NL7807485A

NL7807485A - Broodrooster.

Info

Publication number: NL7807485A
Application number: NL7807485A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1978-07-12
Filing date: 1978-07-12
Publication date: 1980-01-15
Also published as: CA1132171A; US4320698A; GB2025208B; AR219399A1; JPS5514090A; JPS5935614B2; DE2927291C2; DE2927291A1; FR2430748A1; GB2025208A; FR2430748B1

Description

--

V

PHN 9183 N.V, Philips1 Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Broodrooster.

De uitvinding heeft betrekking op een broodrooster met een gestel, een ten opzichte daarvan beweegbare brooddrager, waarbij tussen brooddrager en gestel een veer is gespannen, een mechanisme, omvattende een draai-5 baar in het gestel gelagerde eerste hefboom, welke in een geblokkeerde stand de brooddrager vergrendelt, welk mechanisme verder een warmtegevoelig element en een met de eerste hefboom samenwerkende en in het gestel gelagerde tweede hefboom omvat, waarop het warmtegevoelige element 10 een kracht kan uitoefenen ter ontgrendeling van de brood drager.

Een dergelijk broodrooster is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 7016113 (PHN 5178).

Bij een broodrooster van bovengenoemde soort 15 geschiedt de samenwerking tussen de hefbomen, doordat de ene hefboom een haakvormig uiteinde heeft, welke in een vergrendelde positie van de brooddrager achter een uiteinde van de andere hefboom grijpt. Tijdens het ontgrendel lingsproces van de brooddrager moet het warmtegevoelige 20 element een kracht op de tweede hefboom uitoefenen om de wrijvingskrachten tussen de hefbomen te overwinnen. Tengevolge van de wrijving tussen de hefbomen zullen de verdraaiingen van de hefbomen schoksgewijs geschieden. Het nadeel hiervan is, dat het tijdstip van ontgrendelen van 25 de brooddrager en dus ook van de roostertijd beïnvloed zal worden, zodat het mogelijk is dat de ene keer de roostertijd langer is dan de andere keer. Een bijkomend nadeel van deze constructie is, dat de kracht die het warmtege- Q 7807485 i* , -> 2 '* PHN 9183 _ _______________________________________________ __________________ voelige element op de tweede hefboom uitoefent tamelijk groot is, waardoor de toepassing van een thermische boog als warmtegevoelig element, zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7016113 (PHN 5178), bemoeilijkt 5 wordt.

De uitvinding beoogt een broodrooster te verschaffen waarbij de spreiding in de roostertijd tot een minimum wordt gereduceerd en waarbij de kracht nodig voor het ontgrendelen van de brooddrager gering is. Het brood-10 rooster volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de eerste hefboom en de tweede hefboom door middel van een arm met elkaar zijn gekoppeld, waarbij in de vergrendelde positie van de brooddrager de arm zich nabij een knikpositie bevindt en de eerste hefboom blokkeert, en wel-15 ke arm door middel van de tweede hefboom onder invloed van het warmtegevoelige element verplaatsbaar is door de knikpositie heen, waardoor de blokkering van de eerste hefboom wordt opgeheven en de. ontgrensde positie van de brooddrager wordt bereikt.

20 In een vergrendelde positie van de brood drager bevindt de arm zich vlak voor een knikpositie. Het warmtegevoelige element oefent een kracht op de tweede hefboom uit, waardoor de arm door zijn knikpositie wordt gedrukt. De kracht die hiervoor nodig is, neemt af naarmate 25 de knikpositie dichter wordt benaderd en is in de knikpo sitie nul. Het voordeel van deze constructie is, dat het tijdstip van ontgrendelen direct na het bereiken van de knikpositie ligt, zodat de roostertijd bij herhaling constant is. Een ander voordeel is, dat de kracht, die het 30 warmtegevoelige element moet uitoefenen slechts géring is, omdat het krachtenspel zich vlak bij de knikpositie van de arm afspeelt. Nog een voordeel is, dat de hefbomen via de arm draaibaar met elkaar zijn gekppeld, zodat slechts geringe wrijving optreedt. Deze constructie maakt de toepas-35 sing van een thermische boog als warmtegevoelig element erg aantrekkelijk.

O 7807485 i l t \ t .. . 3 r PHN 9183 __________________________ . _..............................................

Bij voorkeur rust in de geblokkeerde stand van de eerste hefboom de tweede hefboom tegen een aanslag.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het broodrooster, waarbij in de vergrendelde positie van de brood- 5 drager een vergrendelnok van de brooddrager achter een haakvormig uiteinde van de eerste hefboom grijpt, heeft het kenmerk, dat tussen de eerste hefboom en het gestel een veer aanwezig is, die in de ontgrendelde positie van de brooddrager de eerste hefboom in een positie houdt, 10 waarin de vergrendelnok van de brooddrager het haakvormige uiteinde van de eerste hefboom kan passeren.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een tekening waarin een uitvoerings-voorbeeld van het mechanisme voor het vergrendelen en ont-15 grendelen van een broodrooster is weergegeven.

Figuur 1 toont het mechanisme, waarbij de brooddrager in zijn onderste stand is vergrendeld en figuur 2 toont het mechanisme van figuur 1, waarbij de brooddrager ontgrendeld is en zich in zijn bo-20 venste stand bevindt.

Met verwijzingscijfer 1 is een zijplaat van het gestel van een broodrooster aangeduid. Ten opzichte van het gestel is in.vertikale sleuven 2 de brooddrager 3 op en neer beweegbaar. Hiertoe is een vast met de brood-23 drager verbonden beugel k langs een vertikale geleidings- stang 5 verschuifbaar. Tussen het gestel en de brooddrager is een veer 6 gespannen. Het mechanisme voor hét vergrendelen en ontgrendelen van de brooddrager omvat een draaibaar om scharnier 7 van het gestel gelagerde eerste hef-30 boom 8. Deze hefboom 8-heeft een haakvormig uiteinde 9 voor samenwerking met een vergrendelnok 10 van de met de brooddrager verbonden beugel Het mechanisme omvat verder een draaibaar om scharnier 11 van het gestel gelagerde tweede hefboom 12. De hefbomen 8 en 12 zijn door middel 33 van een arm 13 via scharnieren 1k en 15 zodanig draaibaar met elkaar gekoppeld, dat een soort snapmechanisme ont- O 7807485......

* 1 j t 5 '· . 4 PHN 9.1 83 ....... ' ' " ........... .......... k *· , ........

staat.

Door een gleuf 16 van het gestel steekt het uiteinde van een warmtegevoelig element 17. In dit voorbeeld is het warmtegevoelige element een thermische boog 5 zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7016113 (PHN 5178). Verder is er nog een aanslag 18 voor het uiteinde 19 van de hefboom 12 aanwezig.

De werking van het mechanisme is als volgt: In figuur 1 is de brooddrager 3 in zijn vergrendelde, on-10 derste stand aangegeven. In deze stand wordt het brood geroosterd. De nok 10 van de met de brooddrager verbonden beugel 4 grijpt hierbij achter het uiteinde 9 van de eerste hefboom 8. De eerste hefboom wordt in een geblokkeerde . . stand gehouden door middel van de veer 6 en de aanslag 18, 15 die een verder linksom draaien van de hefboom 12 verhindert. In deze stand bevindt de arm 13 zich vlak voor de knikposi-tie.en is de eerste hefboom 8 gearreteerd. De knikpositie ontstaat wanneer de scharnieren 11, 14 en 15 zich op één lijn bevinden.

20 Ontgrendeling van de brooddrager geschiedt nu doordat het warmtegevoelige element 17 in de gleuf 16 omhoog beweegt. Hierdoor wordt het uiteinde 19 van de hefboom 12 omhoog getild, waardoor de arm 13 door de knikpositie wordt gedrukt en de blokkering van de eerste hefbom 8 25 wordt opgeheven. De kracht die hiervoor nodig is, bedraagt slechts enkele grammen en neemt naarmate de knikpositie dichter wordt benaderd af tot nul. In de knikpositie keert het moment, uitgeoefend op de arm 13 en veroorzaakt door de veerkracht van de veer 6, van richting om, waardoor de 30 eerste hefboom 8 zeer snel linksom draait. Hierbij draait het uiteinde 9 "weg van nok 10 en ontgrendelt daarmede de brooddrager 3» die zich onder invloed van de veer 6 omhoog ' beweegt. De positie, die de brooddrager en het mechanisme dan innemen zijn in figuur 2 weergegeven.

35 Het tijdstip van ontgrendeling van de brood drager ligt bij deze constructie direct na het bereiken van 7807485 ..... 5

X

¢- PHN 9183 ...............

de knikpositie. De spreiding in de roostertijd wordt nu slechts in zeer geringe mate bepaald door mechanische invloeden van het mechanisme, In de geblokkeerde stand van de eerste hefboom is de mate waarin de arm 13 door zijn 5 knikpositie heen is eveneens niet van invloed op de spreiding. De wrijving in de scharnieren 7» 11» 14 en 15 heb ben slechts een zeer gering krachtseffect op het warmtege-voelige element 17·

Aangezien de verplaatsing van de arm 13 tot 10 aan de knikpositie gepaard gaat met een zeer kleine draai ing van de eerste hefboom 8, zal de verplaatsing van het uiteinde 9 ten opzichte van de nok 10 klein zijn. Door bovendien het uiteinde 9 en de nok 10 te voorzien van gladde oppervlakken, zal de wrijvingskracht tussen haak en 15 nok gering zijn.

Teneinde de broodrooster opnieuw in te schakelen moet de brooddrager 3 met de hand in zijn onderste stand gebracht worden. Hierbij moet de nok 10 het uiteinde 9 kunnen passeren, voordat het mechanisme de stand 20 bereikt heeft zoals in figuur 1 is weergegeven. Dit is be reikt door middel van een veer 20, die tussen de eerste hefboom 8 en het gestel 11 is gespannen. Deze veer 20 houdt het mechanisme in de in figuur 2 getekende stand. Het vergrendelen van de brooddrager 3 geschiedt nu als volgt: 23 tijdens het omlaag drukken van de brooddrager wordt de eerste hefboom 8 met behulp van de nok 10 naar beneden gedrukt tot de knikpositie is bereikt (scharnieren 11, 14, 15 op één lijn). Door in deze positie de brooddrager los te laten, zal de tweede hefboom 12 linksom draaien, omdat 30 het zwaartepunt van deze hefboom links van het scharnier 11 ligt. Dit zou echter ook onder invloed van een veer kunnen geschieden. Uiteinde 19 van de tweede hefboom komt tegen de aanslag 18 en de nok 10 haakt achter het uiteinde 9 van de eerste hefboom 8, zodat het mechanisme weer de in 35 figuur 1 getekende stand inneemt.

CONCLUSIES: C' v: ......................

\ 7807485 & V»

Claims

1. Broodrooster met een gestel, een ten op zichte daarvan beweegbare brooddrager, waarbij tussen brooddrager en gestel een veer is gespannen, een mechanisme, omvattende een draaibaar in het gestel gelagerde eer-5 ste hefboom, welke in een geblokkeerde stand de brooddrager vergrendelt, welk mechanisme verder een warmtegevoelig element en een met de eerste hefboom samenwerkende en in het gestel gelagerde tweede hefboom omvat, waarop het warmtegevoelige element een kracht kan uitoefenen ter ont-10 grendeling van de brooddrager, met het· kenmerk, dat de eer ste hefboom en de tweede hefboom door middel van een arm met elkaar zijn gekoppeld, waarbij in de vergrendelde positie van de brooddrager de arm zich nabij een knikpositie bevindt en de eerste hefboom blokkeert, en welke arm door 15 middel van de tweede hefboom onder invloed van het warmte- gevoelige element verplaatsbaar is door de knikpositie heen, waardoor de blokkering van de eerste hefboom wordt opgeheven en de ontgrendelde positie van de brooddrager wordt bereikt.

2. Broodrooster volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de geblokkeerde stand van de eerste hefboom de tweede hefboom tegen een aanslag rust.

3. Broodrooster volgens conclusie 1 of 2, waarbij in de vergrendelde positie van de brooddrager een 25 vergrendelnok van de brooddrager achter een haakvormig uit einde van de eerste hefboom grijpt, met het kenmerk, dat tussen de eerste hefboom en het gestel een veer aanwezig is, die in de ontgrendelde positie van de brooddrager de eerste hefboom in een positie houdt, waarin de vergrendel-30 nok van de brooddrager het haakvormige uiteinde van de eerste hefboom kan passeren, ï 78 07 48 5