NL7908986A - Schroefslangklem. - Google Patents

Description

€ T Tj/Se/Rasmussen 4 Schroef slangklem.

De uitvinding betreft een schroefslangklem met een een kop omvattende spanschroef en met een de draadschacht van de spanschroef en de met de draadschacht in aangrijping staande klemband omgevend huis, waarbij de spanschroef een 5 in radiale richting ten opzichte van de spanschroef vast steunlager tenminste voor de ene openingsrand van het huis omvat, en het steunlager over de ene openingsrand van het huis in axiale richting van de spanschroef heengrijpt.

Bij een bekende schroefklemband is de kop van 10 de spanschroef als cilinder, kegel of meerkant uitgevoerd.

In alle gevallen vormt de kop met het radiale ringvlak daarvan, dat aan de schroefschacht grenst, een steunlager voor de openingsrand van het huis. De openingsranden van het in dwarsdoorsnede ongeveer tunnelvormige huis zijn naar de 15 klemband toe onderbroken, om de doorvoer van de klembandein-den tussen de schroef en de huisbodem mogelijk te maken.

Bij het spannen wordt de spanschroef door de spankracht, die in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van de schroef aan de onderzijde van de schroef op de schroefdraad daarvan 20 inwerkt, in een vlak gekanteld, dat samenvalt met de langs-as van de schroef en het ringvlak van de klemband , dus om een as, die ongeveer evenwijdig aan de langsas van de door de klemband omgeven slang, buis of dergelijke verloopt. Daarbij nadert de schroefkop de huisbodem, terwijl het vrije ein-25 de van de draadschacht van de schroef de bovenzijde van het huis nadert. Vanwege de onderste onderbreking van de openingsrand van het huis wordt op deze wijze het steunvlak tussen kop en huis verkleind, zodat de dientengevolge toenemende vlaktedruk tussen het huis en de kop tot het openbuigen van 30 het huis en tenslotte tot het losraken van de gehele sluiting van de schroefklemband leidt.

Bij een andere bekende schroefslangklem (GB-PS 664.855 of FR-PS 933 013) van deze soort is de spanschroef- 7908986 V- --2- kop cilindrisch ën het steunlager een plaatlichaam met een de schroefhals omsluitende boring en een over het huis heen grijpende flens. De flens is aan de naar de klemband toegekeerde zijde over de gehele bandbreedte onderbroken. De on-5 derkartt van het plaatlichaam verloopt evenwijdig aan de bovenzijde van de klemband, terwijl de zijwanden van de flens evenwijdig aan de zijwanden van het huis verlopen. Hierbij is wel het gevaar van het kantelen van de schroef in het genoemde vlak vanwege de plaatlichaamflens kleiner. 0ph2t 10 plaatlichaam wordt echter, vanwege de wrijving hiertussen en de schroefkop en door de schroefdraadaangrijping bij het draaien van de schroef, om de klemband te spannen, een draai-moment uitgeoefend, dat door de zijwanden wordt opgenomen.

Bij hoge spankrachten worden daardoor de zijwanden van het 15 plaatlichaam vervormd, zodat de flens uitbuigt. De zijdelingse ondersteuning van het plaatlichaam tegen de zijwanden van het huis bij een draaiing heeft verder tot gevolg, dat relatief langs zijwanden en een overeenkomstig lange huisbodem toegepast moeten worden. Een lang huis past zich echter 20 slecht aan aan de verschillende krommingsstralen van de door de band in te spannen delen met verschillende diameters, zoals buizen en slangen of dergelijke. Het gevolg kan een ongelijkmatige spankrachtverdeling over de omtrek van de klemband zijn, die tot niet-dichte plaatsen, kan leiden, wan-25 neer de klemband voor de aansluiting van een fluidumleiding-slang wordt gebruikt. Het terugsnijden van de zijwanden van het huls zou wel. een kortere huisbodem toelaten, welke zich beter aan de verschillende krommingsstralen van de in te spannen delen aanpast. Eventueel zal echter een lichte ver-30 draaiing van het plaatlichaam bij het spannen mogelijk zijn, · en wel totdat deze met de onderkant tegen de klemband aanstoot. Zonder dit aanstoten zou het plaatlichaam tot in een· stand verdraaid kunnen worden, waarin de bout' niet meer radiaal tegen het huis af zou steunen, namelijk wanneer het 35 onderbroken gedeelte van de flens aan de bovenzijde ligt.

Het aanstoten van het plaatlichaam tegen de klemband zou echter het doorvoeren van het bovenste klembandeinde door het huis en daarmee het spannen van de klemband hinderen, 7908986 -3- * in het bijzonder, wanneer de klemband een ingedrukt of uitgeponst schroefdraaddeel omvat, waarin het plaatlichaam bij een verdraaiing door het aanhalen van de spanschroef gemakkelijk aan kan grijpen.

5 Het doel van de uitvinding is een schroefslang- klem van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen, waarbij een hogere spankracht opgebracht kan worden, zonder dat het huis en het steundeel in belangrijke mate worden vervormd en zonder dat het steundeel het spannen belemmert.

10 Overeenkomstig de uitvinding wDrdt dit doel be reikt, doordat het over een openingsrand van het huis grijpende gedeelte van het steunlager als ring is uitgevoerd.

Bij deze uitvoering verhindert het steunlager zelf bij een hoge spankracht een radiale verschuiving van 15 de spanschroefkop ten opzichte van het huis. De spanschroef kan daardoor niet in het radiaal op het ingespannen onderdeel staande axiale vlak kantelen. Deze blijft daardoor steeds met het grootste gedeelte van de schroefdraadgangen in aan-grijping met de schroefdraaddelen in de klemband. De span-20 kracht verdeelt zich daardoor over een groot aantal schroef-draadflanken. Dienovereenkomstig kan de spoed naar verhouding klein worden gekozen. Dit maakt het mogelijk om een hoge spankracht toe te passen d.m.v. een verhoudingsgewijs klein draaimoment. Het steunlager houdt dan het huis in radiale 25 richting tezamen, zodat het niet uit kan buigen en de kop van de spanschroef niet in het huis binnen kan dringen.

Daar de ring een over de gehele omtrek gesloten flens vormt, houdt deze zich zelf tezamen en is daardoor bestand tegen een hogere spankracht, 2onder dat deze daardoor wordt uügebogen.

30 Zelfs wanneer deze door de schroef' wordt meegedraaid, verhindert deze verder een kantelen van de schroef in het genoemde vlak,zonder de doorvoer van het klembandeinde door het huis te belemmeren, omdat deze een voldoende afstand tot de klemband kan hebben. Bovendien is een ring torsiestijver 35 dan een slechts gebogen, aan ëën zijde open flens.

Wanneer de buitendiameter van de ring naar het vrije einde toe afneemt, wordt een bijzonder grote vrije doorvoerdoorsnede tussen de huisbodem en de spanschroefkop 7908986 -4- verkregen voor de klembandeinden.

Wanneer de ring als één geheel met de span- ......

schroef is uitgevoerd, vervalt het afzonderlijk hanteren van de ring bij de montage. Het is echter ook mogelijk de 5 ring afzonderlijk van de spanschroef uit te voeren.

Daarbij kan de ring draaibaar op de schacht van de schroef zijn gelagerd. Bij voorkeur wordt echter de ring aan de spanschroef gelast.

’ De openingsrand van het huis ligt op doelmatige 10 wijze op een cirkelboog. Deze belemmert daarbij niet een verdraaiing van de ring tezamen met de spanschroef.

Daar de steunlagerring het huis tesamenhoudt, kan deze in het bovenste gedeelte een langssleuf omvatten.

Deze wordt dan in hoofdzaak door de ring samengehouden.

15 Eventueel kan het huis uit een vlakke plaat worden gebogen, waarbij de het sterkst belaste bodem in één geheel wordt uitgevoerd.

Bovendien kunnen de randen van de langssleuf aan het van de schroefkop afgekeerde einde door een verbin-20 ding samen worden gehouden.

De verbinding kan worden gevormd door een tweede steunlager, dat over de andere openingsrand van het huis heengrijpt.

Het tweede steunlager kan een tweede, axiaal 25 geborgde ring zijn. Deze werkt dan tegelijkertijd als terug-draaiopsiuiting voor de schroef, zodat de schroef bij het losdraaien van de spanband niet uit het huis wordt gedraaid.

Het is echter ook mogelijk de verbinding door lassen te vormen. Hierbij vervalt een afzonderlijk verbin-30 dingsmiddel.

Het huis kan tenminste één langsril in het bovenste gedeelte omvatten, om het huis in de langsrichting te verstijven voor de hoge spankrachten.

Hierbij is het bijzonder gunstig wanneer de 35 langsril met de langssleuf samenvalt en naar buiten gewelfd is. Dan kan de aan de binnenzijde van het huis liggende uitsparing van de langsril bij het vastlassen van de langssleuf 7908986 i -5- * een eventueel ontstane lasrups opnemen, zodat deze in het huis niet hinderlijk voor de schroef is.

Het is gunstig, wanneer tussen het vast met de spanschroef verbonden eerste steunlager en de ene openings— 5 rand van het huis een schuine vertanding wordt gevormd.

Deze schuine vertanding werkt als doordraaibeveiliging bij het spannen van de spanschroef.

De schuine vertanding kan tussen de ten opzichte van de spanschroef radiale en/of axiale vlakken van steun -10 lager en openingsrand worden gevormd. In het bijzonder kan de schuine vertanding slechts aan het ene of aan beide axiale en/of radiale vlakken worden gevormd.

Wanneer de lengte van de tandflanken van de schuine vertanding gelijk is, maakt de vertanding het los-15 draaien van de schroef mogelijk om de spanband te openen.

Een uitvoering van de schuine vertanding zodanig dat de ene tandflank van elke tand van de schuine vertanding een rechte en de andere een scherpe hoek met de vasttrekdraai-richting van de spanschroef insluit, verhindert daarentegen 20 zowel het bedoeld als ook het onbedoeld losmaken van de spanschroef .

Verder kan er voor worden gezorgd, dat het huis zich slechts axiaal aan de ene openingsrand ten opzichte van de spanschroef uitstrekt en aan de andere openingsrand 25 tussen een verdikking aan het einde van de spanschroef en de schroefdraad aangrijpt.

Hierdoor kan een relatief eenvoudige uitvoering van het huis uit êén vlakke plaat worden vervaardigd.

Daar het steunlager het toepassen van hoge span— 30 krachten mogelijk maakt, is het gunstig, wanneer het huis aan de ene zijde een uitstekend gedeelte in het verlengde van de huisbodem omvat. Dit uitstekend gedeelte ondersteunt het huis op het door de klemband ingespannen onderdeel en verhindert op deze wijze het zijdelings kantelen van het 35 huis in de draairichting van de spanschroef vanwege de af- rolheweging van de spanschroef op de klemband, in het bijzonder wanneer het uitstekende gedeelte zich in een richting dwars op de langsrichting van het huis uitstrekt, over een 79 0 8 9 8 6 * -6- lengte tenminste gelijk aan de diameter van de schroef-schacht.

Hierbij kan het uitstekende gedeelte een ver-lengingsgedeelte van de huisbodem en een daaraan ongeveer 5 evenwijdig zijdelings omgezet gedeelte omvatten. Deze vorm is eenvoudig te vervaardigen. Deze kan ook uit een vlakke plaat worden gebogen, waarbij de genoemde gedeelten tussen zich in de scheidingsvoeg resp. kontaktplaat buiten het het sterkst belaste huisdeel omvatten en aan elkaar gelast of 10 geklonken kunnen zijn.

Hoewel het ook mogelijk is, dat de beide gedeelten tegen elkaar aan liggen, heeft bij voorkeur het huis-zijwandgedeelte een afstand tot het huisbodemverlengingsge-deelte overeenkomend met de totale dikte van de over elkaar 15 heen liggende klembandeinden waarbij de einden van deze gedeelten naar elkaar toe gebogen en met elkaar zijn verbonden. Hierdoor wordt een in hoofdzaak ongeveer ü-vormig uitstekend gedeelte met een overeenkomstig hogere sterkte ver-‘ kregen, dat bestand is tegen hoge spankrachten. Tegelijker- 20 tijd kan de klemband overeenkomstig breder zijn en door de tussenruimte van het uitstekende gedeelte worden geleid.

De schroefdraaddelen van de klemband zouden binnen het gekromde resp, cilindrische gedeelte van het huis, excentrisch, ten opzichte van het midden van de band kunnen liggen.

25 Een bijzonder eenvoudige verbinding van dit ge deelte bestaat in het vastlassen vande naar elkaar toe gebogen einden.

De uitvinding en de verdere ontwikkelingen daarvan worden hierna aan de hand van schematische tekeningen 30 nader beschreven.

Eig.l toont een gedeelte van een eerste uitvoe-ringsvoorbeeid, gedeeltelijk in doorsnede.

Fig.2 toont een deel van een huis en een span-schroef van het tweede uitvoeringsvoorbeeld, gedeeltelijk in 35 doorsnede.

Fig.3 toont een gedeelte van een huis en een spanschroef van een derde uitvoeringsvoorbeeld, gedeeltelijk in doorsnede.

7908986 -7- Λ <+

Fig.4 toont een gedeelte van een huis en een spanschroef van een vierde uitvoeringsvoorbeeld, gedeeltelijk in doorsnede.

Fig.5 toont een huis en eenspanschroef van een 5 vijfde uitvoeringsvoorbeeld, in bovenaanzicht en gedeel telijk in doorsnede.

Fig.6 toont een gedeelte van de spanschroef van een zesde uitvoeringsvoorbeeld, gedeeltelijk in doorsnede.

Fig.7 toont een deel van de spanschroef van 10 een zevende uitvoeringsvoorbeeld, gedeeltelijk in doorsnede .

Fig.8 toont een deel van de spanschroef van een achtste uitvoeringsvoorbeeld, gedeeltelijk in doorsnede.

15 Fig.9A en 9B tonen een deel van de spanschroef van een negende uitvoeringsvoorbeeld, gedeeltelijk in doorsnede en wel in twee verschillende fabricagestadia.

Fig.lOA en 10B tonen het huis van een tiende uitvoeringsvoorbeeld in perspektivisch aanzicht, en gedeel-20 telijk in doorsnede.

Fig.ll toont het huis van een elfde uitvoerings voorbeeld in perspektivische voorstelling.

Fig.l2A en 12B tonen het huis van een twaalfde uitvoeringsvoorbeeld in perspektivisch aanzicht en in voor-25 aanzicht.

Fig.l3A en 13B tonen het huis van een dertiende uitvoeringsvoorbeeld met een deel van de daarin, gelegde klerJband in perspektivisch voor aanzicht.

Fig.14 toont een eerste uitvoeringsvorm van de 30 schuine vertanding van huis en spanschroef,

Fig.15 toont een tweede uitvoeringsvorm van de schuine vertanding van het huis en de spanschroef.

De schroefslangklem van fig.l heeft een klem-banö 17, die voor het bevestigen van een niet weergegeven 35 slang (of dergelijke) om deze heen wordt gelegd. De klem- band 17 is over het grootste gedeelte van de lengte voorzien van een aantal uitsparingen 19, die een deel van een schroefdraad vormen. Een huis 21 omgeeft de elkaar overlappende klembandeinden 23,25 ter plaatse van een omgezet 7908986 * *i -8- gedeelte van het klembandeinde 25, welke een axiale verschuiving shoring voor het huis 21 vormt, en de draad-schacht 27 van een spanschroef 29. De schroefdraad van de spanschroef 29 grijpt in de uitsparingen 19 aan. Dehkop 5 31 van de spanschroef 29 vormt een steunlager tegen een axiale en radiale verschuiving van de spanschroef 29 ten opzichte van het huis 21 en tegen het openbuigen van het' huis bij het spannen. Voor dit doel steunt de . kop 31 met een ringvormig radiaal steunlagervlak 33 tegen de kopzijde 10 van het huis 21 en met de binnenzijde van een één geheel met de kop 31 vormende ring 35 tegen de buitenzijde van het huis 21.

Een boogvormige plaat 37, die met lippen 39' om de randen van liet onderste spanbandeinde 25 grijpt, 15 en met nokken in uitsparingen 19 aangrijpen ter borging tegen verschuiving, vormt een goede vormovereenstemming tussen de slang en de klemband ter plaatse van de klemband-sluiting.

Doordat de kop 31 over de openingsrand van het 20 huis 21 heen grijpt met de ring 35, wordt vermeden; dat de spanschroef 29 in een met de langsas van een spanschroef 29 en het vlak van de klembandring samenvallend vlak., dus in het vlak van de tekening, om een ten opzichte van dit vlak vertikale as in de richting van de klok (uit-25 gaande van een rechte schroefdraad) draait, wanneer een grote spankracht wordt uitgeoefend, die in hoofdzaak op Let onderste gedeelte van de schroefdraadgangen werkt. In tegenstelling daarmee bestaat bij een spanschroef met een gebruikelijke kop, waarvan het profiel door stippellijnen 30 36 is aangegeven of .welke kegelvormig is, het gevaar, dat da spanschroef in het genoemde vlak in de richting van de wijzers van de klok kantelt en de kop in het huis 21 naar binnen wordt getrokken en dit opendrukt, daar het onderste gedeelte van de openingsrand van het huis 21 onderbroken 35 is voor het doorvoeren van het klembandeinde 23. Hét ge-> bruikelijke orazett-en van het openingsrandgedeelte 41 radiaal naar binnen vergroot de stijfheid van het huis 21 in dit gebied, in het bijzonder in combinatie met het uit- 7908986 : -9- voeren van de kop 31 als radiaal steunlager door de ring 35.

De buitendiameter van de ring 35 neemt naar het vrije einde toe af, zodat de ring aan de buitenzijde 5 kegelvormig is. Dit vergemakkelijkt het doorvoeren van het klembandeinde 23 tussen de kop 31 en het klembandeinde 25 door.

Fig.2 toont een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de kop 31a een deel 43 met een buiten- en binnenzeskant 10 omvat, om het spannen van de kop niet alleen door middel van een schroevedraaier maar ook door middel van een zes-kantsleutel mogeli.jk te maken, welke het uitoefenen van grotere spankrachten mogelijk maakt. Bovendien is de ring 35a afgerond, om de buitendiameter naar het vrije einde 15 toe te verkleinen. Deze vorm van de ring 35a kan gemakkelijk door koude vervorming of (verspanend) draaien worden vervaardigd. Tegelijkertijd werkt deze als geleidingsschuin-te voor het. bandeinde 23, zodat dit niet tegen de steek-sleutel wordt aangedrukt.

20 Aan het vrije einde heeft de schroefschacht 27a een ringvormige verdikking 45, die in combinatie met esi radiaal naar binnen omgezet gedeelte 47 aan de van de kop 3.1a af gekeerde openingsrand van het huis 21a een terug-draaiborging voor de spanschroef 29a vormt bij het losdraai-25 en van de spanschroef. Het huis 21a is ter versteviging voorzien van een langsril 49.

Het randgedeelte 41a verloopt axiaal en omvat eveneens langsrillen 49a (vergelijk ook fig.lOA).

Fig.3 toont een enigszins gewijzigde terugdraai-30 beveiliging voor de spanschroef 29a. Hier is het huis 21b nabij het van de schroefkop afgekeerde einde voorzien van een radiale insnijding 51 en het randgedeelte 53 is radiaal naar binnen gedrukt tot onder de buitenkant van de verdikking 45.

35 Fig.4 stelt een variatie voor, waarbij de kop 31b van de spanschroef 29b een zich naar buiten toe kegelvormig verwijdende ring 35b en het huis 21b een kegelvormig naar binnen omgezet randgedeelte 4ib omvat. Hierdoor· wordt een kleinere buitendiameter van de schroefkop 31b 7908935

A

-10- *· en toch een groot kontaktvlak tussen het huis 21b en de kop 31b in axiale en radiale richting verkregen (ten opzichte van de schroefas).

Fig.5 toont in bovenaanzicht en gedeeltelijk in 5 doorsnede een variatie, waarbij de na het buigen van het huis 21c uit een vlakke plaat resterende langssleuf 55 zich in de bovenzijde van het huis 2lc bevindt en niet is vastgelast. Dit is moge 1-ijk, omdat de schroef kop 31a door de ring 35a reeds voldoende voor het samenhouden van het 10 huis 21c zorgt. Bovendien is een ring 57 op een axiale pen 59 aan het vrije einde van de schroefschacht 27b aangebracht, welke over het van de kop 31a afgekeerde einde van het huis 2lc grijpt en het huis bovendien samenhoudt, maar tegelijkertijd ook in combinatie met een nagelkop 61 aan 15 het vrije einde van de pen 59 als terugdraaiborging voor de spanschroef 29c dient.

Fig.6 toont een andere uitvoeringsvorm van de spanschroef 29d, waarbij de ring 35c eerst afzonderlijk ξ* van het resterende gedeelte van de spanschroef wordt ver- 20 vaardigd en dan met een radiaal steunlagervlak van de schroefkop 31c door een lasverbinding 63, b.v. een stomplas, wordt verbonden. Het is echter ook mogelijk, de ring 35c draaibaar op de schroefschacht te lageren, dus de las 63 weg te laten. De schroefdraad kan in beide gevallen 25 naderhand in de schacht worden gewalst(gerold).

Fig.7 toont een spanschroef 29e, waarbij de ring 35d door dieptrekken uit plaat is voorgevormd en dan voor het aanbrengen van de schroefdraad op de schacht wordt gedrukt. De ring 35d wordt dan door wrijving op de 30 schacht vastgehouden.

Fig.8 verduidelijkt de vervaardiging van een spanschroef 23f volgens de Tool-werkwijze, waarbij een ringvormige schijf afzonderlijk van het resterende gedeelte van de spanschroef 29f wordt vervaardigd waarna het ma-35 teriaal van de ring35e in de richting van de pijl .65 uit de ringvormige schijf wordt gedrukt, zoals bij het afknippen, zonder dit echter volledig af te knippen.

De ring wordt dan op de nog gladde schroefschacht tegen 7908986 -lieert. schouder van de kop 3le aangedrukt, voor de schroefdraad wordt gerold.

Fig.9A en 9B tonen twee verschillende stadia van een andere fabricagewerkwijze van een schroefkop 31f,

5 waarbij de schroef 29g eerst in één geheel in de in fig.9A

weergegeven vorm wordt vervaardigd. Daarna verkrijgt, de kop 31f door dieptrekken van de ring 35f de in fig.9B weergegeven vorm.

In fig.lOA is te zien dat het huis 2ld, waarvan 10 de doorsnede in fig.lOB wordt--getoond, aan de openingsran-den ongeveer halfcirkelvormig is uitgevoerd, zodat de span-schroef gedraaid kan worden, ook wanneer de ring 35,35a tot 35f vast met de schroefkop is verbonden.

Aan het begin en aan het einde van de langsril 15 49 in fig.lOA en 10B zijn de randen van de langssleuf 55 in de gebieden 67 stomp gelast. Om het aanzetten van de las-elektrode op het huis 2ld te vergemakkelijken, is dit van ongeveer driehoekige uitsteeksels 69 voorzien, die aan beide zijden van het lasgebied 67 liggen. Een eventuele 20 lasrups aan de binnenzijde van het huis wordt opgenomen door de binnenste uitsparing van de langsril 55, zodat deze niet in hinderlijke aangrijping met de schroefdraad kan komen. Het huis 2ld heeft verder de gebruikelijke, in hoofdzaak tunnelvormige doorsnede.

25 Fig.ll toont een eenvoudiger vorm van het huis 2le, waarbij de langssleuf alleen aan het van de schroefkop afgekeerde einde een las 67 omvat. Aan de huisopenxngs-rand aan de kopzijde wordt de langssleuf 55 samengehouden door het lager van de kop.

30 Fig.l2A en 12B tonen een uit een vlakke plaat gebogen huis 21f, dat een uitstekend gedeelte 71 omvat, dat zich uitstrakt in het verlengde van de huisbodem dwars op de langsrichting van het huis over een lengte, die tenminste gelijk is aan de diameter van de schroefschacht.

35 Het uitstekende gedeelte 71 wordt gevormd door een van de ene zijwand van het huis over ongeveer 90° omgezet gedeelte 73 en een gedeelte 75 van de huisbodem. De gedeelten 73 en 75 liggen direkt op elkaar en zijn aan elkaar gelast _ _of geklonken, waarbij de kontaktplaats 77 van de huiswan- 7903986 > ✓ -12- den 20 is gepositioneerd, dat deze tussen de gedeelten 73 en 75 ligt. Het uitstekende gedeelte 71 wordt verstevigd door rillen 79 en verhindert, dat het huis om de draaiingsc-T-as van de spanschroef kantelt, wanneer de span-5 schroef wordt aangehaald. De spanschroef tracht namelijk 2ich op de klemband af te rollen en daarbij het huis in de draairichting mede te nemen, in het bijzonder daar vanwege de extra radiale ondersteuning van de spanschroefkop tegen het huis hogere spankrachten dan bij alleen een axi-10 ale ondersteuning uitgeoefend kunnen worden.

Fig.l3A en 13B tonen een ander huis 21g, waarvan het uitstekende gedeelte 71a een ongeveer U-vormige doorsnede heeft. De vrije einden van de gedeelten 73a en 75a zijn ongeveer rechthoekig omgezet en aan de kontaktplaats 15 77a stomp gelast. De afstand d van de gedeelten 73a en 75a komt overeen met de totale dikte van de over elkaar heen liggende klembandeinden 23a en 25a, zodat deze tussen de gedeelten 73a en 75a aangebracht kunnen worden. Zoals in fig»13A wordt getoond. Het bandeinde 23a is excentrisch 20 van schroefdraadrillen 19a voorzien, voor aangrijping van de schroefdraad. Er zouden echter ook uitsparingen overeenkomend met de uitsparingen 19 in fig.l in plaats van de rillen 19a kunnen zijn aangebracht. De uitvoering van hét uitstekende gedeelte 71a maakt het mogelijk een bredere v 25 klemband 17a toe te passen en veroorzaakt vanwege de U-vorm een extra versteviging in de langsrichting van het huis 21g.

Het ingedrukte gedeelte 53a komt overeen met het randgedeelte 53 van fig.3, waarbij dit echter enigszins 30 . verder van de achterste openingsrand is aangebracht. Het dient hier evenzo in combinatie met een geschikt uitgevoerde spanschroef als terugdraaiborging bij het losdraaien van de spanschroef.

De huizen kunnen bij alle uitvoeringsvoorbeelden 35 voorzien worden van een axiale vertanding 81 in het kon-taktvlakgebied van de ring van de spanschroefkop, zoals in fig.12A en 12B schematisch en in fig.14 duidelijker is weergegeven, en/of aan het naar de spanschroefkop toegekeerde kopvlak Voorzien 2ijn van een radiale verta'nding 83, 7908986 -13- zoals in fig,13A,13B schematisch en in fig.14 duidelijker is weergegeven. Bovendien kan het naar de vertanding 81 en/of de vertanding 83 toegekeerde vlak 33 van de span-schroefkop voorzien zijn van een overeenkomstige vertan-5 ding 85, zoals in fig.14 wordt getoond. De in elkaar grij pende schuine tanden van de vertandingen 81,85 en/of 83, 85 vormen enerzijds een doordraaibeveiliging, die het aanleggen van een te hoog draaimoment op de spanschroef tegenwerkt, daar deze slechts een trapsgewijze instelling van 10 het draaimoment mogelijk maakt: wanneer een trap juist nog onder aanlegging van een grotere kracht door de bedienings-persoon overwonnen kan worden, zal dit bij de volgende trap niet meer mogelijk zijn. Anderzijds verhindert de vertanding ook het van zelf losraken van de spanschroef.

15 Het overeenkomstige geldt, wanneer alleen aan het huis of alleen aan de spanschroef een vertanding wordt aangebracht. Deze vertanding drukt zich tenslotte in het materiaal van het tegenvlak en vormt zichzelf op deze wijze de tegenver-tanding. Terwijl bij een symmetrische vertanding, zoals 20 in fig.14 is weergegeven, de spanschroef weer door het aanleggen van een geschikt tegendraaimoment losgemaakt kan worden, is dit bij een eventueel toepasbare asymmetrische uitvoering van de vertanding 8la,83a resp. 85a, zoals in fig.15 weergegeven en waarbij de draairichting van de span-25 schroef bij het spannen overeenkomt met de richting van de pijl 87, niet mogelijk.

Afgeleide vormen van de weergegeven uitvoeringsvormen liggen binnen het kader van de uitvinding. Zo is het ook mogelijk bij het uitvoeringsvoorbeeld van het huis 30 21e volgens fig.il de langsranden van de langssleuf 55 tel kens van een schuine vertanding te voorzien, die zodanig zijn uitgeveerd, dat deze een verschuiving van de in fig.

11 rechter huishelft onder invloed van de druk van de. spanschroef kop ten opzichte van de linker huishelft in axiale 35 richting van het huis verhinderen, wanneer de druk van de schroefkop op de rechter huiszijde groter is als op de linker zijde. Het is dan mogelijk, in plaats van de las 57 aan het van de schroefkop afgekeerde einde van de langssleuf 55 een 1asloze eindverbinding door in elkaargrijpende huis-lippen te vormen.

Claims (23)

1. Schroefslangklem met een een kop omvattende spanschroef en met een de schroefdraadschacht van de span-schroef en de met de schroefdraadschacht in aangrijping staande klemband omgevend huis, waarbij de spanschroef 5 een in radiale richting ten opzichte van de spanschroef vast steunlager tenminste voor de ene openingsrand van het huis omvat en het steunlager(31,31a....31f) over de ene openingsrand van het huis (21,21a..21g) in axiale richting van de spanschroef (29,29a...,29g) heen grijpt, met 10 het kenmerk, dat het over de ene openingsrand van het huis grijpende deel van het steunlager als ring (35,35a... 35f) is uitgevoerd..

2. Slangklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buitendiameter van de ring naar het vrije 15 einde toe afneemt.

3. Slangklem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ring (35,35a,35f) als ëên geheel met de spanschroef (29,29a,29b,29c,29g) is uitgevoerd.

4. Slangklem volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat de ring (35c,35d,35e) los van de spanschroef (29d,29e,29f) is uitgevoerd.

5. Slangklem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ring (35c) aan de spanschroef (29d) is vastgelast.

6. Slangklem volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de ene openingsrand van het huis (21,21a...21g) op een cirkelboog ligt.

7. Slangklem volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het huis (21,c,21d,21e) in het boven- 30 ste gedeelte een langssleuf (55) omvat. S. Slangklem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de randen van de langssleuf (55) aan het van de schroefkop afgekeerde einde door een verbinding (67;57) worden samengehouden.

9. Slangklem volgens conclusie 8, met het ken merk, dat de verbinding door een tweede steunlager (57). 7908986 -15- wordt gevormd, dat over de andere openingsrand van het huis (2lc) heen grijpt.

10. Slangklem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tweede steunlager een tweede, axiaal 5 geborgde ring (57) op de schroef (29c) is.

11. Slangklem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de verbinding (67) door lassen wordt gevormd.

12. Slangklem volgens een van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het huis tenminste één langs- 10 ril (49,49a) in het bovenste gedeelte omvat.

13. Slangklem volgens conclusie 11 en 12, met het kenmerk, dat de langsril (49) met de langssleuf (55) samenvalt en naar buiten toe gewelfd is.

14. Slangklem volgens een van de conclusies 15 1~13, met het kenmerk, dat tussen het vast met de span- schroef verbonden eerste tegenlager en de ene openingsrand van het huis een schine vertanding (8l,83,85;8la,83a, 85a) is gevormd.

15. Slangklem volgens conclusie 14, met het 20 kenmerk, dat de schuine vertanding tussen de ten opzichte van de spanschroef radiale en/of axiale vlakken van het steunlager en de openingsrand is gevormd.

16. Slangklem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de schuine vertanding slechts op het ene 25 of op beide axiale en/of radiale vlakken is gevormd.

17. Slangklem volgens een van de conclusies 14-16, met het kenmerk, dat de lengte van de tandflanken gelijk isifig.14).

18. Slangklem volgens een van,de conclusies 14- 30 16r tiet het kenmerk, dat de ene tandflank van elke tand een rechte en de andere een scherpe hoek met de vasttrek-draairichting {87} van de spanschroef insluit (fig.l5).

19. Slangklem volgens een van de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat het huis (21a,2lb,21g) zich aan 35 de ene openingsrand slechts axiaal ten opzichte van de spanschroef uitstrekt en aan de andere openingsrand tussen een verdikking (45) aan het einde van de spanschroef (29a) en de schroefdraad aangrijpt.

20. Slangklem volgens een van de conclusies 1-19, 7908986 -16- yt met het kenmerk, dat het huis aan de ene zijde een uitstekend gedeelte (71,71a) in het verlengde van de huisbo-dem omvat.

21. Slangklem volgens conclusie 20, met het ken- 5 merk, dat het uitstekende gedeelte een verlengingsgedeelte (75,75a) van de huisbodem en een daar ongeveer evenwijdig aan verlopend, zijdelings omgezet gedeelte (73,73a) van de huiszijwand omvat..

22. Slangklem volgens conclusie 21, met het ken-10 merk, dat het huiszijwand gedeelte (73a) en het huisbodem- verlengingsgedeelte (75a) een onderlinge afstand (d) overkomend met de totale dikte van de over elkaar heen liggende klembandeinden (23a,25a) hebben en de einden van deze gedeelten (73a,75a) naar elkaar toe gebogen en met elkaar 15 zijn verbonden.

23. Slangklem volgens een van de conclusies 20-22, met het kenmerk, dat deze gedeelten (73,75,*73,75a) aan elkaar zijn gelast.

24. Slangklem volgens een van de conclusies 20 20-23, met het kenmerk, dat het uitstekende gedeelte (71, 71a) zich dwars op de langsrichting van het huis uitstrekt over een lengte die tenminste gelijk is aan de diameter van de schroefdraadschacht. 79 0 8 9 8 6