NL7811954A - Inrichting voor het verwijderen van om een kern gewikkeld materiaal. - Google Patents

Description

’ ’ X.

' X

ft 785166/ii/Rdm/rz

Aanvraagster : Machinefabriek M. Brouwer & Co. B.V. te Hengelo.

Titel : Inrichting voor het verwijderen van om een kern gewikkeld materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van om een kern gewikkeld materiaal, in het bijzonder voor het verwijderen van garenresten van spinhuizen, cops of soortgelijke dragers van garenpakketten, welke inrichting is voorzien van 5 een ondersteuning voor één of meer kernen en van een met een taster samenwerkend snijorgaan, waarbij een kern op de ondersteuning en het snijorgaan met de taster een relatieve verplaatsing ten opzichte van elkaar evenwijdig aan de lengterichting van de kern kunnen uitvoeren en waarbij de inrichting is voorzien van instelmiddelen, waarmede de 10 snijdruk van het snijorgaan, alsmede de werkdruk van de taster instelbaar zijn.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse octrooischrift 2 60k 199· Bij deze bekende inrichting is een motorisch aangedreven roterend snijmes gemonteerd op het vrije einde van een scharnierbare 15 schommelarm. De scharnieras van deze arm kruist de as van de huls onder een rechte hoek. Deze scharnierbare schommelarm is op een slede gemonteerd die evenwijdig aan de huls beweegbaar is. De huls is geklemd op een ondersteuning onder het mes zodat het mes aan de bovenzijde op de huls kan rusten. Het snijden in de huls van het mes .

20 - wordt echter verhinderd door middel van een nabij het onderste punt van het mes aangebrachte taster die met het materiaal van de huls in aanraking komt en het garen'van de huls omhoogtrekt teneinde dit door te snijden. Voor een goede werking van de inrichting moet de taster speciaal zijn uitgevoerd en hiertoe is ten minste de punt van 25 de taster onder een hoek geplaatst die hellend ten opzichte van de snijrichting verloopt. De werking van de punt van de taster is hierbij uiterst belangrijk voor wat betreft de mogelijkheden tot het volgen van het profiel van de huls, de capaciteit voor het van de huls oplichten van het garen en de reaktiesnelheid van de taster. Hiertoe 30 is de taster in de vorm van een pen axiaal verschuifbaar en verend 781 1 9 5 4 4: · · 2 .

ondersteund, waarbij de ondersteuning instelbaar is teneinde de in-drukking van de veer ten gevolge van de snijdruk van het roterende mes te kunnen compresseren. De snijdruk wordt bij deze bekende inrichting verkregen met behulp van een veer die tussen de schommelarm 5 en de slede is gemonteerd.

Het doel van de uitvinding is een dergelijke inrichting te verbeteren zodat afhankelijk van de spanning en de soort garen, dat om de huls gewikkeld is de snijdruk op het mes gemakkelijk is te regelen

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een inrichting van 10 de hierboven beschreven soort die daardoor is gekenmerkt, dat tussen het snijorgaan en een aan de relatieve verplaatsing deelnemend steun-deel van de inrichting een orgaan met onder invloed van een stromend medium onder druk veranderbare parameter is aangebracht, waarmede de snijdruk van het snijorgaan instelbaar is, in afhankelijkheid van 15 de druk van het medium.

Als stromend medium onder druk kan gebruik gemaakt worden van lucht onder druk, en als orgaan met veranderbare parameter kan * · bijvoorbeeld een cilinderzuigersysteem, een balg of een membraamdoos dienen. Met behulp van een reduceerventiel kan hierbij de druk .in dit 20 orgaan en daardoor de resulterende snijdruk nauwkeurig worden inge steld.

Het is niet alleen van belang dat de snijdruk aan de werkomstandigheden aanpasbaar -is maar de goede werking van de taster is essentieel voor het goed uitvoeren van de snijbewerking in het garen-25 pakket waarbij een juiste diepte onder het mes van de punt van de tas ter onder het garen noodzakelijk is zodat het mes ten alle tijde op de juiste hoogte boven de huls gehouden wordt. Ook móet de taster de configuratie van de huls goed kunnen volgens, vooral wanneer hierbij afwijkingen in de configuratie van de huls aanwezig zijn, bij-30 voorbeeld bij hulzen die kromgetrokken zijn.

Bij de bekende inrichting bestaat de taster uit een spits toelopende vinger die in de lengterichting over een beperkte afstand, tegen de werking van een veer in verschuifbaar is ondersteund. De ondersteuning voor de taster is bevestigd aan de schommelarm, waaraan 35 ook het snijorgaan is bevestigd. De taster die axiaal i-n zijn onder- 781 1 9 5 4 * * v . 3 steuning verplaatsbaar is drukt bij de bekende inrichting tegen een veer, waarvan de ondersteuning met behulp van een stelhout veranderbaar is.

Het is nu gebleken dat de snijdruk zich wijzigd naar mate de 5 samenstelling van het garen anders is onder andere bij strak fijn- gespnnen garen, los grof garen of met kunststof gemengde garens. Voor de goede snijwerking is het noodzakelijk dat de punt van de taster zich ten alle tijde op eenzelfde gemiddelde diepte onder het mes bevindt.

10 Volgens de uitvinding wordt dit eveneens met een inrichting van de hierboven beschreven soort bereikt doordat de inrichting daardoor is gekenmerkt, dat tussen de taster en een aan de relatieve verplaatsing deelnemend steundeel van de inrichting een orgaan met onder invloed van stromend medium onder druk veranderbare parameter is . 15 — aangebracht, waarmede de wrkdruk van de taster instelbaar is in af hankelijkheid van de druk van het medium.

Ook hierbij kan een cilinderzuigersysteem, een balg of een mem-braamdoos worden toegepast en de druk van het stromend medium dat bijvoorbeeld lucht onder druk is, 'is met behulp van een reduceerklep 20 te regelen.

Het is duidelijk dat dus zowel de snijdruk als de werkdruk van de taster uitermate belangrijk zijn en er een zekere corellatie tussen deze beide drukken bestaat. In het algemeen kan gesteld worden dat wanneer de snijdruk wordt verhoogd om bijvoorbeeld een dik garen-25 pakket of zeer strak om de huls gewonden garen door te snijden ook de werkdruk van de taster verhoogd dient te worden. Volgens de uitvinding is de inrichting dan ook in het bijzonder daardoor gekenmerkt, dat het orgaan voor het uitoefenen van de druk op het snijorgaan en het orgaan voor het uitoefenen van een druk op de taster onderling zijn 30 gekoppeld en wel via leidingen of kanalen voor het stromend medium.

Afhankelijk van de uitvoering van de inrichting met de daarbij toegpaste beweegbare onderdeel bestaat er een zekere verhouding tussen de snijdruk van het snijorgaan en de werkdruk van het tastorgaan, waarbij in het algemeen kan worden gesteld dat de druk die op het tast- 35. orgaan moet worden uitgeoefend groter is dan die die op het snijor- » gaan moet worden uitgeoefend. Dit vindt onder andere zijn oorzaak in 781 1 9 5 4 ΐ h het gewicht van het snijorgaan met eventueel de daarbij behorende aandrijving en de hellinghoek waaronder het tastorgaan is geplaatst.

De uitvinding zal.nu aan de hand van een tekening van een uit-voeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

5 In de tekening is een zijaanzicht van een gedeelte van de in richting afgebeeld, waarbij sommige gedeelten in doorsnede zijn getekend.

De delen van de inrichting die niet voor een goed begrip van de uitvinding noodzakelijk zijn, zijn niet afgebeeld.

Ίq Op een rail of leidstang 1 van de inrichting is een slede 2 verplaatsbaar. De slede is van een oor 3 voorzien waaraan met behulp van een scharnierpen b een schomm.elstang 5 scharnierbaar is bevestigd. Met behulp van een verstelbout 6 is het maximale uitzwenken van de arm 5 ten opzichte van de slede 2 begrenst. De arm 5 rust hierbij met Ί5 een deel op de kop 7 van de bout 6. Door het veder uitschroeven van de bout 6 uit de slede kan het op de arm 5 gemonteerde snijorgaan in de vorm van een roterend mes 8 verder omlaag geplaatst kan worden.

Voor de goede werking is het roterende mes 8 aan zijn omtrek van een karteling voorzien. Andere vormen van snijmessen zijn even-20 eens mogelijk bijvoorbeeld door een van een cirkelafwijkende vorm van de omtrek van het mes. Het roterende mes 8 is met zijn as 10 draaibaar in de arm ondersteund en kan bijvoorbeeld met behulp van een elektromotor direkt worden aangedreven of onder tussenkomst van ringschijven waarbij de motor op een afstand van het mes is gemon-25 teerd. Op de arm 5 werkt een beweegbare component, in dit geval een zuiger 11 van een cilinderzuigersysteem in en de vaste component of cilinder 12 is aan de slede 2 bevestigd. Via een aansluiting 13 is een leiding 1^· op het inwendige van de cilinder 12 aangesloten. Door de leiding 14 kan een medium onder druk stromen bij voorkeur lucht 30 onder druk en de leiding 1^ is aangesloten op een reduceerklep of drukregelaar 15 die zodanig is uitgevoerd, dat de druk in de leiding met de hulp van de knop 16 instelbaar is. Een manometer 17 dient voor het aflezen van de ingestelde druk.

Het is duidelijk dat bij het verhogen van de druk met behulp 35 van de regelaar 15 ook de druk in de cilinder 12 hoger wordt waardoor de snijdruk die door de zuiger 11 via de arm 5 op Het mes 8 wordt 781 1 9 5 4 \ 5 ' VÈ.

uitgeoefend eveneens groter wordt.

De arm 5 draagt aan zijn eind een steunorgaan v.oor de taster in de vorm van een hellend geplaatste bus 18. In de bus 18 is een speedbaan 18a aangebracht waarin een uitsteeksel van een bus 19 past.

5 In het getekende uitvoeringsvoorbeeld is dit uitsteeksel de kop van een bout 20 die in de wand van de bus 19 past en met zijn eind in het inwendige van de huls uitsteekt in een uitsparing 21 aan de omtrek van het tastorgaan 22 in de vorm van een pen of vinger. De bus 19 is aan het bovenste eind aan zijn buitenomtrek voorzien van een 10 schroefdraadgedeelte 19a en hierop past een moer 23 die is opgeslo ten tussen de bus 18 en een hieraan bevestigde nok 2k. Door het draaien van de moer 23 kan de bus 19 in axiale richting verplaatst worden waardoor vinger 22 eveneens in axiale richting verplaatst wordt doordat vinger 22 in kamer 21 begrenst wordt door het uiteinde van bout 13 20 die in de bus 19 is geschroefd. De juiste positie van de punt 25 van de vinger 22 kan hierbij ten opzichte van de vertikale hartlijn 26 van het draaibare mes 8 nauwkeurig worden ingesteld. De punt 25 is hierbij zodanig uitgevoerd dat het mes 8 de huls 27 niet raakt ook niet wanneer de punt 25 zich in een omtrekgroef 27a van de huls 20 27 bevind. Het is duidelijk dat de vorm van de punt 25 hierbij een belangrijke rol speelt wat betreft de positie van deze punt ten opzichte van de hartlijn 26 van het mes 8. De vinger 22 die in axiale richting in de bus 19 verschuifbaar is rust met zijn boveneind tegen een veerinrichting 28. Het doel van deze veerinrichting 28 zal nog 25 worden toegelicht. Op het eind van het schroefdraadgedeelte 19a van de bus 19 is een cilinder 29 van een cilinderzuigersysteem geschroefd, welke cilinder met behulp van een borgmoer 30 is vastgezet. Het ci-linderdeksel 31 bezit een poort waarop een aansluiting 32 van een leiding 33 is bevestigd. In de cilinder 29 bevindt zich een zuiger 30 3k die een zuiger 3½ die met een pen 35 ia de bus 19 reikt. Het is duidelijk dat wanneer geen medium onder druk tussen het cilinder-desel 31 en de zuiger 3^ aanwezig is de vinger 22 tezamen met de veerinrichting 28 en de pen 35 met zuiger 3^ ia de richting van het cilinderdeksel 31 verschoven kan worden. Wanneer nu een medium onder 35 bijvoorbeeld lucht in de cilinder 29 aanwezig is zal de vinger 22 juist tegen de zuigerdruk 3^ ia verplaatst kunsen worden waarbij de 781 1 9 54 / t ' ' 6 werking van de veerinrichting 28 niet in aanmerking genomen is. Het is ook duidelijk dat wanneer de druk in de cilinder 29 wordt vergroot ook de tegendrukkracht op de vinger 22 groter zal worden en bij een juiste regeling van de druk de gewenste tegendruk op de vinger 22 kan 5 worden verkregen. Hiertoe is dan ook de leiding 33 op de drukregelaar 15 aangesloten zodat wanneer hét gewenst is onmiddellijk de druk in de cilinder 29 versteld kan worden.

Het is hierbij belangrijk dat de druk op de pen afhankelijk is van de op het mes 8 uitgeoefende druk. Immers bij een te grote snij-10 . druk op het mes 8 en een te geringe druk op de vinger 22 zou beteke nen dat de punt 25 zich ten opzichte van de hartlijn 26 in de richting van de bus 18 zou verplaatsen en dus ook omhoog, waardoor het mes 8 in aanraking met de huls 27 kan komen, hetgeen intoelaatbaar is. Er is een zekere corrolatie tussen de snijdruk op het mes 8 en de druk op 15 de punt 25 van de vinger 22. In verband met deze corrolatie is de diameter van de zuiger 3^ dan ook aangepast aan de dianefcer van de zuiger 11 waarbij het gewicht van de schommelarm en van het mes 8 met de daarbij op de arm 5 afgesteunde delen is betrokken.

Wanneer nu met behulp van de regelinrichting 15 de druk wordt 20 vergroot bijvoorbeeld voor het snijden van strakgespannen garens wordt automatisch ook de druk op de vinger 22 in de gewenste verhouding verhoogd. Opgemerkt wordt dat de veerinrichting 28 uit twee coaxiaal in elkaar aangebrachte schroefveren bestaat waarbij de binnenste schroefveer met een zekere druk tegen de pen 35 aanligt terwijl de 25 buitenste schroefveer op een geringe afstand van de pen 35 ligt. Hier door is het mogelijk dat de vinger 22 zich over een kleine afstand kan bewegen bijvoorbeeld voor het volgens van de doorsnede van de omtrekgroeven 27a· De binnaste zwakkere veer van de veerinrichting 28 dient echter wel tegen de pen 35 aan te liggen om te voorkomen dat 30 de pen ongewenste bewegngen maakt bijvoorbeeld het in axiale richting ongewenste fibreren van de pen als gevolg van trillingen opgewekt door het snijorgaan.

Een grovere voorinstelling met behulp van de moer 23 blijft gewenst omdat de positie van de punt 25 van de vinger 22 relateert aan 35 de dianeter van het mes 8 die bijvoorbeeld ha het slijpen hiervan of bij het verwisselen met een ander mes kan veranderen.

781 1 9 54

Claims (1)

1. 3. Inrichting volgens conclusies 1 en 2,met het ken- 78 1 1 9 5 4 # . . ¥ . ' • 8 merk dat het orgaan voor het uitoefenen van de druk op het snij-orgaan en het orgaan voor het uitoefenen van de druk op de taster met het zelfde medium met gemeenschappelijke druk in verbinding staan. if. Inrichting volgens conclusies 1 - 3, u e t het k e n -5 merk dat de leidingen op een drukregelaar zijn aangebracht. 5.Inrichting volgens conclusies 1 - 3, u e t het kenmerk dat de biede leidingen op een gemeenschappelijke drukregelaar zijn aangesloten. 781 1 9 5 4