NL7908274A - Bevestiging voor een stapel bladen. - Google Patents

Bevestiging voor een stapel bladen. Download PDF

Info

Publication number
NL7908274A
NL7908274A NL7908274A NL7908274A NL7908274A NL 7908274 A NL7908274 A NL 7908274A NL 7908274 A NL7908274 A NL 7908274A NL 7908274 A NL7908274 A NL 7908274A NL 7908274 A NL7908274 A NL 7908274A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fastening device
stack
parts
blade
blades
Prior art date
Application number
NL7908274A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Berendsohn Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Berendsohn Ag filed Critical Berendsohn Ag
Priority to NL7908274A priority Critical patent/NL7908274A/nl
Priority to DE19803040280 priority patent/DE3040280C2/de
Publication of NL7908274A publication Critical patent/NL7908274A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42FSHEETS TEMPORARILY ATTACHED TOGETHER; FILING APPLIANCES; FILE CARDS; INDEXING
    • B42F13/00Filing appliances with means for engaging perforations or slots
    • B42F13/12Filing appliances with means for engaging perforations or slots with pillars, posts, rods, or tubes

Description

« v* ' i VO 8653 “ 1 "
Bevestiging voor een stapel "bladen.
De uitvinding "betreft een bevestigingsinrichting voor een aantal bladen.
In. de betrokken techniek zijn bevestigingsinrichtingen voor bladen in diverse uitvoeringsvormen bekend.. Er zijn bijvoorbeeld 5 klemhouders, waarvan de wangen om een stapel bladen aan de bovenen aan de onderzijde heen grijpen» waardoor de stapel bijeengehouden wordt. Ha het openen van de klem kunnen dan de afzonderlijke bladen van de stapel af genomen worden.
Yoorts zijn er bevestigingsinrichtingen voor losse stapels 10 bladen bekend, die volgens het bekende ordnerbeginsel werken, dat wil. zeggen dat in elk blad tenminste twee gaten worden, aangebracht, welke op tappen of pennen geschoven worden, waarna dan de boveneinden van die pennen door middel van een zvenkbeugel afgesloten worden.
15 Tenslotte zijn er enkelvoudige bevestigingsinrichtingen voor een stapel bladen bekend, waarbij in elk. blad van de stapel slechts één gat geponst is, en waarbij door de stapel, van beide zijden uit, een van een oplegging voorziene-bus en een van een oplegging voorziene schroeftap ingebracht en deze delen, dan aaneengeschroefd wor-20 den.
3ij deze bekende uitvoeringsvormen is het nodig de stapel bladen om te slaan,, waarbij dan de bladen door deze terug te klappen. weer naar hun oorspronkelijke stand terug gezwenkt worden.
Doel van de uitvinding is nu een bevestigingsinrichting 25 voor een stapel bladen, waarbij het lezen van alle bladen van de stapel mogelijk is, zonder dat het daartoe nodig is de bladen om te slaan of voor dit doel te behoeven om te bladeren. In het bijzonder is het volgens de uitvinding de bedoeling door het draaien van een enkel blad dit blad in een achterste of onderste stand van de sta-30 pel te kunnen brengen, zodat zonder omslaan van een blad de oorspronkelijke opeenvolging in de rangschikking van de afzonderlijke bladen behouden blijft.
De uitvinding berust op de gedachte, bij bevestigingsinrich- 7908274
Jv - 2 - tingen voor een stapel bladen door eenvoudige middelen aan het blad en aan de bevestigingsinrichting door het draaien van het blad in zijn eigen vlak het bovenste blad in een achterwaartse stand te ver-. plaatsen, zonder dat daartoe enigerlei verdere manipulaties, van de 5 gebruiker nodig zijn.
Volgens- de uitvinding- is bij een bevestigingsinrichting voor een stapel, bladen in elk blad voorzien, in een gat en in een, zich mede van de rand van dat blad totaan. het gat uitstrekkende insnijding, terwijl, bovendien is voorzien in een door' de gaten van de sta-10 pel bladen gaande, het draaien van,de bladen mogelijk makende tap met voorste en achterste begrenzing voor de bladen, alsmede in een aan een zijde van de bladinsnijding aangebrachte oplegging aan de bevestigingsinrichting voor bladdelen, waarbij die oplegging een hoogte heeft, welke ten minste gelijk, is aan de dikte van de stapel 15 bladen.
Overeenkomstig een praktische uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de bevestigingsinrichting uit tenminste twee, met elkaar losneembaar te verbinden delen,, waartussen de stapel bladen opgenomen kan worden» terwijl, tussen deze delen is voorzien in het 20 insteek- of schroefdraadverbinding. Bij een dergelijke uitvoering is de oplegging voor de aan de insnijdingen grenzende delen van de bladen stapel aan een plat deel uitgevoerd, terwijl het andere deel als opneemruimte gevormd is voor de door de insnijdingen gevormde lippen of aangevormde gedeelten aan elk blad van de stapel.
25 Volgens een verdere, praktische uitvoeringsvorm overeenkom stig de uitvinding is de oplegging voor de aan de insnijdingen grenzende delen van elk blad als een schuin vlak uitgevoerd, waarlangs, bij het draaien van het blad in zijn vlak, de door de insnijdingen in elk blad gevormde lippen bewegen kunnen.
30 Volgens een andere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvin ding sluit op het schuine vlak een, evenwijdig aan de middenas van de bevestigingsinrichting verlopende, getrapte profilering aan, zodat de tegenover de lippen gelegen delen van het blad in hocfdzaak in hun oorspronkelijke stand blijven. Voor deze delen van elk blad 35 kan aan het van het schuine vlak voorziene deel van de bevestigings- 7908274 » -t - 3 - inrichting nog zijn voorzien in een ribbe..
Volgens nog een andere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is het schuine vlak ten opzichte van het draaias van. de be-vestigingsinrichting versprongen aangehracht en strekt zich het 5 schuine vlak tot voorbij een straal van het éne bevestigingsinrich-tingdeel uit, waardoor de verdraailngsbeweging van elk afzonderlijk blad nog wordt vergemakkelijkt.
Volgens nog een verdere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding kan de oplegging voor de aan de insnijdingen grenzende 10 delen van elk blad worden gevormd door een aantal schuine ribben.
Volgens weer een andere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is het andere deel van de bevestigingsinrichting uitgevoerd als holle cilinder, in de inwendige, ruimte waarvan zich de door de oplegging van het andere bevestigingsinrichtingdeel binnen— 15 waarts gebogen lippen, van elk. blad van de stapel uitstrekken. Daarbij is bij voorkeur de hoogte van een, in dit bevestigingsinrich-tingsdeel aangebrachte, van inwendige schroefdraad voorziene bus voor het opnemen van een schroefdraad aan het andere bevestigingsinrichtingdeel iets groter, dan hoogte van de cilinderwand.
20 Volgens een verdere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uit vinding zijn de delen van de bevestigingsinrichting elk ééndelig uitgevoerd en bestaan bij voorkeur uit kunststofmateriaal.
Het kan gewenst zijn., wanneer het om betrekkelijk dunne houders gaat, in het bereik van het gat en van de insnijding in elk 25 blad een doelmatige verstijving aan te brengen, welke hetzij aan één zijde of aan weerszijden van het blad aangebracht is, en welke bijvoorbeeld bestaat uit een elastisch plaatje kunststofmateriaal.
De bevestigingsinrichting volgens de uitvinding biedt alge-30 mene, ruime toepassingsmogelijkheden. Zij kan bijvoorbeeld voor kartotheekbladen., -kaarten, losse-bladen-boeken, voor ordners, voor dossiers, voor schrifturen, prospectussen, prijslijsten, opstellingen, berichten enz. op voordeel biedende wijze worden toegepast.
De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, 35 waarin uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is weergegeven, nog 7908274 - k - nader worden, toegelicht..
Fig. 1 is een "bovenaanzicht van het éne deel van de bevesti-gingsinrichting met een oplegging; fig. 2 is een véöraanzicht van dit deel; 5 fig. 3 is een "bovenaanzicht van. een ander deel van. de beves- t igings inrichting; fig.. !+ is een doorsnede van het bevestigingsinrichtingdeel volgens fig. 3; fig. 5 toont, op vergrote schaal, een deel. van een "blad met 10 gat en insnijding alsmede een draaitap; fig. 6 is een langsdoorsnede van de bevestigingsinrichting met ingelegde "bladen;.
fig. T is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm, van een blad. voor een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding.
15 In fig. 1 is een. als schij.f uitgevoerd, bevestigingsinrich tingdeel aangegeven. Aan deze schijf 6 is een met het verwijzings-' cijfer 7 aangeduide schroefdraadtap aangebracht. Op de schijf 6 bevindt zich voorts een, algemeen, met het verwijzingscijfer 8 aangeduide,. oplegging, .welke bij de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat 20 uit een aantal schuine ribben, welke blijkens fig. 2., van de buitenzijde van de schijf 6. binnenwaarts schuin, oplopen. Deze schuine ribben strekken.zich tot voorbij de middenas van de bevestigingsin-richting, respektievelijk de schijf 6 uit en gaan over in een naar het binnenvlak van de schijf 6 gerichte, steile trapprofilering 9* 25 Op het binnenvlak van de schijf 6 is een met het verwijzingscijfer 10 aangeduide ribbe, voor hieronder nog nader uiteen te zetten doel aangebracht.
Volgens fig. 3 is het andere deel van de bevestigingsinrichting aangeduid met het verwijzingscijfer 11 en bestaat uit een plat-30 te, holle cilinder, van de bodem waarvan een met het verwijzingscijfer 12 aangeduide bus met binnenschroef draad uitsteekt, waarin de schroefdraad van de tap 7 van de schijf 6 in geschroefd kan worden. Blijkens fig. H is de hoogte van de bus 12 iets groter, dan die van de zijwand 13 van het bevestigingsinrichtingsdeel 11.
35 In elk, met het verwijzingscijfer 1U aangeduid, blad van de 7908274 - 5 - V * stapel (fig. 5) is een gat 15 aangebracht, van welk gat uit zich een met het verwijzingscijfer 16 aangeduide insnijding totaan. de rand van het blad uit strekt. Door deze uitvoering ontstaat in elk blad 1U een. aanzetstuk of lip 17. In. het gat 15 kan de tap 7 opge-5 nomen worden.
Aan elk blad kan, volgens fig. 5, desgewenst een met het ver-wijzingscijfer 1ka aangeduide verstijving aangebracht zijn, welke bij voorkeur uit een buigzaam kunststofblad bestaat.
Volgens fig. 6 is het bovengelegen blad met 0 aangeduid en 10 het onder liggende blad met ü waarbij, duidelijkheidshalve, het blad 0 met onderbroken lijnen weergegeven is. Het deel 11 van de bevesti-gingsinrichting met zijn ringvormige zijwand 13 bevat een in het midden uitstekende tap. 120, die van schroefdraad is voorzien. Op die schroefdraad is de schijf 6 opgeschroefd, welke de met het ver-15 wijzingscijfer 8 aangeduide oplegging rechts van de tap 120 laat zien. Met X-X is in fig. 6 met onderbroken lijnen de draaias aangeduid.
Wanneer nu bij voorbeeld het bovenste blad 0 van rechts ü frg.
6 .(aangegeven met R} uit om de zwenkas X-X naar de linker zijde 20 (L in fig. 6) gezwenkt wordt, komt volgens de tekening het bovenste blad 0 tenslotte namelijk wanneer een draaiing over 360° is volbracht onder het blad k te liggen. Met behulp van de bevestigings-inrichting volgens de uitvinding kan aldus elk blad van een stapel naar de bovenzijde van de stapel gebracht worden.
25 Bij de in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvorm reikt de schroef draad van de tap 120 door de schijf 6 heen, zodat die tap 120 aldaar aan de buitenzijde van de schijf 6 toegankelijk is. Met het verwijzingscijfer ko is in fig. 6 een ringvormige zegelverbinding tussen de tap 120 en de schijf 6 aangeduid. Deze zegelverbinding 30 kan door zegellak of ander verhardend kunststofmateriaal tot stand gebracht worden, nadat het vereiste aantal bladen van een stapel tussen het deel 11 van de bevestigingsinrichting en de schijf 6 gelegd is. Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld officiële documenten aan elkaar bevestigd worden, waarbij verzekerd is, dat aan de aldus 35 aan elkaar bevestigde bladen van het document geen verder blad 7908274 - 6 - van onbevoegde zijde toegevoegd kan worden, niettemin stelt de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding in staat , elk blad van de samengevoegde bladen naar de bovenzijde van de stapel te brengen.
In fig. T is een.blad ik met een gat en een van dat gat naar 5 de bladrand verlopende insnijding 15 weergegeven. Bij deze uitvoeringsvorm bevindt zich bet draaipunt van de aan de bladen 1 k aangebrachte bevestigingsinrichting niet aan de rand., doch ongeveer in het midden. De bevestigingsinrichting zelf is in fig. 7 niet weergegeven. Fig. T is bedoeld als verduidelijking voor de omstandighe-10 den in het geval, dat de bevestigingsinrichting zich. niet in. de nabijheid van de bladrand bevindt. Met 50 is die plaats van de insnijding aangeduid, waar zich de oplegging moet bevinden om er veilig voor te zorgen, dat het bij. 50 uitstekende deel van het blad over het corresponderende deel van een ander blad 1geleid wordt. Zo 15 kan. bijvoorbeeld het in. fig. 7 weergegeven blad 1l* een catalogusblad, dan wel een blad met .gegevens of informaties zijn, waarbij de bevestigingsinrichting zelf zodanig, uitgevoerd is dat deze gemakkelijk aangevat, of misschien, ook met behulp van een. magneet aan een ijzeren deel bevestigd kan worden. Het spreekt vanzelf, dat ook an-20 dere vormen voor de insnijdingen mogelijk zijn, voor zover er slechts voor wordt, gezorgd, dat die insnijdingen op enige plaats zodanig uitgevoerd zijn, dat zij gemakkelijk, over elkaar heen geleid kunnen worden. Bij de in fig. J weergegeven uitvoeringsvorm wordt er betrouwbaar en veilig voor gezorgd, dat het blad ik zowel in de ene 25 als in de andere richting op de tap van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding gedraaid kan worden.
7908274

Claims (11)

1. Bevestigingsinrichting voor een aantal, elk van een gat (7) èn van- een, van de bladrand, tot aan bet gat (7) reikende insnijding (15) voorziene bladen (ik), met een d66r die gaten (7) been reiken-5 de, de draaiing van die bladen mogelijk makende tap (12) met voorste en achterste begrenzing (6, 13) voor de bladen, en met een aan een zijde van de insnijding van bet blad aangebracbte oplegging (8) voor bladdelen, -waarbij die oplegging (8) een boogte heeft, welke tenminste gelijk is aan de dikte van de stapel bladen.
2. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1, met bet ken merk, dat die bevestigingsinrichting bestaat uit tenminste twee met elkaar losneembaar te verbinden delen, waartussen de stapel bladen opgenomen kan worden, terwijl, tussen deze delen is voorzien in een insteek- of schroefdraadverbinding.
3. Bevestigingsinrichting volgens tenminste een der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat aan een vlak van bet éne deel (6) van de bevestigingsinrichting bet opleggingsuitsteeksel (8) voor de aan de insnijding grenzende delen van elk blad aangebracht is, terwijl bet andere deel (11) van de bevestigingsinrichting is voor-20 zien van een opneemruimte (18) voor de, aan de insnijdingen grenzende delen van de stapel bladen. k. Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der voorgaan de conclusies, met bet kenmerk, dat het opleggingsuitsteeksel (8) voor een deel van de stapel bladen als een schuin vlak gevormd is. 25 5· Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk,, dat het opleggingsuitsteeksel (8) ten opzichte -var de middenas van de bevestigingsinrichting naar opzij versprongen aangebracht is.
6. Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de afschuining, zich tot voorbij de middenas van de verbinding van de delen van de bevestigingsinrichting uitstrekkend aangebracht is.
7. Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der voorgaande 7908274 j u~ .... ------ conclusies, met het kenmerk,. dat aan het einde van de afschuining een zich in de richting van de wand van'het bevestigingsinrichting; -deel (6) uitstrekkende trapprofilering (9) aangebracht is.
8. Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der voorgaan- 5 de conclusies,., met het kenmerk, dat aan de tegenover de afschuining gelegen zijde van het bevestigingsinrichtingdeel (6) een ribbe (10) aangebracht is. ·
9. Bevestigingsinrichting. volgens tenminste één der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de oplegging (8) voor de, aan 10 de insnijdingen grenzende delen van de stapel bladen als schuine ribbe uitgevoerd is.
10. Bevestigingsinrichting. volgens tenminste êén der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorste deel van de bevestigingsinrichting als schijf (6) uitgevoerd, is, waarop de oplegging 15 (3) èn de ribbe (10) aangebracht zijn.
11. Bevestigingsinrichting. volgens tenminste êén der voorgaande conclusies, met het kenmerk., dat het andere deel van de bevestigingsinrichting als holle cilinder- uitgevoerd is.
12. Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der voorgaan-20 de conclusies., met het kenmerk,, dat de delen van de bevestigingsinrichting elk. ééndelig, bij voorkeur uit kunststof, vervaardigd zijn. 13· Bevestigingsinrichting volgens, tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het bereik van het gat en van de insnijding voor elk blad is voorzien in bij voorkeur uit elas- 25 tisch kunststofmateriaal bestaande verstijvingen (iha). 1¼. Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der voorgaan de- conclusies, met het kenmerk, dat een verbindingselement van twee delen van de bevestigingsinrichting zich in de gebruiksstand voorbij het grondvlak van. het andere deel van de bevestigingsinrichting 30 uitstrekkend aangebracht en van een zegel voorzien is.
15. Bevestigingsinrichting volgens tenminste één der conclu sies 1-13, met het kenmerk, dat het ene verbindingsdeel (tap 7) aan zijn vrije einde is voorzien van een dwarsboring, voor het daar doorheen laten reiken van een koordje ter verzegeling. 7908274
NL7908274A 1979-11-12 1979-11-12 Bevestiging voor een stapel bladen. NL7908274A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7908274A NL7908274A (nl) 1979-11-12 1979-11-12 Bevestiging voor een stapel bladen.
DE19803040280 DE3040280C2 (de) 1979-11-12 1980-10-25 Halterung mit einen Blattstapel

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7908274A NL7908274A (nl) 1979-11-12 1979-11-12 Bevestiging voor een stapel bladen.
NL7908274 1979-11-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908274A true NL7908274A (nl) 1981-06-01

Family

ID=19834160

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908274A NL7908274A (nl) 1979-11-12 1979-11-12 Bevestiging voor een stapel bladen.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3040280C2 (nl)
NL (1) NL7908274A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3208314A1 (de) * 1982-03-08 1983-09-15 Berendsohn Ag, 2000 Hamburg Halterung mit einem blattstapel

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1801230U (de) * 1959-09-10 1959-12-03 Friedrich Herse Kartei.
DE1849571U (de) * 1961-02-02 1962-04-05 Buchtal Gmbh Musterbuch.
DE7420852U (de) * 1973-06-19 1976-07-15 Esselte Oebergs Ab, Stockholm Kassettenbuch

Also Published As

Publication number Publication date
DE3040280A1 (de) 1981-06-04
DE3040280C2 (de) 1982-10-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
WO2005011999A3 (en) Improved file marking device
NL7908274A (nl) Bevestiging voor een stapel bladen.
US5002416A (en) Cover spacer for binders
US475425A (en) Temporary holder
JP4749148B2 (ja) 背見出しタグ
US4723861A (en) Bookbinding apparatus and method
US619054A (en) Label-holding book
KR200473482Y1 (ko) 고서 전시대
KR102423462B1 (ko) 책장들의 번들을 바인딩하기 위한 방법
US3023929A (en) Interacting leaflet dispenser and leaflet
US850324A (en) Label-holder for index-tab cards.
US5364199A (en) Sheet fastener hinge device
US2298705A (en) Price marking tag
US736288A (en) Check and sales slip holder.
US409827A (en) brown
US4875793A (en) Notebook binder/label holder
US9162512B2 (en) Convertible bookstand cover
US802403A (en) Temporary binder.
NL1013725C2 (nl) Losbladig boek.
US1042735A (en) Binder for loose sheets.
US1891380A (en) Portable visible index
US962460A (en) Temporary binder.
EP1426199A1 (en) Spine-indexing device
US385758A (en) Method of filing papers
US2335057A (en) Binding device

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed