NL7908204A - Werkwijze voor het behandelen van gevaarlijk afval. - Google Patents

Description

Λ

'S

♦

Kw S6kg

Titel: Werkwijze voor het "behandelen van. gevaarlijk afval.

De uitvinding "betreft een behandeling van gevaarlijk afval, gevormd door industrie en handel. Daarbij beoogt de uitvinding een verbeterd procédé, waarbij vloeibare gevaarlijke afvalmaterialen, d.w.z. vloeiende afvallen, in impemeabele vaste stoffen worden aage-5 zet.

Een werkwijze voor het behandelen van gevaarlijke vloeibare afvalmaterialen in waterige suspensie, die reeds wordt toegepast, omvat een toevoeging van ealciumhoudend cement, liefst portland-cementpoeder en een poeder bestaande uit aluminiumsilicaat en/of 10 een alumino-silicaat, liefst vliegas,aan afval dat is opgelost of gedispergeerd in water, waarbij een vloeiende afvalhoudende suspensie ontstaat, waarna men deze suspensie in een vaste steenachtige massa tot een soort synthetischs.rots laat vastworden. Een dergelijk procédé is beschreven in het Britse octrooischrift 1Λ85.625.

15 De uitvinding betreft de behandeling van olievoimige afval stoffen, d.w.z. afvalstoffen met daarin olie, gewoonlijk een minerale olie, die niet mengbaar is met water, en op zichzelf niet op de boven weergegeven wijze kunnen worden omgezet. Dergelijke olieafvallen kunnen voorts vaste stoffen, vezels of giftige zware metalen bevatten, 20 die hen gevaarlijk en moeilijk maken cm ze te verbranden.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een olievormig afval van de bovenweergegeven soort gemengd met een vast materiaal, dat de olie kan absorberen of adsorberen,en een vloeibaar afval, dat volgens het bovenweergegeven procédé kan worden behandeld.

25 Een passend absorbens is ealciumcarbonaatafvalpoeder, maar ook andere fijnverdeelde vaste stoffen, zoals vollersaarde kunnen worden gebruikt. ,

Het mengsel van olievormig afval, vaste stof en gevaarlijk vloeibaar afval wordt vervolgens begiftigd met ealciumhoudend cement 30 en aluminiumsilicaat en/of aluminosilicaat, liefst in de vorm van vliegas.

Grote hoeveelheden vaste stof en gevaarlijk vloeibaar afval 7903204 / 2 · 4k rr zijn nodig in het mengsel met het olievormige afval om een hevredigend ontgiftigdrotsmateriaal te vormen. Zo bevat het mengsel meestal slechts 5-50 gew.% olieafval alvorens het cement en het silicaat wordt toegevoegd. Dit zal evenwel afhangen van het oliegehalte van 5 het olieafvalmateriaal.

Het was niet te verwachten, dat de onderhavige werkwijze een bevredigend synthetisch rotsmateriaal sou opleveren. Eerder was te verwachten, dat vliegas en cementdeeltjes door de olie zouden worden bekleed en aldus een vormingsreactie tot synthetisch steen-10 materiaal zou worden tegengegaan.

De volgende voorbeelden lichten de uitvinding nader toe: Afvalklassificatie Olieafval A

Een bruine olievormige vloeistof, die nagenoeg niet mengbaar 15 was met water met daarin 85$ minerale olie, 5% vetmateriaal, 1% as bij verbranding bij 800°C en 68 mg/kg zink, 20 mg/kg lood en 13 mg/kg koper.

Olieafval B ...

Een olie en maalsuspensie met daarin 3% minerale olie, 1,5% 20 as bij verbranding bij 800°C, nagenoeg niet mengbaar met water en met daarin 0,5% ijzer alsmede sporen van giftige zware metalen.

Olieafval C

Dikke zwarte oliesuspensie uit de afvoer van een opslaggebied voor olieterugwinning en destillatie alsmede raffinaderijen, 25 die niet mengbaar is met water en 70% extraheerbaar materiaal (in hoofdzaak minerale olie), 2,5% as bij verbranding bij 800°C, natuurlijke vezels en 2k0 mg/kg lood, ΙβΟ mg/kg zink, kQ00 mg/kg ijzer en ^0 mg/kg koper bevat.

Olieafval D

30 Zwart olieafval met daarin 15% door ether extraheerbaar materi aal (in hoofdzaak olieën), 2b,ll as bij verbranding ibij 800°C, 20 mg/kg nikkel, 72 mg/kg zink, 16 mg/kg koper en 13 mg/kg chroom.

Afval E (vast afvalmateriaal)

Afvalcalciumcarbonaat (92%) in poedervorm met daarin 1% 35 mangaandioxide en 6% water.

79 0 8 2 0 4 ...............-- ............- ~ 3

Vloeibaar gevaarlijk afval F

Vloeibaar niet olievormig en niet organisch afvalmateriaal met daarin 1% totaal aan giftige zware metalen met inbegrip van koper, chroan, lood, nikkel en zink.

5 Vloeibaar afvalmateriaal G

Een neutraal vloeibaar afvalmateriaal ontstaan bij de neutralisatie van afvalzout zuur met afvalnatronloog met daarin 1,5$ as bij verbranding bij 800°C en geen-organische contaminatie of olie.

10 Proefmethoden

Mobiele uitloognroef 10 g synthetisch rotsmateriaal werd gemalen tot een fijn poeder in een mortier. Vervolgens werd gemengd met 100 g vers gedestil-leerdvater in een PTFE-hcuder, die magnetisch werd geroerd met een 15 met PTFE beklede magnetische roerder en wel gedurende 1 uur. De inhoud van de houder liet men 1 uur uitzakken, waarna met het oog werd gekeken of vrije olie aanwezig was.

De bovenstaande vloeistof werd uitgegoten in een centrifuge-buis van PTFE cm vaste stof in de bovenstaande vloeistof af te 20 scheiden. De bovenstaande vloeistof werd vervolgens uit de centrifuge- buis geschonken cm hem te onderzoeken op pollutiemateriaal.

Ccmnressiesterkte en -permeabiliteitsonderzoek

De permeabiliteit werd gemeten volgens Madgwick in Phil.

Mag. S.7 vol.*13 9 Ho. 85 (1932), blz. 632. De campres'siesterkte 25 werd gemeten volgens de Britse standaard I6IO in model Alk Clockhouse Tri axial Testing'Machine (van Clockhouse Limited, Engeland).

Voorbeeld I

1100 g oliehoudend afval A werd gemengd met 3800 g vloeibaar afvalmateriaal F en k800 g vast afvalmateriaal E. Aan dit mengsel 30 werden nog 2lk0 g vliegas en 1070 g gewoon portlandeement toegevoegd, waarna het geheel goed werd gemengd. Er bevond zich 10,k gev.% olievormig afval in het mengsel alvorens de vliegas en het portland-cement werden toegevoegd.

De verkregen suspensie werd vast tot een hard synthetisch 35 steenmateriaal en wel in 3 dagen. Dit synthetisch steenmateriaal werd 7908204 I* 4 S k na 10 dagen onderworpen aan de mobiele uitloogproef, waarbij werd gevonden, dat zelfs geen sporen olie werden uitgeloogd en het uit-loogmateriaal een vier uren-permanganaatwaarde van 15 mg/1 bezat.

2

Dit synthetische steenmateriaal had een compressiesterkte van 15 kg/cm —7 -1 5 bij 28 dagen en een permeabiliteit van 2 x 10 cms/sec na 10 dagen.

Voorbeeld II

1000 g olieafval B werd gemengd met 800 g vloeibaar afval F en l800 g vast afvalmateriaal E (28 gew.$ olieafval in het mengsel). Vervolgens werden ?6θ g vliegas en 2h0 g gewoon portlandcement 10 aan het mengsel toegevoegd, en gemengd, waarna de'· verkregen suspensie de volgende eigenschappen had: · (a) het werd vast tot een synthetisch steenmateriaal in 2 dagen; (b) bij de mobiele uitloogproef werd geen olie uitgeloogd en 15 bedroeg de vier uren pexmanganaatwaarde 16 mg/1. Dit duidt op een nagenoeg volledige afwezigheid van organische materialen; -6 (c) de permeabiliteit van het steenmateriaal bedroeg 1 x 10-cms/sec ; 20 (d) de compressiesterkte van het steenmateriaal bedroeg na 7 dagen 28 kg/cm^.

Voorbeeld III

1000 g olievormig afvalmateriaal C werd gemengd met 3000 g vloeibaar afval F en 1*000 g vast afvalmateriaal E (12,5% olieafval · 25 in het mengsel); 1800 g vliegas en 900 g gewoon portlandcement werden toegevoegd tot een suspensie was ontstaan. De eigenschappen van het uit deze suspensie gevormde steenmateriaal (na hardworden) luidden als volgt: (a) wordt hard in 3 dagen en heeft een compressiesterkte 2 2 30 van 11 kg/cm na 7 dagen en 25 kg/cm na 28 dagen.

(b) De mobiele uitloogproefoplossing bevatte geen olie en had een 1* uren permanganaatwaarde van 16 mg/l.

8 i

(c) De permeabiliteit bedroeg 8 x 10” cms/sec”'1· na 10 dagen. Voorbeeld IV

35 1000 g vloeibaar afval D werd gemengd met 500 g vloeibaar 7908204 -------- - * * \ 5 afval G en 1000 g vast afvalmateriaal 3. Het gewichtspercentage aan olieafval in dit mengsel hearoeg kQ%. Aan dit mengsel werden 560 g vliegas en 280 g gewoon portlandcement toegevoegd. De eigenschappen van het hieruit gevormde synthetische steenmateriaal 5 luidden als volgt: (a) het wordt hard in 3 dagen en heeft een ccmpressiesterkte p van ho kg/em na 28 dagen; (b) de mobiele uitloogproefoplos sing bevatte geen zichtbare of aantoonbare olie en had een U uren permanganaatwaarde 10 van T mg/1; (c) de permeabiliteit bedroeg 5 x 10cms/sec”**·.

7908204

Claims (4)

1. Werkwijze voor het behandelen van een olieafvalmateriaal, dat met water niet mengbaar is, met het kenmerk, dat men dit olieafvalmateriaal met een vaste stof mengt, die olie kan absorberen of adsorberen, alsmede een -gevaarlijk vloeibaar afval, dat in een 5 waterige suspensie kan optreden, vervolgens een mengsel van een calciumhoudend cement en een aluminiumsilicaat en/of een alumino-silicaat toevoegt, waarbij een vloeiende suspensie wordt gevormd, die hard wordt tot een ontgiftigde steenachtige massa.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de. vaste 10 stof afval-calciumcarbonaat is.

3· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het percentage olievormig afval in het mengsel is gelegen tussen 5 en 50$.· k. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de 15 ft.~?nTiri m*Timgη 1 i (?a.a.t/aluminosi *1 icaat.enmponent van de suspensie wordt gevormd door vliegas.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-1)·, waarbij de aluminiumsilicaat /aluminosilicaatverhouding tot cement meer bedraagtdan 1:1. 79 0 8 2-0 4