NL7906806A - Werkwijze ter bereiding van molybdeenoxide. - Google Patents

Werkwijze ter bereiding van molybdeenoxide. Download PDF

Info

Publication number
NL7906806A
NL7906806A NL7906806A NL7906806A NL7906806A NL 7906806 A NL7906806 A NL 7906806A NL 7906806 A NL7906806 A NL 7906806A NL 7906806 A NL7906806 A NL 7906806A NL 7906806 A NL7906806 A NL 7906806A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
molybdenum trioxide
temperature
molybdenum
process according
hearth
Prior art date
Application number
NL7906806A
Other languages
English (en)
Other versions
NL187311B (nl
NL187311C (nl
Original Assignee
Amax Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Amax Inc filed Critical Amax Inc
Publication of NL7906806A publication Critical patent/NL7906806A/nl
Publication of NL187311B publication Critical patent/NL187311B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL187311C publication Critical patent/NL187311C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01GCOMPOUNDS CONTAINING METALS NOT COVERED BY SUBCLASSES C01D OR C01F
    • C01G39/00Compounds of molybdenum
    • C01G39/02Oxides; Hydroxides
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01GCOMPOUNDS CONTAINING METALS NOT COVERED BY SUBCLASSES C01D OR C01F
    • C01G39/00Compounds of molybdenum
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01PINDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
    • C01P2006/00Physical properties of inorganic compounds
    • C01P2006/80Compositional purity

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Inorganic Compounds Of Heavy Metals (AREA)
  • Manufacture And Refinement Of Metals (AREA)

Description

ΖΓ Λ * LS 4533-1
Ρ & C
V
Werkwijze ter bereiding van molybdeenoxide.
Molybdeen wordt in hoofdzaak aangetroffen in de aardkorst in de vorm van molybdeniet (M0S2), dat verdeeld is als zeer fijne adertjes in kwarts dat aanwezig is in een erts, welk erts in hoofdzaak bestaat uit gemodificeerd graniet met een hoog gehalte aan silicium. De concentratie van het 5 molybdeniet in dit erts is betrekkelijk laag, dat wil zeggen circa 0,1 -0,6 gew.%. Het molybdeniet is aanwezig in de vorm van betrekkelijk zachte, hexagonale, zwarte, vlokvormige kristallen; deze kristallen worden geëxtraheerd uit het erts en geconcentreerd volgens één van de verscheidene bekende methoden ter verhoging van het gehalte aan molybdeendisulfide tot 10 een waarde van gewoonlijk meer dan circa 80 gew.%, betrokken op het concentraat. Het verkregen concentraat wordt onderworpen aan een oxidatiestap, gewoonlijk roosten in aanwezigheid van lucht, waardoor het molybdeendisulfide wordt omgezet in molybdeenoxide dat van commerciële of technische kwaliteit is en verschillende verontreinigingen bevat, waaronder metaalhouden-15 de verontreinigingen die in het oorspronkelijke erts aanwezig zijn.
Het is in sommige gevallen gewenst of noodzakelijk een molybdeenpro-dukt te verschaffen ter bereiding van molybdaatverbindingen die betrekkelijk vrij zijn van deze metaal bevattende verontreinigingen; dit materiaal met grote zuiverheid kan worden toegepast ter bereiding van molybdeenver-20 bindingen, katalysatoren, chemische reagentia of dergelijke, waarin de aanwezigheid van kalium schadelijk is. De bereiding van zeer zuiver ammo-niummolybdaat en molybdeenoxide werd tot nu toe uitgevoerd onder toepassing van verschillende chemische en fysische zuiveringsmethoden, waarvan de sublimatie van oxide van technische kwaliteit bij verhoogde temperaturen, 25 bijvoorbeeld circa 1000°C of hoger, en isolatie van het gesublimeerde mo-lybdeentrioxide met een zuiverheid die gewoonlijk circa 99 % of meer bedraagt, waarschijnlijk de meest gebruikelijke methode is. Ongelukkigerwijs is de sublimatiewerkwijze ondoelmatig; deze methode verschaft een gezuiverd molybdeentrioxide in een betrekkelijk lage opbrengst, waardoor recirculatie 30 en verdere behandeling van het residu voor het winnen van hierin aanwezige resterende molybdeenwaarden nodig is, hetgeen verder afbreuk doet aan de economie van het zuiveringsproces.
In de laatste jaren heeft men in het bijzonder aandacht besteed aan het kaliumgehalte van molybdeentrioxide, in het algemeen molybdeentrioxide 35 met minder dan circa 100 gew.dln kalium per miljoen (ppm), bijvoorbeeld circa 40 - 80 ppm kalium. Gezuiverd oxide van deze kwaliteit is geschikt voor het bereiden van molybdeenpoeder dat gebruikt wordt voor de vervaardiging van draden, staven, vellen en platen, gesinterde delen en andere 7906806 s * » ^ - 2 - fabrieksprodukten, in het bijzonder legeringen en chemisch zuivere molyb-deenzouten zoals die welke in katalysatoren kunnen worden toegepast.
Representatieve werkwijzen voor het behandelen van molybdeendisulfide of molybdeentrioxide ter bereiding van molybdeentrioxide van chemische 5 kwaliteit, worden beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 1.888.978, 1.923.652, 3.139.326, 3.351.423, 3.393.971, 3.848.049, 3.932.580 en 3.957.-946.
De uitvinding verschaft een werkwijze ter bereiding van een gezuiverde ammoniummolybdaatoplossing uit molybdeentrioxide van technische kwali-10 teit, volgens welke werkwijze men het molybdeentrioxide van technische kwaliteit gedurende een voldoend lange tijd op een voldoend hoge temperatuur verhit om het kalium oplosbaar in heet water te maken, het verhitte molybdeentrioxide afkoelt met een koelsnelheid van ten minste 30®C/min. tot een temperatuur beneden 400 ®C, het afgekoelde molybdeentrioxide uit-15 loogt met heet water ten einde hieruit kalium te verwijderen, het molybdeentrioxide van het voor het uitlogen gebruikte water scheidt, het afgescheiden molybdeentrioxide digereert in een ammoniumionen bevattende oplossing onder vorming van een gezuiverde ammoniummolybdaatoplossing, en de gezuiverde ammoniummolybdaatoplossing scheidt van niet-gedigereerde vaste 20 stof.
De onderhavige werkwijze wordt met bijzonder voordeel uitgevoerd in combinatie met het roosten van molybdeniet. Hiertoe voert men een kalium· bevattend molybdenietconcentraat naar een roostinrichting, verhit het concentraat op een temperatuur van circa 550® - 1400®C ih een vrije zuurstof 25 bevattende atmosfeer onder oxidatie van molybdeendisulfide tot molybdeentrioxide met een zwavelgehalte van minder dan circa 0,5 % en bij voorkeur ' " met een zwavelgehalte van minder dan circa 0,1 %, koelt het molybdeentrioxide af van een temperatuur, die voldoende hoog is om het kalium oplosbaar te maken in heet water, tot een temperatuur van circa 400®C en bij 30 voorkeur tot een temperatuur beneden circa 200®C onder toepassing van een afkoelsnelheid van ten minste 30®C/min., loogt het afgekoelde molybdeentrioxide uit met heet water ten einde hieruit kalium te verwijderen, scheidt het molybdeentrioxide van het voor het uitlogen gebruikte water en digereert het afgescheiden molybdeentrioxide in een ammoniumionen bevatten-35 de oplossing onder vorming van ammoniummolybdaten die gewonnen kunnen worden uit de oplossing en gecalcineerd tot molybdeentrioxide van chemische kwaliteit.
Fig. 1 is een schematische weergave van de onderhavige werkwijze.
Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm van een roostoven van het Nichols- 7906806 * 4 - 3 -
Herreshoff-type met een aantal haarden.
Fig. 3 toont schematisch de "constante toestand" die in een oven met een aantal haarden kan bestaan.
Molybdeen wordt in de aardkorst overwegend aangetroffen in de vorm 5 van molybdeniet (MoS^), waarvan de grootste bekende bron zich bij Climax, Colorado in de Verenigde Staten van Amerika bevindt; het ertslichaam wordt, in de toestand waarin het gedolven wordt, gevormd door gemodificeerd graniet met een hoog gehalte aan silicium, waardoor het molybdeniet verdeeld is in de vorm van zeer fijne adertjes, gewoonlijk in een concentratie van 10 circa 0,1 - 0,6 %. De concentratie van het molybdeniet wordt bij voorkeur verhoogd met behulp van een met olie uitgevoerd flotatie-extractieproces ter verlaging van het gehalte aan ganggesteente tot minder dan circa 40 % en bij voorkeur tot minder dan circa 10 %. Het flotatie-extractieproces vereist dat het erts, in de toestand waarin het gedolven is, wordt fijnge-15 maakt tot een betrekkelijk geringe deeltjesgrootte, waarbij gewoonlijk 35 % een deeltjesgrootte van minder dan circa 0,15 mm bezit, waarna de molybdenietdeeltjes van het silicium bevattende ganggesteente worden gescheiden onder toepassing van een koolwaterstofolie en pijnolie in combinatie met verschillende bevochtigingsmiddelen. De in hoofdzaak uit molyb-20 deniet bestaande deeltjes worden vastgehouden in het flotatieschuim, terwijl de dichtere ganggesteentedeeltjes, die in hoofdzaak uit siliciumoxide bestaan, in het resterende deel ("tailing portion") van de pulp achterblijven. Het olieflotatieproces wordt normaliter uitgevoerd in een reeks achtereenvolgende bewerkingen; elk van deze bewerkingen omvat een maalstap 25 gevolgd door een flotatiestap, waarbij de deeltjesgrootte van het erts in toenemende mate verminderd wordt en de concentratie van molybdeniet in het geëxtraheerde produkt in toenemende mate verhoogd wordt totdat de gewenste concentratie van molybdeniet verkregen is. Deze molybdenietconcentratie kan uiteenlopen van circa 80 % tot zelfs 90 % of meer, afhankelijk van de 30 beoogde uiteindelijke toepassing van het concentraat. Het molybdenietcon-centraat, dat verkregen wordt volgens het met olie uitgevoerde flotatie-extractieproces, wordt overgebracht naar een roostbewerking, waarbij een overmaat vrije zuurstof bevattend gas wordt ingevoerd om het molybdeen-disulfide om te zetten in molybdeenoxiden. Men kan een verscheidenheid van 35 roostinrichtingen toepassen, bijvoorbeeld reactoren met gefluidiseerd bed, snel werkende ("flash") roostinrichtingen of ovens met een aantal haarden, bijvoorbeeld van het Herreshoff-, McDougal-, Wedge- of Nichols-type. De onderhavige werkwijze wordt hieronder beschreven in samenhang met een Herreshoff-roostinrichting, die in het algemeen een aantal ringvormige, 7906806 * * - 4 - vertikaal op een afstand van elkaar geplaatste haarden bevat; het gerooste molybdenietconcentraat wordt van de bovenste haard cascadegewijs in benedenwaartse richting naar de onderste haard gevoerd terwijl het wordt blootgesteld aan een tegenstroom van hete rookgassen ten einde het molybdeniet 5 door roosten te oxideren tot molybdeenoxide bij temperaturen die in het algemeen uiteenlopen van circa 550® tot circa 750®C. De betrekking tussen tijd, temperatuur en overmaat zuurstof wordt zodanig geregeld dat praktisch al het oorspronkelijk aanwezige molybdeniet wordt geoxideerd tot molybdeen-trioxide.
10 Zoals is weergegeven in fig. 1, wordt molybdeniet bevattend erts ver- gruizeld en gemalen tot een deeltjesgrootte waarbij meer dan circa 35 % van de deeltjes kleiner is dan circa 0,15 mm, ten einde het molybdeniet uit het silicium bevattende ganggesteente te bevrijden. Het gemalen erts wordt opgeslibd met water; aan de brij worden flotatiemiddelen, namelijk 15 een koolwaterstofolie en pijnolie in combinatie met verschillende bevoch- · tigingsmiddelen, toegevoegd. Vervolgens voert men de brij naar flotatiecel 2 waardoor lucht wordt gevoerd onder vorming van een schuim dat het grootste deel van het molybdeniet bevat. In fig. 1 is de flotatiestap weergegeven als één bewerking, maar uiteraard kunnen één of meer flotaties met tus-20 sentijds malen toegepast worden ten einde een economische winning van het molybdeniet te waarborgen. Men bevrijdt het molybdeniet bevattende schuim van water en voert het van water bevrijde concentraat naar roosteenheid 3 waar het concentraat wordt verhit en omgezet met een overmaat lucht onder omzetting van het molybdeendisulfide in molybdeentrioxide en zwaveldioxide, 25 welk laatste materiaal geïsoleerd kan worden voor het bereiden van zwavelzuur. Het roosten wordt zodanig uitgevoerd dat het als calcineringsprodukt verkregen molybdeentrioxide de roostoven verlaat bij een temperatuur boven circa 525®C en bij voorkeur boven circa 600®C, maar beneden circa 800®C, bij welke temperatuur molybdeentrioxide kleverig begint te worden. Men 30 voert het hete calcineringsprodukt uit de roosteenheid naar de afschrik-eenheid 4, waar dit produkt met een snelheid van meer dan circa 30®C/min. wordt afgekoeld tot een temperatuur beneden circa 400®C. Vervolgens wordt het afgekoelde calcineringsprodukt in stap 5 uitgeloogd met water bij een temperatuur van circa 50® - 100®C ter verwijdering van kalium. Na het uit-35 logen wordt de brij, die afkomstig is van de met heet water uitgevoerde uitloogstap 5, in stap 6 onderworpen aan een scheiding van vloeistof en vaste stof onder verkrijging van molybdeentrioxide en een waterige oplossing, die de uitgeloogde verontreinigingen bevat; indien dit noodzakelijk of gewenst is, worden vóór het afvoeren van de oplossing eventueel opgeloste 7906806 i i - 5 - molybdeenwaarden gewonnen. Het uit de uitloogstap met heet water verkregen molybdeentrioxide wordt in stap 7 gedigereerd in een ammoniumionen bevattende oplossing, bij voorkeur een ammoniumhydroxide-oplossing, onder vorming van een ammoniummolybdaat-oplossing. In stap 8 wordt ammoniummolyb-5 daat uit de ammoniummolybdaat-oplossing geïsoleerd volgens bekende methoden, bijvoorbeeld kristallisatie of aanzuren. Het ammoniummolybdaat kan in stap 9 op bekende wijze worden gecalcineerd onder verkrijging van molybdeentrioxide van chemische kwaliteit.
De roost- en koelstappen van de onderhavige werkwijze kunnen worden 10 uitgevoerd in een gebruikelijke, in fig. 2 weergegeven Nichols-Herreshoff-oven van het type met een aantal haarden. De oven 10 bevat een buitenste mantel 11 van een geschikt warmtebestendig materiaal dat door de poten 12 gedragen wordt; de oven bevat een aantal haarden 13 op verschillende niveaus, waarbij elke haard een centraal gelegen ringvormige opening bevat 15 waardoor een holle as 14 steekt, welke as roteerbaar ondersteund wordt door een basis 15. De holle as is voorzien van een conisch tandwiel 16 dat wordt aangedreven door een aandrijftandwiel 17 dat is gemonteerd op een motor 18, welke motor gedragen wordt door een kussenblok 19. De holle as is voorzien van een opening 20 waardoor lucht wordt toegevoerd; de holle as bezit ver-20 der op ieder haardniveau luchtafvoeropeningen waardoor de lucht in de "meeneemarmen" stroomt terwijl de lucht van de bodem naar de bovenzijde van de oven circuleert. De middelen voor het toevoeren van lucht zijn in de tekening niet weergegeven. De luchtcirculatie is door de pijlen aangegeven. Bepaalde haarden kunnen een rookgasuitlaat bezitten om dwarsstroming 25 te bevorderen. De luchtstroom dient een tweevoudig doel; Deze stroom draagt ertoe bij om te zorgen dat de oven niet oververhit raakt, en in de tweede plaats verschaft deze stroom de noodzakelijke oxidatieatmosfeer voor het roosten van het erts. Elke haard is voorzien van "meeneem- of bewegings-armen" 21 die zich radiaal in buitenwaartse richting van de as uitstrekken.
30 Tijdens het roteren van de as wordt het sulfideconcentraat van de bovenzijde van de oven toegevoerd en valt dit concentraat van haard tot haard terwijl het in beweging gebracht wordt. Deze beweging is zodanig dat het concentraat op een bepaalde haard in buitenwaartse richting wordt bewogen en af gezet wordt op de hierondergelegen volgende haard, waarbij de "bewe-35 gingsarmen" van deze volgende haard het concentraat radiaal in binnenwaartse richting bewegen totdat het concentraat wordt afgezet op de volgende, hierondergelegen haard, enz. Terwijl het concentraat zich in benedenwaartse richting beweegt, wordt het omgezet in een oxide en als calcineringsprodukt bij de bodem af gevoerd (22). Het gevormd SO verlaat de oven samen met het 7906806 ^ ' - 6 - schoorsteengas bij de bovenzijde (23). Voor het uitvoeren van de onderhavige werkwijze wordt calcineringsprodukt met een temperatuur boven circa 550 ®C uit de roostinrichting 10 door de afvoergoot 22 via een inrichting voor het afbreken van klonten (36) naar de schroefkoeler 25 gevoerd. De 5 koeler 25 bevat een roteerbare cilinder 26 met schroeflijnvormige en holle vinnen 27 die aan de buitenzijde een open uiteinde bevatten. Zowel het toevoereinde 28 als het afvoereinde 29 zijn taps toelopend ter vergemakkelijking van invoeren en afvoeren door resp. schroefgangen 30 en 31. De schroefkoeler 25 wordt geroteerd door (niet in fig. 2 weergegeven) motoren 10 die voorzien zijn van rechte tandwielen die de ringtandwielen 32 aandrijven. De schroefkoeler 25 is aangebracht in het vat 33, waarin koelwater door de opening 34 wordt gevoerd en van. waaruit warm water door de opening 35 wordt afgevoerd. Tijdens het bedrijf wordt het calcineringsprodukt naar het toevoereinde 28 gevoerd, en dit calcineringsprodukt beweegt zich naar het af-15 voereinde 29 terwijl de koeler 25 roteert. Tijdens het roteren van de koeler 25 fungeren de vinnen 27 als schoepen die oprijzen uit het water en koel water uit het vat 33 opnemen. Terwijl de rotatie voortgaat, stroomt het water door de holle vinnen en koelt het calcineringsprodukt en na verdere rotatie wordt uit de vinnen 27 enigszins warmer water afgevoerd. Daar 20 het calcineringsprodukt continu in contact is met de vinnen 27, vindt het koelen bijzonder snel plaats, dat wil zeggen met een snelheid van meer dan circa 30 ®C per minuut.
In het algemeen kan onder gebruikelijke roostomstandigheden het temperatuurprofiel voor de haarden 1-10 een constante toestand bereiken 25 langs de lijnen die schematisch zijn weergegeven in fig. 3 (de temperaturen bij de haarden 11 en 12 worden volgens de uitvinding toegepast). De tempe-* ratuur blijkt het hoogst te zijn bij de haarden 2-4; deze temperatuur ligt in het traject van circa 650® - 730®C. De temperatuur in deze haarden ligt vaak boven de bij voorkeur toegepaste bedrijfstemperaturen, terwijl 30 de temperatuur van de laagste haarden in het algemeen beneden de gewenste bedrijfstemperaturen liggen.
De belangrijkste chemische reacties die bij het roosten optreden, zijn de volgende: 2MoS2 + 702 -> 2Mo03 + 4S02 (I) 35 MoS2 + 6Mo03 -> 7Mo02 + 2SC>2 (II) 2Mo02 + 02 -> 2Mo03 (III)
Er zijn ook andere reacties met een verscheidenheid van tussenproduk-ten voorgesteld. De drie hierboven gegeven reacties blijken echter de omzetting het beste weer te geven.
7906806 - 7 - t 4
Voor de regeling van het roosten wordt de oven in vier zones ingedeeld.
De eerste twee haarden en soms de derde haard vormen de eerste zone. De flotatie-olie in het concentraat verdampt en verbrandt in deze zone. Het grootste deel van het omgezette molybdeen is aanwezig als dioxide; slechts 5 een gering deel is aanwezig als trioxide. De temperatuur in deze zone wordt geregeld door de luchtstroom te beperken. Behalve wanneer voorverhit wordt, wordt de stroom van de eerste en de tweede haard in benedenwaartse richting naar de derde haard gericht. Normaliter kan de derde haard samen met de haarden 4 - 6 in de tweede zone worden opgenomen. In deze zone wordt het 10 molybdeniet snel omgezet in het dioxide; de hoeveelheid trioxide blijft betrekkelijk gering. Binnen de grenzen van de omzettingscapaciteit van de roostinrichting kunnen de luchtstromen naar de tweede zone steeds voldoende worden vergroot om de haardtemperaturen te verlagen. De rookgasuitlaten van deze haarden blijven open ter bevordering van een horizontale gasstrocan 15 over de haarden.
De zevende haard en de achtste haard bevinden zich in de derde zone; hier worden molybdeendisulfide en molybdeendioxide geoxideerd tot het trioxide. Toename van de luchtstroom naar deze zone heeft hetzelfde effect als in de tweede zone; bij toename van de luchtstroom wordt de temperatuur 20 eerst verhoogd en vervolgens wordt de temperatuur verlaagd. Evenals in de tweede zone blijven de rookgasuitlaten normaliter open.
De negende haard, tiende haard en elfde haard bevinden zich in de vierde zone. De stroom van deze haarden wordt voortdurend in bovenwaartse richting naar de zevende of achtste haard gericht. In deze zone wordt het 25 zwavelgehalte verlaagd van bijvoorbeeld 0,7 % tot minder dan circa 0,1 %; de oxidatie tot het trioxide wordt grotendeels voltooid. Wanneer 95 % van de omzetting bewerkstelligd is in de acht bovenste haarden, is een verdere hoeveelheid warmte vereist om een voldoende chargetemperatuur te handhaven ten einde de oxidatiereactie te voltooien; het punt waarop de oxidatie van 30 sulfide niet meer voldoende warmte verschaft voor de uiteindelijke oxidatie, wordt vaak het "tail out"-punt genoemd. Bij de negende haard kunnen gasbranders worden toegepast met een produktie die aanzienlijk beneden de ontwerpcapaciteit ligt.
Wegens de vluchtigheid van molybdeenoxide en de mechanische moeilijk-35 heden die verbonden zijn met het hanteren van verschillende mengsels van molybdeendisulfide, -dioxide en -trioxide bij verhoogde temperaturen, kan de omzetting van molybdeniet'.het best bij betrekkelijk lage temperatuur tot stand worden gebracht. Normaliter bedragen de haardtemperaturen boven de onderste haard circa 540° - 700®C. Bij voorkeur toegepaste haardtemperaturen 7906806 - 8 - kunnen variëren binnen de oven en in afhankelijkheid van de operateur. In de praktijk ontwerpt iedere operateur een schema van streeftemperaturen die voor een bepaalde oven als ideaal worden beschouwd. Verscheidene methoden bepalen de keuze van de bedrijfstemperaturen. Wanneer de temperatu-5 ren worden gemeten door thermokoppels in de atmosfeer, kan de geregistreerde temperatuur binnen ruime grenzen variëren, afhankelijk van de plaats ten opzichte van de luchtinlaten, gasuitlaten en de weg van de gasstroom. Er kunnen ook verschillen zijn tussen de gemeten temperatuur van de haardat-mosfeer en de temperatuur van de haardcharge. Afzettingen op bewegingsarmen, 10 de centrale as en blootliggend hittebestendig materiaal hebben de neiging toe te nemen bij stijgende temperatuur en begunstigen de keuze van lage temperaturen als middel voor het verminderen van de vereiste arbeid. Binnen zekere grenzen geeft verhoging van de temperatuur bij de bovenzijde van de oven een vermindering van stofverlies. Bij een representatieve verdeling 15 van de reactie, kan verhoging van de temperaturen van de haarden 3-7 leiden tot agglomeraties waarvan het inwendige niet geoxideerd wordt. In het bijzonder rond de zevende haard verdient het aanbeveling streeftemperaturen te kiezen beneden de temperatuur waarbij de charge eigenschappen vertoont die soortgelijk zijn aan die van natte sneeuw. Indien alle andere 20 factoren gelijk blijven, wordt een minimaal zwavelgehalte in een geroost concentraat verkregen bij verhoging van de temperaturen van de haarden 9, 10 en 11.
In het algemeen worden de temperaturen bij de bovenzijde van de oven verhoogd tot een waarde waarbij een verminderd stofverlies optreedt; als 25 middel voor het verminderen van bedrijfsmoeilijkheden liggen de temperaturen van de middelste haarden in het onderste deel van het traject van aanvaardbare temperaturen, en de temperaturen bij de bodem van de oven worden verhoogd ter verkrijging van een aanvaardbaar produkt. Bij de gebruikelijke methoden treden moeilijkheden op voor wat betreft het afvoeren van het pro-30 dukt indien de temperatuur van de onderste haard meer dan 450 ®C bedraagt. Volgens de uitvinding kan molybdenietconcentraat geroost worden volgens gebruikelijke methoden, met dit verschil dat de temperatuur van het calcineringsprodukt in de laagst gelegen haarden zodanig geregeld wordt dat het produkt uit de roostinrichting kan worden afgevoerd met een temperatuur 35 van meer dan circa 525®C. In plaats hiervan kan men de roostinrichting op gebruikelijke wijze laten werken, echter met dit verschil dat men branders in de op één na laagste haard en in de op twee na laagste haard zodanig laat werken dat het op de laagste haard vallende calcineringsprodukt een temperatuur van ten minste circa 525 ®C bezit en het calcineringsprodukt 7906806 - 9 - vervolgens in de laagst gelegen haard afgeschrikt wordt. Men kan hogere afvoertemperaturen bereiken door de laagst gelegen haarden te voorzien van branders, bij voorkeur gasbranders.
Uit de bovenstaande beschrijving van de werking en regeling van ovens 5 met een aantal haarden bij het roosten van molybdenietconcentraten blijkt dat bij de reacties, die in de hoogst gelegen haarden plaatsvinden, warmte ontwikkeld wordt, terwijl de reacties in de laagst gelegen haarden de toevoer van warmte kunnen vereisen. De flotatiemiddelen in het molybdeniet-concentraat worden verbrand in de bovenste haarden, waarbij voldoende 10 warmte wordt ontwikkeld voor het op gang brengen van de roostreacties die aanvankelijk meer warmte produceren wegens de grote hoeveelheid sulfide-zwavel die aanwezig is. Het verdient de voorkeur om overmaat warmte uit de bovenste haard af te voeren ten einde agglomeratie van het molybdenietcon-centraat tot een minimum te beperken. De afvoer van warmte uit de bovenste 15 haarden kan tot stand worden gebracht door toename van de luchtstroom (hetgeen een gebruikelijke methode is) of door "sproeikoelen" ter ver schaf-, fing van een afgevoerd gas met een hoge SC^ -concentratie die geschikt is voor de bereiding van zwavelzuur. Het Amerikaanse octrooischrift 4.034.969 beschrijft de voor "sproeikoelen” toegepaste werkwijze en inrichting. Bij 20 het voortschrijden van het roosten van het molybdenietconcentraat, terwijl dit concentraat zich in benedenwaartse richting door de roostinrichting beweegt, produceren de roostreacties minder warmte en kan het nodig zijn extra warmte toe te voeren ten einde het partieel gerooste concentraat op een voldoend hoge temperatuur te houden om een praktisch volledige verwij-25 dering van zwavel te waarborgen. Bij gebruikelijke roostprocessen wordt warmte in zodanige hoeveelheden en bij bepaalde haarden toegevoerd dat het gecalcineerde concentraat uit de roostinrichting wordt afgevoerd met een temperatuur tussen circa 250 ®C en circa 450®C. Deze lage afvoertemperaturen worden toegepast om moeilijkheden met betrekking tot het hanteren van mate-30 rialen tot een minimum te beperken. De onderhavige werkwijze wijkt van de gebruikelijke praktijk af door het invoeren van voldoende warmte bij deze plaatsen zodat het gecalcineerde concentraat wordt afgevoerd met een temperatuur boven circa 525®C, en bij voorkeur tussen circa 600 ®C en circa 650®C.
35 Het kalium in het molybdeentrioxide wordt in water oplosbaar gemaakt door het molybdeentrioxide te verhitten of het calcineringsprodukt van de roostbewerking gedurende een voldoende tijd op een voldoend hoge temperatuur te houden zodat na het afschrikken het grootste deel van het kalium, bijvoorbeeld ten minste circa 95 %, verwijderd wordt door uitlogen met 7906806 - 10 - heet water gevolgd door scheiding van vloeistof en vaste stof en digerering in een ammonium bevattende oplossing die weer gevolgd wordt door scheiding van vloeistof en vaste stof. Het mechanisme volgens welk het kalium in heet water oplosbaar wordt gemaakt, is niet bekend; de minimumtemperatuur en de 5 behandeltijd bij die temperatuur waaraan het materiaal dient te worden onderworpen, varieert met de aard van het behandelde materiaal. Voor de meeste molybdeentrioxide bevattende materialen is een minimumtemperatuur van 550 ®C en een behandeltijd van 1 uur voldoende. Wanneer het molybdeentrioxide direkt wordt verkregen door roosten, zijn de behandeltijden niet zo belang-10 rijk. De minimumtemperaturen en de behandeltijden voor specifieke materialen kunnen gemakkelijk worden bepaald door het materiaal gedurende verschil-, lende tijden op verschillende temperaturen te verhitten, het verhitte materiaal af te schriken en uit te logen. Bijna alle materialen kunnen behandeld worden door gedurende circa 1/3 uur op ten minste circa 600 ®C te ver-15 hitten.
Het uit de roostinrichting met een temperatuur van ten minste circa 525 ®C afgevoerde calcineringsprodukt wordt snel afgekoeld met een snelheid die voldoende hoog is om het kalium in water oplosbaar te maken. Het snel afkoelen kan direkt of indirekt plaatsvinden. Zo kan het calcineringsprodukt 20- bijvoorbeeld continu-worden ingevoerd in water dat op de uitloogtemperatuur (dat wil zeggen tussen circa 50®C en circa 100®C) wordt gehouden door de warmte van het calcineringsprodukt en door de toevoeging van water ter vervanging van water dat verloren gaat door de ontwikkeling van stoom. Het snel afkoelen (afschrikken) en uitlogen kan derhalve in één bewerking tot 25 stand worden gebracht. In plaats hiervan kan het hete calcineringsprodukt naar gebruikelijke indirekte koelinrichtingen worden gevoerd, bijvoorbeeld een indirekte koelschroef. Ongeacht de middelen die worden toegepast voor het afschrikken van het hete calcineringsprodukt, dient het calcineringsprodukt te worden afgekoeld tot een temperatuur beneden circa 400®C en bij 30 voorkeur beneden circa 200®C met een snelheid van meer dan circa 30®C/min. en bij voorkeur met een snelheid van ten minste 50®C/min. en nog meer bij voorkeur met een snelheid van ten minste circa 100®C/min. De combinatie van de hoge afvoertemperatuur van het calcineringsprodukt en de grote snelheid waarmee het hete calcineringsprodukt wordt gekoeld, waarborgt: een uit-35 eindelijk kaliumgehalte van minder dan circa 100 ppm. Het kaliumgehalte in het uiteindelijk als produkt verkregen molybdeentrioxide wordt lager door sneller af te koelen tot lagere temperaturen, bijvoorbeeld beneden circa 200®C.
De verontreinigingen, die oplosbaar worden gemaakt door de temperatuur 7906806 - 11 - van het hete af gevoerde produkt snel te verlagen, worden met heet water uit het calcineringsprodukt geloogd. De uitloogtemperatuur kan binnen ruime grenzen variëren van circa 50 ®C tot circa 100®C, maar ter verkrijging van de beste resultaten voor wat betreft de mate van uitlogen van 5 kalium terwijl het oplossen van molybdeen tot een minimum wordt beperkt, houdt men het hete water op een temperatuur van circa 75® - 85 ®C. Het uitlogen kan worden uitgevoerd in elke gebruikelijke uitlooginrichting die een goed contact tussen vloeistof en vaste stof en een goede menging verschaft. Nadat het molybdeentrioxide van de hete uitloogvloeistof is afgescheiden, 10 wordt het opgelost in een oplossing van ammoniumionen, die circa 10 - 20 % ammoniumhydroxide bevat en een temperatuur van circa 40® - 80®C heeft. Na scheiding van vloeistof en vaste stof kan ammoniumdimolybdaat uit de oplossing worden geïsoleerd door kristallisatie door verdampen. Door calcinering van het ammoniumdimolybdaat verkrijgt men molybdeentrioxide van chemische 15 kwaliteit, dat minder dan 100 ppm kalium bevat.
De onderhavige werkwijze kan worden toegepast voor het behandelen van molybdenietconcentraten die bij een gebruikelijk roostproces een produkt zouden geven dat bekend staat als "technisch molybdeenoxide". Deze molybdenietconcentraten kunnen meer dan circa 100 ppm kalium bevatten. Door be-20 handeling volgens de onderhavige werkwijze kan een produkt worden verkregen dat bekend staat als "molybdeenoxide van chemische kwaliteit" dat minder dan circa 100 ppm kalium bevat.
De uitvinding wordt nader toegelicht door de onderstaande voorbeelden.
VOORBEELD I
25 Men voerde een molybdeniet bevattend flotatieconcentraat, dat circa 3000 - 4000 ppm kalium bevatte, in een twaalf haarden bevattende Nichols-Herreshoff-roostinrichting van industriële afmetingen, met welke roost-inrichting op gebruikelijke wijze en volgens de uitvinding werd gewerkt.
Ten einde de onderhavige werkwijze te beproeven werden gasbranders in 30 de haarden 10 en 11 toegepast om de temperatuur van het calcineringsprodukt in de haard 11 te verhogen tot boven 600®C. Uit de haard 11 werd een monster genomen en in water afgeschrikt= na uitlogen bevatte het calcineringsprodukt circa 12 ppm kalium, terwijl het filtraat 11500 ppm molybdeen bevatte.
35 Terwijl men het calcineringsprodukt in de haard 11 op circa 600®C
hield, werd de oven op zodanige wijze bedreven dat de temperatuur van het calcineringsprodukt in de haard 12 op de in de onderstaande tabel aangegeven wijze veranderd werd. Na afkoeling van het calcineringsprodukt werden monsters met heet water uitgeloogd. Na scheiding van vloeistof en vaste 7906806 - 12 -
V
stof werd de vaste stof gedigereerd in ammoniumhydroxide en werden de mo-lybdeenwaarden gewonnen door op gebruikelijke wijze te kristalliseren. Het gekristalliseerde ammoniummolybdaat werd gecalcineerd ter verschaffing van molybdeenoxide van chemische kwaliteit. De onderstaande tabel geeft de 5 analyse van de kaliumgehalten.
TABEL
Temp. in haard 12, K-gehalte van oxide van chemische __ kwaliteit, ppm_ 485 780 10 450 710 400 400 365 360 270 200
Uit deze proeven blijkt dat bij verhoging van de afkoelsnelheid van haard 15 11 naar haard 12 het kaliumgehalte van het door verdere behandeling ver kregen oxide van chemische kwaliteit verlaagd wordt.
Bij een andere proef werd een monster uit haard 9 genomen nadat de roostreacties het punt hadden bereikt waarbij de door de reacties ontwikkelde warmte onvoldoende was om de temperatuur van het calcineringsprodukt 20 te handhaven. Het monster was voldoende klein om met luchtkoeling een afkoelsnelheid van meer dan 50°C per minuut te verschaffen. Het afgekoelde monster werd uitgeloogd met water en verder behandeld onder verkrijging van molybdeenoxide van chemische kwaliteit met een kaliumgehalte van 31 ppm.
VOORBEELD.'II
25 Een molybdeenconcentraat met dezelfde samenstelling als in Voorbeeld I
werd naar dezelfde roostinrichting gevoerd, met welke roostinrichting op ... zodanige wijze gewerkt werd dat in de haarden 10 en 11 "tail out" plaatsvond (waarbij de oxidatie van sulfide niet langer voldoende warmte verschafte voor de uiteindelijke oxidatie). Na het bereiken van dit punt wer-30 den monsters genomen, die afgekoeld werden in lucht die een afkoelsnelheid van meer dan 50°C per minuut verschafte. Na uitlogen met heet water bedroeg het kaliumgehalte van het oxide van chemische kwaliteit 25 ppm. Monsters, die genomen werden van calcineringsprodukt dat op gebruikelijke wijze was afgekoeld, werden eveneens met water uitgeloogd, en het vervolgens gevormde 35 molybdeenoxide van chemische kwaliteit bezat kaliumgehalten die uiteenliepen van 250 ppm tot 610 ppm..
De uitvinding wordt niet beperkt door de hierboven beschreven voorkeur suitvoeringsvormen, aangezien uiteraard binnen het raam van de uitvinding talrijke wijzigingen mogelijk zijn.
?S 0 6 8 0 S

Claims (10)

1. Werkwijze ter bereiding van een gezuiverde ammoniummolybdaat-oplossing uit molybdeentrioxide van technische kwaliteit, met het kenmerk dat men het molybdeentrioxide van technische kwaliteit gedurende een vol- 5 doende tijd op een voldoend hoge temperatuur verhit om het kalium oplosbaar te maken in heet water, het verhitte molybdeentrioxide tot een temperatuur beneden circa 400°C afkoelt met een koelsnelheid van ten minste circa 30®C per minuut, het af gekoelde molybdeentrioxide uitloogt met heet water ten einde kalium uit het molybdeentrioxide te verwijderen, het molybdeentri-10 oxide afscheidt van het voor het uitlogen gebruikte water, het afgescheiden molybdeentrioxide digereert in een ammoniumionen bevattende oplossing onder vorming van een gezuiverde ammoniummolybdaatoplossing, en de gezuiverde ammoniummolybdaat-oplossing vein niet-gedigereerde vaste stof scheidt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men het verhitte 15 molybdeentrioxide snel afkoelt tot een temperatuur beneden circa 200¾.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat men het molybdeentrioxide van technische kwaliteit snel afkoelt onder toepassing van een koelsnelheid van ten minste circa 50 ®C per minuut.
4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk dat men het mo-20 lybdeentrioxide van technische kwaliteit verhit op een temperatuur boven circa 525®C.
5. Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het kenmerk dat men het molybdeentrioxide van technische kwaliteit gedurende ten minste circa 1/3 uur op een verhoogde temperatuur houdt.
6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk dat men het hete water op een temperatuur van circa 50® - 100®C houdt.
7. Werkwijze volgens conclusies 1-6, met het kenmerk dat men het molybdeentrioxide bereidt door een molybdenietconcentraat, dat meer dan 100 ppm kalium bevat, te verhitten op een temperatuur van circa 550® - 1400®C in 30 een vrije zuurstof bevattende atmosfeer onder oxidatie van molybdeendisul-fide tot molybdeentrioxide met een zwavelgehalte van minder dan 0,5 %.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat men het molybdenietconcentraat continu voert naar de bovenste haard van een oven met een aantal haarden, waarin zich een vrije zuurstof bevattende atmosfeer bevindt; 35 het concentraat in benedenwaartse richting van de ene haard naar de andere en uiteindelijk naar de laagst gelegen haatrd voert, waarbij ten minste sommige haarden op een temperatuur van circa 550® - 750®C gehouden worden zodat molybdeendisulfide wordt geoxideerd tot molybdeentrioxide met een zwavelgehalte van minder dan circa 0,5 %; en het molybdeentrioxide vóór het 7906806 - 14 - ψ· -ψ uitlogen met een koelsnelheid van meer dan circa 30 ®C per minuut afkoelt van een temperatuur, die voldoende hoog is om kalium oplosbaar in water te maken, tot een temperatuur beneden circa 400®C.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk dat men het molyb- 5 deentrioxide in de onderste haard van de oven snel afkoelt tot een temperatuur beneden circa 400®C door water op het hete molybdeentrioxide te sproeien.
10. 'Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat men het molybdeentrioxide in de onderste haarden op een temperatuur boven circa 10 525®C houdt met behulp van branders, en het molybdeentrioxide uit de oven afvoert met een temperatuur boven circa 525®C. 7906806
NLAANVRAGE7906806,A 1978-09-15 1979-09-12 Werkwijze ter bereiding van molybdeenoxide. NL187311C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US05/942,835 US4207296A (en) 1978-09-15 1978-09-15 Process for producing purified ammonium molybdate solution
US94283578 1978-09-15

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7906806A true NL7906806A (nl) 1980-03-18
NL187311B NL187311B (nl) 1991-03-18
NL187311C NL187311C (nl) 1991-08-16

Family

ID=25478667

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7906806,A NL187311C (nl) 1978-09-15 1979-09-12 Werkwijze ter bereiding van molybdeenoxide.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4207296A (nl)
JP (1) JPS5595625A (nl)
AT (1) AT374773B (nl)
BE (1) BE878733A (nl)
CA (1) CA1109643A (nl)
DE (1) DE2936955A1 (nl)
DK (1) DK151952C (nl)
ES (1) ES484122A1 (nl)
FR (1) FR2436106A1 (nl)
GB (1) GB2030556B (nl)
IT (1) IT1162394B (nl)
LU (1) LU81681A1 (nl)
MX (1) MX152194A (nl)
NL (1) NL187311C (nl)
SE (1) SE7907181L (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS60221538A (ja) * 1984-04-18 1985-11-06 Mitsubishi Metal Corp モリブデンの精製方法
DE191148T1 (de) * 1985-02-08 1986-12-18 Gte Products Corp., Wilmington, Del. Reinigung von molybdaen.
US4735791A (en) * 1987-04-03 1988-04-05 Gte Products Corporation Process for producing ammonium molybdate from molybdenum trioxide
US4762700A (en) * 1987-05-11 1988-08-09 Amax Inc. Ammonium octamolybdate-alpha
JP2710049B2 (ja) * 1987-12-25 1998-02-10 株式会社 ジャパンエナジー 高純度モリブデン酸アンモニウム結晶の製造方法
US5185133A (en) * 1988-08-23 1993-02-09 Gte Products Corporation Method for producing fine size yellow molybdenum trioxide powder
US5985236A (en) 1998-06-09 1999-11-16 Cyprus Amax Minerals Company Ammonium octamolybdate composition and method for producing the same
DE10341727A1 (de) * 2003-09-10 2005-04-28 Starck H C Gmbh Reinigung von Ammoniummetallat-Lösungen
US7824633B2 (en) * 2006-11-21 2010-11-02 Freeport-Mcmoran Corporation System and method for conversion of molybdenite to one or more molybdenum oxides
US8753591B2 (en) 2012-03-23 2014-06-17 Kennecott Utah Copper Llc Process for the conversion of molybdenite to molydenum oxide
CN109775760B (zh) * 2019-03-11 2021-10-01 中国有色金属工业西安勘察设计研究院有限公司 超低钾钼酸铵溶液、钼酸铵溶液衍生产品及其制备方法
CN110902656A (zh) * 2019-12-12 2020-03-24 南京乾盛化工科技有限公司 一种用钼精矿制取硫酸的生产方法
CN111646512A (zh) * 2020-06-24 2020-09-11 金堆城钼业股份有限公司 一种棱柱状正钼酸钾的制备方法

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3393971A (en) * 1966-04-06 1968-07-23 Sylvania Electric Prod Process for purifying molybdenum trioxide
FR1524401A (fr) * 1966-04-06 1968-05-10 Pechiney Prod Chimiques Sa Préparation de trioxyde de molybdène de haute pureté
BE794636A (fr) * 1972-01-27 1973-05-16 American Metal Climax Inc Procede pour produite de l'oxyde de molybdene et du molybdate d'ammonium de haute purete
US3829550A (en) * 1972-09-25 1974-08-13 American Metal Climax Inc Process for making high purity molybdenum oxide and ammonium molybdate
US3932580A (en) * 1974-10-21 1976-01-13 Amax Inc. Process for purifying technical grade molybdenum oxide
US3957946A (en) * 1974-12-23 1976-05-18 Amax Inc. Molybdenum oxide purification process
US4046852A (en) * 1976-05-19 1977-09-06 Amax Inc. Purification process for technical grade molybdenum oxide
DE2801067C3 (de) * 1978-01-11 1981-02-19 Amax Inc., Greenwich, Conn. (V.St.A.) Verfahren zur Herstellung von reinem Ammoniumheptamolybdat

Also Published As

Publication number Publication date
GB2030556B (en) 1982-11-03
ATA603379A (de) 1983-10-15
CA1109643A (en) 1981-09-29
IT7950238A0 (it) 1979-09-12
NL187311B (nl) 1991-03-18
GB2030556A (en) 1980-04-10
LU81681A1 (fr) 1980-04-21
SE7907181L (sv) 1980-03-16
FR2436106B1 (nl) 1983-02-04
DK151952B (da) 1988-01-18
BE878733A (fr) 1980-03-12
JPS6213291B2 (nl) 1987-03-25
MX152194A (es) 1985-06-07
NL187311C (nl) 1991-08-16
ES484122A1 (es) 1980-04-16
US4207296A (en) 1980-06-10
DK380379A (da) 1980-03-16
AT374773B (de) 1984-05-25
DK151952C (da) 1988-07-11
IT1162394B (it) 1987-03-25
JPS5595625A (en) 1980-07-21
DE2936955A1 (de) 1980-03-27
FR2436106A1 (fr) 1980-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2102510C1 (ru) Способ повышения содержания двуокиси титана в титансодержащей руде или концентрате
NL7906806A (nl) Werkwijze ter bereiding van molybdeenoxide.
US5123956A (en) Process for treating ore having recoverable gold values and including arsenic-, carbon- and sulfur-containing components by roasting in an oxygen-enriched gaseous atmosphere
US3770414A (en) Recovery of rhenium and molybdenum values from molybdenite concentrates
US3833352A (en) Process for beneficiating molybdenate concentrate to produce molybdenum trioxide
US4497780A (en) Method and apparatus for removing arsenic from an arsenic-containing material
EP0527811A1 (en) PROCESS AND PLANT FOR THE PREPARATION OF ALKALINE CHROMATES FROM CHROME MINERALS.
US3053614A (en) Molybdenum process
SE435791B (sv) Forfarande for behandling av ett pyrithaltigt polymetalliskt ramaterial i sulfidform
US2775509A (en) Selenium dioxide volatilization process
US2416044A (en) Process of treating zinc oxides
EP0319181B1 (en) Molybdenum addition agent and process for its production
Behzod Research of the oxidative process of gold-containing sulfide materials roasting for the development of an optimal mode
US3146093A (en) Process for the preparation of molybdenum metal
US3346364A (en) Desulfurized zinc concentrate pellets
US1939033A (en) Recovery of sulphur
US1473723A (en) Method of producing elemental sulphur
US4437884A (en) Ore roasting with recycle of gases
SE412766B (sv) Forfarande for framstellning och raffinering av rably ur arsenikhaltiga blyravaror
US2182129A (en) Metallurgy
US2074210A (en) Method of preparing metallic sulphates from sulphide ores and the like
US2847294A (en) Method of purifying and desulfurizing zinc sulfide ores and concentrates
US1762867A (en) Process for working up complex ores and metallurgical products
US1940912A (en) Treatment of ores
US1790088A (en) Removing arsenic from ores

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19990912