NL7907945A

NL7907945A - Aandrijfinrichting voor een bandvormige registratie- drager.

Info

Publication number: NL7907945A
Application number: NL7907945A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1978-11-02
Filing date: 1979-10-30
Publication date: 1980-05-07
Also published as: JPS5577049A; ATA707579A; DE2847493A1; US4264027A; IT7969121A0; FR2440596A1; AT368312B; ES485579A1; FR2440596B1; GB2035660B; IT1119449B; GB2035660A

Description

Λ * *> PHD 78147 1 N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken

Aandrijfinrichting voor een bandvormige registratiedrager.

De uitvinding heeft betrekking op een aandrijving voor een bandvormige registratiedrager met een door een aandrijfinrichting aangedreven en de registratiedrager aandrijvende as en een als tegenlager werkende aandrukrol 5 met een hoge oppervlaktewrijvingsweerstand, waartussen de bandvormige registratiedrager door wordt geleid.

De aandrijving van een bandvormige registratiedrager met een glad oppervlak, zoals van een magneetband, vindt als regel plaats door frictie van twee assen of 10 kleine trommels. Daarbij vormt de ene as of trommel het de registratiedrager aandrijvende element en de andere as of trommel het tegenlager, dat de voor de aandrijving van de tegistratiedrager vereiste tegendruk levert. De eerstgenoemde as of trommel is tenminste in het aanrakings-15 gebied met de regis tratiedrager van een zo glad. mogelijk en daarom frictiearm oppervlak voorzien (b.v. volgens het Duitse octroois'chrift 702.998). Dit gladde oppervlak is nodig, om aan de registratiedrager een voor de geluidskwaliteit vereiste synchronisatie loodrecht op de lengte- 20 as van de registratiedrager te verlenen. Om deze redenen wordt de aandrijvende as of trommel ook als toonas en de tweede as of trommel als aandrukrol aangeduid.

Het gladde oppervlak van de toonas heeft echter, zoals bekend, nadelen, die in het bijzonder worden ver-25 oorzaakt door de slip, die ontstaat, wanneer de toonas snel op een hoge draaisnelheid moet worden gebracht. Dit is bijv. bij de bedrijfsmodus "snel spoelen" in bandrecorders het geval. De slip wordt echter ook als hinderlijk ervaren bij bandvormige gladde registratiedragers 30 die als datageheugens in boekhoudmachines gebruikt en in ^ J de zogenaamde start-stopmodus getransporteerd worden.

1 790 7 9 45 1*' PHD 78147 2.

f

Om dit nadeel te vermijden, Heelt men niet alleen de als tegenlager -werkende aandrukrol, maar ook de toonas zelf bekleed met een wrijvingslaag van rubber (zie bijv.

IBM Technical Disclosure Bulletin, Band 11, Nr.2, juli 1968) 5 Daardoor wordt weliswaar de registratiedrager betrekkelijk snel op de gewenste bandsnelheid gebracht, maar dit gebeurt ten koste van de voor de geluidskwaliteit vereiste syn-• chronisatie loodrecht op de lengteas van de registratie-drager. De reden daarvoor vindt men in de snelle slijtage 10 van de zachte oppervlakken van de toonas en de aandrukrol en in de afhankelijkheid van de bekledingen van de luchtvochtigheid van de omgeving.

De uitvinding heeft tot doel, een aandrijfinrichting voor een bandvormige registratiedrager aan te geven, 15 waarmee enerzijds snel een gewenste hoge bandsnelheid kan worden bereikt en waarbij anderzijds de voor de geluidskwaliteit of voor een perfect uitlezen van opgeslagen gegevens vereiste synchronisatie van de band behouden blijft. Bovendien moet worden bereikt, dat de hechtende wrijving 20 tus sen de bandvormige registratiedrager en de toonas in hoge mate onafhankelijk is van de invloed van de luchtvochtigheid.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de aangedreven as tenminste in het aanrakingsgebied met 25 de registratiedrager lans zijn omtrek is voorzien van een laag, die een boride, nitride, carbide of oxycarbide van een metaal bevat, in een dikte van 0,01 tot 10 ^um. Geconstateerd is, dat dunne door sputteren opgebrachte bekledingslagen van de toonas bestaande uit materialen, 30 zoals titaancarbide of mengsels van boornitride en titaannitride de hechting tussen de band en de toonas aanzienlijk vergroten.

Zeer gunstig zijn daarbij lagen met een dikte van 0,1 tot 1 yum. Andere toepasbare materialen zijn b.v. wolfraam-35 en molybdeencarbide en tantaalcarbide.

y j 790 7 1 45 PHD 78147 3· h-

De uitvinding wordt hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de bijgaande tekening nader toegelicht.

De tekening toont het principe van een bekende 5 aandrijfinrichting voor een magneetband 2. Op de bodem 1 van het apparaat is een elektromotor 3 bevestigd, die de toonas 4 aandrijft in de richting van de pijl. Bovendien is op het onderstel *1 een houdpen 9 bevestigd, aan het vrije uiteinde waarvan de zwenkarm 8 draaiend beweegbaar 10 is gelagerd. Aan het vrije einde van de zwenkarm 8 is in een draailager 7 de aandrukrol 6 gelagerd. De zwenkarm 8 staat op niet weergegeven wijze onder veerdruk, waardoor de aandrukrol 6 in de weergegeven werkstand voortdurend tegen de toonas 4 wordt gedrukt en in de niet weergegeven 15 ruststand van de toonas 4 weggezwenkt wordt gehouden.

Tussen de toonas 4 en de aandrukrol 6 wordt de magneetband 2 geleid. Bij het aandrijven van de elektromotor 3 in de richting van de pijl worden de magneetband 2 en de 2Q aandrukrol telkens in de richting van de pijl bewogen.

De toonas 4 is aan zijn oppervlak tenminste in het aanr'akingsgebied met de magneetband 2 voorzien van een zeer dunne laag van een boride, nitride, carbide of oxy-carbide van een metaal of een mengsel daarvan. De laag-25 dikte ligt daarbij tussen 0,01 en 10 ^um en bij voorkeur tussen 0, 1 en 1 yvaa. Het opbrengen van de dunne laag vond bij een praktisch voorbeeld plaats in een hoogvacuum-werkwijze met behulp van hoogfrequente katodeverstuiving. Daarbij werd een titaancarbidetrefplaat met een diameter 30 van 15 cm met een hoogfrequentvermogen van ca. 1 kV in een argon-zuurstofatmosfeer verstoven. Vij een druk binnen het verstuivingsapparaat van 10 2 Torr en een substraat-temperatuur van ca. 150°C werd een laagdikte van 1 ^um op de toonas verkregen. De neerslagsnelheid bedroeg ca. 65 2-/ 35 min. De op deze wijze vervaardigde titaan-oxycarbidelaag ::rry - i 790 7 9 45 i PHD 78147 '4.

? 4* bleek zeer bard te zijn. De slipraetingen tussen een zo beklede toonas en de magneetband toonden aan, dat deze slip ten opzichte van toonassen met een glad oppervlak verwaarloosbaar was.

5

In plaats van de hoogfrequente katodeverstuiving kan ook een bekledingswerkwijze door ionisatie worden toegepast.

Hierbij wordt het te bekleden substraat op een negatieve potentiaal gebracht. Daar recipiënt, evenals bij de katodeverstuiving, argon van geringe druk (1 - 30 mTorr) bevat, wordt een gasontlading verkregen. De door een bron afgegeven atomaire deeltjes worden in de gasontlading bekrachtigd en gedeeltelijk geïsoniseerd; ze treffen het substraat met grote energie, waardoor een uitstekende 15 hechtsterkte van de lagen wordt bereikt.

Bovendien kan ter vervaardiging van de laag een

Chemical-Vapour-Deposition”- (CVD) proces worden gebruikt.

Hierbij worden de bestanddelen, waaruit de te vervaardigen laag is opgebouwd, als gasvormige chemische verbindingen aan reactorvat toegevoerd. Op het verhitte substraat worden deze gassen in de gewenste laag omgezet. Voorbeeld:

TiCl^ + CH^ = TiC(+ 4HCL). De aktivering van de gassen voor het bereiken van de chemische omzetting kan ook worden verkregen, doordat deze met behulp van een aangelegd hoog-25 frequent veld worden bekrachtigd (zogenaamd plasraa-geakti-veerd CVD-proces).

30 Λ 35 0 ' 790 7 9 45

Claims

1. Aandrijfinrichting voor een bandvormige registratiedrager met een door een aandrijving aangedreven en de registratiedrager aandrijvende as en een als tegenlager 5 werkende aandrukrol met een hoge oppervlaktewrijvings-weerstand, waartussen de bandvormige registratiedrager door wordt geleid, met het kenmerk, dat de aangedreven as (4) tenminste in het aanrakingsgebied met de bandvormige ^ registratiedrager (2) langs zijn omtrek met een laag, die een boride, nitride, carbide of ozycarbide van een metaal bevat, met een dikte van 0,01 tot 10 yum is bekleed.

2. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, met het ^ kenmerk, dat de laagdikte 0,1 tot 1 yum bedraagt.

3. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de laag uit titaancarbide, titaanoxy-carbide, boornitride en/of titaannitride bestaat. 20

4. Aandrijfinrichting volgens conclusies 1 tot 3> met het kenmerk, dat de laag door een "Chemical-Vapour-Deposition"- proces wordt opgebracht.

5. Aandrijfinrichting volgens conclusies 1 tot 3> met het kenmerk, dat de laag met behulp van ionisatie is opgebracht .

6. Aandrijfinrichting volgens conclusies 1 tot 3> 2Q met het kenmerk, dat de laag door katodeverstuiving is opgebracht. O w λ 35 Τ' i 790 7 9 45