorwerp (14), dat na koppeling van het voertuig en het voorwerp (14) door middel van de genoemde koppelingsmiddelen (8) de voorwielen 20 (5) in de lucht getild kunnen worden door het omhoog ver plaatsen van het voertuigframe (1) ten opzichte van de achterwielen (7).

2. Voertuig volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de achterwielen (7) met de achteras (6) 25 als eenheid draaibaar zijn rond een vertikale as ten opzichte van het voertuigframe (1) voor het besturen van het voertuig.

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de achterwielen (7) aandrijf baar zijn 30 door middel van aandrijf mot oren (10) bij voorkeur hydraulische motoren, gemonteerd op de achteras (6).

4. Voertuig volgens een der conclusies 1-3» m e t het kenmerk, dat de vooras (4) met de voorwielen (5) stijf gekoppeld is met het voertuigframe (1). 35

5* Voertuig volgens een der conclusies 1-4, m e t het kenmerk, dat de genoemde koppelingsmiddelen (8) ontworpen zijn om stevig te worden gekoppeld met de voorzijde van een container (14).

6. Voertuig volgens conclusie 5» m e t het 40 kenmerk, dat de genoemde koppelingsmiddelen voorzien 7920023 zijn. van een in hoofdzaak vertikaal rechthoekig frame (8) bevestigd aan de achterzijde van het voertuigframe (1) waarbij aan de hoeken ervan bij voorkeur hydraulisch be-dienbare koppelingselementen (9) aangebracht zijn ontworpen 5 om samen te werken met koppelingselementen aanwezig in de hoeken van de container (14).

7. Voertuig volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de genoemde koppelingsmiddelen (8, 9) ontworpen zijn om stevig te worden gekoppeld met de 10 voorzijde van een last dragende oplegger (22) welke alleen aan zijn acht eruit einde voorzien is van last ondersteunende wielassen.

8. Voertuig volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de genoemde koppelingsmiddelen 15 (8, 9) zijn- ontworpen om stevig te worden gekoppeld met de voorzijde van het frame van een korte enkelassige wagen (19) voorzien van een draaibare hefeenheid (20) voor koppeling met opleggers (21) die bestemd zijn voor sleepvoer-tuigen met een draaiplateau. 20

9· Voertuig volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de genoemde koppelingsmiddelen (8, 9) zijn ontworpen voor het dragen van een vorkeenheü (26) voor het hanteren van goederen waarbij de voorzijde van het voertuigframe is bestemd voor het dragen van een 25 tegenwicht (27). ********** 7920023