NL7907322A - Drijvende boei. - Google Patents

Drijvende boei. Download PDF

Info

Publication number
NL7907322A
NL7907322A NL7907322A NL7907322A NL7907322A NL 7907322 A NL7907322 A NL 7907322A NL 7907322 A NL7907322 A NL 7907322A NL 7907322 A NL7907322 A NL 7907322A NL 7907322 A NL7907322 A NL 7907322A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
buoy
attached
cap
line
buoy according
Prior art date
Application number
NL7907322A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mcdermott & Co Inc J Ray
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mcdermott & Co Inc J Ray filed Critical Mcdermott & Co Inc J Ray
Publication of NL7907322A publication Critical patent/NL7907322A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B22/00Buoys
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/22Handling or lashing of anchors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B51/00Marking of navigation route
    • B63B51/02Marking of navigation route with anchored lightships; by use of lighthouses

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Farming Of Fish And Shellfish (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
  • Cleaning Or Clearing Of The Surface Of Open Water (AREA)

Description

* H.O. 28.304 Drijvende boei.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor maritieme toepassingen, in het bijzonder een drijvende boei voor zulke toepassingen.
Bij vele verschillende typen van handelingen in water, zoals 5 exploratie van delfstoffen of bergingshandelingen, wordt gebruik gemaakt van drijvende boeien die worden gebruikt voor diverse doeleinden, zoals het aangeven van belangrijke oppervlakteplaatsen of het bevestigen van leidingen van diverse typen aan het oppervlak van het water, teneinde een geschikte verbinding met inrichtingen 10 onder het zee-oppervlak te verkrijgen. Een bijzondere toepassing voor zulke boeien, brengt bijvoorbeeld het lichten en neerlaten van ankers voor niet-aangedreven vaartuigen, zoals sloepen met zich mee. Een discussie van deze bijzondere toepassing van zulke boeien zal dienen voor de illustratie van de ontwerpeisen en de problemen die 15 in het algemeen gepaard gaan met het gebruik van zulke drijvende boeien.
Een schip wordt in het bijzonder op een gewenste plaats stilgelegd door middel van meer-lijnen die van het vaartuig af verlopen en met de schachten van één of meer ankers zijn verbonden die in de 20 zeebodem zijn ingebed. Zulke vaartuigen zijn dikwijls niet uitgerust met hun eigen hijsmiddelen. Toorts zal het moeilijk zijn het anker te lichten door het vanaf het vaartuig omhoog halen van de meerlijn, aangezien een kracht uitgeoefend op de ankerlijn, de neiging zal vertonen het anker onder te werken en deze zelfs vaster te maken.
25 Derhalve wordt een tweede lijn, ook wel "pendant line" genoemd, gewoonlijk op het achtergedeelte of "mud palm" van het anker bevestigd. Wanneer de lijn wordt opgehaald, zal het anker loskomen zonder dat dit wordt ondergewerkt. Een tweede vaartuig, zoals een sleepboot die met een hijslier is uitgerust, wordt dus in het bijzonder 30 gebruikt om elke "pendant line" te hijsen en daardoor elk anker van de sloep of platform te lichten, wanneer deze opnieuw moet worden geplaatst.
Drijvende boeien worden dikwijls gebruikt om de oppervlakteplaatsen boven zulke ankers te markeren en om de bovenuiteinden van 35 de hulplijnen aan het oppervlak te houden, zodat een sleepboot gemakkelijk elke hulplijn kan localiseren en aan zijn hijsinrichting kan bevestigen, wanneer de ankers moeten worden gelicht. De boeien die voor zulke handelingen worden gebruikt, omvatten in het bijzon- 790 73 22 %
A
2 * der een centrale kern of kabelkluis waardoorheen de hulplijn vrij' kan lopen. Het bovenuiteinde van de hulplijn eindigt in een oog en de kabelkluis is voorzien van een atoporgaan om te verhinderen dat het oog door de kabelkluis valt. Wanneer het anker moet worden 5 gelicht, manoeuvreert de sleepboot tot voldoende dichtbij de plaats van de boei en het personeel op de boot neemt het aan de hulplijn bevestigde oog vast. Het oog kan daarna worden verbonden met een hijslier op de sleepboot en de hulplijn wordt ingehaald, waarbij het daaraan bevestigde anker wordt gelicht. Gedurende de hijs-10 handeling glijdt de hulplijn door de kabelkluis van ‘de boei en de boei drijft in het water aangrenzend aan de zijde of achtersteven van de boot, vastgehouden door de hulplijn.
Het noodzakelijkerwijze dichtnaderen van de boei door de sleepboot tijdens zulk een handeling kan tot problemen leiden. Zulke 15 boeien zijn dikwijls groot en hebben een enigszins massieve constructie met een diameter in de orde van grootte van 3 ®· Ia het bijzonder in ruwe of zware zeeën kan de boei met aanzienlijke krachten tegen de bootconstructie slaan, waardoor dikwijls beschadigingen aan de boot of de boei of beiden ontstaan. Bovendien kan 20 de taak van het haken van het oog aan het einde van de hulplijn zeer gevaarlijk zijn als gevolg/wiïlekeurige bewegingen van de drijvende boei, die kunnen optreden ten opzichte van de sleepboot, in het bijzonder bij ruw weer of zware zeeën.
In het verleden zijn een aantal pogingen ondernomen om deze 25 problemen op te lossen. Yele van zulke boeien zijn in het verleden gemaakt van staal met pneumatische ballasttanks die voor het drijf-vermogen daarin zijn aangebracht. De fabrikanten van zulke boeien hebben de neiging deze zwaarder en sterker te maken, teneinde beschadiging of vernieling van de boei bij zulke handelingen te ver-mijden, echter hebben zwaardere boeien de neiging een evenredige grote beschadiging aan de bootconstructie te veroorzaken. Een andere benadering die beproefd is, omvat het aanbrengen van banden van veerstaal om de boeiconstructie. De banden hebben echter scherpe randen, waardoor meer beschadiging aan een boot wordt veroorzaakt.
35 Een andere nagestreefde oplossing heeft een opnieuw ontwerpen van de sleepboot tot gevolg, die gebruikt wordt om de boei terug te vinden en het anker te lichten. Een sleepboot van het catamaran-type is ontwikkeld, die een dubbele romp heeft en een mandeonstructie die tussen de rompen is gemonteerd.De sleepboot van het catamaran-40type wordt zodanig gemanoeuvreerd, totdat de boei zich bevindt bin- 790 7 3 22 * nen de sleepboot tussen de rompen en de mand wordt daarna gebruikt om de boei te grijpen en deze uit het water te lichten, waardoor deze vrij is van de golfbeweging. Deze benadering draagt bij aan het verminderen van het gevaar bij het aanhaken van het oog van de 5 lijn, echter kan nog steedse$eschadiging ontstaan zowel van de boot als de boeiconstructie door contact daartussen.
Andere boeien zijn ontworpen die vervaardigd zijn van veerkrachtig materiaal en zullen dus meegeven bij contact en beschadiging aan de bootconstructie vermijden. Zulke boeien zijn in het 10 bijzonder voorzien van een buitenhuid van rubber of een elastomeer, gevuld met een schuimmateriaal voor het drijf vermogen. Deze ont-r werpen van veerkrachtige boeien hebben bijgedragen aan het verminderen of elimineren van beschadiging, die anders bij contact met de boei aan de bootconstructie zou ontstaan, maar zulke boeien 15 hebben een sterk verkorte levensduur als gevolg van de relatieve zwakheid van het veerkrachtige materiaal. Gevonden is, dat gedurende "zulk een handeling van het lichten van een anker door de krachten die op een veerkrachtige boei door de hulplijn worden uitgeoefend, en door het onvermijdelijke contact met de boot het veerkrachtige 20 lichaam van de boei wordt afgetrokken van de centrale kern of kabelkluis van de boei. Zulke veerkrachtige boeien zijn verbeterd en versterkt door toevoeging van eindkappen die vervaardigd zijn van een harder materiaal, zoals staal. Zulke eindkappen hebben echter de neiging in zekere mate het probleem van beschadiging aan 25 de schipconstructie door contact met de boei opnieuw te introduceren. Voorts kan zelfs de sterkere staalconstructie van de eindkappen eventueel worden beschadigd bij een handeling. Indien zulke eindkappen eenmaal zijn beschadigd kan de veerkrachtige boei niet langer meer worden gebruikt.
30 Derhalve is een behoefte ontstaan aan een drijvende boei waarvan de constructie voldoende duurzaam zal zijn, die echter niet de constructie van een schip zal beschadigen, wanneer dit in contact komt met de boei.
Bovendien zou het voordelig zijn te voorzien in een boei, die 35 ï^an worden gerepareerd om daardoor zijn levensduur te kunnen verlengen. In het bijzonder zou het voordelig zijn te voorzien in een boei met componenten die vervangbaar zijn wanneer zij zijn versleten of beschadigd.
De drijvende boei volgens de uitvinding omvat een drijvend 40 lichaam voor het drijvend houden van de boei en een beschermingskap 790 73 22 -¾ 4
S
die losmaakbaar aan een eerste uiteinde van het lichaam is bevestigd, waarbij de kap beschadiging voorkomt aan het lichaam bij contact met vreemde voorwerpen.
De boei omvat voorts een kabelkluis die binnen het lichaam 5 tussen het eerste einde en een tweede einde van het lichaam is geplaatst en waardoorheen een lijn kan passeren, en omvat voorts een eerste opening die binnen de besehermingskap is aangèbracht om de doorgang van zulk een lijn daardoorheen mogelijk te maken.
Bij een andere uitvoeringsvorm omvat de boei een tweede be-10 sehermingskap die losmaakbaar aan het tweede einde van de boei is bevestigd om beschadiging aan het lichaam door contact met vreemde voorwerpen te voorkomen, welke tweede kap een opening heeft om zulk een lijn door te laten.
Bij nog een andere uitvoeringsvorm omvat de boei een eerste 15 bevestigingsplatform dat aan de kern aan het eerste einde is bevestigd, en een tweede bevestigingsplatform dat aan de kern aan het tweede einde is bevestigd, welke platformen zijn ingericht voor het bevestigen van de eerste en tweede kappen aan het lichaam.
Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft de boei 20 hoofdzakelijk de vorm van een bol, terwijl het lichaam de vorm van een afgeknotte bol heeft.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de boei een veerkrachtige buitenhuid, die kan zijn vervaardigd van een door draden versterkt elastomeer, en een vulmateriaal van lage dichtheid binnen 25 de buitenhuid, dat een schuim kan omvatten met een enkelvoudige gesloten cel of dergelijke.
Bij nog een andere uitvoeringsvorm omvat de boei veerkrachtige afhoudmiddelen die aan het buitenoppervlak van elke besehermingskap zijn bevestigd, welke afhoudmiddelen de schokken kunnen absorberen, 50 die ontstaan uit het contact tussen de boei en vreemde voorwerpen.
De afhoudmiddelen bestaan bij voorkeur uit een aantal veerkrachtige afhoudorganen of dergelijke.
Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm hebben de wanden van de openingen in de beschermingskappen gebogen vormen met 35 een zodanige minimale buigingsstraal, dat mogelijke beschadiging aan de lijn als gevolg van buigen om de openingen zo klein mogelijk wordt gehouden of verminderd.
De uitvinding strekt zich voorts uit tot een vervangbare eind-r kap voor de toepassing bij een hierin beschreven boei.
40 Voorbeelden van de meer belangrijke kenmerken van de uitvinding 790 7 3 22 9 * 5 zijn aldus uitgebreid opgesomd, zodat de gedetailleerde beschrijving die volgt, beter kan worden begrepen, en zodat de bijdragen die deze uitvinding aan de stand van de techniek levert, beter kunnen worden gewaardeerd. Het is echter duidelijk, dat binnen het kader van de 5 uitvinding diverse varianten mogelijk zijn.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een schets voorstelt die de toepassing van de bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de uitvinding illustreert, 10 zoals deze zou worden toegepast in een mogelijke werkomgeving; fig. 2 een aanzicht van de boei volgens fig. 1 gedeeltelijk in doorsnede voorstelt; en fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2 van de boei volgens fig. 1 toont.
15 Met verwijzing naar de fig. en ten eerste haar fig. 1 is een uitvoeringsvorm van een boei volgens de uitvinding geïllustreerd in een bepaalde werkomstandigheid. Een schuit 10 is op een gewenste plaats door één of meer ankers gepositioneerd, zoals anker 12, die aan de schuit 10 via één of meer meerlijnen zijn bevestigd, zoals 20 meerlijn 14> die aan de schacht 16 van het anker 12 is bevestigd.
Hoewel dikwijls verscheidene ankers en meerlijnen worden gebruikt, is de functie en behandeling van elk anker gelijk, zodat de beschrijving slechts zal worden gericht op één anker en één meerlijn. Hoewel de bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de 25 uitvinding bijzonder geschikt is als toepassing voor een ankerboei, zal het voorts voor een deskundige duidelijk zijn, dat de kenmerken en voordelen van de uitvinding kunnen worden gebruikt en geschikt zijn voor vele andere toepassingen voor drijvende boeien.
Wanneer het nodig is om de schuit 10 van tijd tot tijd te 50 plaatsen, is het voordelig een tweede lijn voor het losmaken van het anker 12 aan te brengen, aangezien het anker een aanzienlijke weerstand biedt aan het direct hijsen van de meerlijn 14, aangezien het anker zodanig is ontworpen, dat dit zich dieper in de zeebodem 18 onderwerkt onder invloed van een op de meerlijn uitgeoefende 55 kracht. Aldus is het algemeen bekend te voorzien in een ahkerblad 22 van het anker 12. Wanneer de hulplijn 20 wordt gehesen, zal het anker van de zeebodem worden losgemaakt en met relatief weinig weerstand kan worden gelicht. Madat alle ankeas zijn gelicht kan de schuit 10 daarna naar de gewenste nieuwe plaats worden bewogen en 40 de ankers kan men daarna laten vallen, die zich vastzetten.
790 73 22 6
Teneinde het localiseren en het lichten van het anker 12 te vergemakkelijken, loopt de hulplijn 20 door een boei 24 die volgens de uitvinding is geconstrueerd en die op het oppervlak 26 van het water zal drijven, waardoor voorzien is in een visuele ij indicatie, waarbij de plaats van het anker 12 is gemarkeerd, en waardoor het boveneinde van de hulplijn 20 aan het oppervlak van het water wordt gehouden, zodat de lijn kan worden teruggevonden en gehesen wanneer noodzakelijk.
Wanneer het gewenst is het anker 12 te lichten, wordt een ge-10 schikt uitgeruste boot, zoals de sleepboot 28 tot dichtbij de boei gemanoeuvreerd. Personeel op de boot 28 haakt daarna met de hand een oog die aan het einde van de hulplijn 20 is bevestigd, die op zijn beurt aan het boveneinde van de boei 24 wordt vastgehouden door een stoporgaan (niet getoond), waardoor wordt vermeden dat het Ί5 oog door de boei 24 zakt. Nadat de hulplijn 20 aldus is teruggevonden, wordt deze bevestigd aan een lier 30 op de boot 28. De lier wordt daarna geactiveerd om de hulplijn 20 op te rollen, waardoor · het anker 12 van de zeebodem 18 af stijgt.
Hoewel een bekend type van een sleepboot 28 in fig. 1 is 20 geïllustreerd, zal het voor een deskundige duidelijk zijn, dat een sleepboot van het catamaran-type, die speciaal is aangepast voor het terugvinden van ankerboeien, even goed voor deze handelingen kan worden gebruikt. Een sleepboot van het catamaran-type is voorzien van een dubbele romp, waartussen een mand is gemonteerd voor het 25 opnemen van een drijvende ankerboei. De sleepboot wordt gemanoeuvreerd, zodat de boei zich binnen de mand bevindt, waarna de mand wordt gehesen om de boei van het water te verwijderen en daardoor stil te leggen, zodat het terugvinden van het oog en het boveneinde van de hulplijn is vergemakkelijkt.
50 Uit fig. 1 blijkt, dat wanneer het anker wordt gelicht, de hulplijn 20 door een centrale opening die ookwel kabelkluis wordt genoemd, binnen de boei 24 glijdt. Gedurende de lierhandeling wordt de boei 24 door de lijn 20 vastgehouden en nabij of aangrenzend aan de achtersteven of zijden van de boot 28 gehouden. In deze 35 positie komen door de golfbeweging van het wateroppervlak de boei 24 en de sleepboot 28 dikwijls met elkaar in aanraking. Indien de bewerking van het lichten van het anker plaatsvindt tijdens slechte omstandigheden, zoals wanneer er zwaar weer is of een ruwe zee aanwezig is, kan het contact tussen de boot en de boei geschieden 40met aanzienlijke vernielende krachten. In het verleden heeft dit 790 73 22 *Γ· 7 contact dikwijls geleid tot beschadiging van boten en boeien, waardoor dikwijls dure en tijdrovende herstelwerkzaamheden op een scheepswerf voor de boten nodig is en waardoor de levensduur van zulke boeien wordt verkort vanwege de ontstaande beschadiging. De 5 boei volgens de uitvinding is ontwikkeld om de nadelen van de tot nu toe bekende boeien te vermijden.
In de fig. 2 en 3 is een gedetailleerde illustratie van de boei 24 volgens fig. 1 getoond. Eig. 2 is een aanzicht van de boei, terwijl fig. 3 een doorsnede is langs de lijn III-III van fig. 2.
10 De boei 24 omvat een drijvend lichaam 32 en bovenste en onderste beschermingskappen 34 respectievelijk 56» die op het lichaam 32 aan de boven en onderzijde zijn bevestigd en het lichaam beschermen tegen beschadiging door contact met vreemde voorwerpen, terwijl eveneens de mogelijkheid van beschadiging aan zulke andere voor-15 werpen wordt verminderd.
Binnen het lichaam 32 is een holle centrale kern of kabelkluis 38 aangebracht. De kern 38 is binnen het lichaam aangebracht, zodat een lijn, zoals de hulplijn 20 volgens fig. 1, vrij door de boei 24 kan glijden. De kern 38 is nodig vanwege de toepassing van de hierin 20 geïllustreerde uitvoeringsvorm als ankerboei. Zoals het voor een deskundige duidelijk zal zijn, is echter zulk een kern niet een essentieel kenmerk van de· uitvinding, en binnen het kader van de uitvinding zijn andere uitvoeringsvormen zonder dit element van het ontwerp mogelijk. De kern 38 is gevormd uit een stijf materiaal 25 met een cilindervormige doorsnede, zoals staal. Op de centrale kern zijn aan zijn boven- en ondereinde bovenste en onderste ringvormige bevestigingsplatformen 40 respectievelijk 42 gelast. Extra constructieve stijfheid van de kern 58 wordt verkregen door een aantal bovenste en onderste driehoekvormige versterkingen 44 respectievelijk 30 46» die tussen de centrale kern 38 en de bovenste en onderste platformen 40 respectievelijk 42 zijn gelast. Deze ondersteunings-constructie levert een stijve montageconstructie op, waaraan het boeilichaam 32 en de bovenste en onderste beschermingskappen 34 en 36 kunnen worden bevestigd.
Set boeilichaam 32 is voorzien van een veerkrachtige buitenhuid 48, die gevuld is met een vulmateriaal 50 om het drijfvermogen van de boei te bereiken. In de geïllustreerde bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm is de buitenhuid 48 vervaardigd van. urethan elastomeer van 1,6 cm dik, dat met draden is versterkt en dat ten 40 behoeve van de goede zichtbaarheid geel is gekleund zoals in ver- 7907322 < 8 keersomstandigheden. Het vulmateriaal van lage dichtheid dat in de hij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm is gebruikt, is een schuim met enkelvoudige gesloten cellen, dat is bereid uit een com-binatievan half-stijf polyetheenschuim, met een dichtheid van 5 128 tot 144 kg/m^ en een flexibel polyetheenschuim met een dichtheid van 32 kg/m^. Het is voor een deskundige duidelijk, dat andere vulmaterialen van lage dichtheid ook kunnen worden gebruikt voor de boei volgens de uitvinding.
Hoewel de geïllustreerde uitvoeringsvorm een boeilichaam 32 10 omvat, dat voorzien is van een veerkrachtig of flexibele buitenconstructie, is het voor een deskundige duidelijk, dat de kenmerken en voordelen van de uitvinding eveneens kunnen worden bereikt bij andere typen van boeiconstructies, zoals boeien met een stijf lichaam.
15 De constructieve vorm en de gebondenheid van het boeilichaam 32 wordt gehandhaafd door het klemmen van de veerkrachtige buitenhuid 48 op de bovenste en onderste bevestigingsplatformen 40 resp. 42. Bij het samenstellen van het lichaam wordt de buitenhuid 48 over de bovenste en onderste platformen 40 en 42 aangebracht, worden 20 bovenste en onderste boutringen 52 en 54 over de buitenhuid 48 geplaatst aan de bovenste en onderste einden daarvan, en wordt de buitenhuid 48 daarna aan zijn bovenste en onderste einden vastgeklemd tussen de bevestigingsplatformen en de boutringen door middel van bovenste bouten 56 die met moeren 58 samenwerken en 25 onderste bouten 60 die met moeren 62 samenwerken.
Een kenmerk van de uitvinding is gelegen in het ontwerp van de bovenste en onderste beschermingskappen 34 en 38. Aangezien het ontwerp van deze kappen identiek is, zal de gedetaiilerde discussie van de constructie van de kappen die hierna volgt, slechts 50 geschieden aan de hand van bovenste beschermingskappen 34» echter is het duidelijk dat de beschrijving eveneens geldt voor de constructie van de onderste besohermingskap 38, aangezien de boei 24 hoofdzakelijk symmetrisch van ontwerp is. Hoewel zowel een bovenste als onderste besohermingskap is aangebracht, is het duidelijk dat 35 voordelen van de uitvinding eveneens in sommige gevallen kan worden verkregen door toepassing van een boei die slechts is uitgerüst . met een besohermingskap, in het geval dat het contact tussen de boei en andere voorwerpen bijvoorbeeld slechts aan één zijde van de boei zal worden verwacht.
40 Met verwijzing naar de constructie van de bovenste kap 34> 790 7 3 22 9 a zoals in de fig. 2 en 3 is geïllustreerd, is in liet midden van de bovenkap 34 een klokvormige opening 64 aangebracht. Be opening 64 omvat een afgeronde opening voor de bescherming van elke lijn die daardoorheen loopt, hetgeen hierna zal worden toegelicht. Gelast 5 op de klokvormige opening 64 bevindt zich een buitenste kapdeel 66, terwijl een ringvormig kapdeel 68 aan zijn buitenomtrek/ gelast aan de onderste rand van het buitenste kapdeel 66. Gelast tussen de klokvormige opening 64» het buitenste kapdeel 66 en het binnenste kapdeel 68 bevinden zich een aantal kapversterkingsorganen 70 die 10 elk een afgeronde opening 72 hebben, zodat de versterkingsorganen 70 ruimte geven aan de boutring 52 en de bouten 56, wanneer de bovenste kap 34 aan het lichaam 32 wordt bevestigd.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding is de bovenste besehermingskap 34 losmaakbaar bevestigd aan het lichaam 32, zodat 15 de bovenste kap gemakkelijk kan worden verwijderd en gerepareerd, of vervangen indien het gewenst is. Voor het verwijderen van de kap zijn boutschachten 74 in de bovenste kap 34 aangebracht, waarbij de bouten 76 passen in de schachten 74 en samenwerken met de moeren 78, die aan de onderzijde van de bovenste boutring 40 zijn gelast, ten-20 einde de bovenkap met het lichaam 32 te verbinden. Wanneer de bovenkap 34 aldus aan het lichaam 52 is bevestigd, levert het vastdraaien van de bouten 76 op de moeren ‘78 een extra middel op voor het bevestigen van de veerkrachtige buitenhuid 48 op de bovenste boutring 40·
Een ander kenmerk van de uitvinding is gelegen in de afhoud-25 middelen 80, die aan het uitwendige gedeelte van het buitenste kapdeel 66 van de bovenkap 34 zijn bevestigd. Wanneer de boei in water in bedrijf is zullen de beschermingskappen 34 en 36 het oppervlak van de boei bedekken, dat het meest frequent in contact komt met een schip of ander vreemd voorwerp. Be afhoudmiddelen 80 leveren een 30 veerkrachtig schokabsorberend oppervlak op de beschermingskappen, zodat zulk een contact met een schip het schip niet zou beschadigen.
Bij de geïllustreerde bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm zijn de afhoudmiddelen 80 vervaardigd van '•Morse” afhouders van het platte type, onderdeelnummer E44950. Beze afhoudmiddelen bestaan uit 35 een gedeelte van elastomeer dat op een stalen basis is gehecht. Bij de bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm zijn de stalen bases van de afhoudmiddelen 80 op het buitenste kapdeel 66 van de bovenste besehermingskap 34 gelast.
Tijdens bedrijfvan de boei kunnen de afhoudmiddelen 80 beschad-40 digd of afgesleten worden door contact met boten of andere vreemde 7907322 10 voorwerpen. Wanneer deze beschadiging het punt bereikt dat ver-vervanging of reparatie gewenst is, kan de beschermingskap 34 gemakkelijk van het lichaam 32 worden verwijderd door het verwijderen van de bouten 76 uit de moeren 78. De bovenkap 34 kan dan worden 5 gerepareerd en opnieuw op het lichaam 32 worden geschroefd, of indien nodig, kan een vervangende bovenkap 34 aan het lichaam 32 worden bevestigd.
Zoals hierboven is gesteld om£at de klokvormige opening 64 een afgeronde opening met een straal R zoals getoond is in fig. 3» 10 die zodanig is gedimensioneerd, dat de beschadiging aan een lijn, zoals de lijn 20 getoond in fig. 1, die door de centrale kern 38 en de opening 64 verloopt, tot een minimum wordt beperkt. Elke lijn zal een bijbehorende minimale afbuigingsstraal hebben, die varieert afhankelijk van het type, constructie en afmeting van de lijn, waar-15 boven de lijn niet mag worden gebogen zonder een constructieve beschadiging aan de lijn te veroorzaken. Aldus is de straal R van de klokvormige opening 64 niet kleiner gekozen dan nodig is om beschadiging aan de lijn van een bepaalde afmeting en type te vermijden, die wordt toegepast bij de boei 24· De lijn 2}., zoals in 20 fig. 1 is getoond, kan dan vrij binnen de boei 24 glijden en kan om de gebogen klokvormige opening 64 worden gebogen, wanneer de lijn uit de boei wordt getrokken, zonder dat beschadiging optreedt.
Zoals in de tekening is getoond, is de gehele vorm van de boei 24 nagenoeg bolvormig, waarbij het lichaam 32 de vorm heeft van een 25 afgeknotte bol met.stompe einden waardoor de bevestiging van de beschermingskappen 34 en 36 mogelijk is. Deze hoofdzakelijke bolvorm is in het bijzonder voordelig indien zulk een boei door een sleepboot van het catamaran-type moet worden teruggevonden, zoals hierboven reeds is toegelicht.
30 Hoewel bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn geïllustreerd en toegelicht, is het voor een deskundige duidelijk dat binnen het kader van de uitvinding diverse varianten mogelijk zijn. Derhalve is deze beschrijving slechts als een illustratie te beschouwen en levert een deskundige de wijze en techniek van het 35 construeren van de inrichting volgens de uitvinding. Opgemerkt wordt, dat de vormen volgens de uitvinding beschouwd worden als thans bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvormen, hoewel diverse wijzigingen kunnen worden aangebracht in de configuratie, afmetingen en rangschikking van de onderdelen, zoals voor een deskundige duidelijk 48 zal zijn, zonder dat het kader van de uitvinding wordt verlaten.
790 7 3 22 11
Equivalente elementen kunnen bijvoorbeeld in de plaats worden gesteld van die geïllustreerd en beschreven zijn, onderdelen of verbindingen kunnen worden omgedraaid of anders uitgewisseld, en bepaalde kenmerken van de uitvinding kunnen onafhankelijk van de 5 toepassing van andere kenmerken worden gebruikt, hetgeen voor een deskundige duidelijk zal zijn na het lezen van de hierboven gegeven beschrijving van de uitvinding* 35e uitvoeringsvorm van de uitvinding zoals geïllustreerd in de fig., kan het voordeel opleveren dat de boei weerstand kan .jq bieden aan beschadiging bij contact met vreemde voorwerpen, alsmede de beschadiging aan vaartuigen kan voorkomen, die tijdens de behandeling daarvan met de boei in aanraking komen.
3)e geïllustreerde uitvoeringsvorm heeft verder het voordeel, dat de boei een uitgebreide duurzaamheid heeft en een verlengde levensduur vanwege de toepassing van de eindkappen.
De geïllustreerde uitvoeringsvorm levert het extra voordeel op, dat de eindkappen indien gewenst kunnen worden verwijderd en vervangen, of hersteld, waardoor de levensduur daarvan en van de boei verder worden verlengd.
20 De geïllustreerde uitvoeringsvorm kan voorts het voordeel op leveren, dat de eindkappen kunnen dienen om het lichaam te beschermen en voorts om op doelmatige wijze het lichaam in positie te localiseren.
790 73 22

Claims (12)

1. Drijvende boei voor maritieme toepassingen, gekenmerkt door een lichaam met drijfvermogen (32) voor het drijvend houden van de boei (24) en een beschermingskap (34) die losmaakbaar 5 is bevestigd aan één einde van het lichaam (32), welke kap (34) beschadiging aan het lichaam (32) door contact met vreemde voorwerpen voorkomt.
2. Boei volgens conclusie 1,met het kenmerk, -]0 dat een centrale kern (38) aanwezig is, die in het lichaam (32) tussen het eerste einde en een tweede einde van· het lichaam (32) is geplaatst en is uitgevoerd voor de doorgang van een lijn daardoorheen; en een eerste opening (64) die in de kap is aangebracht om de doorgang van zulk een lijn daardoorheen mogélijk te maken. 15 3· Boei volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat een tweede beschermingskap (36( losmaakbaar aan het tweede einde van het lichaam (32) is bevestigd om beschadiging aan het lichaam (32) door contact met vreemde voorwerpen te voorkomen, welke tweede kap (38) een opening (64) heeft voor het doorlaten van zulk 20 een lijn.
4· Boei volgens conclusie 3» m e t het kenmerk, dat de wand van de opening in elke beschermingskap (34, 36) een gebogen oppervlak definieert met een zodanige minimale krommingsstraal, dat mogelijke beschadiging aan zulk een lijn als gevolg van het bui- 25 gen langs de opening tot een minimum is beperkt.
5. Boei volgens conclusie 3 of 4» met het kenmerk, dat elke beschermingskap (34? 36) een aantal veerkrachtige afhoud-middelen (80) heeft, die aan het buitenoppervlak (66) daarvan zijn bevestigd, welke afhoudmiddelen (80) schokken kunnen absorberen, 30 gevolg zijn van contact tussen de boei (24) en vreemde voor werpen.
6. Boei volgens één van de conclusies 3 t/m 5> ® e t het kenmerk, dat een eerste bevestigingsplatform (40) aan de kern (58) aan het eerste einde is bevestigd en dat een tweede bevesti- 35 gingsplatform (42) aan de kern (38) aan het tweede einde is bevestigd, welke platformen (40, 42) zijn ingericht voor de bevestiging van de eerste en tweede kappen (341 36) aan het lichaam (32).
7. Boei volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de platformen (40, 42) de vorm hebben van boutplatformen en
40 Ie beschermingskappen (34> 36) op de platformen zijn geschroefd.
8. Boei volgens één van de conclusies 3 t/m 7» m e t het 790 7 3 22 * kenmerk} dat het lichaam (52) de vorm heeft van een afgeknotte hol.
9. Boei volgens een van de conclusies 3 t/m 8, m e t het kenmerk} dat de hoei (24) nagenoeg een holvorm heeft.
10. Boei volgens een van de conclusies 1 t/m 9» m e t het kenmerk} dat het lichaam voorts een veerkrachtige Buitenhuid (48) omvat en een vulmiddel (50) van lage dichtheid Binnen de Buit enhuid (48)·
11. Boei volgens conclusie 10, met het kenmerk, 10 dat de veerkrachtige Buitenhuid (48) Bestaat uit een met draden versterkt elastomeer en het vulmiddel (50) van lage dichtheid Bestaat uit schuim met enkelvoudig gesloten cellen.
12. Vervangbare eindkap voor de toepassing in een Boei (24) volgens één van de voorafgaande conclusies, met het ken- 15. e r k, dat de eindkap (34» 36) Bevestigingsmiddelen (68) heeft voor het Bevestigen van de eindkap aan het lichaam (32) van de Boei (24) en dat de eindkap (34» 36) veerkrachtige afhoudmiddelen (80) heeft die aan een deel van het oppervlak daarvan (66) is Bevestigd, die tijdens Bedrijf een Buitenoppervlak vormen, waarbij de afhoud- 20 middelen (80) schokken kunnen absorberen die het gevolg zijn van contact met vreemde voorwerpen tijdens Bedrijf. 790 73 22
NL7907322A 1978-10-02 1979-10-02 Drijvende boei. NL7907322A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US05/947,356 US4280237A (en) 1978-10-02 1978-10-02 Floating buoy
US94735678 1978-10-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7907322A true NL7907322A (nl) 1980-04-08

Family

ID=25486013

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7907322A NL7907322A (nl) 1978-10-02 1979-10-02 Drijvende boei.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4280237A (nl)
JP (1) JPS5547982A (nl)
AU (1) AU5120479A (nl)
BE (1) BE879155A (nl)
DE (1) DE2939949A1 (nl)
DK (1) DK400379A (nl)
FI (1) FI793054A (nl)
FR (1) FR2437975A1 (nl)
GB (1) GB2031810B (nl)
NL (1) NL7907322A (nl)
NO (1) NO793152L (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0074709A3 (en) * 1981-07-28 1983-10-05 Balmoral Group LIMITED Buoy
FR2658476A1 (fr) * 1988-12-09 1991-08-23 Sibot Lucien Procede permettant la recuperation sans effort d'engins d'ancrages pour bateaux de plaisance munis d'un moteur.
US5000482A (en) * 1990-03-14 1991-03-19 Cimino John J Ski locating device utilizing a foam ball
US5411424A (en) * 1993-06-02 1995-05-02 Hill; Jeffrey S. Replaceable buoy cover
FR2792905B1 (fr) * 1999-04-29 2002-01-11 Helaly Alain Al Dispositif flottant, insubmersible presentant differents usages: publicitaire, sportif, loisirs, securite en mer, et limite d'espace navigable
GB2361215A (en) * 2000-04-10 2001-10-17 Richard Kennedy Mooring buoy having a hole for the passage of a mooring chain
US6503115B1 (en) * 2001-09-10 2003-01-07 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Flexible buoy assembly
US20060048441A1 (en) * 2004-09-07 2006-03-09 Sharff William R Fishing apparatus
US7908988B1 (en) * 2007-11-14 2011-03-22 Jon Khachaturian Method and apparatus for salvaging underwater objects
US20090212562A1 (en) * 2008-02-27 2009-08-27 The Boeing Company Method and apparatus for tidal power generation
WO2010070641A1 (en) * 2008-12-16 2010-06-24 Tali Henig Yosef Multihulled waterborne vehicle
US8567018B2 (en) * 2009-12-24 2013-10-29 Jeffery Dahl Linkable rope assembly
US8920203B2 (en) 2012-12-12 2014-12-30 Nivo Innovations, Llc Marker buoy
US9242702B1 (en) 2014-09-25 2016-01-26 Kyle Rich Anchor buoy
FR3066752A1 (fr) * 2017-05-29 2018-11-30 Etm Dispositif d'amarrage flottant

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US197041A (en) * 1877-11-13 Improvement in deck-pipes for windlasses
GB304535A (en) * 1928-04-24 1929-01-24 Tyne Improvement Commissioners Improvements in and relating to mooring buoys
GB327441A (en) * 1928-12-07 1930-04-07 Alan John Cobham A new or improved floating station for aircraft
US2413210A (en) * 1945-02-12 1946-12-24 Paul F Blackman Ship bumper
US2680859A (en) * 1951-12-31 1954-06-15 Hultberg Ake Albin Boat-buoy
GB858461A (en) * 1958-02-06 1961-01-11 Gas Accumulator Company United Improvements in or relating to buoys
US2960055A (en) * 1958-09-10 1960-11-15 Rudolph C Tomek Boat fender
US3132417A (en) * 1961-10-18 1964-05-12 Dayton Formold Inc Production of plastic foam articles
GB1020199A (en) * 1965-01-08 1966-02-16 Borg Warner Buoy
GB1269496A (en) * 1968-03-15 1972-04-06 Post Office Buoys
NO122578B (nl) * 1969-09-12 1971-07-12 Beyer Olsen K
US3618150A (en) * 1969-03-04 1971-11-09 James V Anselmi Beacon buoy marker containing lifesaving and signaling devices
US3664653A (en) * 1969-12-29 1972-05-23 Brooks Walker Energy absorber
US3674225A (en) * 1970-07-09 1972-07-04 Us Army Buoy
FR2236719B1 (nl) * 1973-06-27 1977-05-13 Puchois Gilbert
US3916467A (en) * 1974-11-07 1975-11-04 Jr Robert F Curd Fast water buoy
US3939510A (en) * 1974-11-07 1976-02-24 Curd Jr Robert F Lighted plastic discrepancy buoy
GB1505728A (en) * 1975-06-25 1978-03-30 Lee Marine Inc Marine anchor buoy

Also Published As

Publication number Publication date
FI793054A (fi) 1980-04-03
FR2437975A1 (fr) 1980-04-30
AU5120479A (en) 1980-04-17
NO793152L (no) 1980-04-08
US4280237A (en) 1981-07-28
GB2031810B (en) 1982-10-27
DE2939949A1 (de) 1980-06-19
DK400379A (da) 1980-04-03
GB2031810A (en) 1980-04-30
BE879155A (fr) 1980-02-01
JPS5547982A (en) 1980-04-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7907322A (nl) Drijvende boei.
US7284497B2 (en) Swing mooring pontoon
JPH02189298A (ja) 浮ドックシステム
EP3853116B1 (en) Automatic mooring apparatus for watercraft
US5144904A (en) Stabilizing apparatus
US5385427A (en) Method and apparatus for containment of oil and other pollutants
US20110148057A1 (en) Retractable Wheel Assembly
KR102076497B1 (ko) 소형 선박 침몰 방지 및 인양용 부유식 도크
EP2888160B1 (en) Semi-submersible integrated port
US6332421B1 (en) Boat fender system and method
CN110949611A (zh) 一种系泊装置、船舶及该系泊装置的布置方法
KR101895372B1 (ko) 다목적 이동식 계류장치
WO2000034589A1 (en) Method and device for oil spill response operation
KR20130006819U (ko) 펜더 계류 시스템 및 펜더 계류 방법
US6152061A (en) Floating collapsible hull protector against marine growth
KR100935238B1 (ko) 선박계류장치용 계류파이프 유닛
CN210634711U (zh) 一种系船浮筒
EP4082888A1 (en) Mobile electromagnetic mooring system for service vessels
AU2013205360B2 (en) Swing mooring pontoon
KR20130109147A (ko) 신축 가능한 체인 연결 장치
US6942533B1 (en) Floating aluminum box to protect dock workers
WO2000035745A1 (en) Arrangement by large ships, such as tankers, to enable or ease establishment of at least one towing line connection between the ship and a tugboat
RU2369518C1 (ru) Плавучий вертолетный взлетно-посадочный и причальный компекс
GB1570606A (en) Anchor marking and recovery apparatus
CN1164211A (zh) 浸没式悬索锚臂系船浮筒

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed