NL7909344A

NL7909344A - Werkwijze voor het bereiden van een preparaat met insecticide werking.

Info

Publication number: NL7909344A
Application number: NL7909344A
Authority: NL
Original assignee: Sandoz Ag
Priority date: 1979-01-02
Filing date: 1979-12-28
Publication date: 1980-07-04
Also published as: ZA808B; CH643435A5; DE2951037A1; US4510137A; GB2040166A; IL59059A0; JPS5592301A; IT1162496B; DK553879A; HU185781B; IL59059A; CS228504B2; GB2040166B; FR2445697B1; FR2445697A1; BR8000003A; IT7951220A0

Description

* %

Werkwijze voor het bereiden van een preparaat met insecticide werking.

De uitvinding heeft betrekking op werkwijzen voor het bereiden van preparaten met insecticide werking.

Men heeft gevonden dat het toepassen van a) de verbinding met formule 1, hierna aangeduid met de gebruike-5 lijke naam "quinalphos", tezamen met b) de verbinding met formule 2, hierna aangeduid met de gebruikelijke naam "thiometon", bijzonder doeltreffend is voor het bestrijden van insectenplagen, in het bijzonder in een gebied waar katoen wordt verbouwd en in het bijzonder tegen de Spodoptera littoralis, 10 Heliothis spp en Pectinophora gossypiella insecten.

De verbinding quinalphos is een bekend insecticide dat doeltreffend is voor het bestrijden van insecten in katoencultures.

Thiometon is eveneens een bekend insecticide, 15 doch de doeltreffendheid ervan ligt voornamelijk op het gebied van het bestrijden van luizen. Alleen toegepast is thiometon niet geschikt voor het bestrijden van de hiervoor genoemde insecten.

Men heeft nu echter gevonden dat het toepassen van thiometon tezamen met quinalphos verrassenderwijze en in 20 sterke mate de doeltreffendheid van laatstgenoemde verbinding voor het bestrijden van dergelijke insecten vergroot.

Een aspect van de uitvinding is dus gericht op een verbeterde wijze voor het bestrijden van insecten, in het bijzonder de insecten Spodoptera littoralis, Heliothis spp en 25 Pectinophora gossypiella, in een gebied, in het bijzonder daar waar katoen wordt verbouwd, door in of op dit gebied, gemengd of afzon- 7908344 er 2 derlijk, quinalphos en een doeltreffende hoeveelheid thiometon aan te brengen.

Geschikte toepassingshoeveelheden liggen tussen 750 g en 1500 g, hij voorkeur tussen 1000 g en 1250 g, per 5 hectare, waarbij het gewicht het totale gewicht van de bestanddelen a) en b) is. De gewichtsverhouding van quinalphos : thiometon ligt bij voorkeur in het traject van 5:1 tot 1:20, bij voorkeur tussen 3:1 en 1:10, vooral tussen 2:1 en 1:8. De verbindingen worden bij voorkeur toegepast in de vorm van een waterig te sproeien produkt 10 of produkten.

. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een preparaat met insecticide werking door de verbinding met formule 1 en de verbinding met formule 2, bij voorkeur in de hiervoor aangegeven gewichtsverhouding, 15 in een voor een dergelijke toepassing geschikte toedieningsvorm te brengen.

De preparaten volgens de uitvinding kunnen op een gebruikelijke wijze worden bereid of vervaardigd, bijvoorbeeld in de vorm van een dubbelpakket, een emulgeerbaar, geconcen-20 treerd preparaat, een bevochtigbaar poeder of een oplosbaar poeder, waarvan de geëmulgeerde, geconcentreerde vorm de voorkeur heeft.

In de vaste vormen kunnen dragers, zoals diatomeeënaarde, talk, kaoliniet, attapulgiet, pyrofylliet, kunstmatige minerale vulstoffen op basis van siliciumdioxyde en silica-25 ten, kalk, natriumsulfaat.decahydraat en dragers voor agrarisch gebied, zoals walnotenmeel, zijn opgenomen. Toevoegsels zoals bevochtigende middelen en dispergeermiddelen, bijvoorbeeld natriumlauryl-sulfaat, natriumdodecylbenzeensulfonaat, condensatieprodukten van naftaleensulfonaat en formaldehyde, polyglycolethers en lignine-30 derivaten, zoals sulfietvloeistof, kunnen in het geval van bevoch-tigbare poeders eveneens worden opgenomen, waardoor men de preparaten volgens de uitvinding als een waterige suspensie kan toepassen.

In de vloeibare vormen kunnen tevens niet-fytotoxische verdunningsmiddelen, zoals alkoholen, glycolen, glycol-35 ethers, alifatische en aromatische koolwaterstoffen, bijvoorbeeld xyleen, alkylnaftalenen en andere aardoliedestillaten en ketonen, 7909344 •4 3 bijvoorbeeld cyclohexanon en isoforon, worden opgenomen. Toevoegsels zoals oppervlakte-actieve middelen, bijvoorbeeld bevochtigende middelen en emulgeermiddelen, zoals polyglycolethers gevormd door reactie van alkyleenoxyden en alkanolen met een hoog molecuulgewicht, 5 mercaptanen of alkylfenolen en/of alkylbenzeensulfonaten, kunnen in emulsieconcentraatvormen worden opgenomen.

Afgezien van de hiervoor genoemde dragers, verdunningsmiddelen en toevoegsels, kan men in de preparaten eveneens andere toevoegsels, zoals stabiliseringsmiddelen, deactivato- 10 ren, middelen die het hechtvermogen aan oppervlakken verbeteren, middelen tegen corrosie, middelen die het schuimen tegengaan en pigmenten worden opgenomen.

De geconcentreerde vormen van de preparaten volgens de uitvinding bevatten in het algemeen 1 tot 90 gew.%, 15 bij voorkeur 5-50 gew.%, van de bestanddelen a) en b).

De toedieningsvormen van de preparaten volgens de· uitvinding zullen in het algemeen tussen 0,02 en 90 %, bij voorkeur tussen 0,1 en 20 gew.%, van de bestanddelen a) en b) bevatten.

20 In de hierna volgende voorbeelden zijn alle delen en percentages respectievelijk gewichtsdelen en gewichtsper-centages.

Voorbeeld I; Emulgeerbaar geconcentreerd preparaat A.

. 25 Men mengde 12,5 dln quinalphos en 12,5 dln thiometon met 20 dln isoöctylfenyldecaglycolether, 5 dln van het calciumzout van een alkyl-arylsulfonaat en 50 dln xyleen. Voor het gebruik verdunt men het aldus verkregen geconcentreerde preparaat volgens de uitvinding met water.

30 Voorbeeld II: Emulgeerbaar geconcentreerd preparaat B.

Men mengde 12,5 dln quinalphos en 12,5 dln thiometon met 25 dln isoöctylfenyloctaglycolether, 5 dln van het calciumzout van een alkylarylsulfonaat en 45 dln van een aromatische aardoliefractie met een kookpunt tussen 210 en 280°C O^o5 0,92).

35 Het aldus verkregen geconcentreerde preparaat wordt voor zijn toepassing met water tot de gewenste concentratie verdund.

7909344 4

Voorbeeld III

Men bereidde twee gecombineerde geconcentreerde preparaatvormen de eerste, door mengen in gelijke volume- rS) 5 delen Ekalux'-'(een in de handelverkrijgbaar 25 %'s emulsieconcen-traat van quinalphos) en Ekatin^-' (een in de handel verkrijgbaar 25 %'s emulsieconcentraat van thiometon) en de tweede door 1 vol.dl Ekalux® te mengen met 3 vol.dln Ekatin®. De geconcentreerde preparaten werden met 10 water 100 maal verdund en afzonderlijk, met behulp van een draagbare sproei-inrichting met zes sproeikoppen, toegediend aan met Spodoptera littoralis geïnfecteerde katoengewassen (vijf verschillende proeven A, B, C, D en E werden uitgevoerd), waarbij de besproeiing met het eerste geconcentreerdepreparaat werd toegepast 15 in een hoeveelheid van 2,2 liter Ekalux^-'en 2,2 liter EkatinN-' per hectare en de besproeiing met het tweede geconcentreerde preparaat werd ui'tgevoerd in een hoeveelheid van 1,1 liter Ekalux^en 3,3 liter Ekatin®per hectare. Controlen werden uitgevoerd met sproeivloeistoffen die onder toepassing van alleen Ekalux'—'werden 20 verkregen, waarbij de toegepaste hoeveelheden 2,2; 2,75 en 3,3 (£) liter Ekalux'-'/hectare bedroegen. De doeltreffendheid van de behandeling werd beoordeeld door inspectie van de gewassen met tussenpozen variërende van kort na het sproeien (nul uur) tot 9 dagen na de besproeiing, waarbij de dode en levende insecten in monster-25 · gedeelten van de gewassen werden geteld en de verkregen resultaten werden uitgedrukt in waarden van een schaal gaande van 0 tot 100, waarbij 0 betekent dat alle insecten nog in leven waren en 100 aangeeft dat alle insecten waren gedood, terwijl 50 betekent dat de helft van de insecten dood en de andere helft levend waren. De 30 verkregen resultaten zijn opgenomen in de volgende tabel.

7909344 5 o O ^ a s i ^ "o sc 1 i \ ·5. o' o 'O I I 1 5. ~i.

is <J\ o o o o o <J o’ o o o o K ^ ^ -i. -L 'f §1 ï ï 4. 2 o «^4. -4 4. Λ a o o o cm co << ^ O O O Ό o m v£) --— o ca co <r

,- | | 00 CM "U

2 » „ 4. "r "r ^ ^ a 2 -4 oo -4 i i co co > a 2.-3 2 o o o ao a a o — ^ <r r^ -u ü *>» in O _____ *3 u < ° ° " g « * a--5 £ T2 I | \α O 9) -j I — ~— 1 & 3 sa -i. | I co “ -T e , -4 \ r~~ O -u e o a 2 i i > σ' o» a u s ·χ o sr o ldc o ^ Ό o CO < — F'hn h no m <r ό o 25 a c — cm m co οί ft

^ OM

— OM

J · ~ O ft a '.% -» o a _5 jd 0—0 2 ^ o — 4-1 2 - o

m ^ 4. 2 £ 2 S

« ü 4. 2 2 2 o O

-Λ 3 I I I ' &0 BO CO '•O CO ° 22

\ <r m r·' — o C

''v. >"-« CO

N o co co m ^ M' * 10 50 2 o « =* - * ---- w 2 u μ Μ a •"a a a a) a & s-< w j-> +j μ a Μ ·>-ι ·η -u

03¾ a 4J a r-t r-1 C

a ·η a -u ^ -λ S

n^aM Ή ft *i-i CM CO ft a .a a ι-i I-) n m 00ft 4-1 ίο cm co -¾ a a a cm *" co , ÏÏ o a a » « *> + + ft Λ Λ <N ~ Ο

4-J

W

aft öxökök'kö'xö a a aoaaaoS'HOft oots a?—i aft aftft4-ift4-i a a? a a ι-i a a a a a

Oft ftü t-i g <oa<dia<;iaiaMaia 7909344

V

6

Uit deze tabel blijkt duidelijk dat het toevoegen van Ekatin^ (actief bestanddeel thiometon) in aanzien-lijke mate de insecticide werking van Ekaluxx“/ (actief bestanddeel quinalphos) verhoogt.

5 Voorbeeld IV

Men voedde larven van Spodoptera littoralis met bladeren van Tradescantia, die waren behandeld met een te onderzoeken mengsel volgens de uitvinding totdat de vloeistof er vanaf droop. Men diende deze mengsels toe als een tank mix van de in de 10 handel verkrijgbare 25 %'s geconcentreerde emulsies van quinalphos

(S) (iD

(Ekalux'®’; en thiometon (Ekatin^) en vergeleek de verkregen resultaten (LD^q) met de LD^-waarden gevonden voor quinalphos of thiometon.

Men verkreeg de volgende resultaten: 15 Toegepast produkt ^50 Synergistische factor (1)

Quinalphos 1,37

Thiometon 32,84 -

Quinalphos/Thiometon (1:1) 0,39 6,74

Quinalphos/Thiometon (1:2) 0,52 7,30 20 Quinalphos/Thiometon (1:4) 0,46 12,76 (1) Abt en med., Europ. Ges.f.Arzneimittel-Toxikologie, 13.

Meeting, Berlin, 7-9.6.1971: Acute Toxicity of Drug Combination, A method for Evaluating the Interaction of the Active Components.

25 - De gemiddelde LD^^-waarde werd volgens

Le Roy H.L. (Schweiz. Landw. Forschung 4_ (4) 360-362 (1965) berekend voor de vier proeven.

7909344

Claims

1. Werkwijze voor het bestrijden van insecten, met het kenmerk, dat men aan insecten, gemengd of afzonderlijk, 5 a) de verbinding met formule 1 en b) de verbinding met formule 2 toedient.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het totale gewicht van de verbindingen met formule 1 en 2 toegediend per hectare tussen 750 g en 1500 g ligt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het totale gewicht van de verbindingen met formule‘1 en 2 toegediend per hectare tussen 1000 en 1250 g ligt.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van verbin- 15 ding met formule 1 tot verbinding met formule 2 tussen 5:1 en 1:20 ligt.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van verbinding met formule 1 tot verbinding met formule 2 tussen 3:1 en 1:10 ligt.

6. Werkwijze vigens conclusie 5, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van verbinding met formule 1 tot verbinding met formule 2 tussen 2:1 en 1:8 ligt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men de insecten Spodoptera 25 littoralis, Heliothis spp en Pectinophora gossypiella bestrijdt.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men een veld met katoengewassen behandelt.

9. Werkwijze volgens een der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat men de verbindingen toedient in de vorm van een waterige besproeiing.

10. Werkwijze voor het bereiden van een preparaat met insecticide werking, met het kenmerk, dat men een verbinding met formule 1 en een verbinding met formule 2 in een voor een 35 dergelijke toepassing geschikte toedieningsvorm brengt.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het 7909344 r kenmerk, dat men een preparaat bereidt waarin de gewichtsverhouding van verbinding met formule 1 tot verbinding met formule 2 tussen 5:1 en 1:20 ligt.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het 5 kenmerk, dat men een preparaat bereidt waarin de gewichtsverhouding van verbinding met formule 1 tot verbinding met formule 2 tussen 3:1 en 1:10 ligt.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat men een preparaat bereidt waarin de gewichtsverhou- 10 ding van verbinding met formule 1 tot verbinding met formule 2 tussen 2:1 en 1:8 ligt.

14. Werkwijze volgens conclusie 10-13, met het kenmerk, dat men een preparaat bereidt dat 1-90 % van de verbindingen met formules 1 en 2 bevat.

15. Werkwijzen als beschreven in de be schrijving en/of voorbeelden.

16. Gevormde preparaten met herbicide werking, verkregen onder toepassing van een werkwijze volgens conclusie 10-15. 20 !\ !/if· ,i / !? 7 9 0 9 3 4 4 J- o— pf CHj0\n P- S —(CHj)2— S—CjH, / ch3o 2 < 7909344