NL7908390A - Cefalosporinen, werkwijze voor de bereiding daarvan, en preparaten die ze bevatten. - Google Patents

Cefalosporinen, werkwijze voor de bereiding daarvan, en preparaten die ze bevatten. Download PDF

Info

Publication number
NL7908390A
NL7908390A NL7908390A NL7908390A NL7908390A NL 7908390 A NL7908390 A NL 7908390A NL 7908390 A NL7908390 A NL 7908390A NL 7908390 A NL7908390 A NL 7908390A NL 7908390 A NL7908390 A NL 7908390A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
group
formula
acid
compounds
cephem
Prior art date
Application number
NL7908390A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Glaxo Group Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Glaxo Group Ltd filed Critical Glaxo Group Ltd
Publication of NL7908390A publication Critical patent/NL7908390A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D501/00Heterocyclic compounds containing 5-thia-1-azabicyclo [4.2.0] octane ring systems, i.e. compounds containing a ring system of the formula:, e.g. cephalosporins; Such ring systems being further condensed, e.g. 2,3-condensed with an oxygen-, nitrogen- or sulfur-containing hetero ring
    • C07D501/14Compounds having a nitrogen atom directly attached in position 7
    • C07D501/16Compounds having a nitrogen atom directly attached in position 7 with a double bond between positions 2 and 3
    • C07D501/207-Acylaminocephalosporanic or substituted 7-acylaminocephalosporanic acids in which the acyl radicals are derived from carboxylic acids
    • C07D501/247-Acylaminocephalosporanic or substituted 7-acylaminocephalosporanic acids in which the acyl radicals are derived from carboxylic acids with hydrocarbon radicals, substituted by hetero atoms or hetero rings, attached in position 3
    • C07D501/36Methylene radicals, substituted by sulfur atoms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P31/00Antiinfectives, i.e. antibiotics, antiseptics, chemotherapeutics
    • A61P31/04Antibacterial agents

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Communicable Diseases (AREA)
  • Oncology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Cephalosporin Compounds (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)

Description

4 & r
Cefalosporinen, werkwijze voor de bereiding daarvan, en preparaten die ze bevatten.
Deze uitvinding betreft cefalosporinen met waardevolle antibiotische eigenschappen.
In deze beschrijving worden, in overeenstemming met J.Am.Chern.Soc. 84 (1962) 3400, voor de basis-ringstructuren 5 van deze verbindingen de termen "cefam" en 'befem" gebruikt, de laatste voor de ringstructuur met ëën dubbele binding.
Cefalosporinen worden heel veel toegepast bij de behandeling van door pathogene bacteriën in mens en dier veroorzaakte ziekten, en ze zijn vooral nuttig bij de behandeling 10 van ziekten veroorzaakt door bacteriën die tegen andere antibiotica zoals penicillinen resistent zijn, en ook bij de behandeling van voor penicilline gevoelige patiënten. In vele gevallen is het wenselijk een cefalosporine te gebruiken dat zowel tegen gram-positieve als tegen gram-negatieve microërganismen werkt, en er is veel speur-15 werk besteed aan het ontwikkelen van diverse soorten breed-spectrum-cefalosporinen.
In het Britse octrooischrift 1.399.086 is een nieuwe groep cefalosporinen beschreven, met aan de 78-acylamido-groep een veretherde ct-oxyimino-groep. Deze groep antibiotica wordt 20 gekenmerkt door hoge anti-bacteriële werkingen tegen een hele reeks gram-positieve en gram-negatieve organismen, alsmede door een opmerkelijk hoge stabiliteit tegen de β-lactamasen die door diverse gram-negatieve bacteriën gemaakt worden. De ontdekking van deze verbindingen heeft verder speurwerk in hetzelfde gebied gestimuleerd, 25 om verbindingen te vinden met nog betere eigenschappen, bijvoorbeeld met werking tegen bepaalde groepen bacteriën, vooral gram-negatieve organismen.
790 83 90 \ Λ- 2 Λ,
In het Britse octrooischrift 1.496.757 zijn cefalosporinen beschreven met op de 78-plaats een zijketen volgens formule 1, waarin R een thienyl- of furyl-kern voorstelt, R^ en R^ zeer sterk kunnen variëren en ondermeer waterstofatomen kunnen zijn, 5 en m en n beide 0 of 1 zijn, zodanig dat m + n = 0 of 1, welke verbindingen syn-isomeren zijn of mengsels van syn en anti met minstens 90 % syn-isomeren. De 3-plaats van het cefalosporine kan ongesubstitueerd zijn of een grote verscheidenheid van diverse substituen-ten dragen, waaronder onder meer de l-methylpyridinio-2-ylthio-10 methyl-groep. Die verbindingen zijn gebleken goede werking tegen gram-negatieve organismen te hebben.
In verdere pogingen antibiotica met een breder spectrum en/of een hogere werkzaamheid tegen gram-negatieven te vinden zijn nog andere verbindingen met eenzelfde structuur ont-15 wikkeld, Deze ontwikkeling hield niet alleen variaties in de 7β-acylamido-groep in, maar ook het invoeren van bepaalde groepen aan de 3-plaats van de cefalosporine-kern.
Zo zijn bijvoorbeeld in het Belgische octrooischrift 852.427 cefalosporinen beschreven die binnen de ruime groep 20 van het Britse octrooischrift 1.399.086 vallen, waarin de groep R van formule 1 diverse andere organische groepen kan voorstellen, waaronder 2-aminothiazolyl-4, en waarin het zuurstofatoom van de oxyimino-groep aan een alifatische koolwaterstof-groep zit die zelf bijvoorbeeld door carboxy gesubstitueerd kan zijn. In derge-25 lijke verbindingen kan de substituent aan de 3-plaats sterk variëren en onder meer een eventueel gesubstitueerde heterocyclische thiomethyl-groep zijn. Vele voorbeelden van dergelijke groepen zijn in dat Belgische octrooischrift genoemd, waaronder heterocyclische ringen met 3 tot 8 leden waaronder 1 tot 4 stikstof-30 atomen, bijvoorbeeld een eventueel door laag alkyl gesubstitueerde pyridyl-groep.
Verder zijn in het Belgische octrooischrift 836.813 cefalosporinen beschreven waarin de groep R van formule 1 ook 2-aminothiazolyl-4 kan zijn en waarbij de oxyimino-groep hy-35 droxyimino of een geblokkeerde hydroxyimino-groep (bijvoorbeeld methoxyimino) is. In dergelijke verbindingen is er op de 3-plaats 790 83 90 Λ 3 van de cefalosporine-kem een methyl-groep die zelf eventueel gesubstitueerd kan zijn voor een groot aantal resten van nucleofiele verbindingen, met name door een mercapto-groep die aan een heterocyclische vijfring of zesring met 1 tot 4 heteroatomen zit. In dit 5 octrooischrift wordt aan de beschreven cefalosporinen geen antibiotische werking toegeschreven; deverbindingen waren alleen genoemd als tussenprodukten bij de bereiding van andere daarin beschreven antibiotica.
In hét Zuid Afrikaanse octrooischrift 10 78/1630 zijn 3-acetoxymethylcefalosporinen beschreven waarbij R
in formule 1 een 2-aminothiazolyl-4-groep kan zijn en de oxyimino-groep gesubstitueerd kan zijn door een carboxyalkyl-groep (of een zout of een Cj^-alkyl-ester daarvan) of door een cyaanalkyl- of carbamoylalkyl-groep.
15 Het Zuid Afrikaanse octrooischrift 78/1870 leert ons cefalosporinen waarvan de 7β-acylamido-zijketen onder meer een 2-(2-aminothiazolyl-4)aceetamido-groep met op de o-plaats een eventueel gesubstitueerde alkoxyimino-groep is, en met op de 3-plaats bijvoorbeeld een groep -C^Z waarbij Z de rest van een 20 nucleofiele verbinding is; in dit octrooischrift zijn talloze nucleofielen genoemd, waaronder heterocyclische thiomethyl-groepen. Dit octrooischrift noemt, naast talloze andere voorbeelden, ook verbindingen waarin de bovengenoemde eventueel gesubstitueerde alkoxyimino-groep een carboxyalkoxyimino-groep is, met name een 25 carboxymethoxyimino-groep.
Nu werd gevonden dat door een geëigende keuze van de substituent op de 3-plaats van 7(3-/2-(2-aminothiazolyl-4)- 2-(carboxymethoxyimino)aceetamido/cefalosporinen men nieuwe antibiotica krijgt met bijzonder voordelige werking tegen een grote 30 verscheidenheid van veel voorkomende pathogene organismen.
De uitvinding betreft cefalosporinen volgens algemene formule 2, waarin Y+ een 1-alkylpyridinio-groep met 1-4 koolstofatomen in de alkylgroep voorstelt, alsmede niet-toxische zouten en niet-toxische, metabolisch labiele esters en de 1-oxyden 35 daarvan (bij voorkeur het S-oxyde). Men zal inzien dat de groep Y+ met de 2-, 3- of 4-plaats van de pyridine-ring aan het zwavel- 790 83 90 * A> 4 atoom kan zitten.
De verbindingen volgens de uitvinding zijn syn-isomeren, wat de plaats van de carboxymethoxy-groep ten opzichte van de carhoxamido-brug aanduidt en zoals in formule 1 ook 5 aangegeven is. Maar men zal inzien dat enige vermenging met de overeenkomstige anti-isomeren vaak niet te voorkomen zal zijn.
De uitvinding betreft ook de solvaten ( en in het bijzonder de.hydraten) van de hierboven gedefinieerde verbindingen, alsmede de zouten van de esters van die cefalosporinen.
10 De verbindingen volgens de uitvinding kunnen in tautomere vormen voorkomen (bijvoorbeeld wat betreft de 2-amino-thiazolyl-groep), en natuurlijk vallen de verschillende tautomere vormen (bijvoorbeeld dus ook de 2-iminothiazolinyl-vorm) onder deze uitvinding.
J5 Bovendien kunnen de verbindingen volgens for mule 2 in verschillende zwitterion-vormen voorkomen, bijvoorbeeld die waarin de 4-carboxyl-groep een proton draagt en de carboxyl-groep aan de zijketen op de 7-plaats juist gedeprotoneerd is. De verschillende vormen, en ook.de mengsels daarvan vallen natuurlijk 20 alle binnen het kader van deze uitvinding.
De verbindingen volgens de uitvinding vertonen hun antibiotische werking met zeer breed spectrum. Tegen gram-negatieven is hun werking ongewoon hoog, en dat betreft ook de vele gram-negatieve stammen die β-lactamasen maken. Ook zijn de 25 verbindingen zeer stabiel tegen de β-lactamasen uit uiteenlopende gram-negatieve en gram-positieve organismen.
De verbindingen volgens de uitvinding zijn. gebleken zeer hoge activiteit te hebben tegen uiteenlopende soorten Pseudomonas, bijvoorbeeld tegen Pseudomonas aeruginosa, en ook 30 tegen diverse soorten Enterobacteriaceae, met name tegen stammen van Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Salmonella typhimurium, Shigella sonnei, Enterobacter cloacae, Serratia marcescens (ook de Providence-stammen), Proteus mirabilis, en in het bijzonder tegen de indool-positieve Proteus-soorten zoals Proteus vulgaris en 35 Proteus morganii, en ook tegen stammen van Haemophilus influenzae.
De antibiotische eigenschappen van de verbin- 790 8 3 9 0 * 5 dingen volgens de uitvinding steken gunstig af tegen die van de aminoglvcosiden zoals amikacine en gentamicine. In het bijzonder geldt dit hun werking tegen diverse soorten Pseudomonas, die ongevoelig zijn voor vele van de tegenwoordig in de handel verkrijgbare 5 antibiotica. Anders dan de aminoglycosiden zijn de cefalosporinen bijzonder weinig toxisch voor de mens. Het gebruik van de aminoglycosiden in de mens heeft de neiging beperkt te zijn en gecompliceerd te worden door de betrekkelijk hoge toxiciteit van deze antibiotica. De cefalosporinen volgens deze uitvinding vertonen grote 10 mogelijkheden ten opzichte van de aminoglycosiden.
Niet-toxische zouten van de verbindingen volgens de uitvinding kunnen zouten van anorganische basen zijn, zoals de alkalimetaal- en aardalkalimetaal-zouten (bijvoorbeeld van natrium, kalium en calcium), van sommige aminozuren (bijvoorbeeld 15 en lysine en arginine) en van diverse organische basen (bijvoorbeeld van procaine, fenethylbenzylamine, dibenzylethyleendiamine, etha-nolamine, diethanolamine en N-methylglucosamine. Andere niet-toxi-sche zouten zijn de zuuradditie-zouten, bijvoorbeeld met zoutzuur, broomwaterstofzuur, zwavelzuur, salpeterzuur, fosforzuur, mieren-20 zuur en trifluorazijnzuur. De zouten kunnen ook resinaten zijn, bijvoorbeeld zouten met polystyreen of verknoopt polystyreen dat amino-groepen, kwatemaire ammonio-groepen of sulfo-groepen draagt of met een polymeer dat carboxyl-groepen heeft (bijvoorbeeld poly-acrylzuur). Voor therapeutische toepassingen zal men in hetaLge-25 meen oplosbare zouten nemen, bijvoorbeeld van de alkalimetalen, omdat die zich snel door het lichaam verplaatsen. Maar indien voor een of andere toepassing, bijvoorbeeld als depot-preparaat, onoplosbare zouten gewenst zijn kan men die op bekende wijze uit zo’n cefalosporine en een geëigend organisch amine verkrijgen.
30 Deze en andere zouten, zoals die met p-tolueen- sulfonzuur en methaansulfonzuur, kunnen ook dienen als tussenpro-dukten bij de bereiding en/of zuivering van de bedoelde verbindingen volgens formule 2, bijvoorbeeld zoals beschreven in de nog komende voorbeelden.
35 Niet-toxische, metabolisch labiele esters verkrijgt men door verestering van een of beide carboxyl-groepen 790 83 90 6 * 4.
van de verbinding volgens formule 2, en hiertoe behoren de acyl-oxyalkyl-esters, bijvoorbeeld de lagere alkanoyloxy-methyl- en -ethyl-esters zoals de acetoxymethyl-, acetoxyethyl- en pivaloyl-oxymethyl-esters. Bovendien omvat deze uitvinding naast de boven- 5 genoemde esters ook verbindingen volgens formule 2 in de vorm van andere fysiologisch aanvaardbare equivalenten daarvan, met name de fysiologisch aanvaardbare verbindingen die net zoals de metabolisch labiele esters in vivo in het antibioticum volgens formule 2 omgezet worden.
10 Bevoorkeurde verbindingen volgens deze uit vinding zijn die waarin de alkyl-groep aan de pyridine-kern methyl is. Verder gaat de voorkeur uit naar verbindingen waarin de 1-al-kylpyridinio-kem met de 2- of de 4-plaats aan het zwavelatoom zit.
15 Bijzondere voorkeur gaat dan ook uit naar (6R, TB.)-7-/(Z)-2-(2-aminothiazolyl-4)-2-(carbo2jymethoxy-imino)aceetamido/-3-(1-methylpyridinio-2-ylthiomethyl)-cef-3-em-4-carboxylaat en (6R,7R)-7-/(Z)-2-(2-aminothiazoly 1-4)-2-(carboxy-methoxyimino)aceetamido/-3-(1-methylpyridinio-4-ylthiomethyl)cef-3- 20 em-4-carboxylaat.
Andere verbindingen volgens de uitvinding omvatten het 3-(l-methylpyridinio-3-ylthiomethyl)-analogon van de bovengenoemde twee verbindingen, alsmede de drie overeenkomstige verbindingen waarin de N-substituent aan de pyridinio-ring ethyl 25 is.
De verbindingen volgens formule 1 kunnen gebruikt worden voor de behandeling van een grote verscheidenheid door pathogene bacteriën in mens en dier veroorzaakte ziekten, zoals infecties van het ademhalingssysteem en van de urinewegen.
30 Deze uitvinding betreft ook een werkwijze voor de bereiding van de bedoelde verbindingen volgens formule 2, welke op voor analoge verbindingen op zichzelf bekende wijze gebeurt, met name door • · *1* (A) acylering van een verbinding volgens formule 3, waarin Y de 35 eerder genoemde betekenis heeft en B een zwavel of een a- of β-sulfoxy-brug is en de stippellijn aangeeft dat de verbinding een 790 83 90 7 2-cefem of een 3-cefem-verbinding is, of een zout daarvan (bijvoorbeeld met HC1, HBr, zwavelzuur, salpeterzuur <f fosforzuur of methaansulfonzuur of p-tolueensulfonzuur), of een N-silyl-derivaat daarvan, of een overeenkomstige verbinding waarin de carboxylaat-5 groep op de 4-plaats een proton of een carboxyl-blokkerende groep zoals de rest van een alifatische of aralifatische alkohol, een fenol, een silanol of een stannanol draagt, en dat gepaard gaat met een anion A zoals cbbride, bromide of trifluoracetaat, met een zuur volgens formule 4, waarin een carboxyl-blokkerende 10 groep voorstelt (met voor R^ dezelfde betekenissen als voor Rj) en Rg een amino- of beschermde amino-groep is, of anders door (B) reactie van een verbinding volgens formule 5, waarin R^, B en de stippellijn de eerder genoemde betekenissen hebben, R^ en R^a onafhankelijk van elkaar waterstof of carboxyl-15 blokkerende groepen kunnen voorstellen en X een vervangbaar residu van een nucleofiel is, bijvoorbeeld acetoxy, dichlooracetoxy, chloor, broom of jodium) of een zout daarvan met een zwavel-nucleo- ·|· fiel zodat op de 3-plaats de groep -CI^-S-Y (met voor Y de eerder gegeven betekenissen) ingevoerd wordt, 20 of (C) door alkylering van een verbinding volgens formule 6, waarin R^, B en de stippellijn de eerder gegeven betekenissen hebben, Y' een C-gebonden pyridyl-groep is en R^ en R^a beide carboxyl-blokkerende groepen zijn, met een alkyleringsmiddel met 1 tot 4 koolstofatomen in de alkyl-groep, zodat het stikstofatoom 25 van de pyridyl-groep gealkyleerd wordt, waarna zonodig en/of gewenst in de voorkomende gevallen 2 3 i) een Δ -isomeer in het gewenste Δ -isomeer omgezet wordt, ii) een verbinding waarin B een sulfoxy-brug is deze tot een zwa-velbrug gereduceerd wordt, 30 iii) de carboxyl-groep in een niet-toxisch zout of een niet-toxische metabolisch labiele ester omgezet wordt, iv) oxydatie van een verbinding waarin B een zwavel-brug is tot een verbinding waarin B een sulfoxy-brug is, en/of v) eventueel carboxyl-blokkerende en/of amino blokkerende groepen 35 verwijderd worden.
Bij de boven beschreven bereidingswijzen zijn 790 83 90 8 de uitgangsstoffen bij voorkeur verbindingen waarin de stippellijn er een 3-cefem-verbinding van maakt.
Verder moet, indien men van een zuuradditie-zout van een verbinding volgens formule 3 uitgaat, in aanwezigheid 5 van een base werken.
Acyleringsmiddelen die men voor de onder (A) genoemde variant kan gebruiken omvatten de zuurhalogeniden, in het bijzonder de zuurchloriden en zuurbromiden. Deze kan men verkrijgen door een zuur volgens formule 4 of een zout daarvan met een 10 halogeneringsmiddel te laten reageren, bijvoorbeeld met PCl^., SOCI2 of oxalylchloride.
Acyleringen met zuurhalogeniden kunnen in waterig en niet-waterig milieu gebeuren, bij temperaturen tussen -50° en +50°C, bij voorkeur tussen -20° en +30°C, en desgewenst in 15 aanwezigheid van een zuurwegvanger. Geschikte oplosmiddelen zijn mengsels van ketónen (zoals aceton) met water, esters zoals ethyl-acetaat, chloorkoolwaterstoffen zoals methyleenchloride, amiden zoals dimethylaceetamide, nitrillen zoals acetonitril, en mengsels daarvan. Geschikte zuurwegvangers zijn de tertiaire aminen (zoals 20 triethylamine en dimethylaniline), anorganische basen (zoals NaHCO^ en CaCOg) en oxiranen zoals de lagere alkeenoxyden (bijvoorbeeld ethyleenoxyde en propyleenoxyde).
Bij deze bereidingswijze kunnen de zuren volgens formule 4 zélf ook als acyleringsmiddelen fungeren, en dan 25 bij voorkeur in aanwezigheid van een condensatiemiddel zoals een carbodiïmide (N,N,-dicyclohexylcarbodiïmide of N-ethyl-N’-y-dimethyl-aminopropylcarbodiïmide), een carbonyl-verbinding (carbonyldiïmida-zool) of een isoxazolium-zout (N-ethyl-5-fenylisoxazoliumperchlo-raat).
30 De acylering kan ook gebeuren met andere amide- vormende derivaten van de zuren volgens formule 3, zoals geactiveerde esters, symmetrische anhydriden en gemengde anhydriden (bijvoorbeeld met pivalinezuur of met koolzuur, bereid met behulp van een alkylhalogeenformiaat). Gemengde anhydriden kan men ook vormen met 35 fosforzuren (H^PO^ enH^PO^), zwavelzuur en met alifatische en aromatische sulfonzuren (bijvoorbeeld p-tolueensulfonzuur). Een ge- 790 83 90 9 activeerde ester kan men heel goed in situ bereiden, bijvoorbeeld een ester met 1-hydroxybenzotriazool in aanwezigheid van een der bovengenoemde condensatiemiddelen. Ook kan de geactiveerde ester vooraf bereid zijn.
5 Acyleringen met vrije zuren of met de hierbo ven genoemde amide-vormende derivaten gebeuren bij voorkeur in wa-tervrije reactiemedium, dat is in methyleencbloride, tetrahydro-furan, dimethylformamide of acetonitril. Desgewenst kunnen deze acyleringen uitgevoerd worden in aanwezigheid van een katalysator 10 zoals 4-dimethylaminopyridine.
De zuren volgens formule 4 en de daarmee overeenkomstige acyleringsmiddelen kunnen desgewenst bereid en gebruikt worden in de vorm van hun zuuradditiezouten. Bijvoorbeeld kan men de zuurchloriden heel goed gebruiken als hydrochloriden en de 15 zuurbromiden als de hydrobromiden.
Bij variant (B) van de bereidingswijze dient het zwavel-nucleofiel tot het vervangen van een grote verscheidenheid van substituenten X, zodat men de alhylpyridinio-thio-groep invoert. Er is een zeker verband tussen het gemak van de· vervanging 20 en de pK van het zuur HX waarvan de substituent afgeleid is. Zo a zijn van sterke zuren afgeleide atomen en groepen X in het algemeen gemakkelijker te vervangen dan van zwakkere zuren afgeleide atomen of zuren. De vlotheid van substitutie is ook in zekere mate verwant met de aard van het zwavel-nucleofiel. Dit laatste kan bij-25 voorbeeld ook in de vorm van het geëigende thion of thiolaat gebruikt worden.
De vervanging van X door het zwavel-nucleofiel kan het beste in oplossing of suspensie gebeuren, en met voordeel met 1 tot 10, het beste met 1 tot 4 equivalenten nucleofiel per 30 mol cefalosporine.
Nucleofiele substituties kunnen het beste gebeuren aan verbindingen volgens formule 5 waarin X een halogeen-atoom of een acyloxy-groep is, bijvoorbeeld zoals hierna besproken wordt.
35 Acyloxy-groepen.
Verbindingen volgens formule 5 waarin X een 790 83 90 10 acetoxy-groep is zijn geschikte uitgangsstoffen voor de nucleofiele substituties met zwavel-verbindingen. Andere mogelijke uitgangsstoffen binnen deze klasse zijn verbindingen volgens formule 5 waarin X de rest van een gesubstitueerd azijnzuur zoals chloor-5 azijnzuur, dichloorazijnzuur of trifluorazijnzuur is. Vervangings-reacties aan verbindingen volgens formule 5 met een groep X uit deze klasse gaan vlotter, vooral in het geval X acetoxy is, als het reactiemediton jodide- of thiocyanaat-ionen bevat. De substituent X kan ook afgeleid zijn van mierenzuur, chloormierenzuur of een 10 carbaminezuur.
Bij gebruik van een verbinding volgens formule 5 waarin X een acetoxy- of gesubstitueerde acetoxy-groep is is het in het algemeen wenselijk dat de groep R^ in formule 5 waterstof is en dat B een zwavel-brug voorstelt. In dat geval gebeurt 15 de reactie met voordeel in waterig medium, bij voorkeur bij een pH tussen 5 en 8, in het bijzonder bij een pH tussen 5,5 en 7. Deze pH-trajecten kunnen zonodig bij geregeld worden met een base zoals KOH of NaHCOg. Een base wordt in ieder geval al gebruikt als de verbinding volgens formule 5 in de vorm van een zuuradditie-zout 20 ingezet wordt.
De bovengenoemde werkwijze, waarbij men van een verbinding volgens formule 5 uitgaat waarin X de rest van een gesubstitueerd azijnzuur is, kan uitgevoerd worden zoals beschreven is in het Britse octrooischrift 1.241.657. Indien X een acetoxy-25 groep is gebeurt de reactie het beste bij een temperatuur tussen 30° en 110°C, bij voorkeur tussen 50° en 80°C.
Halogenen.
Als uitgangsstoffen voor de bereiding van verbindingen volgens formule 2 door een nucleofiele substitutie kun-30 nen ook verbindingen volgens formule 5 dienen waarin X chloor, broom of jodium is. In dat geval mag B ook een sulfoxy-brug zijn en mag R^ een carboxyl-blokkerende groep zijn. De reactie gebeurt het beste in niet-waterig medium, bestaande uit een of meer organische oplosmiddelen, bij voorkeur polaire oplosmiddelen, zoals ethers 35 (bijvoorbeeld dioxaan of tetrahydrofuran), esters (ethylacetaat), amiden (formamide of Ν,Ν-dimethylformamide) of ketonen (bijvoorbeeld 790 8 3 90 π aceton). Andere geschikte organische oplosmiddelen zijn meer in detail opgesomd in het Britse octrooischrift 1.326.531. Het reactie-medium moet noch sterk zuur noch sterk basisch zijn. Als men uitgaat van een verbinding volgens formule 5, waarin en R^a carboxyl-5 blokkerende groepen zijn ontstaat de 3-(1-methylpyridinic^thiomethyl-verbinding in de vorm van het overeenkomstige halogenide, dat desgewenst een of meer ionenwisselingen kan ondergaan om een zout met het gewenste anion te verkrijgen.
De reactie van een verbinding volgens formule 5 10 waarin X een halogeenatoom is gebeurt het beste hij een temperatuur tussen -20° en +50°C, bij voorkeur tussen 0° en +30°C.
Variant (C)
Daarbij laat men de verbinding volgens formule 6 bij voorkeur reageren met een alkyleringsmiddel volgens de 15 formule 1 Z', waarin R een alkyl-groep met 1-4 koolstofatomen is en Z’ een uittredende groep zoals een halogeenatoom of een koolwaterstof sulfonaat (bijvoorbeeld mesylaat of tosylaat) is. Ook kan men alkyleren met een dialkylsulfaat zoals dimethylsulfaat. De alkyleringsreactie gebeurt het beste bij een temperatuur tussen 0° 20 en 60°C, bij voorkeur tussen 20° en 30°C. De reactie gaat goed in een inert oplosmiddel zoals een ether (bijvoorbeeld tetrahydrofu-ran), een amide (dimethylformamide) of een halogeenkoolwaterstof (bijvoorbeeld dichloormethaan). Ook kan, indien het alkylerings-middel onder de reactie-omstandigheden vloeibaar is, dit middel 25 zelf als oplosmiddel dienen. Bij voorkeur alkyleert men met jood-methaan.
De als uitgangsiof bij variant (C) te gebruiken verbinding volgens formule 6 kan zelf bereid worden door reactie van een verbinding volgens formule 5 met een geëigende zwavel-30 nucleofiel, op een zelfde wijze als bij de variant (B) gebeurt.
Deze reactie gebeurt in het algemeen in aanwezigheid van een zuur-wegvanger, bijvoorbeeld een base zoals bij variant (B) beschreven.
Het reactieprodukt kan uit het reactiemengsel dat bijvoorbeeld onveranderd cefalosporine-uitgangsmateriaal en 35 andere stoffen bevat, op verschillende wijzen afgescheiden worden, waaronder omkristalliseren, ionoforese, kolomchromatografie en de 790 83 90 t 2 12 toepassing van ionenwisselaars.
Als de bereiding leidt tot een Δ -cefalosporme- 3 ester kan deze in het overeenkomstige Δ -derivaat omgezet worden, 2 bijvoorbeeld door de Δ -ester met een base zoals pyridine of 5 triethylamine te behandelen.
Ook kan een 2-cefem-reactieprodukt geoxydeerd worden tot het overeenkomstige 3-cefem-l-oxyde, bijvoorbeeld met een perzuur zoals perazijnzuur of m-chloorbenzoëzuur; het dan ontstaande sulfoxyde kan desgewenst tot het overeenkomstige 3-cefem-10 sulfide gereduceerd worden, zoals hierna nog beschreven zal worden.
Indien een verbinding verkregen wordt waarin B een sulfoxyde-brug is kan deze in de overeenkomstige sulfide-brug overgevoerd worden, bijvoorbeeld door reductie van het overeenkomstige acyloxysylfonium- of alkoxysylfonium-zout, dat in situ 15 bereid wordt door reactie met bijvoorbeeld acetylchloride, waarbij de reductie bijvoorbeeld met natriumdithioniet of met jodide gebeurt (oplossing van kaliumjodide in een mengsel van water en azijnzuur, aceton, tetrahydrofuran, dioxaan, dimethylformamide of dimethyl-aceetamide). Deze reactie kan gebeuren bij een temperatuur tussen 20 “20° en +50°C.
Metabolisch labiele esters van verbindingen volgens formule 2 kunnen bereid worden door een verbinding volgens formule 2 of een zout of een beschermd derivaat daarvan met een geëigend veresteringsmiddel zoals een acyloxyalkylhalogenide te laten 25 reageren, het beste in een inert organisch oplosmiddel zoals dimethylformamide of aceton, zonodig gevolgd door verwijdering van eventuele beschermende groepen.
1-Oxyden kunnen bereid worden door oxydatie van de overeenkomstige thioether, bijvoorbeeld met een perzuur.
30 Ook.kan men verbindingen volgens formule 2 in zouten omzetten door ze met geëigende basen te laten reageren.
Zo kan men bijvoorbeeld natrium- en kalium-zouten bereiden met de desbetreffende 2-ethylhexanoaten en bicarbonaten. Zuuradditie-zouten kan men bereiden door een verbinding volgens formule 2 of 35 een metabolisch labiele ester daarvan met het geëigende zuur om te zetten.
790 8 3 90 13
Indien een verbinding volgens formule 2 verkregen wordt als een mengsel van isomeren kan men het syn-isomeer daarvan op gebruikelijke wijze afzonderen en zuiveren, bijvoorbeeld door kristallisatie en/of chromatografie.
5 Als uitgangsstoffen te gebruiken verbindin gen volgens formule 4 en de daarvan afgeleide zuurhalogeniden en anhydriden moeten syn-isomeren of mengsels van syn- en anti-isomeren zijn, bij voorkeur bestaan ze voor tenminste 90 % uit syn-isomeer.
De zuren volgens formule 4 en de verbindingen 10 volgens formule 5 waarin X een acetoxy-groep voorstelt kunnen bereid worden zoals beschreven is in het Zuid Afrikaanse octrooischrift 78/1630.
Indien in de verbinding volgens formule 5 X een halogeen is kan de uitgangsstof, een 3-cefem-verbinding op ge-15 bruikelijke wijze bereid worden, bijvoorbeeld door halogenering van een 3-methyl-3-cefem-4-carboxylaat-lg-oxyde met op de 78-plaats een beschermde amino-groep, waarna die beschermende groep verwijderd wordt , gevolg door acylering van de 7β-amino-groep tot de gewenste 78-acylamido-groep, bijvoorbeeld analoog aan variant (A) van de 20 bereidingswijze, gevolgd door reductie van het 1β-oxyde tot een thioëther. Dit is beschreven in het Britse octrooischrift 1.326.531. De overeenkomstige 2-cefem-verbindingen kunnen bereid worden zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 69.02013 door reactie van een 3-methylcefem-verb inding met N-broomsuccinimide 25 tot de overeenkomstige 3-broommethyl-2-cefem-verb inding.
Verbindingen volgens formule 5 waarin X een acyloxy-groep anders dan een acetoxy-groep voorstelt kun-nen bereid worden door acylering van de overeenkomstige 3-hydroxymethyl-verbinding, die zelf weer bijvoorbeeld bereid kan worden door hy-30 drolyse van een geëigende 3-acetoxymethyl-verbinding, bijvoorbeeld zoals beschreven in de Britse octrooischriften 1.474.519 en 1.531.212.
De uitvindingsstoffen volgens formule 3 kunnen op gebruikelijke wijze bereid worden, bijvoorbeeld door nucle-35 fiele substitutie van de overeenkomstige 3-acetoxymethyl-verbin- ding met het geëigende nucleofiel. Een andere bereidingswijze voor 790 8 3 90 •1 14 de uitgangsstoffen volgens formule 3 bestaat uit het verwijderen van de beschermende groep uit een verbinding met een beschermde amino-groep op de 78-plaats, bijvoorbeeld met behulp van PCl^.
Men zal inzien dat het bij sommige van de hier-5 boven genoemde omzettingen nodig zal zijn bepaalde gevoelige groepen in het molecuul te beschermen om ongewenste bijreacties te voorkomen. Bijvoorbeeld kan het bij de genoemde reeksen van reacties nodig zijn het Nï^ van de aminothiazolyl-groep tijdelijk te beschermen bijvoorbeeld door tritylering, acylering (bijvoorbadd 10 chlooracetylering), protonering, of op enige andere bekende wijze.
De beschermende groep kan daarna verwijderd worden op iedere bekende wijze die geen afbraak van de gewenste verbinding veroorzaakt, bijvoorbeeld in het geval van een trityl-groep met behulp van een eventueel gehalogeneerd carbonzuur, dus met azijnzuur, mierenzuur, 15 chloorazijnzuur of trifluorazijnzuur, of anders met een anorganisch zuur zoals HC1. of een mengsel van dergelijke zuren, bij voorkeur in aanwezigheid van een protisch oplosmiddel zoals water, of in het geval van een chlooracetyl-groep, door behandeling met thioureum.
20 Bij de bereiding van verbindingen volgens formule 2 gebruikte carboxyl-blokkerende groepen zijn bij voorkeur groepen die gemakkelijk op een geschikt moment afgesplitst kunnen worden, het beste helemaal aan het eind van de bereiding. Het kan echter in sommige gevallen handzaam zijn niet-toxische netabolisch 25 labiele carboxyl-blokkerende groepen zoals acyloxymethyl en acyl-oxyethyl in te voeren en deze in het eindprodukt te handhaven, zocht men dan eindigt met een geschikte ester van een verbinding volgens formule 2.
Bruikbare carboxyl-blokkerende groepen zijn 30 voldoende bekend, en een opsomming daarvan kan men vinden in het Britse octrooischrift 1.399.086. Bévoorkeurde geblokkeerde car-boxyl-groepen zijn de arylalkoxycarbonyl-groepen zoals p-methoxy-benzyloxycarbony1, p-nitrobenzyloxycarbonyl en difenylmethoxycar-bonyl, alkoxycarbonyl-groepen zoals t-butoxycarbonyl en halogeen-35 alkoxycarbonyl-groepen zoals 2,2,2-trichloorethoxycarbonyl. Deze groepen kunnen later weer met in de literatuur voldoende beschreven 790 S 3 90 15 methoden verwijderd worden, in vele gevallen bij voorbeeld met door zuur of base gekatalyseerde hydrolyse, en anders door enzymatische hydrolyse.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht door 5 de volgende voorbeelden. Waar nodig zijn NMR-spectra opgenomen, welke alle bij 100 MHz opgenomen waren, de integralen kloppen steeds met de aangewezen atomen en groepen, en de tekens van de koppelings-constanten werden niet bepaald; s = singulet, d = doublet en m = multiplet.
10 Voorbeeld I
Natriumr-(6R,711)-7-/(Z)-2-(2-aminothiazoly1-4)-2-(carboxymethoxy-imino)acee tamido/-3-( l-methylpyridinio-2-ylthiomethyl)-3-cefem- 4-carboxylaat.
Aan een geroerde oplossing van 1,7 g dinatrium-15 (6R, 7R) -7-/(Z)-2-(2-amino thiazoly1-4)-2-(carboxymethoxyimino)aceet- amido/-3-acetoxymethyl-3-cefemr4-carboxylaat (beschreven in voorbeeld 5 van het Zuid Afrikaanse octrooischrift 78/1630) in 2,1 ml water werd 0,6 g I-methylpyridine-2-thion toegevoegd. De pH werd met NaHCOg op 6,5 ingesteld voordat 2,9 g NaJ toegevoegd werd. Het 20 geheel werd 5£ uur op 65°C geroerd. Na afkoelen werd het reactie-mengsel druppelsgewijs in 200 ml aceton uitgegoten, waardoor een vaste stof neersloeg die afgescheiden, met diethylether uitgewassen en als oplossing in water op een kolom Amberliet XAD-2 gebracht werd (deze kolom was ook eerst in water aangemaakt). Elutie 25 met water en met waterige ethanol en droogdampen van een combinatie van de geëigende fracties van, na oproeren met diethylether, 0,7 g van de in de titelgenoemde verbinding, met λ (in pH=6 buffer) 17 Wx bij 243 mn (E = 321), λ bij 308 nm (E, - 203); J 1 cm max J 1 cm
Vmax (in &ujxïl) 2500-3700 (-NH-NH2), 1770 (β-lactam), 1670, 1540 30 (7-CONH), 1610 cm-1 (-00£ " ).
Voorbeeld II
a) Difenylmethyl-(6R,7R)-3-broommethyl-7-/(Z)-2-(t-butoxycar- bonylmethoxyimino)-2-(2-tritylaminothiazolyl-4)-aceetamido/- 3-cefem-4-carboxylaat.
35 Aan een tot -20°C afgekoelde oplossing van 0,46 g PCI,- in 20 ml dichloormethaan werd onder roeren 1,1 g 7908390 16 (Z)-2-(t-butoxycarbonylmethoxyimino)-2-(2-tritylaminothiazolyl- 4)-azijnzuur (beschreven in voorbeeld 3 van het Zuid Afrikaanse octrooischrift 78/1630) toegevoegd. De oplossing werd 40 minuten op -15° +_ 5°C gehouden, maar na 30 minuten werd nog 50 mg PC1,-5 toegevoegd. Vervolgens werd de oplossing tot -20°C gekoeld en werd 0,6 ml triethylamine toegevoegd. Na nog 5 minuten roeren op -20°C werd onder roeren een oplossing van 1 g difenylmethyl-(6R,7R)-7-amino- 3-broommethyl-3~cefem-4-carboxylaat, ÏÏC1 en 0,3 ml triethylamine in 20 ml dichloormethaan van -20°C toegevoegd. De temperatuur kram 10 daarbij niet boven -20°C. Na nog 10 minuten roeren op die temperatuur liet men over 45 minuten tot 22°C opwarmen. Nu werd het reac-tiemengsel met 25 ml water en 20 ml dichloormethaan verdund en goed geschud. De organische fase werd afgescheiden en de waterfase werd nog eenmaal met dichloormethaan uitgewassen. De verenig-15 de organische fasen werden met verdunde NaHCO^-oplossing uitgewassen, en die wasvloeistof werd weer teruggewassen. De gecombineerde organische oplossingen werden vervolgens met verdunde pekel uitgewassen, op Na2S0^ gedroogd, en tot een schuim droogge-dampt. Deze werd met diïsopropylether opgeroerd, gefiltreerd, en 20 2 uur onder vacuum bij 60°C en daarna overnacht bij kamertempera tuur gedroogd. Dit gaf 1,7 g van de in de titel genoemde verbinding /_a_7^ -28° (c = 1,0 in CHCl^); λ.^. (ethanol) bij 239 nm (E1% = 252), 260 nm (e!% = 196), 265,5 nm (E?% = 193) en bij l cm . „ 1 cm 1 cm 273 nm (E, = 181).
1 cm 25 b) Difenylmethyl-(6R,7R9-7-/(Z)-2-(t-butoxycarbonylmethoxy- imino)-2-(2-tritylaminothiazolyl-4)aeeetamido/-3-(l-methyl-pyridino-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat-bromide.
Een mengsel van 1,48 g produkt van stap (a) en 0,19 g N-methylpyridine-4-thion in 15 ml tetrahydrofuran werd 30 3 uur bij 22°C geroerd en liet men daarna 18 uur op 5°C staan.
Toen werd onder roeren met 60 ml ether verdund, tot 0°C afgekoeld, en gefiltreerd. De vaste stof werd met ether gewassen en 1 uur onder vacuum bij 60°C gedroogd, wat 1,5 g van de in de titel genoemde verbinding gaf met / a -56° (c = 1,0 in CHC10); λ 1ot D j.m max 35 (in ethanol) bij 306,5 nm (E1 ° 230); λ. - bij 260 nm (E. ° 173) f o/ J cm i· til· · i cm en 235 nm (E, 281).
1 cm 790 8 3 90 17 c) (6R,7R)-7~/(Z)-2-(2-aminothiazoly1-4)-2-(carboxymethoxy- imino)aceetamido/-3-(1-methy lpy r idinlo-4-y 1 thiomethyl)-3-cefemr4-carboxylaat.2HC1.
Een oplossing van 1,33 g produkt van stap (b) 5 in een mengsel van 16 ml trifluorazijnzuur en 5 ml anisool werd 1 uur op 0°C geroerd. Nu werd 1,5 ml water toegevoegd en na 15 minuten roeren werd het geheel drooggedampt. Het residu werd met ether opgeroerd, en de vaste stof afgefiltreerd en gedroogd. Deze stof (0,95 g) werd in 5.ml mierenzuur opgelost en hieraan werd 10 0,25 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoerd. Na 30 minuten roeren op 23°C werd het geheel gefiltreerd. De vaste stof werd met een beetje mierenzuur uitgewassen. Filtraat en waswaters werden samen-drooggedampt, en het residu daarvan met aceton opgeroerd. Deze vaste stof werd ook afgefiltreerd, met een beetje aceton uitge-15 wassen en 3 uur onder vacuum bij 60°C gedroogd. Dit gaf 0,76 g van de in de titel genoemde verbinding als monoaceton-solvaat, met / a_7 -20° (c = 0,8, in pH = 7 buffer); λ^χ (in pH = 6 buffer) 233,5 nm (E?% 326), 253 nm (eJ% 232) en 304,5 nm (E?% 378).
* Icm ' 1 cm * I cm
Voorbeeld III
20 a) Difenylmethyl-(6R, 7R)-7-amino-3-( l-methylpyridinio-4-yl-thiomethyl)-3-eefem-4-carboxylaat-bromide.
Aan een suspensie van 500 mg difenylmethyl-(6R, 7R)-7-amino-3-broommethyl-3-cefem-4-carboxylaat.HCl in 20 ml tetrahydrofuran werd 0,14 ml triethylamine toegevoegd. Na ca 25 5 minuten roeren op ca 0°C werd de oplossing geklaard en daarna werd 350 mg N-methylpyridine-4-thion toegevoegd. Na 2 uur roeren op kamertemperatuur liet men 16 uur op 0°C staan. De witte vaste stof werd afgefiltreerd, met tetrahydrofuran en diethylether uitgewassen en 16 uur bij kamertemperatuur onder vacuum gedroogd.
30 Dit gaf 500 mg van de in de titel genoemde verbinding met τ (DMSO-d,.) bij 3,26 (d, pyridinium-protonen naast het ïMe), 2,09
O
(d, pyridinium-protonen), 3pi (s, CH-Ph^), 4,88 (d, J = 5 Hz, 7-H), 5,08 (d, J = 5 Hz, 6-H), 5,77 (s, 3-CH2 en Nile), 6,15 en 6,50 (m, 2-H2).
35 b) Difenylmethyl-(6R,7R)-7-/(Z)-2-(t-butoxycarbonylmethoxy- imino)-2-(2-tritylamino thiazoly1-4)aceetamido/-3-(1-methyl- 790 83 90 ¥ 18 pyridinio-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat-chloride.
Aan een oplossing van 0,19 g PCl^ in 10 ml dichloormethaan van -10°C werd onder roeren 0,42 g 2-(t-butoxy-carbonylmethoxyimino)-2-(2-tritylaminothiazolyl-4)-azijnzuur toe-5 gevoegd. Na 30 minuten roeren op -10°C werd 0,25 ml triethylamine toegevoegd. Na nog 5 minuten roeren op -5°C werd de oplossing onder roeren toegevoegd aan een mengsel van 0,45 g produkt van stap (a) en 5 ml dichloormethaan van 0°C, waarbij alles in oplossing ging. Na opwarmen tot 21°C en 2 uur roeren liet men nog 16 10 uur op 5°C staan. Vervolgens werd het reactiemengsel over éthyl-acetaat en water verdeeld; de waterfase werd grondig met ethyl-acetaat uitgetrokken. De verzamelde organische fasen werden met pekel gewassen, op Na2S0^ gedroogd en drooggedampt. Het residu werd met ether opgeroerd, en de vaste stof sfgefiltreerd en onder 15 vacuum bij 60°C gedroogd, wat 0,55 g van de in de titel genoemde verbinding gaf.
De spectroscopische en chromatografische eigenschappen daarvan leken veel op die van het produkt van voorbeeld II (b). De in de titel genoemde verbinding kan op de in voor-20 beeld 11(c) beschreven wijze van beschermende groepen ontdaan worden, waardoor men (6R,7R)-7-/(Z)-2-(2-aminothiazolyl-4)-2-(carboxymethoxyimino) aceetamido/-3- (l-methylpyridinio-4-ylthio-methyl)-3-cefem-4-carboxylaat.2 HC1 verkreeg.
Voorbeeld IV
25 a) Difenylmethy1-(1S,6R,7R,2lZ)-3-broommethyl-7-/2-(butoxy- carbonylmethoxyimino)-2-(2-tritylaminothiazolyl-4)aceet-amido/-3-cefem-4-carboxylaat- k>xyde.
Aan een oplossing van 0,69 g PCl^ in 25 ml dichloormethaan van -15°C werd onder roeren 1,63 g (Z)—2—(t—
30 butoxycarbonylmethoxyimino)-2-(2-tritylaminothiazoly 1-4) azijnzuur toegevoegd. Na 35 minuten op -15° +_ 5°C werd de oplossing tot -20°C afgekoeld en werd 0,9 ml triethylamine toegevoegd. Na nog 5 minuten roeren op -20°C werd dit mengsel onder roeren toegevoegd aan een oplossing van 1,7 g (lS,6R,7R)-7-amino-3-broommethylcef-3-35 em-4-carboxylaat-l-oxyde-HBr in 25 ml dichloormethaan van -20°C
dat 0,5 ml triethylamine bevatte. De temperatuur kwam daarbij niet 790 8 3 90 Ί 19 boven -15°C. Na nog 10 minuten roeren op -15°C liet men het mengsel over 45 minuten tot +21 °C opwarmen. Nu werd het met 40 ml water en 30 ml dichloormethaan verdund en goed geschud. De organische fase werd afgescheiden en de waterfase met dichloormethaan uitgewassen.
5 De organische fasen werden met verdunde NaHCO^-oplossing uitgewassen en het waswater werd terug uitgetrokken. De verenigde organische oplossingen werden met verdunde pekel gewassen, op Na^SO^ gedroogd, en tot een schuim drooggedampt. Dit werd op een kolom van ca 100 g kiezelzuur gebracht en met een gradient van ethylace-10 taat en petroleumether 60°-80°C geëlueerd. De geëigende fracties werden samen drooggedampt, waardoor 2,1 g van de in de titel genoemde verbinding als schuim verkregen werd.
De spectroscopische en chromatografische eigenschappen hiervan leken veel op die van het produkt van voor-15 beeld V(a).
b) Di£enylmethyl-(1S,6R,7R)-7-/(Z)-2-(t-butoxycarbonylmethoxy-imino)-2-(2-tritylaminothiazolyl-4)aceetamido/-3-(l-methyl-pyridinio-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat-bromide-l-oxyde.
20 Aan een oplossing van 1,9 g produkt van stap (a) in 20 ml tetrahydrofuran werd 0,3 g N-methylpyridine-4-thion toegevoegd. Het mengsel, dat vast werd, werd met 30 ml tetrahydrofuran verdund en 2\ uur op 21°C geroerd. Na 17 uur bewaren op 5°C werd het met 50 ml ether verdund en gefiltreerd. De vaste stof werd 25 met ether uitgewassen en onder vacuum gedroogd, wat 1,96 van de in de titel genoemde verbinding gaf, met / a_/^ = -35 (c = 1,4 in GHC1-); λ (in ethanol) bij 308 nm (e!^ = 143), λ. „ bij J _ max 1 cm mi 260 nm (E, 166).
1 cm c) Difenylmethyl-(6R, 75.)-7-/(2)-2-(t-butoxycarbonylmethoxyimino)- 30 2- (tritylamino thiazoly 1-4) aceetamido /-3- (1 -methy lpyridinio-4- ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat-halogenide.
Een mengsel van 0,32 g produkt van stap (b), 0,24 g poedervormig watervrij KJ en 2 ml aceton werd onder roeren tot -3°C afgekoeld, waarna 0,1 ml acetylchloride toegevoegd werd.
35 Na nog 1 uur roeren op 0°C werd het geheel onder roeren uitgeschonken in een oplossing van 0,12 g natriumbisulfiet in 15 ml water.
790 83 90 20
Na 15 minuten roeren op 21°C werd dit mengsel gefiltreerd. De vaste stof werd met water en ether uitgewassen en 1 uur onder vacuum bij 45°C gedroogd, wat 0,25 g van de in de titel genoemde verbinding gaf.
5 De spectroscopische en chromatografische ei
genschappen daarvan leken op die van het produkt van voorbeeld II (b). Uit deze verbinding kan men de beschermende groepen op de in voorbeeld 11(c) beschreven wijze afsplitsen, wat (6R,7R)-7-/(Z)-2-(2-amino thiazoly1-4)-2-(carboxyme thoxyimino)aceetamido/-3-(1-10 methylpyridinio-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat.2 HCl geeft. Voorbeeld V
a) Difenylmethyl-(IS,6R,7R)-3-broommethyl-7-/(Z)-2-(t-butoxy-carbonyl-methoxyimino)-2-(2-(2-tritylaminothiazolyl-4-)-aceetamido/-3-cefem-4-carboxylaat~l-oxyde 15 Aan een oplossing van 0,99 g produkt van voor beeld 11(b) in 30 ml 1,2-dichloorethaan van -10°C werd onder roeren een oplossing van 0,23 g 85 % metachloorperbenzoëzuur in 20 ml 1,2-dichloorethaan toegevoegd. Over 1 uur liet men het mengsel tot 20°C opwarmen, waarna nog 20 mg metachloorperbenzoëzuur toege-20 voegd werd en het mengsel nog een | uur op 20°C geroerd werd. Dit reactiemengsel werd eenmaal met waterige natriummetabisulfiet-oplossing uitgewassen en dan drooggedampt. Het residu werd gecombineerd met een ethylacetaat-extract van de waterfase, met verse NaHSO^-oplossing, NaHCO^-oplossing en pekel uitgewassen, op Na2S0^ 25 gedroogd en drooggedampt. Het residu werd op een kolom van ca 60 g kiezelgel gebracht en met ethylacetaat/petroleumether 60°-80°C 1:1 geelueerd. De geëigende fracties werden opgevangen en samen drooggedampt, wat een schuim gaf dat met diethylether opgeroerd werd. De vaste stof werd afgefiltreerd en onder vacuum bij 50°C 30 gedroogd, wat 0,5 g van de in de titel genoemde verbinding gaf, met / a 7½} = -2,2° (c = 0,9 in CHC1,); λ (in ethanol) 267,5 nm 17“ “ D 17 J max 17 (E /o 169), λ. . bij 238 nm (E, 221) en bij 272,5 nm (E, v 1 cm inf. J 1 cm J * 1 cm 166).
b) Difenylmethyl-(IS,6R,7R)-7-/(Z)-2-(t-butoxycarbonylmethoxyimi- 35 no)-2-(2-tritylaminothiazolyl-4)aceetamido/-3-(pyridyl-4-thio- methyl)-3-cefem-4-carboxylaat-l-oxyde.
790 3 3 90 21
Een mengsel van 0,36 g van het produkt van voorbeeld IV(a), 0,12 g fijnverdeeld calciumcarbonaat ("Calofort U"), 0,06 g 4-mercaptopyridine en 12 ml aceton werd 90 minuten onder roeren en terugvloeikoeling gekookt. Na afkoelen werd gefil-5 treerd en het residu met een beetje aceton uitgewassen. Filtraat en wasvloeistoffen werden samen tot een schuim drooggedampt, dat over ethylacetaat en water verdeeld werd. De waterfase werd met ethylacetaat uitgetrokken, en de gecombineerde extracten met water en pekel uitgewassen, gedroogd, en weer tot een schuim drooggedampt. 10 Dit materiaal werd gechromatografeerd over een kolom silicagel met als loopvloeistof chloroform dat 2 % ethanol bevatte en waaraan 0 tot 5 % methanol toegevoegd werd. De geëigende fracties werden samen drooggedampt, wat 0,12 g van de in de titel genoemde ver- _ 2j o binding gaf, met / α_7 π = -2° (c = 0,76 in chloroform); λ — ** jjj_ . _ max 15 (in ethanol) 255 nm, (E, 251), λ. bij 265 nm (E;0 245) en . „ 1 cm mi. 1 cm bij 272,5 nm (E, 232).
J ’ 1 cm c) Dif enylmethyl-(lS, 6R, 7R)-7-/(Z)-2-(t-butoxycarbonylmethoxy-imino)-2-(2-tritylaminothiazolyl-4)aceetamido/-3-(l-methyl-pyridinio-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat-jodide-1-20 oxyde
Een oplossing van 55 mg van het produkt van stap (b) in 0,5 ml joodmethaan liet men 2 uur op 21°C staan, waarna hij drooggedampt werd en het residu met ether opgeroerd werd.
De vaste stof werd afgefiltreerd, met een beetje ether uitgewas- 25 sen, en 1 uur onder vacuum bij 50°C gedroogd wat 43 mg van de in en de titel genoemde verbinding gaf. De spectroscopische chromatogra-fische eigenschappen hiervan leken op die van het produkt van voorbeeld IV(b). De beschermende groepen kunnen op de in vóórheld 11(c) beschreven wijze afgesplitst worden, hetgeen (6R,7R)-7-/(Z)-2-30 (2-aminothiazolyl-4)-2-(carboxymethoxyimino)aceetamido/-3-(1-methyl- pyridinio-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat.2HCl geeft.
Voorbeeld VI
(1S,6R,7R)-/(Z)-2-(2-aminothiazolyl-4)-2-(carboxymethoxyimino)-aceetamido/-3-(1-methylpyridinio-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-35 carboxylaat-1-oxyde.2 HC1.
Een mengsel van 1,13 g van het voorbeeld IV(b) met 4 ml 790 8 3 90 22 anisopl en 15 ml trifluorazijnzuur werd J uur bij 0°C geroerd. Het mengsel werd drooggedampt en het residu met ether opgeroerd. Het neerslag werd afgefiltreerd en met ether gewassen, wat 0,8 g vaste stof gas. Deze werd in een mengsel van 4 ml mierenzuur en 0,2 ml
5 geconcentreerd zoutzuur opgenomen. Na 30 minuten roeren op 21°C
werd gefiltreerd. De filterkoek werd -met mierenzuur uitgetrokken en de gecombineerde filtraten drooggedampt. Het residu werd met - -22 aceton opgeroerd wat 535 mg van de titelverbinding gaf, met / a_/^ = t8° (c = 0,83 in pH 5 buffer}; ^ (in pH 6 buffer) bij 230,5 nm 10 (e!% = 323), 258 nm (E= 242) en 303,5 nm (E?% = 372).
1 cm 5 1 cm 1 cm 15
Farmaceutische preparaten
De uitvinding betreft ook farmaceutische 20 preparaten, die men op bekende wijze verkrijgt door de verbindingen volgens de uitvinding in voor toediening geschikte vorm te brengen, analoog aan andere antibiotica. Daarbij gebruikt men de gebruikelijke dragers en andere hulpstoffen.
Men kan de antibiotica volgens de uitvinding 25 tot injectie-preparaten formuleren en aanbieden in de vorm van eenheidsdoses in ampullen of in vaten met vele doses, zonodig met wat conserveringsmiddel daarin. Ook kan men suspensies, oplossingen en emulsies in olie of water aanmaken, en deze kunnen suspensie-, stabiliserende en/of dispergerende middelen bevatten. Ook kan het 30 preparaat een poeder zijn dat voor gebruik met een geschikte vloeistof, bijvoorbeeld steriel pyrogeenvrij water, aangemaakt worden. Desgewenst kunnen dergelijke poeders een geschikte niet-toxische base bevatten om de oplosbaarheid van de actieve stof in water te verhogen en/of zeker te stellen dat het poeder bij aan-35 maken met water een mengsel met fysiologisch aanvaardbare pH geeft. Ook kan de base aanwezig zijn in het water waarmee men aanmaakt.
790 8 3 90 23
Dit kan bijvoorbeeld een anorganische base zoals ^200^, NaHCO^ of natriumacetaat zijn, of een organische base zoals lysine of lys ine-acetaat.
Het antibioticum kan ook als zetpil geformu-5 leerd worden, met daarin de gebruikelijke zetmeel-hulpstoffen zoals cacaoboter of andere glyceriden.
Voor een medische behandeling van ogen of oren kunnen de verbindingen geformuleerd worden als afzonderlijke capsules met vloeibare of halfvaste inhoud, of anders als druppels.
10 Voor de veterinaire praktijk kunnen preparaten voor injecties in de uiers gewenst zijn, met daarin hetzij langzaam werkende of juist snel vrijkomende antibiotica.
Al deze preparaten kunnen 0,1 tot 99 % actieve stof bevatten, afhankelijk van de beoogde wijze van toepassing.
15 Indien men eenheidsdoses maakt moet elke 50 tot 1500 mg actieve stof bevatten. Voor menselijke toepassing zal men in het algemeen 500 tot 6000 mg per dag gebruiken, afhankelijk van de wijze en frequentie van toediening. Bijvoorbeeld zal voor een volwassen patient bij intraveneuze of intramusculaire toediening 1000 tot 20 3000 mg per dag wel voldoende zijn. Bij de behandeling van Pseudomonas- infecties kunnen hogere doses nodig zijn.
De antibiotica volgens de uitvinding kunnen in combinatie met andere therapeutica toegediend worden, bijvoorbeeld andere antibiotica, bijvoorbeeld penicillinen of andere 25 cefalosporinen.
Voorbeeld VII Inj ectiepreparaat (6R,7R)-7-/(Z)-2-(a-minothiazolyl-4)-2-(carboxymethoxy-imino)aceetamido/-3-(1-methylpyridinio-4-ylthiomethyl)-30 -3-cefem-4-carboxylaat en steriel watervrij natriumcarbonaat worden in een gewichtsverhouding van 1:9 onder aseptische omstandigheden met elkaar gemengd. Daarna worden ze aseptisch onder afdekking met steriele stikstof in ampullen gebracht; 1,1 g in elke ampul die dus 1,00 g actieve stof bevat. De ampullen worden met 35 rubber schijfjes of stoppen gesloten, welke door aluminiumkappen op hun plaats gehouden worden, waardoor gasuitwisseling en het 790 83 8 0 * € 24 binnendringen van microörganismen voorkomen worden. Dit produkt wordt vlak voor gebruik aangemaakt door het in water voor injectie op te lossen.
Voorbeeld VIII 5 Inj ectiepreparaat
Breng steriel natrium-(6R,7R)-7-/(Z)-2-(2-amino thi azoly1-4)-2-(carboxymethoxyimino)aceetamido/-3-(1-methy1-pyridinio-4-ylthiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat, in een zodanige hoeveelheid dat elke ampul een hoeveelheid bevat die overeenkomt 10 met 500 mg van het vrije zuur. Dit vullen gebeurt aseptisch onder afdekking met steriele stikstof. Deze ampullen worden met rubber schijfjes op stoppen gesloten, welke door aluminium kappen op hun plaats gehouden worden, waardoor gasuitwisseling en het binnendrin-gen microörganismen voorkomen worden. Dit produkt wordt vlak voor 15 gebruik in water voor injectie op een andere geschikte steriele vloeistof opgelost.
790 S3 90

Claims (7)

1. Cefalosporinen volgens formule 2, waarin Y+ een via koolstof aangehechte 1-alkylpyridinium-groep met 1-4 koolstofatomen in de alkyl-groep voorstelt, alsmede de niet- 5 toxische zouten, de niet-toxische metabolisch labiele esters en 1- oxyden daarvan.
2. Verbindingen volgens conclusie 1, waarin Y+ een via koolstof aangehechte 1-methylpyridinium-groep is.
3. Verbindingen volgens conclusie 1 of 2, + , . é 10 met het kenmerk, dat Y een 1 -alkylpyridimum-groep is die door de 2- of 4-plaats aan het aangrenzende zwavelatoom gebonden is. 4. (6R, 75.)-7-/ (Z)-2-(2-aminothiazolyl-4)-2-carboxymethoxyimino) aceetamido /-3-( l-methylpyridinio-2-ylthio-methyl)-3-cefem-4-carboxylaat en de niet-toxische zouten daarvan. 15 5. (6R,7R)-7-/(Z)-2-(2-aminothiazolyl-4)-2- (carboxymethoxy imino)aceetamido/-3-(1-methylpyridinio-4-ylthio-methyl)-3-cefem-4-carboxylaat en de niet-toxische zouten daarvan. 6. (JS,6R,7R)?*7-/(Z)-2-(2-aminothiazolyl-4)- 2- ( carboxyme thoxyimino)_aceetamido/-3- (1 -methylpyridinio-4-yl-20 thiomethyl)-3-cefem-4-carboxylaat-3-oxyde en de niet-toxische zouten daarvan.
7. Werkwijze voor de bereiding van een cefalo-sporine, met het kenmerk, dat men een verbinding volgens formule 2, waarin Y+ de hierboven aangegeven betekenissen heeft, op een voor 25 analoge verbindingen op zichzelf bekende wijze bereidt.
8. Een farmaceutisch preparaat, geschikt voor humane of veterinaire toepassing, met het kenmérk, dat het een verbinding volgens een der conclusies 3 t/m 6 bevat, in combinatie met de gebruikelijke dragers en/of hulpstoffen. 30 790 83 90 νη2 * *ί R—C— II ΝΗ~ '==ΝΓ_Γ^° Η Η Ν-0 *Α Π ^ (CH*%T C-(CH2)-C00H % i— N^s^UcH-s-y® 1 Ιο I „Θ Rb chz coo I R, N's'COOH Η H /W., ; : r s N ΗίΝΤ-γΒ ^ ο I © coou σ 4 Ί I 0 ch2 ^COORj, R3 . - \ / .OHM. ^ C—C NH—-f II I ! N #-N\f^CH2 — X
0. I ch2 coor^ g ^COOR4a . R, S^N X=^C-C ^ i V\ H ^NH—f—Γ I Nx ) N'vp^'CHj-S — Υ'
0. I C00RA 6 ^•COOR4a 7908390 * GLAXO GROUP LIMITED, te Greenford, Middlesex, Groot Brittannië
NL7908390A 1978-11-17 1979-11-16 Cefalosporinen, werkwijze voor de bereiding daarvan, en preparaten die ze bevatten. NL7908390A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7844873 1978-11-17
GB7844873 1978-11-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908390A true NL7908390A (nl) 1980-05-20

Family

ID=10501112

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908390A NL7908390A (nl) 1978-11-17 1979-11-16 Cefalosporinen, werkwijze voor de bereiding daarvan, en preparaten die ze bevatten.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US4504477A (nl)
JP (1) JPS5589289A (nl)
AT (1) AT369377B (nl)
AU (1) AU531801B2 (nl)
BE (1) BE880068A (nl)
CA (1) CA1131216A (nl)
CH (1) CH649557A5 (nl)
DE (1) DE2946415A1 (nl)
DK (1) DK487979A (nl)
ES (3) ES8102139A1 (nl)
FR (1) FR2441629A1 (nl)
IE (1) IE49211B1 (nl)
IT (1) IT1207008B (nl)
NL (1) NL7908390A (nl)
NZ (1) NZ192142A (nl)
SE (1) SE7909501L (nl)
ZA (1) ZA796195B (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AR231986A1 (es) * 1978-05-26 1985-04-30 Glaxo Group Ltd Procedimiento para preparar antibioticos de cefalosporina
ZA806977B (en) * 1979-11-19 1981-10-28 Fujisawa Pharmaceutical Co 7-acylamino-3-vinylcephalosporanic acid derivatives and processes for the preparation thereof
ZA823722B (en) * 1981-06-22 1983-03-30 Fujisawa Pharmaceutical Co New cephem compounds and processes for preparation thereof
FR2516515A1 (fr) * 1981-11-16 1983-05-20 Sanofi Sa Nouveaux derives de pyridinium thiomethyl cephalosporines, procede pour leur preparation et compositions pharmaceutiques les contenant
KR920004820B1 (ko) 1984-02-23 1992-06-18 메이지제과 주식회사 새로운 세팔로스포린 유도체의 제조방법
US4645769A (en) * 1985-03-01 1987-02-24 Merck & Co., Inc. 1-oxa-1-dethia-cephalosporin compounds and antibacterial agent comprising the same
JPH064645B2 (ja) * 1985-11-27 1994-01-19 明治製菓株式会社 新規セフアロスポリン誘導体およびそれを含む抗菌剤
FR2833265B1 (fr) * 2001-12-06 2006-02-10 Rhodia Chimie Sa Procede d'obtention de monoorganoxysilane polysulfures

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4144392A (en) * 1973-12-21 1979-03-13 Glaxo Laboratories Limited Cephalosporins having at position-7 a carboxy substituted α-etherified hydroxyimino-arylacetamido group and at position-3 the residue of a sulphur nucleophile
DE2714880A1 (de) * 1977-04-02 1978-10-26 Hoechst Ag Cephemderivate und verfahren zu ihrer herstellung
PH15777A (en) * 1979-03-22 1983-03-24 Glaxo Group Ltd Cephalosporin antibiotics and method of use thereof
US4237128A (en) * 1979-04-12 1980-12-02 E. R. Squibb & Sons, Inc. 7-[2-(2-Amino-4-thiazolyl)-2-[(1-carboxy-1,1-dialkyl)alkoxyimino]acetamido]cephem sulfoxides
US4394503A (en) * 1981-12-07 1983-07-19 Bristol-Myers Company Cephalosporin derivatives

Also Published As

Publication number Publication date
ATA732879A (de) 1982-05-15
ES486023A1 (es) 1980-09-01
FR2441629A1 (fr) 1980-06-13
US4504477A (en) 1985-03-12
CA1131216A (en) 1982-09-07
BE880068A (fr) 1980-05-16
IT7950842A0 (it) 1979-11-16
AU5291979A (en) 1980-05-22
CH649557A5 (de) 1985-05-31
IE49211B1 (en) 1985-08-21
FR2441629B1 (nl) 1983-04-01
AU531801B2 (en) 1983-09-08
ES486026A1 (es) 1980-09-01
SE7909501L (sv) 1980-05-18
DE2946415A1 (de) 1980-05-29
DK487979A (da) 1980-05-18
NZ192142A (en) 1982-12-21
AT369377B (de) 1982-12-27
IE792208L (en) 1980-05-17
IT1207008B (it) 1989-05-17
ZA796195B (en) 1980-11-26
ES486022A0 (es) 1980-12-16
ES8102139A1 (es) 1980-12-16
JPS5589289A (en) 1980-07-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4258041A (en) (6R,7R)-7-[(Z)-2-(2-Aminothiazol-4-yl)-2-(2-carboxyprop-2-oxyimino)acetamido]-3-(1-pyridiniummethyl)-ceph-3-em-4-carboxylate and salts thereof
US4621081A (en) Cephalosporin antibiotics
HU184631B (en) Process for preparing cef-3-em-4-carboxylic acid derivatives with antiaiotic activity
US4464368A (en) Cephalosporin antibiotics
NL7908390A (nl) Cefalosporinen, werkwijze voor de bereiding daarvan, en preparaten die ze bevatten.
NL7907882A (nl) Nieuwe cefalosporine-antibiotica, werkwijze voor de bereiding daarvan alsmede farmaceutisch preparaat dat deze bevat.
US4315005A (en) Cephalosporin antibiotics
US4427675A (en) Cephalosporin antibiotics
KR830001130B1 (ko) 세팔로스포린 항생제의 제조방법
KR830001891B1 (ko) 세팔로스포린 항생물질의 제조방법
US4197298A (en) [3-Heterocyclic-7-(2-methoxyimino-2-aminothiazolyl) acetamido]cephalosporins
CH637139A5 (de) Verfahren zur herstellung von cephalosporinverbindungen.
NL7907881A (nl) Nieuwe cefalosporine-antibiotica, werkwijze voor de bereiding daarvan en farmaceutische preparaten die deze bevatten.
US4560683A (en) Cephalosporin antibiotics
US4200746A (en) Cephalosporins
GB2036738A (en) Cephalosporin antibiotics
GB2046261A (en) Cephalosporin antibiotics
GB1604724A (en) 7-(2-aminothiazol-4-yl)-2-oxymino-acedamido)-cephem derivatives
GB2027691A (en) Cephalosporin Antibiotics
GB2037281A (en) 7-( alpha -(2-amino.4-thiazolyl)- alpha - hydroximino-acetamido)- cephalosporins
NL8304024A (nl) Cefalosporineantibiotica en werkwijzen voor het bereiden en toepassen van deze antibiotica.
NL8302308A (nl) Cefalosporinen, preparaten die ze bevatten, en werkwijzen voor de bereiding daarvan.
CA1129408A (en) Cephalosporin antibiotics
EP0095329A2 (en) Cephalosporin antibiotics
GB1602725A (en) 7-(a-oxyiminoacetamido)-ceph-3-em-4-carboxylic acid derivatives

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed