NL7907224A - Identificatiekaart met een relieefachtig oppervlak en een werkwijze voor het vervaardigen van deze identificatiekaart. - Google Patents

Description

r. . -- ** ’ ^ -1- 20963/JD/tj

Aanvrager: GAO Gesellsehaft fiir Automation und Organisation mbH, München, Bondsrepubliek Duitsland.

Korte aanduiding: Identificatiekaart met een reliëfachtig oppervlak en een werkwijze voor het vervaardigen van deze identificatiekaart.

5

De uitvinding heeft betrekking op een identificatiekaart met een reliëf-achtig oppervlak. Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zo’n identificatiekaart.

Maast de gladde identificatiekaarten voor algemeen gebruik, welke voor-10 zien zijn van een papierinlegsel, bestaan identificatiekaarten ook met een re liëfachtig oppervlak welke bijvoorbeeld voorzien zijn van een staalgravureafdruk zoals een bankbiljet. De laatste kaarten bieden tegenover andere kaarten verschillende voordelen. Aan de ene kant geven ze een aanzienlijke betrouwbaarheid tegen vervalsing door het straaigravureafdrukproces welke moeilijk na te bootsen is 15 en buitengewoon duur en aan de andere kant kan de veiligheidsopdruk visueel ge ïnspecteerd worden en manueel op een gemakkelijke manier, waardoor een zeer eenvoudige echtheidsonderzoek van de kaart mogelijk wordt.

Uit het Duitse Auslegeschrift 2.308.076 is reeds een identificatiekaart bekend. In dit geval wordt een waardevol uitgerust speciaal soort papier tussen 20 twee dekfoelies ingebed, zodanig dat het oppervlakreliëf van het speciale papier veroorzaakt door het watermerk, veiligheidsdraden en speciaal door de staalgravureafdruk, bevoeld en onderzocht kan worden op het geplastificeerde oppervlak van de identificatiekaart.

Vergeleken met de gladde identificatiekaarten is zo’n kaart voordelig om-25 dat het nabootsen van eenzelfde kaart door niet-gemachtigde personen bijna on mogelijk gemaakt wordt ten gevolge van de hoge technische uitrusting, vereist voor het vervaardigen van het speciale veiligheidspapier en omdat het gemakkelijk mogelijk gemaakt wordt voor het onderzoeken van de echtheidskentekens zonder een extra hulporgaan. Het nadeel is echter dat bij het vervaardigen van 30 de kaart het noodzakelijk is een laminatieproces te gebruiken, welke de indi viduele lagen bij hoge druk en bij een extra warmte-inwerking samenperst, waarbij het resultaat is dat het reliëf van de staalgravureafdruk in kwaliteit enigszins achteruit gaat.

Het Duitse Offenlegungsschrift 2.756.692 geeft een andere identificatie-35 kaart voorzien van een papierinlegsel.Het anders gladde oppervlak van de kaart 7907224 -2- ' 20963/JD/tj 1 t * heeft in het bovenste randgebied een onderschriftstrook welke voorzien is van een staalgravureafdruk, overeenkomstig een bankbiljet. De identificatiekaart wordt ook vervaardigd in een hete laminatieproces, waarbij de ondertekenings-strook ingebed wordt in de thermoplastische dekfoelie, zodanig dat geen naden 5 of randen achterblijven. Ondanks speciaal uitgeruste laminatieplaten, be doeld voor het beschermen van de reliëfstructuur van de ondertekeningsstrook, kan een geringe kwaliteitsvermindering van de staalgravureafdruk natuurlijk niet geheel uitgesloten worden.

In toevoeging op de identificatiekaarten voorzien van een papierin-10 legsel zijn zogenoemde vaste kunststofkaarten reeds bekend welke vooraf ver vaardigd werden door'thermoplastische stoffen ten gevolge van hun goede la-minatie-eigenschappen en een homogene versmelting van de individuele lagen.

Bij zulke kaarten wordt vanwege het snelle versmelten van de afzonderlijke lagen het.eveneens aanwezige staalgravureafdrukreliëf tijdens de laminatie-15 werkwijze reeds bij geringe warmte en druk welke noodzakelijk is voor de laminatiewerkwijze geheel vernietigd. Ofschoon er reeds lang een vraag is naar het beschermen van vaste kunststofkaarten, welke een aanzienlijk aandeel uitmaken van de identificatiekaarten die in omloop zijn, tegen vervalsing door hun evenredige kosten door middel van een staalgravureoppervlakreliëf, is dit 20 tot dusverre onmogelijk ten gevolge van het gebrek van een geschikt vervaar- digingswerkwijze.

Het is echter in principe mogelijk identificatiekaarten te verschaffen welke reeds gelamineerd zijn met een staalgravureafdrukreliëf direct in een staalgravureafdrukinrichting op een later tijdstip. Echter ten gevolge 25 van erg hoge drukken welke onvermijdbaar zijn gedurende de staalgravureafdruk- werkwijze, is het echter onoverkomelijk dat de achterzijde van de identificatiekaart een golfachtig oppervlak na het drukken zal hebben, welke onvoordelig is vooral in het geval van identificatiekaarten bedoeld voor automaten.

Dit is vanwege het magnetische spoor welke in de regel toegevoegd wordt aan 50 de kaart gedurende een vroegere werkwijze, op onbetrouwbare wijze vervormd gedurende het drukken, en daarmee overeenkomstig de geldige normvoorschriften onbruikbaar wordt. Een universele uitvoering van geloofwaardige identificatiekaarten met bijna geen oppervlaktereliëf is niet mogèlijk bij zo'n werkwijze.

35 Naast de voordelige staalgravureafdrukwerkwijzen, is reeds sinds lang 7907224 -3- 20963/JD/tj * een drukwerkwijze bekend welke ook een reliëfachtig oppervlak vervaardigt.

De reliëfachtige verheven gebieden worden echter verkregen met behulp van chemische schuimwerkwijzen na het werkelijke drukken.

Deze drukwerkwijze moet echter uitgesloten worden als een mogelijkheid 5 voor het beschermen van identificatiekaarten tegen vervalsing daar het met een voudige middelen welke toegankelijk zijn voor iedereen, nagebootst kan worden.

Omdat de staalgravureafdrukwerkwijze naast andere karakteristieke kenmerken zogenoemde diagonale kleursegmenten tentoonspreidt, dat wil zeggen scherp verlopende kleurovergangen, die met geen andere afdrukwerkwijze realiseerbaar zijn, is alleen daardoor een eenvoudig, verschil van de afdrukbeelden bij af-10 drukwerkwijzen een feit.

Het doel van de onderhavige uitvinding is zodoende te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van identificatiekaarten met zowel vaste kunststofkaarten alsook identificatiekaarten voorzien van een veiligheids-papierinlegsel; dat verschaft wordt door een staalgravureafdruk-oppervlaktere-15 lief van onverminderde kwaliteit met een aanvaardbare economische uitgave, waar door ook de werkwijze geschikt gemaakt wordt voor massaproduktie, zonder de veiligheidsvoordelen van de bekende identificatiekaarten uit het oog te verliezen.

De identificatiekaart volgens de onderhavige uitvinding wordt daardoor 20 gekenmerkt, dat een deklaagfoelie welke voorzien is van een staalgravureafdruk en een deel van de identificatiekaartinformatie draagt, gelamineerd wordt in een koude laminatiewerkwijze op een basis welke, indien gewenst, een constructie met veel lagen kan hebben.

Deze basis kan een papierlaag bevatten. Ook kan de basis uit kunst-25 stof bestaan. De reksterkte van de deklaagfoelie is minder dan de kleef sterkte van een zich daaronder bevindende kleeflaag. De deklaagfoelie kan uit cellofaan bestaan waarbij de kleeflaag een acrylkunststof is. Ook is als bijzonderheid van de uitvinding de weerstand van de deklaagfoelie tegen irreversibele uitzetting minder dan de kleefkracht van de kleeflaag. Verder is als bijzonderheid van 30 de uitvinding mogelijk dat de deklaagfoelie uit polyvinylchloride en de kleef laag uit kunststof gebaseerd op acryl bestaat,

De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het concept dat gedrukte informatie op een informatiekaart ten dele voldoet aan zeer verschillende functies en zodoende blootgesteld wordt of onderworpen aan aanvallen van erg ver-35 schillend karakter.

790 7 2 2 4 • * ' *· #- ’ -4- 20963/JD/tj

De cliënt-georiënteerde data op de kaart welke omvatten, bijvoorbeeld het kaartnummer, het rèkeningsnummer, de naam van de cliënt, het adres en dergelijke en welke variëren van kaart tot kaart, komen in de eerste plaats in aanmerking voor vervalsingen. De bedriegende maatregelen beperken zich daar-5 bij in het algemeen tot het veranderen van de bestaande data of het aanpassen van de kaartdata aan de data op andere media,gebruikt voor fraudes zoals beleggingen en dergelijke. De cliënt-georiënteerde data worden in de regel op de identificatiekaart aangebracht door middel van commerciële schrijf- of afdrukinrichtingen en zijn ter bescherming tegen manipulaties overwegend in 10 een extern zichtbare, echter niet toegankelijke binnenlaag van de kaarten ge plaatst zodat onmogelijk is aan deze data te komen.

Voor het vervalsen van deze data is het echter aan de ene kant noodzakelijk de laag die de data draagt bloot te leggen en aan de andere kant de letters en patroon van de afdruk te imiteren. Indien de data gecodeerd zijn is 15 het ook noodzakelijk de code te verkrijgen en deze te gebruiken wanneer de data vervalst worden.

Om totale vervalsingen van informatiekaarten te voorkomen, worden deze bovendien met de versehillendste echtheidskentekens uitgerust, die elk na toepassing van de kaart visueel, manueel en/of machinaal te herkennen en te on-20 derzoeken zijn. Voor dagelijks gebruik zijn zoals vermeld in het bijzonder de kentekens bijzonder gewild, die van de ene kant slechts met hoge technische kosten na te vormen zijn, en aan de andere kant zonder hulpmiddel visueel en/of manueel te onderzoeken zijn.

Een kenteken welke voordelig is in deze context zijn staalgravureafdruk-25 ken welke een hoge graad van betrouwbaarheid bewerkstelligen .tegen vervalsingen ten gevolge van een erg fijne liniëring, welke een speciale handvaardigheid en artistieke waarde vereist bij het vervaardigen door de mogelijkheid van het plaatsen van verschillende kleuren in erg fijne lijnen dicht ten opzichte van elkaar in een bedoeld patroon, door de mogelijkheid van het vervaardigen 30 van diagonale kleursegmenten, dat wil zeggen diagonale kleurovergangen, en tengevolge van het karakteristieke oppervlakreliëf.

Teneinde vergissingen te voorkomen gedurende het echtheidsonderzoek worden deze echtheidskentekens, vooral die welke visueel onderzocht kan worden en omvattende een erg fijne en gecompliceerde structuur van de staalgravure-35 patroon, bij voorkeur op dezelfde manier opgebracht op alle kaarten van een 7907224 • ; · ί -5- 20963/JD/tj speciale klasse of serie.

De kentekens, aanwezig voor een algemeen echtheidsonderzoek, voeren erg vaak hun functie uit als een veiligheidsbewaking tegen het vervalsen, alleen vanwege het type, aard, ontwerp en structuur, zelfs zonder een extra 5 veiligheidsmaatregel. Het is op zich niet nodig zo'n kenteken op een bin nenste kaartlaag te plaatsen, daar het vervalsen van zo'n kenmerk geen enkel voordeel opbrengt. Niettegenstaande is het gewoon zowel de variabele, cliëntspecifieke data als de echtheidskentekens welke niet vervalst worden in het inwendige van de kaart te plaatsen. Dit is voordelig 10 gebleken bij een algemene bescherming tegen slijtage en beschadiging, vooral in het geval dat de kentekens op een gevoelige manier met de omgevingscondities reageren·. Het plaatsen van het staalgravurepatroon in het inwendige van de kaart is echter niet noodzakelijk ten gevolge van zijn goede weerstand tegen omgevingsfactoren welke welbekend zijn in het geval van bank-15 biljetten bijvoorbeeld. In aanvulling.hierop is dit aanzienlijk nadelig, daar het oppervlakreliëf, welke bijna onmogelijk is na te bootsen, volledig tegengehouden wordt voor een onderzoek of zijn kwaliteit wordt verminderd, net zoals bij de identificatiekaarten volgens de stand van de uitvinding. De selectieve plaats van Het staalgravurepatroon welke niet vervalst kan worden 20 met een redelijke kostenuitgave, aan de buitenzijde van de kaart met behulp van de werkwijze van de uitvinding opent nieuwe velden van toepassingen welke totdusver ontoegankelijk was voor dit kenteken en verbetert de bestaande eigenschappen van het kenteken.

Het is ook vooral voordelig gebleken wanneer alle typen identificatie-25 kaarten (vaste kunststofkaarten, papierinlegselkaarten en dergelijke) uitgerust kunnen worden met de staalgravureafdrukoppervlakreliëfs in een uniforme werkwijze door middel van de werkwijze van de uitvinding. Daar de staalgra-vureafdrukoppervlakreliëfs niet onderworpen worden aan een warmtebehandeling gedurende het vervaardigen van de kaart volgens de uitvinding vermindert de 30 kwaliteit van deze reliefs niet gedurende het laminatieproces.

De werkwijze voor het vervaardigen van een identificatiekaart zoals hierboven beschreven wordt daardoor gekenmerkt dat het lamineren van de basis met de deklaagfoelie continu bewerkstelligd wordt in een calanderinrichting.

Ondanks het rationeel vervaardigen van de kaarten wordt een hoge be-35 " trouwbaarheid tegen vervalsen nog verzekerd ten gevolge van verdere ontwikke- 7907224 *· -6- 20963/JD/tj lingen van de onderhavige uitvinding welke het onmogelijk maken de deklaag-foelie te verwijderen en opnieuw te gebruiken.

De onderhavige uitvinding heeft verder als bijzonderheid dat de basis en de deklaagfoelies toegevoerd worden naar de rollen van de· calander-5 inrichting in de vorm van multi-gebruikslagen. Een beschermingsfoelie welke een kleeflaag van de deklaagfoelies bedekt, wordt verwijderd van de deklaag foelie door middel van een omkeerrol voordat de deklaagfoelie en de basis de spleet van de calanderinrichting binnenkomen in de vorm van multi-gebruikslagen. In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt ten minste één van 10 de oppervlakten van de deklaagfoelies en de basis in de spleet van de calanderinrichting voorzien van een kleefstof. Deze kleefstof kan een twee componentenkleefstof zijn.

Het is verder praktisch gebleken dat één van de calanderrollen een elastische bekleding heeft, in het bijzonder eên harde rubberlaag.

15 Uitvoeringsvormen van de uitvinding zal nu beschreven worden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen waarbij: fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een papier-gelamineerde identificatiekaart, fig. 2 een dwarsdoorsnede is van de inventieve identificatiekaart met 20 een papier-gelamineerde basis, fig. 3 een dwarsdoorsnede is van de deklaagfoelie met een beschermingslaag, fig. 4 een dwarsdoorsnede is van de inventieve identificatiekaart met een vaste kunststofbasis, 25 fig. 5 een inrichting is voor het vervaardigen van de inventieve iden tificatiekaart met een zelfklevende deklaagfoelie, en fig. 6 een inrichting is voor het vervaardigen van identificatiekaarten met een niet-zelfklevende reliëffoelie.

Fig. 1 illustreert een bekende gladde identificatiekaart. Zoals de fi-30 guur onthult bestaat kaart 1 uit een bovenste en onderste bekledingsfoelie waartussen een gedrukte papiervorm 2 is geplaatst. De bekledingsfoelies 3, 4 dienen voor het beschermen van de papiervorm 2 en verminderen de noodzakelijke stabiliteit van de kaart. De papiervorm 2 is vervaardigd uit een hoog kwalitatief, speciaal papier welke een staalgravurepatroon 7 heeft, een watermerk 6 alsook een vei-35 ligsheidsdraad 5,ingebed in het papier. Bovendien worden cliënt-specifieke 790 7 2 2 4 Λ -7- 20963/JD/tj kaartdata 8 op het speciale papier gedrukt in aanvulling op de gedrukte informatie toegepast door staalgravure-technologie welke bij voorkeur beperkt wordt door beeldrepresentaties, achtergrondrasters en dergelijke. De cliënt-specifieke data worden op het papier gedrukt met een eenvoudige pla-5 nografische druktechnologie, bijvoorbeeld met behulp van een hoge snelheids- drukker. Teneinde de kaart klaar te maken worden de individuele lagen 2, 3 en 4 aan elkaar geperst onder hoge druk en de gelijktijdige werking van warmte.

Bij het combineren van de individuele lagen wordt de papiervorm zo nauwgezet mogelijk gebonden aan bekledingsfoelies 3> 4, zodat het niet langer mogelijk is toegang 10 te verkrijgen tot de gedrukte informatie zonder sporen van manipulering op de kaart achter te laten.

Fig. 2 toont een papierinlegsel-identificatiekaart, vervaardigd door de werkwijze van de onderhavige uitvinding waarbij een speciaal papier 2 gelamineerd wordt tussen twee bekledingsfoelies 3 en 4. In analogie op de beken-15 de identificatiekaarten worden cliënt-specifieke data 8 aangebracht, indien ge- . wenst aan beide kanten van de papierlaag 2 in dit type kaart en zodoende wordt voorkomen dat er invloeden plaatsvinden door pogingen om de data te vervalsen.

Het veiligheidspatroon 12 welke het totale indrukken bepaalt en welke uitgevoerd wordt door de staalgravureafdrukwerkwijze, wordt daarentegen direct aan-20 gebracht, ten minste voor een deel, op het oppervlak van een extra deklaag- foelie 10. Hierdoor neemt het oppervlakreliëf 12, gevormd door het gravure-afdrukken, een erg gemarkeerde verschijning aan. Het staalgravureafdrukreliëf 12 is direct toegankelijk, daar op het buitenoppervlak van de kaart geplaatst wordt. Echter daar elke manipulatie van dit afdrukpatroon met de bedoeling te 25 frauderen geen enkel voordeel opbrengt met vervalsing, wordt manipulatie van dit afdrukpatroon op zich niet verwacht. Tengevolge van de hoge technische kosten noodzakelijk voor het vervaardigen van het oppervlakreliëf alsook voor het inspecteren van hetzelfde op een eenvoudige manier, wordt de identificatiekaart, geïllustreerd in fig. 2, beschermd tegen een volledige vervalsing op een 30 erg effectieve manier.

In tegenstelling met de bekende vervaardigingswerkwijzes waarbij, zoals reeds vermeld,alle lagen van een kaart welke gecombineerd worden, aan elkaar gesmolten worden nadat alle afdrukinformaties aangebracht op de informatiedrager 2 door warmtewerking en druk gedurende een laminatiewerkwijze zijn aange-35 bracht, is alleen de basiskaartstructuur bestaande uit lagen 2, 3 en 4 bijvoor- 7907224 -8- 20963/JD/tj beeld, in het begin vervaardigd volgens de bekende werkwijze in een eerste operatie volgens de inventieve werkwijze. Deze basis wordt slechts in gedeelte voorzien met het afdrukpatroon betrekking hebbende op het ontwerp van de kaart.

5 Gedurende een werkwijze welke indien gewenst gelijktijdig kan plaats vinden, wordt de transparante deklaagfoelie 10 toegevoerd met een staalgravure-reliëf 12 met supplementen of complementen van het afdrukbeeld op de basis-kaartstructuur. De deklaagfoelie 10 heeft aan de onderkant een kleeflaag 11 welke dient voor het binden van de deklaagfoelie 10 en de basiskaartstructuur 10 2, 3> 4 zoals vertoond in fig. 2 op een zodanige manier dat de deklaagfoelie irreversibel vervormd wordt en zodoende nutteloos indien een poging gemaakt wordt de lagen te scheiden. De kleeflaag 11 zoals vertoond in fig. 3, wordt voorzien van een beschermingslaag 13 bestaande uit een substraat met een lage kleefcapaciteit zoals bijvoorbeeld siliconenpapier, teneinde zowel de kleef-15 laag 11 op de deklaagfoelie alsook de elementen van de inrichting vereist voor het verwerken gedurende het drukken en alle- bereidingsmaatregelen tegen vuil, beschadiging en dergelijke te beschermen. Verder wordt deze kleeflaag aangebracht vanwege een betere afdrukbaarheid en het opslaan zonder moeilijkheden van de deklaagfoelies 10.

20 Wanneer de basiskaartstructuur uit de gravureafdrukfoelie voor het vor men van de identificatiekaart vertoond in fig. 2 verbonden wordën, wordt de beschermingslaag 13 in het begin verwijderd van de deklaagfoelie 10. De deklaagfoelie 10, voorzien van de staalgravureafdruk,wordt daarna koud gelamineerd op de basiskaartstructuur 2, 3 , # met behulp van bijvoorbeeld een rollen paar 25 zodat het reliëf van de gravureafdruk 12 kwalitatief volledig behouden blijft.

Teneinde te voorkomen dat de deklaagfoelie 10, voorzien van de staal-gravureafdruk 12 gescheiden wordt van een klaargemaakte identificatiekaart en aangebracht wordt op een andere basis, worden de deklaagfoelie 10 en de kleeflaag 11 zodanig op elkaar afgesteld dat de kleefsterkte van de kleeflaag 11 30 in het algemeen groter is dan de reksterkte van de deklaagfoelie. Indien de deklaagfoelie mechanisch gescheiden wordt van de basiskaartstructuur, zal de deklaagfoelie,afhankelijk van zijn aard, zowel slechts in fragmenten verwijderd worden of zal zodanig gerekt en vervormd worden dat een hergebruik onmogelijk is.

Het is redelijk mogelijk voor een deskundige op dit gebied de foelies 35 en de kleeflagen welke zich voegen naar de bovenvermelde vereisen, te kiezen uit 7907224 ï ^ -9- 20963/JD/tj het aantal bekende materialen zonder zelf een inventieve gedachte te plegen.

Een deklaagfoelie welke zelf-destructief is bij het scheiden kan bijvoorbeeld gemaakt worden door gebruik te maken van een dunne cellofaanfoelie en een laag, welke louter vervormd samen met een dunne PVC-foelie (polyvinylchloride). Een 5 commercieel acryl-kleefstof kan gebruikt worden als kleefstof.

Fig. 4 toont een andere vaste kunststof identificatiekaart, in overeenstemming vervaardigd met de inventieve werkwijze. De basiskaartstructuur in dit geval bestaat uit de transparante bekledingsfoelies 14 en 16 met een kleurfoelie 15 ertussenin liggend. De ondoorschijnende foelie 15, welke gela-10 mineerd wordt tussen de deklaagfoelies, wordt op een van de beide zijdes met de cliënt-specifieke data 8 gedrukt en kan ook voorzien worden van algemene patronen, betrekking hebbende op het totale beeld van de kaart. Een aanvullende foelie 10 welke aangevuld wordt met voordelige staalgravureafdruk 12 wordt nu koud gelamineerd op deze drie lagen basisstructuur zoals reeds vermeld op 15 een erg gemakkelijke manier met behulp van het beschreven proces. Vandaar dat de vaste kunststofkaart uitgerust kan worden met staalgravureafdrukreliëfs welke extreem meeilijk na te bootsen zijn, maar die onderzocht kan worden met eenvoudige organen op dezelfde manier zoals hierboven beschreven ongeacht de structuur en aard van de foelies 14, 15, 16, waarbij zulke kaarten tegen volledige 20 vervalsing beschermd worden.

Een werkwijze voor het aanbrengen van de kaartdrager, voorzien van een staalgravureafdruk, wordt in het kort verklaard met betrekking tot de schematische fig. 5. Zoals deze figuur illustreert, wordende basis, welke uit elementen 3, 2, 4 van fig. 1 kan bestaan, en de deklaagfoelie (fig. 3), welke 25 aangepast is of afgestemd is wat betreft de dimensies van de basis en voorzien is van een staalgravureafdrukreliëf, verwerkt in de vorm van de zogenoemde multi-gebruikslagen.De werkelijke "lamineringsinrichting" bestaat uit de rollen 17, 18 van de calanderinrichting. Rol 17 wordt bedekt met een elastische deklaag, bijvoorbeeld een harde rubberlaag 19- De multi-gebruikslaag 21 30 welke de basis 20 draagt, wordt toegevoerd naar de rollen 19, 18 van de calan derinrichting in de richting van pijl 24 met behulp van twee transportrollen 22, 23· Tegelijkertijd wordt de multi-gebruikslaag 26, voorzien van de deklaagfoelies 10, toegevoerd naar de rollen van de calanderinrichting in de richting van pijl 27. Voordat de laag de rollenpaar nadert wordt de beschermingslaag 28 35 verwijderd in de richting van pijl 30 met behulp van een omkeerrol 29, zodat 790 72 2 4 * -10- 20963/JD/tj * de multi-gebruikslaag, voorzien van deklaagfoelies met zijn kleeflaag op de onderliggende laag 21 komt te liggen. Wanneer het gemeenschappelijke plaatsen en aanbrengen van de multi-gebruikslagen is geregeld, zullen de deklaagfoelies 10 door de rollen van de oalanderinrichting gaan, welke de lagen 26, 5 21 aan elkaar persen, waardoor ze permanent aan elkaar bevestigd worden met de respectievelijke basis 20.

Gedurende een laatste werkwijze worden de identificatiekaarten geponst uit de versmolten multi-gebruikslagen op een bekende manier.

In aanvulling op het bovenvermelde vervaardigingswerkwijze is het ook 10 mogelijk in het begin een niet-zelfklevende foelie met een reliëfafdruk te verschaffen en deze dan aan te brengen op de kleeflaag op een van de oppervlakken, onmiddellijk voordat de deklaagfoelies en de basis aan elkaar gedrukt worden. De kleefstof in dit geval kan een commercieel kleefstof zijn, bijvoorbeeld een tweecomponentskleefstof, welke dan gebruikt wordt bij het 15 vervaardigen van dikkere foelies, waarbij verzekerd wordt dat de foelie ir reversibel vervormd wordt wanneer pogingen gedaan wordt deze te scheiden van de basis.

De laatste werkwijze wordt in het kort verklaard aan de hand van fig. 6 welke toont hoe de kleefstof aangebracht wordt op het oppervlak van weefsel 31, 20 onmiddellijk voordat weefsel 31 en 32 aan elkaar bevestigd worden,voordat ze de walspleet gevormd door de rollen 18, 19 binnentreden. De kleefstof 1.1 wordt aangebracht in het geïllustreerde geval bijvoorbeeld volgens de bekende extrudermethode en een brede-sleufverdeelinrichting hoofd 33 wordt gebruikt, welke verbonden is met een pomp (niet vertoond) via een toevoerleiding 3^* 25 -CONCLUSIES- 790 7 2 2 4

Claims (13)

1. Identificatiekaart met een reliëfachtig oppervlak, met het kenmerk, dat een deklaagfoelie welke voorzien is van een staalgravureafdruk en een deel 5 van de gedrukte identificatiekaartinformatie draagt, gelamineerd wordt in een koude laminatiewerkwijze op een basis, welke, indien gewenst een constructie met vele lagen kan hebben.

2. Kaart volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de basis een pa-pierlaag omvat.

3. Kaart volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de basis uitslui tend uit kunststof bestaat.

4. Kaart volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat men een deklaagfoelie (10) toepast welke een reksterkte heeft die kleiner is dan de kleef-kracht van een kleeflaag (11).

5. Kaart volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat men een deklaagfoe lie , bestaande uit cellofaan en een kleeflaag, bestaande uit acrylkunststof toepast.

6. Kaart volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de weerstand van de deklaagfoelie voor een irreversibele uitzetting minder is dan de kleefkracht 20 van de kleeflaag (11).

7. Kaart volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de deklaagfoelie uit polyvinylchloride bestaat en de kleeflaag gebaseerd is op een acrylkunststof.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van een identificatiekaart volgens 25 een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het lamineren van de basis met de deklaagfoelie continu uitgevoerd wordt in een calanderinrichting.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de basis (20) en de deklaagfoelies (10, 25) toegevoerd worden naar de calanderinrichtingrollen (17, 18) in de vorm van multi-gebruikslagen (21, 26).

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een beschermings- foelie (28) welke de kleeflaag (11) van de deklaagfoelies (10, 25) bedekt,verwijderd wordt van de deklaagfoelie · door middel van een omkeerrol (29) voordat de deklaagfoelies (10) en de basis de spleet van de calanderinrichting in de vorm van multi-gebruikslagen (21, 26) binnenkomen. 35

11· Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat ten minste één 7907224 -12- 20963/JD/tj ·* *" * , van de oppervlakken van de deklaagfoelies voor het binnentreden van de spleet van de calanderinrichting ten minste van een laag kleefstof wordt voorzien.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de kleefstof een tweecomponentenkleefstof is. 5

13· Werkwijze volgens conclusies 1—12, met het kenmerk, dat één van de calanderinrichtingsrollen een elastische laag draagt, in het bijzonder een harde rubberlaag. 7907224