NL7906228A - Compensator. - Google Patents

Description

* ik * v *.

70 8005

Met alls ehlauch-Fabrik Pf or zheim (vorm.

HCH. Witzenmann) Gesellsehaft met beschrankter Haftung Pforzheim

Bondsrepubliek Duitsland Condensator.

De uitvinding heeft betrekking op een compensator voor hoge belasting, bestaande uit tenminste een balgvormig lichaam en twee eindaansluitstukken, waarbij de aansluitstukken elk een deze omgevende, dwars aangebrachte plaat hebben, en de platen door ter weerszijden 5 van het balgvormige lichaam verlopende trekankers bewegelijk met elkaar verbonden zijn, waartoe de trekankers elk uit een aantal, scharnierend verbonden delen bestaan en aan hun einden in dienovereenkomstige openingen van de platen bevestigd zijn.

Al naar gelang de vorm van de trekankers en de bevestiging 10 aan de platen gaat het daarbij om laterale- of angulaire ccmpensatoren.

Bij laterale campensatoren zijn de trekankers in de lichtere uitvoeringsvorm voor lage drukken en temperaturen aan hun overstaande einden onder tussenvoeging van kogelschijven door opgeschroefde moeren vastgezet. Moet de compensator voor grotere belastingen gedimensioneerd 15 worden, dan moeten de einden van de trekankers in de betreffende open- - ingen van de platen worden vastgelast. Bij kleine ahkerdoorsneden is een lasnaad voor het overbrengen van de trekkrachten voldoende. Moeten echter voor het verhogen van de belastbaarheid trekankers met grotere doorsnede gebruikt warden, dan moeten enkele lagen met de hand over 20 elkaar heen gelast worden, hetgeen tijdrovend en duur is. Deze problematiek bestaat ook bij angulaire ccmpensatoren.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een constructief eenvoudige en goedkope oplossing te vinden, cm bij ccmpensatoren voor zeer hoge belasting het tot nog toe noodzakelijke 25 lassen voor het verbinden van de trekankers met de platen te vermijden, resp. tenminste beslissend te verminderen.

Volgens de uitvinding wordt dit probleem opgelost, doordat de trekankers met hun sehamiereinde van de van de balg afgekeerde zijde 79062 28 ,' · 2 4 door de openingen van de platen gestoken kunnen worden en dat het andere einde van hèt'trekanker een hamervormige verwijding heeft, waarmede de trekankers tegen de van het balglichaam afgekeerde zijde van de plaat steunen.

5 Door deze uitvoeringsvorm wordt op verrassende wijze een werk zame, stabiele ondersteuning van de trekankers op hun platen verkregen, waarbij het tot nog toe noodzakelijke lassen totaal kan vervallen, zodat de montage buitengewoon vereenvoudigd wordt.

Tegelijk kunnen ook de trekankers goedkoop worden gemaakt, 10 aangezien de hamervormige verbreding uit een stuk kan worden ver vaardigd en in dezelfde arbeidsgang bij de vormgeving van het trekanker aangebraeht worden. De zijdelingse afmetingen van de hamervormige verbreding richt zich naar de grootte van de op te nemen krachten. Dez kan alzijdig of bij voorkeur slechts aan de smalle 15 zijden van het trekanker aangebracht worden. Het aanbrengen van de verbredingen aan de smalle zijden heeft het voordeel, dat het trekanker met de verbreding door uitbranden gemaakt kunnen warden.

Al naar gelang of het gaat om een angulaire- of laterale compensator, worden de in de platen geschoven trekankers hetzij in 20 het midden door een dwarspen onderling verbonden danwel via twee · van dergelijke dwarspennen aan een tussenstuk vastgezet.

Doelmatig hebben de afzonderlijke trekankerdelen een rechthoekige doorsnede, zoals dit op zichzelf bekend is.

De bijbehorende openingen in de platen zijn bij voorkeur uitge-25 brande, rechthoekige sleuven.

Bij angulaire compensatoren is het voordelig, dat de trekankers aan de schamierzijde uit twee gelijksoortige staven bestaan, waarvan de sterkte ongeveer overeenkomt met de sterkte van het eendelige trekanker aan de andere schamierzijde, waarbij het eendelige trek-30 anker tussen de beide gelijksoortige staven loopt.

Daardoor wordt enerzijds een zeer eenvoudige constructie van het scharnier mogelijk. Anderzijds kan. men beide platen met een zelfde schabloon uitbranden.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder ver-35 wijzing naar de tekening nader besproken. Daarin toont: 790 6 2 2 8 'Jé.

3 fig. 1 een angulaire compensator volgens de nitvinding in zijaanzicht; fig. 2 het detail X in fig. 1 op vergrote schaal, doch over 90° gedraaid; 5 fig. 3 een "bovenaanzicht van de "bovenste plaat van de compensator in fig. 1 en fig. k een laterale compensator volgens de uitvinding, ten dele in doorsnede.

De angulaire compensator volgens fig. 1 "bestaat uit een balg-10 vormig lichaam 1, met twee cylindrische aansluitstükken 2 en 3.

Op de balgaansluitstukken zit een plaat b, resp. 5· Elke plaat is aan de bijbehorende aansluitstomp vastgelast en heeft een ongeveer ovale buitencontour (zie fig. 3).

De zwenkbare verbinding van de beide platen geschiedt over ge-15 lijksoortige trekankers, welke ter weerszijden van de balg 1 zijn aangebracht. Zij bestaan elk uit een betrekkelijk dikke staaf 6 en twee minder dikke staven 7 en 8, waarbij de dikkere staaf 6 aan de ene plaat 5» de beide dunnere staven 7 en 8 naar de andere plaat b lopen. In het midden tussen de beide platen U en 5 overlappen 20 de staven elkaar, waarbij de staaf 6 tussen de beide dunnere staven 7 en 8 is aangebracht. De staven zijn aldaar door een dwarspen 9 schamierbaar met elkaar verbonden. Aan het andere einde hebben de staven elk een hamervormige verbreding 6a, 7a, resp. 8a, waarmede zij aan de van de balg 1 afgekeerde zijde van de platen b en 5 25 steunen.

Omdat beide platen en de beide trekankers over l80° verdraaid zijn, is op elke plaat enerzijds een dikke staaf 6 of 6’, anderzijds zijn twee dunne staven 7 en 8, resp. 7’ en 8* vastgezet, d.w.z. de platen U en 5 kunnen dezelfde vorm hebben en hun sleuven 10-12 30 voor het doorsteken van de staven 6 tot 8 kunnen met een schabloon worden uitgebrand.

Fig. 2 toont de hamervormige verbreding aan de einden van het trekariker, b.v. van de staaf 6. De hamervormige verbreding 6a ligt vlak op de plaat 5, waardoor een belastingsarme krachtoverbrenging 35 tussen trekariker en plaat gewaarborgd is. Bovendien kan het trekariker 790 62 28

* . J

h doelmatig direct of via zijn verbreding aan de plaat 8 gelast -worden, waarbij de lasnaad slechts een bedekkende doch geen dragende functie heeft en tegelijkertijd de uitgebrande sleuven tegen corrosie beschermt .

5 Fig. toont een laterale compensator volgens de uitvinding.

Deze bestaat uit twee balgen la en lb, welke via een buisstuk 13 met elkaar verbonden zijn. Aan hun buiteneinden is een aansluitstomp lU, resp. 15 aangebracht. Elke aansluitstomp draagt, evenals bij fig. 1, een plaat 16. resp. 17, welke de in fig. 3 getoonde vorm 10 heeft. Vanwege de andere uitvoeringsvorm van het trekanker is hier echter ter weerszijden een sleuf voor het trekanker aangebracht.

De trekarikers bestaan uit twee middenstaven 18, waarvan de binnenliggende tweevoudig het buisstuk 13 ondersteunt en aan hun beide einden door dwarspennen 19 en 20 scharnierend met een staaf 21 en 15 22 zijn verbonden. Deze staven vormen de einden van de trekankers en steunen via hamervormige verbindingen 21a, resp. 22a tegen de van de balgen afgekeerde zijden van dë plaat, zoals dit t.a.v. fig. 2 reeds is toegelicht.

De montage van de compensatoren volgens de uitvinding geschiedt 20 zodanig, dat de staven 6 tot 8, resp. 21 en 22, met hun scharaier-einden vanaf de van de balg afgekeerde zijde door de openingen van de platen gestoken worden terwijl de einden aan de scharnierzijde vervolgens door b.v. dwarspennen hetzij rechtstreeks met elkaar of met tussenstaven 18 scharnierbaar verbonden worden.

25 30 790 62 28 35

Claims (4)

1. Condensator voor hoge belasting, bestaande uit tenminste een balgvormig lichaam en twee eindaansluitstukken, -waarbij de aansluit-stukken een deze cmgevende, dwars aangebrachte plaat hebben en de platen door ter weerszijden van het balgvormige lichaam, lopende 5 trekankers beweeglijk met elkaar zijn verbonden, waartoe de trekankers elk uit een aantal scharnierende verbonden delen bestaan en met hun einden in dienovereenkomstige openingen van de platen zijn vastgezet, met het kenmerk, dat de trekankers (6 tot 8; 21 en 22) met hun schamier-einde vanaf de van het balgvormige lichaam (l, la, lb) af gekeerde zijde 10 door de openingen (10-12) van de platen (U, 5, 16, 17) gestoken kunnen worden en dat het andere einde van het trekanker een hamervormige verbreding (6a, 7a, 8a, 21a, 22a) heeft, waarmede de trekankers tegen de van het balgvormige lichaam afgekeerde zijde van de platen steunen.

2. Compensator volgens conclusie 1, met hèt kenmerk, dat de trek ankers, een rechthoekige doorsnede hebben en de openingen (10 tot 12) in de platen (b, 5» l6, 17) uitgebrande, rechthoekige sleuven zijn.

3. Compensator volgens conclusies 1-2, met het kenmerk,dat de hamervormige verbreding (6a, Ja, 8a, 21a, 22a) slechts aan de smalle 20 zijden van de trekankers uitsteken. It. Compensator voor een hoekcampensatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de trekankers aan êên scharnier zij de uit twee gelijksoortige staven (j, 8) bestaan, waarvan de totale sterkte ongeveer overeenstemt met de sterkté van een eendelige staaf (6) 25 welke de andere scharnierzijde vormt.

5. Compensator volgens conclusie l·, met het kenmerk, dat de platen (k, 5) gelijkvormige zijn. 7906228