NL7904326A - Betonvloerkonstuktie, die aan de onderzijde is geiso- leerd en daarbij gebruikte elementen uit isolatie- materiaal. - Google Patents

Description

*·- < t 49 162/Ir.GB/RT 1 J.G. van Arnhem B.V., Ommen.

Betonvloerkonstruktie, die aan de onderzijde is geïsoleerd en daarbij gebruikte elementen uit isolatiemateriaal.

De uitvinding heeft betrekking op een betonvloerkonstruktie bestaande uit op afstand van elkaar aangebrachte onderling evenwijdig lopende omgekeerde T-balken; uit elementen uit isolerend materiaal, die worden ondersteund door 5 de in horizontale richting lopende poten van tegenover elkaar liggende T-balken, en die de onderzijde van de T-balken, tenminste gedeeltelijk, bedekken en tussen de T-balken een blijvende bekisting vormen; en uit een vloeroppervlak verkregen door het storten van beton over de T-balken en de be-10 kistingselementen heen.

Bij een dergelijke bekende betonvloerkonstruktie is dat deel van de isolerende elementen, dat de blijvende bekisting vormt uitgevoerd als een iets naar boven toe gewelfd deel, met een zodanige breedte dat het op de poten van 15 de T-balken kan rusten, terwijl het direkt naast de T-balken is voorzien van naar beneden toe stekende delen voor het isoleren van de vertikale zijden van de poten van de T-balken. Vanaf één van de naar beneden toe stekende delen loopt dan nog een horizontaal deel naar buiten toe ten opzichte van 20 het element en dit deel zorgt voor het isoleren van het onderste horizontale vlak van de omgekeerde T-balk. Nadat de T-balken op hun plaats zijn gelegd worden de isolerende elementen schuin naar beneden toe tussen de balken geschoven, zodanig dat de zijdelings uitstekende poot van het isoleren-25 de element eerst onder de T-balk komt te liggen, waarna het isolerende element op zijn plaats kan worden gekanteld.

De zijdelings uitstekende onderste poot van een isolerend element moet zich uitstrekken tot voorbij de andere rand van de T-balk om aan te liggen tegen de onderzijde 7904326 Λ » 2 van het opvolgende isolerende element, zodat geen warmtebruggen ontstaan.

De zijdelings uitstekende delen van de elementen zijn kwetsbaar bij het transport daarvan en voor de vervaar-5 diging van de elementen moet een ingewikkelde vorm worden gebruikt, daar het snijden van dergelijke elementen uit massief materiaal te veel materiaalverlies met zich mee zal brengen.

Een nadeel van een dergelijke konstruktie is verder, 10 dat de onderzijde van ëën van de twee zich naast een zij - muur bevindende T-balken niet automatisch zal worden bedekt door een isolerend element van het boven beschreven type, ten gevolge van de a-symmetrische vorm daarvan. Dit onder-oppervlak van de T-balk zal dus niet met isolerend materiaal 15 worden bedekt, tenzij dit op een speciale afzonderlijke wij ze plaatsvindt.

Het vervaardigen van dergelijke elementen in vormen heeft het nadeel, dat de hart-op-hartafstand tussen de balken niet naar wens gevarieerd kan worden, daar voor elke af-20 stand een ander element zal moeten worden toegepast.

In de praktijk blijkt dan ook dat een dergelijke vorm van de elementen uit isolerend materiaal beperkingen oplegt aan de uitvoering van de betonvloerkonstruktie en dat bepaalde delen daarvan nog van een afzonderlijke isolatie 25 zullen moeten worden voorzien.

Een verder nadeel van het gebruik van de boven beschreven elementen uit isolerend materiaal is daarin gelegen, dat het aanbrengen moeilijkheden kan opleveren bij het gebruik van lange T-balken, die tijdelijk moeten worden onder-30 steund totdat de gestorte betonvloer is uitgehard. Ter plaat se van een dergelijke ondersteuning zal de zijdelings uitstekende poot van het isolerende element moeten worden uitgesneden bij het aanbrengen van het element. Na het storten van de vloer en het uitharden ervan zullen de ondersteunin-35 gen worden weggenomen en is het in principe gewenst dat het 790 43 26 * 3 uitgesneden deel van het isolerende element weer wordt vervangen, zodat geen warmtebrug ontstaat.

In verband met de noodzakelijke sterkte van de elementen uit isolerend materiaal moet de dikte daarvan op be-5 paalde plaatsen aanmerkelijk groter zijn, dan direkt ver eist voor de gewenste isolerende werking ervan. Dit leidt dus tot hoger materiaal gebruik . dan beslist noodzakelijk is. Daar de cyclustijd van een persinstallatie, gebruikt voor de produktfe van dergelijke elementen, evenredig is met 10 de dikte van de te persen elementen, zullen de produktie- kosten relatief hoog zijn.

De uitvinding beoogt nu een betonvloerkonstruktie te verschaffen die de bovengenoemde bezwaren niet bezit en dit wordt bereikt, doordat de isolerende elementen enerzijds 15 bestaan uit U-vormige elementen, die grijpen om de uiteinden van de naar elkaar toe gerichte poten van de T-balken en anderzijds uit in hoofdzaak vlakke plaatvormige elementen, die op de bovenliggende poten van de U-vormige elementen rusten.

20 Doordat de in hoofdzaak vlakke plaatvormige elemen ten bij het storten van de betonvloer stevig op de bovenste poten van de U-vormige elementen worden gedrukt, is er nagenoeg geen gevaar dat tussen de op elkaar liggende elementen naden open blijven. De kans op een open blijvende naad is 25 slechts aanwezig onder de T-balk, waar de poten van de υ νοπηχ ge elementen tegen elkaar aanliggen. Deze naad biedt echter juist de mogelijkheid om een T-balk tijdelijk te ondersteunen, totdat de betonvloer is gestort en uitgehard.

Om ervoor te zorgen dat de poten van twee U-vormi-30 ge elementen, onder de T-balk, stevig tegen elkaar aan zullen worden gedrukt, kan erin worden voorzien, dat het buitenoppervlak van tenminste de, in de aangebrachte stand, bovenliggende poot van het U-vormige element zodanig is uitgevoerd , dat nadat het U-vormige element op de poot van de 35 T-balk is geschoven en nog niet is belast, het buitenopper- 7904326 V* * -4 vlak bij het vrije einde van de poot lager ligt dan bij het andere einde van de poot. Hierdoor zal door het aangebrachte plaatvormige element een kantelmoment op het U-vormige element worden uitgeoefend waardoor de onderste poot van het 5 U-vormige element verder onder de T-balk wordt. gedrukt.

Door de verende eigenschappen van het isolerende materiaal zullen de poten van twee U-profielen tegen elkaar aan komen te liggen, wanneer een smal, ertussen aangebracht ondersteuningselement voor de betreffende T-balk naderhand 10 wordt weggenomen.

Om een snelle aanbrenging van de elementen uit isolerend materiaal mogelijk te maken en om te voorkomen dat de U-vormige elementen niet goed op de poten van de T-balken worden geschoven, kan zodanig te werk worden gegaan, dat de 15 plaat en U-vormige elementen, voör het aanbrengen ervan op de T-balken, tenminste plaatselijk met elkaar worden verbonden door een flexibel materiaal, zodanig dat de langs beide randen van een plaatvormig element aangebrachte U-vormige elementen elk verzwenkbaar zijn om een aanrakingslijn, die 20 het verst van het vrije einde van de poot van de U-vormige elementen is afgelegen.

Het aanbrengen van het flexibele materiaal kan in de fabriek plaatsvinden voordat de elementen naar de bouwplaats worden getransporteerd en op de bouwplaats kunnen de 25 U-vormige elementen op de T-balken worden aangebracht door het enigszins kantelen van de U-vormige elementen ten opzichte van de plaat waarmee zij scharnierend zijn verbonden.

De breedte van de plaatvormige elementen kan worden aangepast op de hart-op-hartafstand van de T-balken en 30 ook de lengte van de poten van de U-vormige elementen kan worden aangepast op de gewenste waarde, zodat bijvoorbeeld ook twee direkt naast elkaar liggende T-balken aan de onderzijde geheel met isolerend materiaal kunnen worden bedekt.

Voor het verkrijgen van een goede bescherming van 35 het isolerend materiaal tegen aantasting ervan, bijvoor- 7904326 - 5 beeld door muizen wanneer het een begane-grondvloer betreft, kan het flexibele materiaal zich uitstrekken over het gehele onderoppervlak van de elementen in de aangebrachte stand daarvan. Als flexibel materiaal wordt daarbij in het bijzon-5 der gedacht aan bijvoorbeeld een brand -vertragende foelie.

Voor het verkrijgen van een goede aanhechting tussen de gestorte betonvloer en de T-balken kan het plaatvormige element uit isolerend materiaal langs de randen die op de poten van de Ü-vormigl^f S§i5e^e liggen, zijn af geschuind, 10 zodanig dat de randen van het bovenoppervlak van het ele ment op grotere afstand liggen van de T-balken dan de onderranden ervan.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zullen de elementen uit isolerend materiaal worden verkregen door het 15 snijden ervan uit een blok van een dergelijk materiaal. Door de eenvoudige vorm van de elementen kunnen deze in hoge mate in elkaar worden gepast, zodat een minimale hoeveelheid afval ontstaat. Het snijden van de elementen kan bijvoorbeeld plaatsvinden met behulp van een laser-straalinrichting. 20 De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 een doorsnede toont over een T-balk met daarop aangebrachte U-vormige elementen uit isolerend materiaal, 25 op elk waarvan een plaatvormig element rust, dat niet is belast; fig. 2 een perspektivisch aanzicht toont van twee U-vormige elementen, die scharnierend zijn verbonden met een plaatvormig element en zich ten opzichte van dit element 30 in een stand bevinden tijdens het aanbrengen van de elementen op twee naast elkaar liggende T-balken; fig. 3-6 dwarsdoorsneden tonen over verschillende vloerkonstrukties, waarbij gebruik is gemaakt van ü-vormige en plaatvormige elementen uit isolerend materiaal; 35 fig. 7 een dwarsdoorsnede toont over een T-balk met 7904326 Λ + . 6 - een daaronder aangebrachte plaatselijke en tijdelijke ondersteuning; en fig. 8 een dwarsdoorsnede toont over twee tegen elkaar aanliggende T-balken met een daaronder aangebrachte 5 plaatselijke en tijdelijke ondersteuning.

Bij de vervaardiging van een vloerkonstruktie volgens de onderhavige uitvinding wordt gebruik gemaakt van T-balken 1, zie fig. 1, waarop ü-elementen 2 uit isolerend materiaal worden geschoven, welke de platen 3 uit isolerend ma-10 teriaal dragen» .. Zoals uit fig. 1 blijkt is de boven ste poot 4 van een U-element afgeschuind, waardoor een aan-rakingslijn 5 wordt verkregen tussen het ü-element 2 en de plaat 3. Wanneer de plaat 3 voldoende belast wordt zal op het ü-element een kantelmoment worden uitgeoefend, zodanig 15 dat de onderste poten 6 van de U-elementen 2 naar elkaar toe worden gedrukt in de richting van de pijlen P. Hierdoor zal de naad tussen de poten veerkrachtig gesloten worden gehouden .

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 2 kan een 20 plaat 3 tezamen met twee U-elementen 2 tot één element wor den verenigd door het aanbrengen van een flexibel materiaal 7, dat zich bij voorkeur uitstrekt over het gehele buitenoppervlak van de elementen, na gereedkomen van de vloer.

Het flexibele materiaal 7 dient zowel voor het vor-25 men van scharnierpunten tussen de U-elementen 2 en de plaat 3, als voor het afdekken van het isolerende materiaal zodat dit minder bloot zal staan aan nadelige invloeden. Het is daarbij natuurlijk ook mogelijk de gehele onderzijde van de plaat 3 eerst afzonderlijk te bekleden en ook het U-element 30 2 te bekleden inclusief de bovenste poot 4, waarna dan de elementen met elkaar kunnen worden verenigd door het plaatselijk aanbrengen van een flexibel materiaal bij de aanra-kingslijn 5. Ook kunnen de verdere oppervlakken van de elementen nog voorzien zijn van een flexibel materiaal, in het 35 bijzonder een brand vertnagenfe- foelie, waardoor een aanmerkelijke 7904326 7 versteviging van de elementen wordt bereikt. Het aanbrengen van een dergelijke foelie levert geen grote moèilijkheden op door de eenvoudige vorm van de elementen.

Fig. 3 toont een doorsnede over een vloerkonstruk-5 tie, waarbij gebruik gemaakt is van de T-balken 1, van U-elementen 2 en van de platen 3. De onderdelen 2 en 3 zijn weer vervaardigd uit isolerend materiaal en over de T-balken 1 en de platen 3 heen is de betonvloer 8 gestort.

Zoals blijkt zal de door het beton op de plaat 3 10 uitgeoefende druk ervoor zorgen dat de onderste poten 6 van de U-elementen 2 naar elkaar toe worden gedrukt, waardoor een volledige sluiting van de ertussen aanwezige naad wordt bereikt.

Fig. 4 toont een konstruktie waarbij de T-balken 15 verkregen worden door uit te gaan van geprefabriceerde balken 9 met een rechthoekige dwarsdoorsnede, zodat het T-pro-fiel eerst ontstaat na het storten van de vloer 8. Hierbij bevindt zich één der balken dicht bij een muur en er kan nu gebruik worden gemaakt van een speciaal U-element 10 met 20 een onderste poot 11, die een zodanige lengte heeft dat hij aan komt te liggen tegen de muur 12. Hierdoor wordt een volledige isolatie van ook deze randbalk bereikt. Verder liggen bij deze konstruktie de balken niet alle op gelijke afstanden van elkaar, maar dit kan op eenvoudige wijze worden op-25 gevangen door de ene plaat 3 smaller te maken dan de andere.

Fig. 5 toont een vloerkonstruktie waarbij twee T-balken 1 dicht naast elkaar zijn geplaatst, zodat op de vloer plaatselijk een grotere belasting kan worden uitgeoefend. Voor het isoleren van de naast elkaar liggende T-30 balken 1 kan nu gebruik gemaakt worden van een ü-element 13 waarvan de onderste poot 14 zodanig is verlengd dat hij zich onder de gehele poot van de T-balk uitstrekt.

Ten slotte toont fig. 6 nog een konstruktie waarbij zogenaamde "open T-balken" 15 worden toegepast ofwel 35 "tralie-liggers". Vanuit de rechthoekige voorgefabriceerde 7904326 ... 8 Τ' balk 16 steekt hierbij de wapening 16'1, die bij het storten van de vloer 8 wordt opgenomen in het beton.

Zoals in fig. 6 aangegeven kan de vloer plaatselijk zwaarder worden uitgevoerd, zodat daar ter plaatse een gro-5 tere belasting kan worden opgenomen. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een ü-element 17, waarvan de bovenste poot 18 dunner is uitgevoerd dan de onderste poot 19. Door de kleinere hart-op-hartafstand van de T-balken kunnen ook de platen 20 een kleinere dikte hebben, waardoor de dik-10 te van de betonvloer boven de platen 20 groter is dan daar waar geen grote belastingen op de vloer worden uitgeoefend.

Fig. 7 toont de wijze waarop een T-balk 15 kan worden ondersteund tot na het storten en uitharden van de betonvloer. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een eenvou-15 dig afstandsorgaan 21 tussen de T-balk 15 en een montage- ondersteuning 22. Het afstandsorgaan 21 kan een geringe dikte hebben, zodat na het wegnemen ervan de onderste poten van de ü-elementen weer naar elkaar toe zullen veren, op de wijze zoals dit boven is beschreven. De afstandsorganen 21 20 kunnen dus op elke gewenste plaats van een balk worden aangebracht, wanneer zij zich slechts centraal onder de balk bevinden.

Fig. 8 geeft aan op welke wijze een afstandsorgaan 23 kan worden aangebracht voor het ondersteunen van twee 25 naast elkaar liggende T-balken 15. Hierbij kan het afstandsorgaan 23 bijvoorbeeld zijn samengesteld uit twee haaks op elkaar staande ronde staven, zodat het bij verwijdering van het afstandsorgaan slechts nodig is dit orgaan te verdraaien op de vertikale poot, waarna de horizontale poot tussen de 30 U-elementen uit kan worden getrokken. De poten van de U-ele-menten veren dan weer naar elkaar toe op de wijze als boven beschreven, zodat geen opening in de naad achterblijft.

Er kan dus gebruik worden gemaakt van zeer eenvoudige afstandsorganen, die ten eerste geen moeilijkheden op-35 leveren bij het aanbrengen van de U-elementen uit isolerend 7904326 _ 9 _ materiaal op de T-balken en die ook gemakkelijk weer kunnen worden verwijderd na gereedkomen van de vloer, zonder dat ongeïsoleerde delen van de T-balken achterblijven.

Het zal duidelijk zijn dat slechts enkele mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding in de tekening zijn weergegeven en in het bovenstaande zijn beschreven, daar vele wijzigingen kunnen worden aangebracht, zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

Zo kan bijv. de bovenste poot 4 van de U-elementen 2, weergegeven in de fig. 1 en 2, niet zijn afgeschuind maar ongeveer ter plaatse van de aanrakingslijn 5 zijn voorzien van een naar boven toe uitstekend deel in de vorm van een nok. Hierdoor zal op het ü-element eveneens een kantelmoment worden uitgeoefend door de plaat 3 en het daarop gestorte beton.

Wanneer in het bovenstaande gesproken wordt over "isolerende elementen" zal hierbij in eerste instantie wor -dengedacht aan elementen uit geschuimde kunststof zoals polystyreen, welk materiaal reeds wordt toegepast voor de bekende elementen. Dit materiaal is in het bijzonder geschikt voor de vervaardiging van beganegrond vloeren, waarvan dus de onderzijde geen afwerking behoeft.

Bij de vervaardiging van vloeren of plafonds waarvan de onderzijde wel in het gezicht komt kunnen de plaat-en ü-elementen ook uit andere materialen worden vervaardigd, zoals uit hout, gips e.d. zodanig dat, eventueel na verdere afwerking, een "balken-plafond" wordt verkregen zoals dit tegenwoordig weer steeds meer ingang vindt. Uiteraard zal de isolerende waarde van elementen uit een dergelijk materiaal geringer zijn dan die van elementen uit geschuimde kunststoffen.

7904326

Claims (9)

10 ·

1. Betonvloerkonstruktie bestaande uit op afstand van elkaar aangebrachte onderling evenwijdig lopende omgekeerde T-balken; uit elementen uit isolerend materiaal, die 5 worden ondersteund door de in horizontale richting lopende poten van tegenover elkaar liggende T-balken en die de onderzijde van de T-balken, tenminste gedeeltelijk, bedekken en tussen de T-balken een blijvende bekisting vormen; en uit een vloeroppervlak verkregen door het storten van beton over 10 de T-balken en de bekistingselementen heen, met het kenmerk, dat de isolerende elementen enerzijds bestaan uit u-vormige elementen, die grijpen om de uiteinden van de naar elkaar toe gerichte poten van de T-balken en anderzijds uit in hoofdzaak platte plaatvormige elementen, die op de 15 bovenliggende poten van de U-vormige elementen rusten.

2. Betonvloerkonstruktie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buitenoppervlak van tenminste de, in de aangebrachte stand, bovenliggende poot van het U-vormige element zodanig is uitgevoerd , dat nadat 20 het U-vormige element op de poot van de T-balk is geschoven en nog niet is belast, het buitenoppervlak bij het vrije einde van de poot lager ligt dan bij het andere einde van de poot, zodanig dat door het aangebrachte plaatvormige element een kantelmoment op het U-vormige element wordt uitgeoefend 25 waardoor de onderste poot van het U-vormige element verder onder de T-balk wordt gedrukt.

3. Betonvloerkonstruktie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het plaat- en U-vormige element, vóór het aanbrengen ervan op de T-balken, tenminste 30 plaatselijk met elkaar worden verbonden door een flexibel materiaal, zodanig dat de langs beide randen van een plaatvormig element aangebrachte U-vormige elementen elk verzwenk-baar zijn om een aanrakingslijn, die het verst van het vrije einde van de poot van de U-vormige elementen is afgelegen.

4. Betonvloerkonstruktie volgens conclusie 3, me t - 7904326 w. het kenmerk, dat het flexibele materiaal zich uitstrekt over het gehele onderoppervlak van de elementen in de aangebrachte stand daarvan.

5. Betonvloerkonstruktie volgens éên der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat het plaatvormi ge element uit isolerend materiaal langs de randen die op de poten van de U-TOrmS^^omen te liggen is af geschuind, zodanig dat de rand van het bovenoppervlak van het element op grotere afstand ligt van de T-balk dan de onderrand ervan.

6. Betonvloerkonstruktie volgens één der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de elementen uit het isolerende materiaal worden verkregen door het snijden ervan uit een blok van een dergelijk materiaal.

7. U-vormig en plaatvormig element uit isolerend 15 materiaal voor toepassing bij de betonvloerkonstruktie als beschreven in één of meer der voorgaande conclusies.

8. Plaatvormig element uit isolerend materiaal, dat langs tenminste ëên langsrand scharnierend is verbonden met een U-vormig element uit isolerend materiaal.

9. Betonvloerkonstruktie en elementen uit isole rend materiaal gebruikt voor de vervaardiging van een betonvloerkonstruktie als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 7904326