NL7906235A

NL7906235A - Extruderinrichting en een werkwijze met gebruikmaking van deze extruderinrichting.

Info

Publication number: NL7906235A
Application number: NL7906235A
Authority: NL
Original assignee: Texaco Development Corp
Priority date: 1978-09-07
Filing date: 1979-08-16
Publication date: 1980-03-11
Also published as: FR2457123B1; US4218222A; AU5010079A; SE445742B; GB2029355A; FR2457123A1; BE878674A; SE7907418L; GB2029355B; DE2930304A1; AU530950B2

Description

4 I ' * -1- 20888/JD/tj

Aanvrager: Texaco Development Corporation, White Plains, Verenigde Staten van Amerika.

Korte aanduiding: Extruderinrichting en een werkwijze met gebruikmaking van deze extruderinrichting.

5

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een extruderinrichting voor het toevoeren van een fijnverdeelde vaste stof in een hoge druk-reactiekamer. Deze uitvinding heeft betrekking op het vergassen van kool in het algemeen en meer speciaal op een extruderinrichting voor een alge-10 mene toepassing waarbij het materiaal geëxtrudeerd wordt in een fijnver deelde vaste stof dat opnieuw gepoederd wordt na het uitvoeren uit de extruderinrichting. Ook voorziet de uitvinding in een werkwijze met gebruikmaking van de extruderinrichting voor het binnenvoeren van gepoederde vaste stoffen in een hoge drukreactor.

15 4 Extruderinrichtingen zijn op zich natuurlijk bekend voor diverse gebruiken, bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooischriften 3-950.122 en 4.021.523. En, schroefasvoedingspompen (op het gebied van extruderinrichtingen) zijn voorgesteld voor het voeden van kool in een vergassings-proces, zoals gepubliceerd in het Amerikaanse octrooischrift 3-775.071.

20 Maar laatstgenoemde omvat een aantal trappen voor het voeden van kool in de vorm van een slurrie, welke uitgevoerd werd ten einde gepoederd kool in een hoge drukreactor te voeren. Deze uitvoeringen houden zich niet bezig met de behoefte voor een simpele maar toch werkzame voedingsregeling voor het continu voeden van gepoederd kool in een hoge drukreactor, speciaal 25 voor het vergassen van kool of een dergelijke reactie .

Extruderinrichtingen zijn voorgesteld in de Amerikaanse octrooischriften 3-862.594 en 3-976.548 voor het voeden van vaste stoffen in een hoge drukkamer. Déze omvatten echter een mechanische snij-inrichting voor de samengedrukte vaste stoffen, wat betreft een geval, of het verwarmen 30 ' tot een kunststofachtige conditie van de vaste stof in het andere geval.

Dienovereenkomstig zijn deze regelingen niet zonder nadelen.

De onderhavige uitvinding voorziet in een extruderinrichting voor het toevoeren van een fijnverdeelde vaste stof in een hoge druk reactie-kamer, met het kenmerk, dat deze omvat een schuintoelopende doorgang voor 35 het samendrukken van de doorgaande fijnverdeelde vaste stof, tijdens het 790 62 35 • * t * -2- 20888/JD/tj gebruik, ter verschaffing van een .afsluiting tegen de hoge druk in de reactiekamer, en organen voor het bewerkstelligen van het opbreken van de samengedrukte geperste stof naar de hoge druk reactiekamer.

De uitvinding voorziet,verder in een werkwijze voor het afvoeren 5 van vaste stoffen op een continue wijze in een reactor voor het vergassen van een kool of een soortgelijk proces waarbij een hoge druk reactor gebruikt wordt, omvattende het toevoeren van vaste stoffen ineen fijnverdeelde vorm met ongeveer 15-40 gew. % water door een extruderinrichting en het samendrukken van de vaste stoffen ter vorming van een geperste stof, 10 welke in staat is de reactiedruk te weerstaan bij het afvoereinde van de extruderinrichting, en het opnieuw verpoederen van de geperste stof na een afvoeren uit het afvoereinde voor het reageren ter vorming van' een gasmengselprodukt.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding voorzien in een extruderin-15 richting voor het voeden van een fijnverdeelde vaste stof in een hoge druk reactiekamer. Deze omvat een schroefas - transportinrichting met organen voor het toevoeren van de fijnverdeelde vaste stof daar naar toe, en een mondstuk welke werkzaam geassocieerd is met de transportinrichting.

. Het mondstuk omvat een schuin toelopende doorgang voor het samendrukken 20 van de fijnverdeelde vaste stof ter vorming van een afsluiting tegen de hoge druk, en een matrijs voor het vormen van de samengedrukte vaste geperste stof. Het mondstuk omvat ook organen voor het gebruiken van gas voor het opbreken van samengedrukte geperste stof bij. het uiteinde van de matrijs.

25 Verdere uitvoeringsvormen van een werkwijze volgens de uitvinding voorzien in een werkwijze, toepasbaar bij het vergassen van kool of dergelijke, welke gebruik maakt van een hoge druk reactor. De werkwijze omvat het toevoeren van vaste stof in de reactor op een continue manier, en omvat het toevoeren van de vaste stoffen in een fijnverdeelde vorm met 30 ongeveer 15-40 gew. % water door een extruderinrichting ter vorming van een geperste stof, in staat de hoge reactordruk te weerstaan bij de afvoereinde van de extruderinrichting. Ook omvat de werkwijze het roeren van de geperste stof bij het afvoereinde van de extruderinrichting ter voorkoming van de blokkeringen het opnieuw verpoederen van de geperste stof na het af-35 voeren uit het afvoereinde voor het reageren ter vorming van een gasmengsel- 790 62 35

V

-3- 20888/JD/tj produkt.

Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding voorzien in combinatie met een hoge druk reactor voor het vergassen van kool of dergelijke, in organen voor het continu toevoeren van gepoederd kool in een reactor dicht bij 5 de top. Deze organen omvatten extrusieorganen voor het extruderen van ge poederd kool, en organen voor het injecteren van een reactiegas in samenwerking met de extrusie voor het opbreken van de geperste stof en het mengen met het reactiegas. ,

Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding voorzien in combinatie 10 met een hoge druk reactor voor het vergassen van kool of dergelijke, in or ganen voor het continu toevoeren van gepoederd kool in de reactor bij de top. Deze organen omvatten extrusie-organen, die op hun beurt een schroef-asvoedingsgedeelte omvatten voor het toevoeren van gepoederd kool; en een matrijsgedeelte met een holle cirkelvormige dwarsdoorsnedevorm met dunne 15 wanden. Het orgaan voor het continu toevoeren van gepoederd kool omvat ook organen voor het injecteren van een reactiegas in samenwerking met extrusie voor het opbreken van de geperste stof en het mengen met het reactiegas. Laatstgenoemde injecterend orgaan omvat annulaire organen voor het richten van een straal reactiegas, radiaal naar binnen tegen de dunne wanden.

20- Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding voorzien voor het ver gassen van kool of dergelijke welke van een hoge druk reactor gebruik maakt in een werkwijze voor het toevoeren van vaste stoffen in de reactor op een continue manier, welke methode het voeden van de yaste stoffen in een fijn-verdeelde vorm met ongeveer 15-40 gew. % water door een extruderinrichting 25 omvat, ter vorming van een geperste stof in staat de reactiedruk aan het afvoereinde van de extruderinrichting te weerstaan. Ook omvat dit het roerer van de geperste stof aan de afvoereinde van de extruderinrichting ter voorkoming van een blokkering, en het opnieuw verpoederen van de geperste stof na het afvoeren aan het afvoereinde door het richten van een straal reactiegas 30 radiaal naar binnen tegen de geperste stof.

Een voordeel van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is dat ze het mogelijk maken een extrudercombinatieinrichting te verschaffen voor het toevoeren van een fijnverdeelde vaste stof en een gas te gebruiken aan het einde van de extrusie voor het opnieuw verpoederen van de vaste stof- deze 35 fen bij hoge druk; een ander voordeel van de uitvinding is dat/het mogelijk 790 62 35 s > -4- 20888/JD/tj maakt een werkwijze te verschaffen voor het laden van een hoge druk reactor van fijnverdeelde vaste stoffen op een continue en nieuwe manier, en voor het bewaren van een hoge druk door de inherente werking van de extruderinrichting, terwijl de vaste stoffen opnieuw gepoederd worden voor 5 het gebruik in een reactie in de houder.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen nu beschreven worden aan de hand van voorbeelden met betrekking tot de bijbehorende tekeningen waarbij: V

fig. 1 een schematische weergave is van de extruderinrichting in 10 combinatie met een reactorkamer, in overeenstemmming met de uitvoerings vorm van de uitvinding; fig. 2 een andere schematische weergave is die het einde van de matrijs van de extruderinrichting volgens een ander uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; 15 fig. 3 een schematische weergave is, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede die een andere constructie van de matrijs met gasstraalorganen, volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; fig. 4 een schematische weergave is, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, . die een andere uitvoeringsvorm van een matrijs en extruderinrichting toont, 20 met twee verschillende reactiegasinlaten; fig. 5 een schematische dwarsdoorsnedeaanzicht is van een nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 6 een schematische longitudinale dwarsdoorsnede is, die de matrijs toont, welke een strookvormende structuur heeft voor de geperste stof; 25 fig. 7 een gedetailleerde bodemaanzicht is, genomen langs de lijn 7-7 van fig. 6, gekeken in de richting.van de pijlen; fig. 8 een schematische longitudinale dwarsdoosnede is, die een uitvoeringsvorm van de uitvinding toont, voor het toepassen van de warmte op de samengedrukte geperste stof voordat deze in een reactiekamer binnentreedt; 30 figuren 9, 10 en 11 verdere schematische weergaves zijn, die in een longitudinale dwarsdoorsnede 3 aanvullende constructies van de struc-. tuur van de extruderinrichting en matrijscombinatie, in overeenstemming met de uitvinding tonen.

In verband met het ontwikkelen van meer efficiënte manieren voor 35 het gebruiken oude energiebronnen, is er een aanzienlijke belangstelling in 790 62 35 -5- 20888/JD/tj het gebruiken van kool als energiebron in samenhang met het vergassen. Bekende commerciële processen zijn echter lage druk systemen die in het algemeen minder efficient zijn dan hoge druk werkwijzen die ontwikkeld zijn geworden. Maar koolvergassingswerkwijzenbij hoge druk hebben een 5 probleem die samenhangt met het laden van de reactor met kool. Een con ventionele laadregeling is het gebruik van een loksnij-inrichting zoals bekend in een van de oude commerciële lage druk werkwijzen. Andere regelingen hebben een waterslurrie gebruikt en verpompen het kool. Echter deze regelingen hebben moeilijkheden zoals het afsluiten en afslijten wel-10 ke optraden bij loksnij-inrichtingen. Ook slurrieregelingen vereisen het gebruik van een te grote hoeveelheid water.Dit laatste beperkt ernstig het thermische rendement ; van het proces waarin zo'n ladingssysteem werd gebruikt.

Het is gebleken dat door gebruik te maken van een extruderinrich-15 ting in combinatie met een hoge druk reactor het laden van gepoederd kool bewerkstelligd kan worden op een erg tevredenstellende manier welke de bekende problemen overwint. Zodoende wordt verwacht dat met de extruderin-richting volgens de uitvinding kool met watermengsel van 30-40 gew. % water . en mogelijk zelfs minder dan 15 gew. % water in de reactor geladen kan wor-20 den met de geperste stof die opnieuw gepoederd wordt voor de reactie.

Een voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van een extruderinrichting met een hoge druk reactor wordt schematisch weergegeven in fig. 1. Hier wordt aangegeven een extruderinrichting 21 voor het toevoeren van een fijn-verdeelde vaste stof (niet vertoond) in een hoge druk kamer 22 welke het 25 binnenste vormt van een reactor 23·

De extruderinrichting 21 wordt slechts schematisch aangegeven.

Zo'n extruderinrichting heeft een vat of een lichaamsgedeelte 26 dat een schroefastransportgedeelte 27 omsluit. Er is een orgaan voor het toevoeren van fijnverdeelde vaste stof naar de transportinrichtinggedeelte 27, 30 bijvoorbeeld een schroefastype transportinrichtingelement 28, welke wordt aangegeven. De toevoertransportinrichting 28, wordt verbonden met een bovenste kamer 31» geplaatst in het lichaam 26. En dit kan natuurlijk veel vormen aannemen, op elke geschikte manier.

De extruderinrichting 21 omvat een mondstukgedeelte 32 welke werk-35 zaam verbonden is met transportinrichtinggedeelte 27. Mondstuk 32 omvat een 790 62 35 -6- 20888/JD/tj schuin toelopende doorgang 33 welke dient voor het samendrukken van de fijnverdeelde vaste stoffen om zodoende een afsluiting te vormen tegen de hoge druk die aanwezig is in kamer 22 van reactor 23· Het zal natuurlijk begrijpelijk zijn dat wat vertoond wordt in fig. 1 geheel schematisch in 5 is en de schuin toelopende doorgang 33 kan /een deel van de schroefastrans portinrichting 27i indien gewenst, opgenomen worden. Ook zal het duidelijk de zijn dat /faate van het schuin toelopen en andere dimensies geheel schematisch zijn.

Er is ook een matrijs 36 aan de uitgang van de schuin toelopende 10 doorgang 33 voor het vormen van de samengedrukte vaste geperste stoffen.

Opgenomen in zo'n vorming is een vaste cilindrisch uiteinde 37 op het einde van de schroefastransportinrichting 27. Dienovereenkomstig zal de samen,-gedrukte vaste geperste stof de vorm aannemen van een hol cilinder met dunne wanden.

15 Mondstuk 32 omvat organen voor het dwarsrichten van een straal gas tegen de dunne wanden van de holle cilinder gevormd door matrijs 36 samen met het binnenste uiteinde 37. Zo'n orgaan wordt aangegeven met een annulaire kamer 38 dat een omtrekssleuf 41 heeft, welke een annulaire gasstraal' radiaal . naar binnen richt naar uiteinde 37. Ook is er een doorgang 42 die in ver-20 binding staat met annulaire kamer 38. De doorgang 42 kan een buis of pijp 43 verbonden met het andere einde hebben vo.or het toevoeren van een gas onder druk.

Geassocieerd met de schuin toelopende doorgang 33 is er een orgaan voor het roeren van de samengedrukte geperste stof (niet vertoond) teneinde 25 een blokkering in de mondstuk 32 te voorkomen. Zo'n orgaan kan diverse vor men aannemen, en wordt weergegeven als een zo genoemde steruiteinde om de vaste kern van de schroefastransportinrichting 27. Het roeren wordt uitgevoerd door een aantal zich radiaal uitstrekkende pennen 46.

Fig. 2 illustreert een modificatie met betrekking tot het mondstuk 30 en matrijsgedeelte van een extruderinrichting volgens de onderhavige uit vinding. Er is aangegeven een vat of lichaam 51 van de extruderinrichting, en daarin gemonteerd een afzonderlijke mondstukgedeelte 52, waarin op zijn beurt een schuin toelopende doorgang 53 is. Er wordt opgemerkt dat de weergave geheel schematisch is, zoals het geval is met alle diverse vertoonde 35 modificaties.

7906235 -7- 20888/JD/tj

In dit geval heeft een schroefastransportinrichting 56 een roteerbare kern met een steruiteinde 57· Het steruiteinde wordt gevormd door een aantal zich radiaal uitstrekkende pennen 48, en in dit geval, zoals in de regeling van fig. 1, is er een cilindrische uiteinde of uit-5 steeksel 6ΐ dat werkt als een hol centrum in de geperste stof zoals het gevormd wordt op het eind van de schuin toelopende doorgang 53. Er is weer een annulaire kamer 62 aanwezig, maar wordt gevormd door een ring 63 die geklemd is op de plaats van het mondstukgedeelte 52. Het klemmen wordt uitgevoerd door middel van een buitenste ring 66 met bouten 67 zo-10 als aangegeven.

Er is een doorgang 78 voor de toevoer van gas naar kamer 62, en een pijp of buis 71 is verbonden met de doorgang 68. Ook is er een annulaire straalopening of sleuf 72 die de gasstroom radiaal naar binnen richt op de geperste stof dat op het eind van de matrijs van het mondstuk 52 tegen-15 over het uitsteeksel 61 gevormd zal worden.

Pig. 3 is een andere schematische dwarsdoorsnede. Er is een verschillende uitvoeringsvorm van het mondstukgedeelte van een extruderin-richting volgens de uitvinding. In dit geval omsluit een vat of lichaams-gedeelte 76 een transportinrichting 77 waaraan een steruiteinde 78 is aan 20 bevestigd. Het uiteinde 78 kan afneembaar zijn, zoals aangegeven door het longitudinale dwarsdoorsnedegedeelte zoals vertoond.Ook zijn er pennen 71 ter verschaffing van een roerwerking zoals hierboven beschreven. Deze pennen kunnen diametraal bevestigd worden door uiteinde 78 in scherpe hoeken ten opzichte van elkaar.

25 In dit geval wordt een schuin toelopende doorgang 82 gevormd door een annulaire ruimte tussen een mondstuk 83 en een divergerende einde 86 van het steruiteinde 78. Ook is er een kleine cilindrische uitsteeksel 85 op het divergerende uiteinde 86. Dit vormt de matrijs ter vorming van de gewenste stof in holle cilinder zoals tevoren vermeld.

30 Er is een annulaire kamer 87 dat een doorgang 88 daarmee verbonden heeft, en een buis 89 aan het andere einde van de doorgang 86 voor de toevoer van een gas naar de kamer 87. Opnieuw is op soortgelijke manier zoals met voorgaande modificaties een annulaire straalopening of sleuf 92 voor het dwars (radiaal naar binnen) richten van een gas tegen de rollen geperste 35 stof die om het divergerende uiteinde 86 gevormd wordt. Zoals tevoren werkt 79062 35 -8- 20888/JD/tj dit voor het opnieuw verpoederen van de fijnverdeelde vaste stoffen die geëxtrudeerd worden door mondstuk 83 terwijl de samengeperste stof voordat het opnieuw verpoederen begint, werkt voor het handhaven van de hoge druk in de reactor aangegeven in fig. 1.

5 Fig· 4 geeft een andere modificatie van het mondstuk weer en ver- warmte organen voor een extruderinrichting volgens de uitvinding. In dit geval bevat een vat of lichaamgedeelte 96 een transportinrichting 97 die de fijne vaste stoffen naar een schuin toelopende doorgang 98 leidt. Zoals met de andere modificaties zijn er zich radiaal uitstrekkende pennen 10 101 die de geperste stof .roeren, juist voordat deze zich in een matrijs gedeelte 102 beweegt.

Het zal duidelijk zijn voor een deskundige op dit gebied dat in deze, en in alle weergaven van de diverse modificaties volgens de uitvinding de weergaven geheel schematisch zijn en vooral met betrekking tot de.

15 doorgang die de transportinrichting bevat en de schuin toelopende einden daarvan. Zodoende zal het begrijpelijk zijn dat de dimensies en regeling geheel verschillend kunnen zijn van deze weergave.

In fig. 4 zijn twee verschillende organen voor het gebruik van een gas voor het opbreken van de geperste stof aan het uiteinde van de matrijs. 20 Zodoende kan een toevoeging op een annulaire kamer 103 die een pijp 104 daarmee verbonden heeft voor de toegang van een gas, een andere gastoevoer-pijp 107 aanwezig zijn die zich diametraal over het matrijsgedeelte 102 uitstrekt en een kanaal 108 op de zijde naar het uiteinde van het matrijsgedeelte 102 heeft. Het is gebleken dat de geperste stof door het ma-' 25 trijsgedeelte 102 om pijp 107 stroomt en sluit op de naar beneden stromende zijde. De andere gasstroom voor het opnieuw verpoederen van de geperste stof is gelijk aan de voorbeschreven modificaties. Er is een straalsleuf 109 die het gas dwarsricht, radiaal naar binnen tegen de geperste stof die door het benedeneinde van het matrijsgedeelte 102 stroomt.

30 ' Er wordt opgemerkt dat de diverse organen op elke geschikte manier geconstrueerd kunnen worden, en door middel van een schematische aanduiding wordt een aantal schroefassen 112 en 113 vertoond, die in het vat 96 geplaatst zijn. Deze zullen een mondstuk met doorgang 98 op zijn plaats houden. Ook het matrijsgedeelte 102 is bevestigd aan het mondstuk door. vierkante 35 schroefdraden 111, zoals weergegeven. En aan het.benedeneinde van het ma- 790 62 35 * * -9- 20888/JD/tj trijsgedeelte 102 is een ring 114 dafc met bouten op zijn plaats gehouden wordt en aan een pakking 115 geklemd, welke pakking een variabele dikte voor het bepalen van de grootte van de straalsleuf 109 kan hebben.

Fig. 5 toont een andere modificatie. Deze is essentieel dezelfde 5 als fig. 4, maar zonder de regeling voor het binnenvoeren van gas in de geperste stof in het matrijsgedeelte. Zodoende is er in fig. 5 een vat 118 welke een transportinrichting 119 en een mondstukgedeelte 120 bevat, welke op zijn beurt een schuin toelopende doorgang 121 bevat. Er is ook een steruiteindegedeelte op de transportinrichting met een aantal pennen 10 124 voor het uitvoeren van het roeren. Ook is er een annulaire kamer 125 voor het gas dat ingeleid moet worden. Een pijp 126 voor het toevoeren van het gas naar kamer 125 is aanwezig, terwijl een straalsleuf 127 een straalstroomgas tegen de geperste stof richt.

In deze modificatie wordt de annulaire kamer 125 gevormd tussen 15 een binnenring 130 en een buitenring 131. Ze zijn beide bevestigd met vier kante schroefdraden, zoals aangegeven. In dit geval zaï de breedte van de straalsleuf 127 bepaald worden door de dikte van een pakking 132 die beneden de buitenste ring 131 en het mondstukgedeelte 120 is aangebracht.

Figuren 6 en 7 tonen schematisch een andere vorm van het mondstuk 20 en matrijs ter- verkrijging van een geperste stof met een dunne dwarsdoor- snedevorm. In dit geval eindigt het'mondstukgedeelte 136 met een rechthoekig gevormde matrijs 137 dat een paar dunne vlakke stroken geperste stof vormt.

Dit wordt bewerkstelligd door een centrale splijtorgaan 138 aan het uiteinde van matrijs 137. In dit geval kunnen er twee kamers 141 en 142 zijn voor — 25 toevoer van de gasstraal tegen de geperste stof. En er is ook aangeduid een aantal pijpen 143 en 144 resp. voor de toevoer van het gas naar de kamers 141 en 142.

Opnieuw zijn er diverse organen geheel schematisch weergegeven en zoals in de andere modificaties worden de organen zoals een vat 147 en een 30 transportinrichting 148 op dezelfde manier aangeduid als in de andere mo dificaties .

Fig. 8 toont schematisch een modificatie welke gebruik maakt van verschillende type structuren ter verkrijging van het opnieuw verpoederen van de gaperste stof.

35 Fig. 8 omvat een reactorwand 151 waaraan een vat of lichaamgedeelte 152 790 62 35 -Ί I ** -10- 20888/JD/tj van de extruderinrichting gemonteerd is. De extruderinrichting omvat de gebruikelijke transportinrichting 153 met een steruiteinde 154. In dit geval heeft een matrijs 157 een verlengd einde 158 welke omgeven wordt door een verwarmingsspiraal 159 welke aangeduid wordt met gestreepte lij-5 nen. Deze modificatie voorziet in een structuur voor het opnieuw ver- poederen van de geperste stof door vonkverhitting. De warmte wordt toegepast wanneer de geperste stof door het verwarmingsgedeelte 158 van de matrijs gaat en is op een genoeg hoge. temperatuur voor het explosief vormen van stoom uit het watergehalte in de geperste stof.

10 Figuren 9, 10 en 11 tonen verdere modificaties en/of variaties van de diverse organen die van tevoren zijn beschreven. In fig. 9 wordt een reactorwand 163 getoond die op zijn beurt bevestigd is aan een vat 164 van een extruderinrichting met een transportinrichting 165 voor het voeden van een matrijsgedeelte 166. In dit geval wordt het gas binnengeleid door 15 een doorgang 169 welke leidt naar een gebogen buis 170 die axiaal uitmondt in het uiteinde van de matrijs 166.

In fig. 10 wordt een reactorwand 173 weergegeven en een extruder-vat 174 welke een matrijsgedeelte 175 met een annulaire gaskamer 176 bevat. Een doorgang 179 wordt verbonden met annulaire kamer 176 voor het binnen-20 leiden van het gas.

Tenslotte geeft fig. 11 het einde van een extrudervat 182 dat een transportinrichting 183 met een steruiteinde 184 bevat voor het voeden van dë geperste stof door een matrijsgedeelte 185. Matrijs 185 heeft een buis 186 welke diametraal geplaatst is, met een kanaal 187 in een wand. Dit ka-op 25 naai wordt/de zijde naar de uitgangopening van de matrijs 185 geplaatst.

De uitvinding omvat ook een werkwijze welke toepasbaar is voor het vergassen van kool of dergelijke, waarbij een hoge druk reactor wordt gebruikt. De werkwijze is voor het laden van de reactor van vaste stoffen op een continue manier, en omvat de volgende stappen, De vaste stoffen wor-30 den in een fijnverdeelde vorm met ongeveer 15-40 gew. % water toegevoerd.

Dit wordt uitgevoerd door een extruderinrichting teneinde een geperste stof welke geschikt is voor het weerstaan van de reactordruk aan het afvoereinde van de extruderinrichting. Deze stap wordt aangeduid door de verschillende modificaties en/of vormen.van de geïllustreerde inrichting.

35 Het zal aannemelijk zijn voor een deskundige op dit gebied, dat de fijnver- a 790 62 35 ! # -11- 20888/JD/tj deelde vaste stoffen, bijvoorbeeld verpoederd kool, gevormd zullen worden door een conventionele molen of dergelijke, terwijl het daarna op elke conventionele manier toegevoerd kan worden (zoals door de toevoertransportinrichting 28, weergegeven in fig. 1) naar het transport-5 inrichtinggedeelte van een extruderinrichting. Het is gebleken dat door gebruik te maken van de extrusiestap een hoge verhouding vaste stof-water . gebruikt kan worden. Dienovereenkomstig wordt het thermische rendement van de totale werkwijze sterk verbeterd,.

Een andere stap in de werkwijze is het roeren van de geperste stof 10 bij het afvoereinde van de extruderinrichting teneinde een blokkering daarvan te voorkomen. Deze stap wordt is duidelijk in verband met de geïllustreerde tekeningen die natuurlijk geheel schematisch zijn. De steruit-eindepennen voeren het roeren van de geperste stof uit, terwijl de transportinrichting geroteerd wordt gedurende het extrusieproces.

15 Tenslotte omvat de werkwijze het opnieuw verpoederen van de geëx- trudeerde stof na het afvoeren uit het afvoereinde van de extruderinrichting, teneinde een verbeterde reactie te verkrijgen van de extrusiestof ter bereiding van een gasmengselprodukt. Dit kan uitgevoerd worden door een ^ gasstraal met reactant dwars tegen de geperste stof te richten, wanneer het 20 afgevoerd wordt uit de matrijs; en diverse modificaties die geïllustreerd zijn, kunnen dit uitvoeren. Andere organen voor het opnieuw verpoederen in overeenstemming met deze werkwijze kunnen echter het injecteren van een gas in de geëxtrudeerde stof voor het afvoeren uit de matrijs omvatten, zie bijv. figuren 4, 9 en 11. In zo’n geval moet het gas natuurlijk een grotere 25 druk hebben dan de reactordruk waarin de geperste stof wordt gebracht, of schoon ze zelf toegepast wordt om de straal van het gasvormige reactant te richten. Een andere manier van het opnieuw verpoederen wordt aangegeven door fig. 8.

Hierbij wordt de geperste stof verwarmd voor het explosief verdampen van het watercomponent, voor het afvoeren van de geperste stof. In zo'n geval 30 is het gas, welke het opnieuw verpoederen uitvoert, stoom en het reactie- gas zal afzonderlijk toegevoerd moeten worden.

-CONCLUSIES- 35 790 62 35

Claims

1. Extrudeerinrichting voor het toevoeren van een fijnverdeelde vaste stof in een hoge druk reactiekamer, met het kenmerk, dat deze omvat 5 een schuin toelopende doorgang voor het samendrukken van de doorgaande fijnverdeelde vaste stof tijdens het gebruik, ter verschaffing van een afsluiting tegen de hoge druk in de reactiekamer, en organen voor het bewerkstelligen van het opbreken van de saraengedrukte geperste stof naar de hoge druk reactiekamer.

2. Extruderinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een schroefastransportinrichting met organen voor het toevoeren van fijn-verdeelde vaste stoffen daar naartoe en een monstuk, werkzaam geassocieerd met de transportinrichting, welke mondstuk de schuin toelopende doorgang omvat ,en een matrijs gedeelte aanwezig is voor het vormen van. de vaste 15 geperste stof, samengedrukt in de doorgang.

3- Extruderinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het matrijsgedeelte organen omvat voor het vormen van de geperste stof tot een hol centrum.

4. Extruderinrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat 20 het mondstuk organen omvat, geassocieerd met de schuin toelopende door gang voor het roeren van de fijnverdeelde vaste stof ter voorkoming van een blokkering.

5. Extruderinrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de organen voor het bewerkstelligen van het breken van de samengedrukte 25 geperste stof organen omvat voor het richten van een gasstraal op de samengedrukte gepérste stof.

6. Extruderinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat organen voor het richten van de gasstraal aangepast is voor het in contact brengen van de straal met de geperste stof, dwars daarop, voor het af- 30 voereinde van de matrijs.

7. Extruderinrichting volgens conclusies 5-6, met het kenmerk, dat het straalrichtende orgaan aangepast zijn voor het richten van een hoge druk gas, radiaal naar binnen in de geperste stof.

8. Extruderinrichting volgens conclusie 7, met hèt kenmerk, dat 35 het straalrichtende orgaan een annulaire doorgang voor het gas omvat. 790 62 35 -13- 20888/JD/tj

9. Extruderinrichting volgens conclusies 5-8, met het kenmerk, dat het gas een orgaan omvat voor het naar binnen leiden van de straal gas in de geperste stof, waarbij de straal naar de uitgangopening van de matrijs wordt geleid.

10. Extruderinrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het orgaan voor het bewerkstelligen van het opbreken van de samengedrukte geperste stof verwarmingsorganen omvat voor het veroorzaken van het vonkverhitting van de geperste stof.

11. Hoge druk reactor voor het vergassen van kool of dergelijke in 10 combinatie met een extruderinrichting, met het kenmerk, dat een extruder inrichting wordt toegepast gekenmerkt door conclusies 1-10.

12. Werkwijze vooor het laden van een reactor voor het vergassen van kool of een ander soortgelijke werkwijze waarbij een hoge druk reactor gebruikt wordt, met vaste stoffen op een continue manier, met het kenmerk, dat de 15 vaste stoffen toegevoerd worden in een fijnverdeelde vorm met ongeveer 15- 40 gew. % water door een extruderinrichting, waarbij de vaste stoffen samengedrukt worden ter vorming van een geperste stof, welke in staat is de reactordruk aan het afvoereinde van de extruderinrichting te weerstaan, en het opnieuw verpoederen van de geperste stof na het afvoeren uit het 20 afvoereinde voor het reageren ter vorming van een gasmengselprodukt.

13. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het roeren van de geperste stof aan het afvoereinde van de extruderinrichting een blokkering daarvan voorkomt.

14. Werkwijze volgens conclusies 11-12, met(het kenmerk, dat het op- 25 nieuw verpoederen het richten van de straal reactiegas dwars tegen de samen gedrukte geperste stof omvat.

15. Werkwijze volgens conclusies 11-13, met het kenmerk, dat het opnieuw verpoederen het injecteren van een gas in de geperste stof voor het afvoeren daarvan omvat, waarbij het gas een hogere druk heeft dan de reactor-30 druk.

16. Werkwijze volgens conclusies 11-12, met het kenmerk, dat het opnieuw verpoederen het voldoende verwarmen van de geperste stof omvat voor het explosief verdampen van de watercomponent voor het afvoeren van de geperste stof. 35 79062 35