NL7908139A

NL7908139A - Werkwijze en inrichting voor het vormen van een blad met ten minste een profielrand.

Info

Publication number: NL7908139A
Application number: NL7908139A
Authority: NL
Original assignee: Waltherus Joseph Maria Van Erv
Priority date: 1979-11-07
Filing date: 1979-11-07
Publication date: 1981-06-01
Also published as: EP0028862A1; JPH04128804U; NL183636B; EP0028862B2; US4376748A; NL183636C; JPH0746490Y2; DE3069075D1; ATE9143T1; JPS56501479A; EP0028862B1; WO1981001263A1

Description

*Sa* * -1-

Werkwijze en inrichting voor het vormen van een blad met ten minste ëën profielrand

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vormen van een blad met ten minste één profielrand, dat een basisplaat en een daarmee verbonden dekplaat omvat, waarbij de dekplaat zodanig ten dele met de basisplaat wordt verbonden, 5 dat buiten de rand van de basisplaat, nabij welke de profielrand gevormd moet worden, een randdeel van de dekplaat uitsteekt.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift no. 3.392.074. Daarbij wordt aan de rand van de basisplaat een vulstuk met het profiel van de profielrand aangebracht, waarna de dekplaat onder druk op het vulstuk wordt gelijmd. Een nadeel van deze werkwijze is, dat het vanwege het gebogen vlak van de profielrand bijzonder moeilijk is ervoor te zorgen, dat de druk tijdens het lijmen 15 overal voldoende hoog is. Wanneer de druk niet voldoende hoog is, wordt de lijmverbinding plaatselijk niet goed en sluit de dekplaat dientengevolge niet goed aan op het vulstuk. Daar waar deze niet goed aansluit, kan de dekplaat bij een slag gemakkelijk scheuren. Ook kunnen de niet goed aansluitende 20 gedeelten in de loop der tijd en onder invloed van warmte opbottelen. Een ander nadeel is dat het vulstuk duur is, omdat dit voor het bereiken van een voldoende slagvastheid van de profielrand van hardhout moet zijn en in het gewenste profiel gefreesd moet worden.

25 get doel van de uitvinding is een dergelijk blad eenvoudiger te vervaardigen en wel zodanig dat het vóórkomen van niet aansluitende gedeelten in de dekplaat wordt vermeden. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met . een werkwijze die de achtereenvolgende stappen omvat: 20 a) het positioneren van de basisplaat met de ten dele ermee verbonden dekplaat ten opzichte van een mal met het profiel van de profielrand en het tegen de mal aanvleien van een buitenvlak van het randdeel van de dekplaat; b) het opvullen van een door het randdeel van de 79 0 8 1 39 . .................': % * -2- dekplaat en de rand van de basisplaat begrensde ruimte met zich aan beide platen hechtend, verhardbaar vulmiddel; c) het laten verharden van het vulmiddel; en d) het uit de mal nemen van het blad* 5 Omdat het vulmiddel in vloeibare vorm in de ruimte wordt gebracht, komt het met het gehele, de ruimte begrenzende oppervlak van de dekplaat in aanraking, zodat na het verharden van het vulmiddel geen niet-aansluitende gedeelten aanwezig zijn. Doordat het omslachtige aanbrengen van het 10 vulstuk aan de basisplaat ontbreekt, is de werkwijze volgens de uitvinding aanzienlijk eenvoudiger. Hierdoor en doordat geen duur geprofileerd hardhouten vulstuk nodig is, is het gerede blad aanzienlijk goedkoper.

Door de rand van de basisplaat uit te laten steken 15 in de profielrand, is op gunstige wijze minder vulmiddel nodig. Dit effekt wordt nog versterkt door de rand ruw te profileren overeenkomstig het profiel van de profielrand, zodat de tussenruimte tussen de rand van de basisplaat en het randdeel van de dekplaat klein is.

20 Wanneer de maatregel van conclusie 4 wordt toege past, wordt de eindrand van het verbindingsvlak tussen de basisplaat en de dekplaat een rechte lijn, zodat wanneer de profielrand direkt vanaf deze eindrand een buiging vertoont, deze eveneens volgens een rechte lijn verloopt.

25 De werkwijze wordt met voordeel toegepast voor het vervaardigen van een aanrechtblad of dergelijke, waarbij dan de basisplaat een multiplex- of houtvezelplaat en de dekplaat een thermohardende kunststofplaat van een navormbare soort is. Hierbij is het uithardingsproces nog niet voltooid en kan 30 de dekplaat door verwarming nog éénmaal plastisch vervormbaar worden gemaakt.

De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het vervaardigen van een aanrechtblad met een waterkeerrand.

35 De uitvinding betreft en verschaft tevens een in richting voor het vormen van een blad met ten minste één profielrand, welke inrichting een verbindingsinrichting die een dekplaat zodanig ten dele met een basisplaat verbindt, 7908139 Λ * -3- dat buiten de rand van de basisplaat, nabij welke de profiel-rand gevormd moet worden, een randdeel van de dekplaat uitsteekt, en een tafel omvat, en bovendien een met de tafel verbonden mal met het profiel van de profielrand; met de 5 tafel verbonden houdmiddelen voor het op de tafel vasthouden van het blad; aanlegmiddelen voor het met een buitenvlak tegen de mal aan vleien van het randdeel van de dekplaat; en een vulmiddeltoevoerinrichting.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 10 volgens de uitvinding omvat het randdeel van de dekplaat verwarmende verwarmingsmiddelen, zodat navormbaar thermohardend plaatmateriaal als dekplaat kan worden gebruikt.

Het is bijzonder gunstig wanneer de mal ten opzichte van de op de tafel vastgehouden basisplaat beweegbaar is, 15 zodat de basisplaat met de dekplaat niet tijdens de bewerking verschoven behoeft te worden om het randdeel in de mal aan te vleien. Hierdoor wordt het risiko van beschadigen van de dekplaat tijdens het uitvoeren van de werkwijze sterk verkleind.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden 20 verduidelijkt in de hierna volgende beschrijving aan de hand van de tekeningen.

In de tekeningen tonenr figuren la, 1b, lc schematisch drie fasen bij de vervaardiging van een blad onder toepassing van de werkwijze 25 volgens de uitvinding, figuur 2 een doorsnede van een blad met twee verschillende, onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde profielrandeh, 30 figuur 3 op grotere schaal detail IH in figuur 2, figuur 4 een met figuur 3 overeenkomende doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de profielrand, figuur 5 een doorsnede van een andere profielrand, figuur € een gedeeltelijk weggebroken en gedeelte-35 lijk doorgesneden perspektivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, voor het vervaardigen van een profielrand volgens detail VI in figuur 2, en figuur 7 een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.

7908139 -4- *

In de figuren la, lb en 1c wordt, getoond hoe een blad 1 volgens de uitvinding wordt vervaardigd. Op een transportinrichting 50 wordt een basisplaat 2 toegevoerd. De basisplaat 2 kan bijvoorbeeld van hout, metaal of kunststof 5 zijn. De boven de transportinrichting 50 gemonteerde lijmin-richting 51 brengt lijm 19 aan uit een reservoir 55 met een rol 56 op de basisplaat 2, terwijl deze basisplaat 2 in de ‘richting van de pijl 57 wordt voortbewogen. In een. volgende fase (figuur lb) wordt op de van lijm 19 voorziene basisplaat 10 2 uit een boven de transportinrichting 50 aangebrachte voor-raadhouder 58 een dekplaat 3 aangebracht. De dekplaat 3 wordt uit de houder 58 genomen door samenwerkende transportrollen 52, die de dekplaat 3 naar de rollenpers 53 voeren, waarmee de dekplaat 3 vast op de basisplaat 2 wordt geperst. De dek-15 plaat 3 kan zowel een folie, bijvoorbeeld een vinylfolie, als een plaat van kunststof, fineer of metaal zijn. De dekplaat 3 wordt zodanig aangebracht, dat een randdeel 4 daarvan uitsteekt buiten de rand 6 van de basisplaat 2. Daarna wordt de basisplaat 2 met de ten dele ermee verbonden dekplaat 3 omge-20 keerd (symbolisch weergegeven met pijl 54) en op een tafel 7 gepositioneerd tegen een op een bepaalde afstand van een mal 8 aangebrachte aanslag 34. De mal 8 heeft een profiel dat overeenkomt met het gewenste profiel van de profielrand 5. De basisplaat 2 wordt dan op de tafel 7 vastgeklemd met naar de 25 tafel 7 beweegbare en in een gewenste stand ten opzichte van de tafel 7 vastzetbare houdmiddelen 10. Om ervoor te zorgen, dat het buitenvlak 9 van het randdeel 4 overal goed tegen de mal 8 aanligt, zijn ten opzichte van de mal 8 beweegbare aan-legmiddelen 11 aangebracht, die het randdeel 4 in de mal 8 20kunnen drukken. De door het randdeel 4 van de dekplaat 3 en de rand 6 van de basisplaat 2 begrensde ruimte 12 wordt nu gevuld met een verhardbaar vulmiddel 13 dat zich aan beide platen hecht. Het vulmiddel 13 wordt toegevoerd uit een mondstuk 38 van een niet weergegeven vulmiddeltoevoerinrichting.

25 Wanneer de ruimte 12 geheel met vulmiddel 13 is gevuld, stopt men de toevoer en laat men het vulmiddel 13 verharden. Wanneer dit is gebeurd, kan men het gerede blad 1 uit de mal 8 ·. - en van de tafel 7 nemen, nadat de aanlegmiddelen 11 en de.

7908139 -5- houdmiddelen 10 tot in een ruststand op een afstand van het blad 1 zijn bewogen. Eventueel buiten het vlak 35 van de basisplaat 2 uitstekend overtollig vulmiddel wordt later weg— gefreesd.

5 Figuur 2 toont een met de werkwijze volgens de uit vinding vervaardigd blad 1 dat bedoeld is om dienst te doen als aanrechtblad. Dit blad 1 omvat twee profielranden 5a en 5b. De profielrand 5a, in figuur 2 links, steekt ten opzichte van het bovenvlak 14 van het blad 1 omhoog uit. Hierdoor 10 wordt een waterkeerrand 15 gevormd die voorkomt dat bij gebruik water van het blad 1 af stroomt. In dit geval bestaat de basisplaat 2 uit multiplex of uit geperste houtvezelplaat. De dekplaat 3 is een thermohardende kunststofplaat van een navorrabare soort. Een eigenschap van deze soort is dat de 15 kunststof nog niet volledig chemisch uitgehard is, waardoor deze nog eenmaal plastisch vervormbaar gemaakt kan worden door haar te verwarmen. Voordat het randdeel 4 van de dekplaat 3 tegen de mal 8 wordt aangevleid, wordt dit dus verwarmd .

20 In figuur 2 is te zien, dat een opzetstuk 16 op de basisplaat 2 is aangebracht om een gewenste hoogte van de profielrand 5a te verkrijgen. Ter plaatse van de profielrand 5a is de vorm van de rand 6 van de basisplaat 2 ruw aangepast aan het profiel van de profielrand 5a. Hierdoor hoeft minder 25 vulmiddel 13 gebruikt te worden voor het vullen van de ruimte 12 tussen het randdeel 4 van de dekplaat 3 en de rand 6 van de basisplaat 2. Het oppervlak van de rand 6 gaat bij deze uitvoeringsvorm via een dwars op het verbindingsoppervlak 18 van de basisplaat 2 met de dekplaat 3 staand overgangsvlak 17 30 in dit oppervlak over. Het voordeel hiervan is, dat lijm 19 die bij het vöbinden van de dekplaat 3 met de basisplaat 2 tussen deze beide uitgeperst wordt, de platen 3 en 2 niet verder met elkaar verbindt dan gewenst is (zie figuur 3). Een eventuele verdere verbinding is wel mogelijk, wanneer het 35 oppervlak van de rand 6 zonder een dwars overgangsvlak 17 aansluit aan het verbindingsoppervlak 18 tussen de basisplaat 2 en de dekplaat 3, zoals in figuur 4 is aangegeven. Wanneer in dit laatste geval op verschillende plaatsen verschillende 7908139 ♦ N.

* -6- hoeveelheden lijm 19 tussen de platen 2 en 3 uitgeknepen worden, zoals in de praktijk het geval is, zal de buiging 20 van de dekplaat 3, daar waar deze overgaat in de waterkeerrand 15, in de langsrichting van het blad 1 geen rechte lijn vor-5 men. Door het aanbrengen van het dwarse overgangsvlak 17 wordt dit vermeden.

Een materiaal dat in het bijzonder geschikt is als vulmiddel is polyurethaanhars. Dit materiaal verhardt zeer snel ten gevolge van een chemische reaktie tussen twee compo-10 nenten die direkt voordat de ruimte met het materiaal wordt gevuld worden gemengd.

In figuur 5 is een profielrand 5 te zien, waarbij de dekplaat 3 teruggebogen is naar de rand 6 van de basisplaat 2 toe. Hierdoor ziet de profielrand 5 er ook afgewerkt 15 uit bij een aanzicht schuin van beneden.

Figuur- 6 toont een inrichting 29 voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding. Deze inrichting 29 is uitgevoerd voor het vervaardigen van een waterkeerrand, zoals in figuur lc wordt getoond. De overeenkomende onderdelen heb-20 ben dezelfde verwijzingscijfers en dezelfde funktie als in figuur lc. De houdmiddelen 10 worden in dit geval gevormd door een aantal zuignappen 30, waarvan er slechts één is weergegeven. De zuignappen 30 grijpen met vacuum aan op het bovenvlak 14 van gladde kunststof van de dekplaat 3. De aanleg— 25 middelen 11 worden hier gevormd door een eerste, en een tweede kamvormig orgaan 22 respektievelijk 23. Het tweede kamvormige orgaan 23 steekt uit in het eerste 22 en kan in de richting van pijl 24 worden bewogen door perslucht via de leiding 25 in de slang 26 te laten stromen. Bij deze beweging wordt de 30 dekplaat 3 in kontakt met de mal 8 gedrukt. De beweging in tegengestelde richting wordt veroorzaakt door veren 31.

Zoals eerder werd beschreven, moet het uitstekende randdeel 4 van de thermohardende kunststofdekplaat 3 om dit vervormbaar te maken worden verwarmd. Bij de uitvoeringsvorm 35 van figuur 6 wordt hiertoe de ten dele met de basisplaat 2 verbonden dekplaat 3 zodanig op de tafel 7 en de aanlegmidde-len 11 gelegd, dat het randdeel 4 buiten de aanlegmiddelen 11 uitsteekt. Met behulp van niet getoonde vewarmingsmiddelen 7908139 -7- wordt daarna het randdeel 4 op de gewenste temperatuur gebracht. De basisplaat 2 met de dekplaat 3 wordt dan op de juiste plaats op de tafel 7 tegen een aanslag 34 geschoven, waarna het randdeel 4 door de aanlegmiddelen 11 tegen de mal 5 8 aangevleid kan worden. Daar de vulmiddeltoevoerinrichting een op zich bekende inrichting kan zijn, is deze hier niet weergegeven en wordt slechts schematisch het mondstuk 38 daarvan getoond.

Figuur 7 toont ten slotte schematisch een voor-10 keursuitvoeringsvorra van de inrichting 33 volgens de uitvinding, waarbij de mal 8 uit de ruststand 36 naar de, door de houdmiddelen 10 op de tafel 7 vastgeklemde, tegen de aanslag 34 aan liggende basisplaat 2 met de daarmee verbonden dekplaat 3 van navormbare thermohardende kunststof in de werk-15 stand 37 bewogen kan worden middels niet getoonde aandrijf-middelen. Bij deze uitvoeringsvorm zijn het randdeel 4 verwarmende verwarmingsmiddelen 27 aangebracht. Deze worden, nadat het randdeel 4 op de gewenste temperatuur is gebracht en dus weer vervormbaar is, wegbewogen in de richting van 20 pijl 28, waarna de mal 8 tegen het randdeel 4 aangevleid wordt en de bewerking wordt voltooid. Het voordeel van deze inrichting is, dat de basisplaat 2 met de ten dele ermee verbonden dekplaat 3 na het verwarmen van het randdeel 4 niet ten opzichte van de mal 8 verschoven behoeft te worden, zodat 25 de kans op beschadiging van de dekplaat 3 tijdens het uitvoeren van de werkwijze klein is. De aanlegmiddelen 11 worden in deze uitvoeringsvorm gevormd door een ten opzichte van de mal 8 beweegbaar en door deze geleid profiel 50.

7908139

Claims

1. Werkwijze voor het vormen van een blad met ten minste ëën profielrand, dat een basisplaat en een daarmee verbonden dekplaat omvat, waarbij de dekplaat zodanig ten dele met de basisplaat wordt verbonden, dat buiten de rand 5 van de basisplaat, nabij welke de profielrand gevormd moet worden, een randdeel van de dekplaat uitsteekt, gekenmerkt door de achtereenvolgende stappen: a) het positioneren van de basisplaat met de ten dele ermee verbonden dekplaat ten opzichte van een mal met 10 het profiel van de profielrand en het tegen de mal aanvleien van een buitenvlak van het randdeel van de dekplaat; b) het opvullen van een door het randdeel van de dekplaat en de rand van de basisplaat begrensde ruimte met zich aan beide platen hechtend, verhardbaar vulmiddel; 15 c) het laten verharden van het vulmiddel; en d) het uit de mal nemen van het blad.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het, bij het positioneren van de basisplaat met de ten dele ermee· verbonden dekplaat ten opzichte van de mal, uit laten 20 steken van de rand van de basisplaat in een de profielrand vormend gedeelte van de mal.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken-* merk, dat vooraleer de dekplaat met de basisplaat wordt verbonden, de rand van de basisplaat ruw geprofileerd wordt 25 overeenkomstig het profiel van de profielrand.

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat vooraleer de dekplaat met een verbindingszijde van de basisplaat wordt verbonden, ter plaatse van haar in een profielrand van het blad op te nemen rand een groef met een 30 dwars op die zijde staand, op die zijde aansluitend over-gangsvlak wordt uitgespaard.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als basisplaat een houten plaat, bijvoorbeeld van multiplex of geperste houtvezel, wordt ge- 35 kozen. 7908139 -9-

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als dekplaat een thermohardende . kunststofplaat van een navormbare soort wordt gekozen.

7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclu-5 sies, met het kenmerk, dat het buitenvlak van het randdeel van de dekplaat tegen een mal wordt aangevleid, waarvan het profiel waterkeerrandvormig is.

8. Inrichting voor het vormen van een blad met ten minste één profielrand, welke inrichting een verbindings- 10 inrichting die een dekplaat zodanig ten dele met een basisplaat verbindt, dat buiten de rand van de basisplaat, nabij welke de profielrand gevormd moet worden, een randdeel van de dekplaat uitsteekt, en een tafel omvat, gekenmerkt door: een met de tafel verbonden mal met het profiel van 15 de profielrand; met de tafel verbonden houdmiddelen voor het op de tafel vasthouden van het blad; aanlegmiddelen voor het met een buitenvlak tegen de mal aan vleien van het randdeel van de dekplaat; en 20 een vulmiddeltoevoerinrichting.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het randdeel van de dekplaat verwarmende verwarmingsmiddelen zijn aangebracht.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het 25 kenmerk, dat de houdmiddelen op het buitenoppervlak van de dekplaat werkende, met een vacuumbron verbonden zuignappen zijn.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 8-10, met het kenmerk, dat de aanlegmiddelen een eerste, in het 30 verlengde van een wand van de mal liggend kamvormig orgaan en een hierin grijpend en in het vlak hiervan beweegbaar tweede kamvormig orgaan omvatten.

12. Inrichting volgens een van de conclusies 8-11, met het kenmerk, dat de mal door aandrijfmiddelen ten opzich- 35 te van de tafel beweegbaar is tussen een ruststand op een afstand van de rand van de basisplaat en een werkstand, waarin deze met de tafel is verbonden. 79 0 8 1 3 9 Blad met ten minste éên profielrand, welk -10- blad een basisplaat en een daarmee verbonden dekplaat omvat, met het kenmerk, dat een randdeel van de dekplaat en een rand van de basisplaat ter plaatse van de profielrand een prismatische ruimte begrenzen, die met een verhard vulmiddel is 5 gevuld. 7908139