NL7904998A

NL7904998A - Stans- en rilwerktuig.

Info

Publication number: NL7904998A
Application number: NL7904998A
Authority: NL
Original assignee: Marbach Gmbh Karl
Priority date: 1978-07-19
Filing date: 1979-06-27
Publication date: 1980-01-22
Also published as: US4256026A; FR2431366A1; BE877762A; SE7906146L; DK301579A; DE2831619A1

Description

#- 49201/Lob 1

Karl Marbach GmbH, Heilbronn, Bondsrepubliek Duitsland.

Stans- en rilwerktuig.

De uitvinding heeft betrekking op een stans- en rilwerktuig voer het vervaardigen van vouwmodellen uit banen karton, bordpapier e.d. met een matrijs en een bandstaalpatrijs, die op ten opzichte van elkaar beweegbare machinestansplaten kunnen worden vastgezet.Bekend 5 zijn kunststofmatrijzen, die overeenkomstig Duits octrooischrift 1.210.310 als volgt worden vervaardigd: een gegraveerde metaalplaat dient als stammatrijs, waarvan een uit thermoplastische kunststof resp. kunsthars,bestaande patrijs wordt vervaardigd.Van deze patrijs wordt een serie matrijzen, eveneens van een thermoplastische kunststof- resp.

10 kunstharsmassa, vervaardigd.Deze matrijzen hebben in het bijzonder het nadeel, dat ze kostbaar zijn in de produktie, geen lange bruikbaarheid bezitten en de maatvastheid sterk onderhevig is aan temperatuurschommelingen.Het nauwkeurig passen van matrijgfen bandstaalpatrijs veroorzaakt moeilijkheden.

15 De uitvinding heeft ten doel een stans- en rilwerktuig te ver schaffen, dat eenvoudig en nauwkeurig kan worden vervaardigd,'een lange bruikbaarheid bezit en gemakkelijk kan worden gemonteerd.

Voor de oplossing van dit probleem verschaft de uitvinding een matrijs, die bestaat uit een plaat, waarvan de omtrekafscheiding 20 en de gleuven en kammen voor de vouwrilling overeenkomstig de omtrek en het vouwen van het gewenste vouwmodel gebouwd zijn door volgens programma bestuurde werktuigen en de plaat voorzien is van regelopenin-gen die over regelstaven van de bandstaalpatrijs kunnen worden gebracht en op de ene kant voorzien is van een kleefstaflaag, waarmee deze op 25 de ene machinestansplaat kan worden apgeplakt.Op deze manier kunnen uit een uitgangsplaat willekeurig veel volkomen identieke matrijzen worden uitgesneden, die precies op de bandstaalpatrijs passen.

Het materiaal kan zo worden gekozen, dat door de temperatuur bepaalde maatafwijkingen tussen matrijs en patrijs grotendeels worden vermeden.

30 Door de slijtvastheid kunnen grote aantallen worden vervaardigd.De vervaardiging van de matrijzen en de nauwkeurige montage op de machinestansplaten is uiterst eenvoudig.

Op^bijzonder gunstige wijze bestaat de plaat uit hard papier 790 4 9 98 * --2 “ 'v , waarvan de tegenover de groeven gelegen onderkant voorzien is van een versterkingsinleg, of uit metaal.Het gaat derhalve om een persstof laag , in het bijzonder om een fenoplast-staflaag, met papier als harsdrager. Als versterkingsinleg zijn in het bijzonder glasvezels geschikt, 5 Voor het afscheiden en rillen van de matrijs worden in- snijders in de vorm van freesboren, in het bijzonder vingerfreesboren, gebruikt, die voor de vorming van de gleuven cylindrisoh met loodrechte kopvlakken en voor de afscheiding langs de omtrek kegelvormig gevormd kunnen zij., zodat de rand van de plaat afgeschuind en derhalve de 10 onderkant groter dan de bovenkant is.De afscheiding wordt niet volledig doorgevoerd om oplaag voor de uitgangsplaat niet te beschadigen; de vliesdunne verbinding wordt naderhand doorgesneden resp, doorgebro-ken.Oe uitgangsplaat wordt doelmatig door een vacuum op het machineon-derstuk vastgehouden; de dikte ervan bedraagt minder dan 1 mm, het 15 diepste punt van de gleuven heeft een afstand tot de onderkant van minder dan 0,3, bij voorkeur 0,1 mm.Deze geringe afstand maakt het mogelijk zuivere afdrukken te verkrijgen; wegens de versterkingsinleg behoeft men niet bang te zijn voor een inscheuren of een beschadiging door buigingen.

20' Het is van bijzonder voordeel, indien de kleefstoflaag bestaat uit een tweezijdige kleefstoffolie.De daardoor op de machine-stansplaat aangebracht matrijs is direkt voor gebruik gereed.

Net als de omtrekafscheiding en de gleuven of kammen zijn de regelopeningen door een werktuig met programmabesturing vervaardigd, 25 zodat een grote nauwkeurigheid verzekerd is,Het is een bijzonder voordeel, dat de programmabesturing voor het besturen van de werktuigen bij de vervaardiging van de matrijs ook voor de vervaardiging van de spleten en de openingen voor de opname van de regelstaven bij het vervaardigen van de patrijzen kan worden gebruikt, in het bijzonder wan-30 neer de spleten in een grondplaat voor het inbrengen van het bandstaal 1 vervaardigd zijn door laserstralen.De programmabesturing geschiedt doelmatig via een datadrager, die data uit een procesrekenmachine overeenkomstig de gewenste omtrek en rilling van de matrijs verzamelt; een NC-voortdurende besturing van de baan biedt bijzonder voordeel.

35 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kunnen de regelstaven in de openingen_yan.de grondplaat van de patrijs indalen.

790 4 9 98 - 3 4

Ze worden na het aanbrengen van de m trijs op de machinestansplaat teruggeschoven, zodat ze niet in aanraking komen met het te stansen pro-dukt.Bij een verwisseling van matrijs kunnen de staven weer in werk— positie worden gebracht.

5 Door deze wijze van vervaardigen van de patrijzen en ma trijzen is de zekerheid aanwezig, dat de omtrek van de matrijs met de omtrek van de patri.js volledig in overeenstemming is; alle buitenomtrekken zijn dekkend aan elkaar gelijk.Iedere op datadragers vastgelegde omtrek, rechte, hoek, cirkelbaan e.d. kan door de besturing wor-10 den geverifieerd.Wanneer men zorgvuldig te werk gaat kunnen de matrijzen van de machinestansplaat worden afgenomen en opnieuw worden gebruikt.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt weergegeven in de bijgaande tekeningen en wordt hieronder nader beschreven.In de tekeningen toont Fig. 1 een doorsnede door een stans- en rilwerktuig 15 naast de machinestansplaat,

Fig.2 een bovenaanzicht van een matrijs,

Fig.3 een gedeeltelijke doorsnede daarvan langs lijn m-ITT in Fig.2 op vergrote schaal, en

Fig,4 een dergelijke gedeeltelijke doorsnede door een an— 20 dere matrijs op vergrots schaal.

Het werktuig bestaat uit een bandstaalpatrijs 1 (stansvorm) en een matrijs 2.De bandstaalpatrijs 1 is bevestigd op een machinestansplaat 3 en ingesloten in een niet nader weergegeven afsluitraam.

•Matrijs 2 wordt op de tegenoverliggende machinestansplaat 4 vastge-25 kleefd.De bandstaalpatrijs 1 bezit een grondplaat 5, die in de regel bestaat uit triplex.In deze grondplaat 5 zijn met behulp van laserstralen spleten 6 aangebracht, waarin het bandstaal 7 is opgenomen, dat voor het indrukken van kammen aan de uitstekende kopzijde afgerond is en voor het omtreksnijden een meskant bezit.0e laser wordt bij de ver-30 vaardiging van de spleten 6 door een NC-voortdurende baanbesturing bestuurt; hij wordt ook gebruikt voor het vormen van doorgangsopeningen 8, waarin regelstaven 9 worden ingébracht.

Matrijs 2 bestaat uit hard papier (bekend onder de handelsnaam Pertinax), dat aan zijn onderkant 10 voorzien is van een ver-35 sterkingsinleg 11(glasvezels of metaal).Op onderkant 10 is een kleefstof laag_12__in de vorm van een tweezijdigs kleef stof folie 13 aange- 790 4 9 98 η --4 - bracht, die eerst is afgedekt door een beschermingspapier 14, waarvan de naar de kleefstof toegekeerde kant met siliconen bekleed is.Matrijs? 2 vormt derhalve een vlakke plaat 15, die uit een grotere, niet weergegeven uitgangsplaat is Huitgesneden,,.Vaor het "uitsnijden" wordt een 5 freeswerktuig gebruikt, n.l. een vingerfrees met konische vorm.De uitgangsplaat is daarvoor op een machinetafel gespannen, in het bijzonder door een vacuum vastgezogen.De frees wordt net als de laser bij de vervaardiging van de bandstaalpatrijs 1 door een NG- voortdurende baanbesturing geleid, zodat men identieke dekking met de laservorm 10 heeft.Door de konische vorm van de frees is de rand 16 afgeschuind.Om de machinetafel niet te beschadigen wordt het frezen van de omtrek niet helemaal tot aan de onderkant 10 doorgevoerd; er blijft een vliesdunne verbinding bestaan, die naderhand wordt afgesneden, resp. doorgebroken.

Met een tweede cylindrische vingerfrees met loodrechte 15 kopkant worden gleuven 17 ingefreesd, die door de freesvorm in doorsnee U-varmig gehouden zijn en waarvan de benen 18 en 19 loodrecht op de bovenkant 20 van matrijs 2 gericht zijn.De gleuven 17 liggen tegenover het overeenkomstige bandstaal 7 als rilwerktuig; ze zijn voor een zuiver rillsn van het te stansen produkt noodzakelijk.Ook de frees voor 20 de gleuven 17 wordt op dezelfde wijze met programma bestuurd, en· eveneens het werktuig-waarmee-tenminste twee regelopeningen 21,22 in plaat 15 worden aangebracht.De bodem van de gleuf 23 heeft b.v. een afstand 24 van-0,1 mm tot onderkant 10 bij een plaatdikte 25 van 0,6 mm.De kleefstoffolie 13 heeft zonder het beschermingspapier 14 een dikte van 25 b.v. 0,05 mm.

Naast gleuven 17 kunnen ook kammen 26 in plaat 15 gevormd zijn; deze ontstaan door bijbehorende uitfrezingen 27.Met de gleuven 17 worden positieve rillen, met de kammen 27 negatieve rillen in het te stansen produkt gemaakt.

30. Bij het inbrengen van het werktuig in de machine gaat men ! als volgt te werk:

Eerst wordt de bandstaalpatrijs 1 op de machinestansplaat 3 in het sluitraam ingesloten.Dan wordt de matrijs 2 op de in de bandstaalpatrijs 1 aanwezige regelstiften 9 gestoken, zodat de kleefstof- 35 laag 12, waarvan eerst het beschermingspapier 14 is afgetrokken, naar machinestansplaat 4 toegekeerd is.Dan worden de machinestansplaten 3,4 790 4 9 98 - 5 - ♦ * bij teruggenomen druk naar elkaar toe gebracht en weer van elkaar afgehaald .Daarbij kleeft matrijs 2 tegen machinestansplaat 4 aan.De regel-staven 9 zijn bij het naar elkaar toe brengen teruggeschoven in hun doorgangopening 8; ze blijven in deze teruggeschoven positie in grond-5 plaat 5 gedurende het gehele stansproces.De staven 9 resp. de grond-plaat 5 hebben zodanige afmetingen, dat voldoende ruimte beschikbaar is opdat de staven 9 in plaat 5 kunnen blijven zonder het te stansen produkt te raken.Voor het volkomen identieke opkleven wordt tussen de stansplaten 3,4 een rubberplaat aangebracht; bij het opnieuw naar el-10 kaar toe bewegen wordt matrijs 2 met zekerheid gelijkmatig vastgeplakt.

Men dan dan onmiddellijk met het verwerkingsproces beginnen.Men laat een eerste baan voorlopen en schakelt op drukpositie.Na het uitlopen wordt gecontroleerd of het karton goed wordt afgesneden; anders worden de benodigde correcties uitgevoerd.Aan een tweede baan wordt gecontroleerd of de snijlijnen resp. rillijnen op de goede plaats zitten.

790 49 98

Claims

1. Stans- en rilwerktuig voor het vervaardigen van vouwmodel-len uit banen van karton, bordpapier e.d. met een matrijs en een band-staalpatrijs, die op tegen elkaar in beweegbare machinestansplaten kun- 5 nen worden vastgezet, met het kenmerk, dat de matrijs (2} bestaat uit een plaat (15), waarvan de omtrekafscheiding en de gleuven (17) resp. kammen (26) voor de vouwrilling overeenkomstig de oratrekken en het vouwen van het gewenste vouwmodel zijn aangêbracht door met een : programma bestuurd werktuig en plaat (iS) voorzien is van regelopenin-10 gen (21,22), die over regelstaven (9) van bandstaalpatrijs (1) kunnen worden gevoerd en aan de ene kant een kleefstoflaag (12) draagt, waarmee hij op de ene machinestansplaat (4) kan worden geplakt.

2. Werktuig volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat plaat (15) bestaat uit hard papier, waarvan de tegenover de groe- 15 ven (17) gelegen onderkant (10) voorzien is van een versterkingsinleg (11).

3. Werktuig volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat als werktuig voor het afscheiden en rillen van matrijs (2) frezen worden gebruikt,

4. Werktuig volgens conclusie i,raet het kenmerk, dat de rand (1S) van plaat (15) afgeschuind is en daardoor de onderkant (10) groter is dan de bovenkant (20) en de gleuven (17) in doorsnee U-vormig gehouden zijn.

5. Werktuig volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat de benen (15,19) van de gleuven (17) tenminste nagenoeg rechthoekig staan ten opzichte van de bovenkant (20) van plaat (15).

6. Werktuig volgens conclusie 1,met het kenmerk, i dat de bodem(23): van:de gleuf een afstand (24) tot de onderkant (10) heBft die minder dan 0,3 mm bedraagt.

7. Werktuig volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de regelopeningen (21,22) eveneens met een door de programmabestu— ring geleid werktuig zijn vervaardigd. Θ. Werktuig volgens conclusie 2, met het krnmerk, 790 4 9 98 7 - i' * dat de plaatdikte (25) m-nder dan 1 ram bedraagt.

9. Werktuig volgens conclusie 1,raet het kenmerk, dat de kleefstoflaag (12) bestaat uit een tweezijdige kleefstoffolie (13).

10. Werktuig volgens conclusie 1 met een bandstaalpatrijs, waarbij het bandstaal in sleuven van een gronplaat zijn ingelaten, die vervaardigd zijn door laserstralen, met het kenmerk, dat de programma besturing voor het leiden van de werktuigen bij de vervaardiging van matrijs (2) ook wordt gebruikt voor de vervaardiging 10 van de spleten (6) en de doorgangsopeningen (β) voor het opnemen van de regelstaven (9) bij het vervaardigen van patrijs (l).

11. Werktuig volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de regelstaven (9) in de doorgangsopeningen (8) van grondplaat (δ) kunnen verzinken.

12. Werktuig volgens conclusie 1,raet het kenmerk, dat de programmabesturing via een datadrager werkt, die uit een procesrekenmachine data overeenkomstig de gewenste omtrekken en rillingen van matrijs (2) verzamelt.

13. Werktuig volgens conclusie 12, met het kenmerk, 20 dat de programmabesturing als NC- voortdurende baanbesturing is uitgevaar d.

14. Werktuig volgens conclusie 1, ra e t h e t k e n nr e r k, dat matrijs (2) uit een uitgangsplaat is uitgesneden, die door een vacuum op een machineondergrond wordt vastgehouden.

15. Werktuig volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat matrijs (2) naast groeven (1?) voor positieve rillen ook kammen (26) voor negatieve rillen draagt en deze kammen (26) door uitfrezingen (27) zijn gevormd. 790 49 98