NL1036964C2 - Schootbehuizing welke een met een kruk bedienbare schoot omvat. - Google Patents
Schootbehuizing welke een met een kruk bedienbare schoot omvat. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1036964C2 NL1036964C2 NL1036964A NL1036964A NL1036964C2 NL 1036964 C2 NL1036964 C2 NL 1036964C2 NL 1036964 A NL1036964 A NL 1036964A NL 1036964 A NL1036964 A NL 1036964A NL 1036964 C2 NL1036964 C2 NL 1036964C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bolt
- stop
- housing
- lap
- contact area
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B55/00—Locks in which a sliding latch is used also as a locking bolt
- E05B55/06—Locks in which a sliding latch is used also as a locking bolt the handle being disconnected
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B15/00—Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
- E05B15/0053—Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices means providing a stable, i.e. indexed, position of lock parts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B15/00—Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
- E05B15/04—Spring arrangements in locks
- E05B2015/0458—Leaf springs; Non-wound wire springs
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B15/00—Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
- E05B15/04—Spring arrangements in locks
- E05B2015/0493—Overcenter springs
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B63/00—Locks or fastenings with special structural characteristics
- E05B63/0065—Operating modes; Transformable to different operating modes
- E05B2063/0082—Locking modes
Landscapes
- Casings For Electric Apparatus (AREA)
- Lock And Its Accessories (AREA)
Description
Schootbehuizing welke een met een kruk bedienbare schoot omvat
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schootbehuizing welke 5 - een met een kruk bedienbare schoot omvat die zowel als dagschoot alsook nachtschoot kan fungeren, waarbij de schoot aan een eerste uiteinde een schootkopdeel omvat en aan een tweede uiteinde een schootstaartdeel, en de schoot zich in een eerste uiterste stand kan bevinden waarbij de schootkop van het schootkopdeel maximaal buiten 10 de schootbehuizing is gebracht en in een tweede uiterste stand waarbij de schootkop maximaal in de schootbehuizing is gebracht, waarbij de schootbehuizing een orgaan omvat voor het in een richting van de tweede uiterste stand naar de eerste uiterste stand duwen van de schootkop.
15 Een dergelijke schootbehuizing is in het vak algemeen bekend.
Meer in het bijzonder is het daarbij bekend om de werking van de kruk tijdelijk te kunnen ontkoppelen. Wanneer dat gebeurt kan de schoot wanneer deze zich in de eerste uiterste stand bevindt als een nachtschoot fungeren. Binnen het kader van de onderhavige aanvraag wordt 20 onder een nachtschoot een schoot verstaan die in de eerste uiterste stand een blokkerende functie uit kan oefenen die niet door een met een handgreep (zoals een kruk) bedienbaar orgaan zoals een tuimelaar kan worden opgeheven, terwijl de blokkering wanneer de schoot als dagschoot fungeert wel door het met de handgreep bedienbare orgaan 25 kan worden opgeheven. Hiervoor is in het algemeen een sleutel of dergelijke nodig, of in geval van bijvoorbeeld een WC-slot een stift van een aan een zijde van de schootbehuizing aanwezige draaiknop. Bij wijze van voorbeeld kan de schoot het openen van een deur verhinderen wanneer de schootkop in een sluitgat van een deurstijl is opgenomen. 30 De kruk kan in deze situatie weliswaar worden bediend, maar verplaatst de schoot niet. Het voordeel van een dergelijke schootbehuizing is dat de beweegbare onderdelen binnen de schootbehuizing niet aan krachten worden blootgesteld wanneer misbruik van de kruk wordt gemaakt (d.w.z. daar te grote krachten op worden uitgeoefend).
35 De bekende schootbehuizingen hebben als nadeel dat de construc tie voor het ontkoppelen van de kruk en de schoot relatief complex is. Ook is een nadeel dat het ontkoppelen van de kruk en de schoot 1036964 2 en/of ook het herstellen van de werkzame koppeling tussen de kruk en de schoot, slechts in een specifieke stand van de kruk mogelijk is.
De onderhavige uitvinding beoogt een schootbehuizing te verschaffen met een eenvoudige constructie voor het ontkoppelen van de 5 kruk en de schoot en weer tot stand brengen van de koppeling daartussen .
De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een schootbehuizing welke - een met een kruk bedienbare schoot omvat die zowel als dagschoot 10 alsook nachtschoot kan fungeren, waarbij de schoot aan een eerste uiteinde een schootkopdeel omvat en aan een tweede uiteinde een schootstaartdeel, en de schoot zich in een eerste uiterste stand kan bevinden waarbij de schootkop van het schootkopdeel maximaal buiten de schootbehuizing is gebracht en in een tweede uiterste stand waar-15 bij de schootkop maximaal in de schootbehuizing is gebracht, waarbij de schootbehuizing - een eerste orgaan omvat voor het in een richting van de tweede uiterste stand naar de eerste uiterste stand duwen van de schootkop; en - een aanslag omvat welke aanslag 20 - zich in een eerste stand van de aanslag kan bevinden waarbij de schoot van de eerste stand van de schoot naar de tweede stand van de schoot kan worden gevoerd; en - zich in een tweede stand van de aanslag kan bevinden waarbij de schoot niet van de eerste stand van de schoot naar de tweede 25 stand van de schoot kan worden gevoerd; waarbij de schootbehuizing is ingericht voor het in de eerste stand van de aanslag houden van de aanslag wanneer de aanslag zich in de eerste toestand bevind en voor het in de tweede stand van de aanslag houden wanneer de aanslag zich in de tweede toestand bevindt; en 30 de schootbehuizing verder een koppel-ontkoppelorgaan bezit voor het bewegen van de aanslag van de eerste stand van de aanslag naar de tweede stand van de aanslag en omgekeerd.
Aldus wordt een schootbehuizing met de gewenste eenvoudige constructie verschaft. In vergelijking met bestaande constructies biedt 35 de onderhavige uitvinding ook het voordeel dat het herstellen van de koppeling tussen het tweede orgaan (zoals een tuimelaar) en de schoot in een relatief breed bereik van standen van het tweede orgaan en/of de schoot kan worden bewerkstelligd. Er is weinig kracht nodig voor 3 het bewegen van de aanslag van de eerste stand van de aanslag naar de tweede stand van de aanslag en omgekeerd, waardoor de schootbehuizing ook uitstekend geschikt is voor elektrisch bedrijven ervan. Ook wordt het elektrisch bedrijf weinig gehinderd door andere al dan niet be-5 doelde krachten waaraan de schootbehuizing wordt blootgesteld. Zo maakt het bijvoorbeeld niet uit of de schoot zich in de eerste uiterste stand of in de tweede uiterste stand bevindt. Het eerste orgaan is bijvoorbeeld een veer. De aanslag heeft met voordeel de vorm van een nok.
10 Een voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt dat de schoot is voorzien van de aanslag en de schootbehuizing een tweede orgaan bezit dat een contactgebied voor een aanslag bezit, welk contactge-bied door beweging van het tweede orgaan een baan beschrijft, waarbij - in de eerste stand van de aanslag de aanslag zich in de baan van 15 het contactgebied van het tweede orgaan bevindt en het contactgebied van het tweede orgaan op de aanslag aan kan grijpen voor het in de richting van de eerste stand van de schoot naar de tweede stand van de schoot kunnen voeren van de schoot; en - in een tweede stand van de aanslag de aanslag buiten de baan van 20 het contactgebied ligt en het tweede orgaan niet op de aanslag aan kan grijpen waardoor de schoot niet door het tweede orgaan kan worden meegevoerd.
Aldus kan een verder vereenvoudigde constructie worden verschaft. In de tweede stand van de aanslag bevindt de schoot zich in 25 een vrijloop toestand. De schoot kan niet door het tweede orgaan worden aangegrepen en een gesloten deur kan dus niet worden geopend. Als de deur open is, kan de schoot vrij worden ingedrukt en zal bij loslaten weer naar buiten komen (door een veer of dergelijke als het eerste orgaan). Wanneer de deur in de sponning valt, zal de schoot in 30 het sluitgat zoals een schootkom terechtkomen en kan de deur daarna niet meer open, tot de aanslag met behulp van het koppel-ontkoppelorgaan in de eerste stand wordt gebracht. De aanslag kan een middels een geleiding in het schootstaartdeel beweegbare aanslag zijn, welke aanslag in hoofdzaak dwars op de richting gedefinieerd 35 door de eerste en de tweede stand van de schoot beweegbaar is. Het koppel-ontkoppelorgaan kan twee afzonderlijke deelorganen omvatten, waarbij het eerste deelorgaan dient voor het bewegen van de aanslag van de eerste stand van de aanslag naar de tweede stand van de aan- 4 slag en het andere deelorgaan voor het bewegen van de aanslag van de tweede stand van de aanslag naar de eerste stand van de aanslag.
Een voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt dat het tweede orgaan een tuimelaar is welke tuimelaar 5 - met een kruk rond een draaiingsas draaibaar is, en - het contactgebied zich op afstand van de draaiingsas van de kruk bevindt, welk contactgebied door draaiing van de tuimelaar rond de draaiingsas een baan af kan leggen, voor het onder gebruikmaking van de kruk in de richting van de tweede uiterste 10 stand voeren van de schootkop; waarbij de aanslag - zich in de eerste stand van de aanslag in de baan van het op afstand van het draaipunt van de tuimelaar gelegen contactgebied van de tuimelaar bevindt en het contactgebied van de tuimelaar op de aanslag 15 aan kan grijpen voor het in de richting van de eerste stand van de schoot naar de tweede stand van de schoot kunnen voeren van de schoot; en - zich in een tweede stand van de aanslag buiten de baan van het contactgebied bevindt en de tuimelaar niet op de aanslag aan kan grijpen 20 waardoor de schoot niet door de tuimelaar kan worden meegevoerd.
Aldus wordt een schootbehuizing zeer eenvoudige constructie verschaft. In de onderhavige aanvraag wordt onder een kruk elk hulpmiddel verstaan waarmee de tuimelaar van buiten de schootbehuizing kan worden bediend, zoals bijvoorbeeld een draaiknop of een deurhen- 25 del. De kruk zal in het algemeen niet tezamen met de schootbehuizing volgens de uitvinding worden geleverd.
Bij voorkeur is de aanslag vast verbonden met het schootstaart-deel en is het koppel-ontkoppelorgaan ingericht om het schootstaart-deel te kantelen.
30 Aldus kan de aanslag eenvoudig binnen of buiten de baan worden gebracht.
Het koppel-ontkoppelorgaan is met voordeel een schuif.
Dit biedt door de lineaire beweging die een dergelijke vergren-delschuif maakt een zeer eenvoudige, en daarmee goedkope constructie.
35 In een eerste uiterste stand van de vergrendelschuif kan de tuimelaar op de schoot aangrijpen en fungeert de schoot als dagschoot. In de tweede uiterste stand van de vergrendelschuif waarin de tuimelaar niet op de schoot kan aangrijpen fungeert de schoot als nachtschoot.
5
Een voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt dat de schootbehuizing is voorzien van een derde orgaan om - wanneer de aanslag zich tussen de eerste en de tweede stand van de aanslag bevindt - de aanslag in de richting van de ene of de andere van deze uiterste 5 standen van de aanslag te voeren.
Aldus wordt gegarandeerd dat de aanslag zich niet onverhoopt tussen de beide standen van de aanslag bevindt (anders dan bij een gewenste overgang van de ene stand naar de andere stand van de aanslag) .
10 Hierbij grijpt het derde orgaan met voordeel op het koppel- ontkoppelorgaan aan.
Dit kan constructie-technisch eenvoudig worden gerealiseerd.
Hierbij omvat de schootbehuizing met voordeel een schootkast, is het derde orgaan een veer welke met een van i) de schootkast en 15 ii) het koppel-ontkoppelorgaan is verbonden, en omvat de veer een V-vormig deel waarvan de apex naar een nok op de andere van i) de schootkast en ii) het koppel-ontkoppelorgaan is gericht.
Aldus kan op zeer eenvoudige wijze het koppel-ontkoppelorgaan in hetzij de eerste, hetzij de tweede stand worden gebracht en/of ge-20 houden.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm grijpen het koppel-ontkoppelorgaan en de schoot via een meelopende geleiding op elkaar aan.
De meelopende geleiding wordt bijvoorbeeld gevormd door een nok 25 en een uitsparing voor de nok, welke uitsparing zodanig ruim is uitgevoerd dat kantelen van het schootstaartdeel mogelijk is terwijl de nok zich in de uitsparing bevindt. Het maakt niet uit of de nok zich op de schoot bevindt en het koppel-ontkoppelorgaan de uitsparing omvat of omgekeerd. Een meelopende geleiding maakt een zeer eenvoudige, 30 betrouwbare en niettemin eenvoudige werkzame verbinding tussen het koppel-ontkoppelorgaan en de schoot mogelijk.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm is de schoot blokkeerbaar.
Aldus kan worden voorkomen dat de schoot, wanneer deze als nachtschoot fungeert, van de eerste naar de tweede stand kan worden 35 bewogen.
Volgens een belangrijke voorkeursuitvoering, zijn het schoot-kopdeel en het schootstaartdeel niet-beweegbaar ten opzichte van elkaar.
6
Aldus wordt een zeer eenvoudige constructie verschaft. Uit esthetisch oogpunt geniet het de voorkeur als de schoot zich in de situatie waarin de tuimelaar op de schoot aan kan grijpen zich in een niet-gekantelde toestand bevindt.
5 De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin fig. la-c tonen een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een schootbehuizing volgens de uitvinding; fig. 2a-c tonen in zijaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van 10 een schootbehuizing volgens de uitvinding, en fig. 2d toont een detail van fig. 2c; en fig. 3a-b tonen in zijaanzicht een derde uitvoeringsvorm van een schootbehuizing volgens de uitvinding.
Fig. la toont in zijaanzicht een schootbehuizing 100 volgens de 15 uitvinding. Te zien zijn een voorplaat 101, een achterplaat 102, en een zijplaat 103. De voorplaat 101 is voorzien van een doorgaande opening (niet weergegeven) voor een schoot 105. De schoot 105 heeft een schootkop 106 en is beweegbaar tussen een eerste uiterste stand waarbij de schootkop 106 maximaal uit de schootbehuizing 100 steekt 20 (fig. la, lc) en een tweede uiterste stand van de schoot 105 waarbij de schoot 105 zo ver mogelijk in de schootbehuizing 100 is opgenomen, of - anders gezegd - de schootkop 106 zich zoveel mogelijk binnen de schootbehuizing 100 bevindt (fig. lb).
De schoot 105 kan met een tuimelaar 120 van de eerste stand van 25 de schoot 105 naar de tweede stand van de schoot 105 worden bewogen.
Hiertoe bezit de tuimelaar 120 een aanslagvlak 121 dat door contact met een aanslag 122 op een schootstaartdeel 123 van de schoot 105 de schoot 105 naar de tweede stand van de schoot 105 kan voeren. Er is verder een veer 124 aanwezig welke deze beweging tegenwerkt en ertoe 30 dient om de schoot 105 naar de eerste stand van de schoot 105 te voeren. Aldus heeft de schoot 105 een dagschootfunctie. De tuimelaar 120 kan middels een deurkruk of dergelijke worden bediend en is daartoe voorzien van een uitsparing 125 voor het opnemen van een stift van de deurkruk (niet weergegeven). Dit is op zich bekend.
35 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het schoot staartdeel 123 van een eerste stand waarin het aanslagvlak 121 van de tuimelaar 120 op de aanslag 122 van het schootstaartdeel 123 kan aangrijpen (fig. la en lb) naar een tweede stand van de aanslag 122 7 (fig. lc) worden gebracht, waarin dit niet mogelijk is. In dat geval drukt de veer 124 de schoot 105 naar de eerste uiterste stand en fungeert de schoot 105 als nachtschoot. Bij de in fig. la-c weergegeven uitvoeringsvorm geschiedt dit middels een schuif 130. Deze bezit een 5 nok 131 welke samen met uitsparing 132 in het schootstaartdeel 123 een meelopende geleiding vormt. Middels de nok 131 van de schuif 130 kan de aanslag 122 van een eerste stand van de aanslag 122 (zie fig. la en lb) naar een tweede stand van de aanslag 122 (zie fig. lc) worden gevoerd en terug. De schootbehuizing 100 kan van een tweede aan-10 slag zijn voorzien, welke in de hier beschreven uitvoeringsvorm de vorm heeft van een nok 140 op de zijplaat 103. Deze nok 140 verhindert dat de schoot 105 wanneer deze als nachtschoot fungeert naar binnen gedrukt kan worden, hetgeen voor bepaalde toepassingen de in-braakbestendigheid verhoogt.
15 In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de schuif 130 bediend met een tweede tuimelaar 150. Deze kan met een sleutel bedienbaar zijn, maar is in het onderhavige geval voorzien van een uitsparing 151 voor een stift van een draaiknop (niet weergegeven), waardoor deze schootbehuizing 100 bijvoorbeeld voor een WC kan worden gebruikt. 20 De veer 124 is zodanig uitgevoerd dat deze ertoe bijdraagt dat de tuimelaar 150 zich hetzij in een eerste stand van de tuimelaar 150 (waarbij de schoot 105 als dagschoot fungeert), hetzij in een tweede stand van de tuimelaar 150 (waarbij de schoot 105 als nachtschoot fungeert). De tuimelaar 150 is voorzien van een nok 152 die aangrijpt 25 op een uitsparing 153 en daarmee samenwerkt om de schuif 130 van een eerste stand naar een tweede stand en terug te bewegen. Om verder te verzekeren dat de schuif zich altijd in een van de eerste en de tweede stand ervan bevindt, en niet in een daartussen gelegen stand, is in de weergegeven uitvoeringsvorm de schuif 130 voorzien van een veer 30 158 met een V-vormig uiteinde 154. De zijplaat 103 is voorzien van een nok 155, en de nok 155 drukt het V-vormige uiteinde in (naar de achterwand 102 van de schootbehuizing 100). Het V-vormige karakter van de veer 158 zorgt ervoor dat de schuif 130 naar hetzij de eerste stand ervan (fig. la en lb) , hetzij naar de tweede stand (fig. lc) 35 ervan wordt gedwongen. De veer 158 had ook aan de schootbehuizing 100 vast kunnen zitten, en de nok 155 zou zich dan op de schuif 130 bevinden, waardoor dezelfde functionaliteit wordt bereikt. Om ongewenste beweging van de schuif 130 te voorkomen is deze voorzien van twee 8 afstandsnokken 156 die glijdend tegen de afdekplaat (niet weergegeven) van de schootbehuizing afsteunen.
Fig. 2a-d tonen een schootbehuizing 200 die sterk op die van fig. 1 lijkt, en dezelfde onderdelen zijn dan ook met dezelfde ver-5 wijzingscijfers aangegeven. Bij de getoonde uitvoeringsvorm is een nok 260 verschaft die samenwerkt met een uitsparing 261 in de schoot 105. In de tweede stand van het schootstaartdeel 123, d.w.z. wanneer de schoot 105 als nachtschoot fungeert, is de nok 260 in de uitsparing 261 opgenomen. Wanneer een grote kracht op de schootkop 106 10 wordt uitgeoefend, in het bijzonder wanneer de schoot 105 in de nachtschootstand is gebracht terwijl de deur open was en de deur waarin de schootbehuizing 200 is opgenomen dichtvalt, dan wordt de schoot 105 naar de tweede stand ervan gedrukt, en dankzij (een onder een hoek met de bewegingsrichting van de schoot geplaatste vlak van) 15 de uitsparing 261 die als geleiding voor de nok 260 fungeert worden het schootstaartdeel 123 en de schuif 130 naar de respectievelijke eerste stand ervan gebracht. De kracht die nodig is om dit te bewerkstelligen is instelbaar door keuze van de sterkte van de veer 158 en de plaatsing daarvan ten opzichte van nok 155. Deze kracht kan zoda-20 nig groot worden gekozen dat dit niet gemakkelijk gaat, en alleen een zeer grote kracht zoals die op de schootkop 106 wordt uitgeoefend bij het dichtslaan van een deur wordt bereikt. Aldus wordt beschadiging van de deurstijl, of beschadiging van de schootbehuizing voorkomen en is er toch een grote mate van inbraakwerendheid.
25 Fig. 2 laat ook zien dat de eenvoudige constructie van een schootbehuizing volgens de uitvinding niettemin toelaat dat de schoot 105 omkeerbaar is, d.w.z. zowel geschikt voor deuren die naar links of naar rechts sluiten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een reeds bekend principe, dat niettemin kort zal worden toegelicht. Een be-30 weegbare aanslag 270 is voorzien, welke door een veer 271 in een eerste, blokkerende stand wordt gehouden (fig. 2a-c). Meer specifiek drukt de veer 271 de beweegbare aanslag 270 naar beneden. Door de beweegbare aanslag 270 middels een hulpmiddel omhoog te bewegen, verliest deze zijn blokkerende functie en drukt de veer 124 de schoot 35 kop 105 verder naar buiten. Dit maakt het mogelijk de schootkop 106 180' te draaien en de schootkop 106 vervolgens weer zover in de schootbehuizing 200 te drukken dat de beweegbare aanslag 270 weer 9 naar de eerste, blokkerende stand gaat. Dit is in detail in fig. 2d weergegeven (detail d is omcirkeld in fig. 2c).
Fig. 3a en 3b tonen een uitvoeringsvorm waarbij een schoot 305 zelf niet wordt gekanteld voor het bereiken van een stand waarin de 5 tuimelaar 120 niet langer op aanslag 322 aan kan grijpen. De schoot 205 is voorzien van een arm 380, welke nabij de schootkop 306 draaibaar is rond een as 381. Nabij het distale uiteinde van de arm 380 bevindt zich de aanslag 322. Tussen de aanslag 322 en de as 381 bevindt zich een vast met de arm 380 verbonden hulparm 383. Een veer 10 384 drukt de hulparm 383, en daarmee de arm 380, naar beneden. Een tuimelaar 350 met een nok 352 grijpt aan op een uitsparing 394 in een klavier 392. De tuimelaar 350 kan het klavier 392 tussen een eerste en een tweede stand bewegen. Het klavier 392 bezit een sleuf 391, welke het mogelijk maakt om een schuif 330 voorzien van een nok 390 15 tussen een eerste en een tweede stand te laten bewegen, waarbij de schuif 330 er in de tweede stand ervan voor zorgt dat de arm 380 is gekanteld en de aanslag 322 niet langer door de tuimelaar 120 kan worden aangegrepen. In een eerste stand van de schuif 330 (en van de tuimelaar 150) fungeert de schoot 305 derhalve als dagschoot (fig.
20 3a) en in een tweede stand van de schuif 330 fungeert de schoot 305 als nachtschoot. De schoot 305 zal in bij een uitvoeringsvorm zoals hier beschreven bij voorkeur zijn voorzien van een geleiding (hier gevormd door een nok 395 op de zijplaat 103 en een sleuf 396 in schootstaartdeel 323.
25 f 0 3 6 9 64
Claims (11)
1. Schootbehuizing (100) welke 5. een met een kruk bedienbare schoot (105) omvat die zowel als dag- schoot alsook nachtschoot kan fungeren, waarbij de schoot (105) aan een eerste uiteinde een schootkopdeel omvat en aan een tweede uiteinde een schootstaartdeel (123), en de schoot (105) zich in een eerste uiterste stand kan bevinden waarbij de schootkop (106) van het 10 schootkopdeel maximaal buiten de schootbehuizing is gebracht en in een tweede uiterste stand waarbij de schootkop maximaal in de schootbehuizing is gebracht, waarbij de schootbehuizing - een eerste orgaan (124) omvat voor het in een richting van de tweede uiterste stand naar de eerste uiterste stand duwen van de schoot- 15 kop (106); en - een aanslag (122) omvat welke aanslag - zich in een eerste stand van de aanslag kan bevinden waarbij de schoot van de eerste stand van de schoot naar de tweede stand van de schoot kan worden gevoerd; en 20 - zich in een tweede stand van de aanslag (122) kan bevinden waarbij de schoot niet van de eerste stand van de schoot naar de tweede stand van de schoot kan worden gevoerd; waarbij de schootbehuizing is ingericht voor het in de eerste stand van de aanslag houden van de aanslag wanneer de aanslag zich in de 25 eerste toestand bevind en voor het in de tweede stand van de aanslag houden wanneer de aanslag zich in de tweede toestand bevindt; en de schootbehuizing verder een koppel-ontkoppelorgaan (130) bezit voor het bewegen van de aanslag van de eerste stand van de aanslag naar de tweede stand van de aanslag en omgekeerd. 30
2. Schootbehuizing volgens conclusie 1, waarbij de schoot is voorzien van de aanslag en de schootbehuizing een tweede orgaan bezit dat een contactgebied (121) voor een aanslag (122) bezit, welk contactgebied door beweging van het tweede orgaan een baan beschrijft; waarbij 35. in de eerste stand van de aanslag de aanslag zich in de baan van het contactgebied (121) van het tweede orgaan bevindt en het contactgebied van het tweede orgaan op de aanslag (122) aan kan grijpen voor 1036964 het in de richting van de eerste stand van de schoot naar de tweede stand van de schoot kunnen voeren van de schoot; en - in een tweede stand van de aanslag (122) de aanslag buiten de baan van het contactgebied (121) ligt en het tweede orgaan niet op de aan- 5 slag aan kan grijpen waardoor de schoot niet door het tweede orgaan kan worden meegevoerd.
3. Schootbehuizing volgens conclusie 2, waarbij het tweede orgaan een tuimelaar (120) is welke tuimelaar 10. met een kruk rond een draaiingsas draaibaar is, en - het contactgebied (121) zich op afstand van de draaiingsas van de kruk bevindt, welk contactgebied door draaiing van de tuimelaar (120) rond de draaiingsas een baan af kan leggen, voor het onder gebruikmaking van de kruk in de richting van de 15 tweede uiterste stand voeren van de schootkop (106); waarbij de aanslag - zich in de eerste stand van de aanslag in de baan van het op afstand van het draaipunt van de tuimelaar (120) gelegen contactgebied (121) van de tuimelaar (120) bevindt en het contactgebied van de tui- 20 melaar op de aanslag (122) aan kan grijpen voor het in de richting van de eerste stand van de schoot naar de tweede stand van de schoot kunnen voeren van de schoot; en - zich in een tweede stand van de aanslag (122) buiten de baan van het contactgebied (121) bevindt en de tuimelaar niet op de aanslag 25 aan kan grijpen waardoor de schoot niet door de tuimelaar kan worden meegevoerd.
4. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aanslag vast is verbonden met het schootstaartdeel en het koppel- 30 ontkoppelorgaan is ingericht om het schootstaartdeel te kantelen.
5. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het koppel-ontkoppelorgaan een schuif (130) is.
6. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schootbehuizing is voorzien van een derde orgaan om - wanneer de aanslag zich tussen de eerste en de tweede stand van de aanslag (122) bevindt - de aanslag in de richting van de ene of de andere van deze uiterste standen van de aanslag te voeren.
7. Schootbehuizing volgens conclusie 6, waarbij het derde orgaan op 5 het koppel-ontkoppelorgaan aangrijpt.
8. Schootbehuizing volgens conclusie 6 of 7, waarbij de schootbehui-zing een schootkast omvat, het derde orgaan een veer (158) is welke met een van i) de schootkast en ii) het koppel-ontkoppelorgaan is 10 verbonden, en de veer een V-vormig deel (154) omvat waarvan de apex naar een nok op de andere van i) de schootkast en ii) het koppel-ontkoppelorgaan is gericht.
9. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 15 koppel-ontkoppelorgaan en het schootstaartdeel via een meelopende geleiding op elkaar aangrijpen.
10. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schoot blokkeerbaar is. 20
11. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het schootkopdeel en het schootstaartdeel niet-beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn. 1036964
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036964A NL1036964C2 (nl) | 2009-05-15 | 2009-05-15 | Schootbehuizing welke een met een kruk bedienbare schoot omvat. |
EP10720041.2A EP2430266B1 (en) | 2009-05-15 | 2010-05-14 | A bolt housing comprising a bolt that can be operated with a handle |
PCT/NL2010/000080 WO2010131950A1 (en) | 2009-05-15 | 2010-05-14 | A bolt housing comprising a bolt that can be operated with a handle |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036964 | 2009-05-15 | ||
NL1036964A NL1036964C2 (nl) | 2009-05-15 | 2009-05-15 | Schootbehuizing welke een met een kruk bedienbare schoot omvat. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1036964C2 true NL1036964C2 (nl) | 2010-11-18 |
Family
ID=41172336
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1036964A NL1036964C2 (nl) | 2009-05-15 | 2009-05-15 | Schootbehuizing welke een met een kruk bedienbare schoot omvat. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2430266B1 (nl) |
NL (1) | NL1036964C2 (nl) |
WO (1) | WO2010131950A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103233625A (zh) * | 2013-01-09 | 2013-08-07 | 闵浩 | 平衡式自动锁止防止冲击开锁机构 |
Citations (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE231876C (nl) * | ||||
US111567A (en) * | 1871-02-07 | Improvement in latch-locks | ||
DE39090C (de) * | 1886-05-14 | 1887-04-15 | W. C. HUMMEL in Flensburg, Holm Nr. 42 | Thürschlofs |
US1788287A (en) * | 1928-04-26 | 1931-01-06 | Flagg Ernest | Lock and latch mechanism |
DE1130323B (de) * | 1957-10-16 | 1962-05-24 | Ernst C Doerpinghaus | Verschluss mit einer Schiebefalle und Unterbrechen des Kraftschlusses zwischen Nuss und Falle |
DE2450221A1 (de) * | 1974-10-23 | 1976-05-06 | Artur Lupp | Aufliegendes zusatz-schubriegelschloss, insbesondere fuer korridortueren u. dgl. |
DE2458131A1 (de) * | 1974-12-09 | 1976-06-10 | Artur Lupp | Aufliegendes zusatz-schubriegelschloss, insbesondere fuer korridortueren u.dgl. |
DE3605826A1 (de) * | 1986-02-22 | 1987-08-27 | Fliether Karl Gmbh & Co | Treibstangenverschluss mit handhabenrueckfuehrung |
CH671427A5 (en) * | 1986-03-17 | 1989-08-31 | Schulte & Co Schlossfab | Door or window lock - locks catch also when bolt is locked |
WO2007006852A1 (en) * | 2005-07-07 | 2007-01-18 | Björkboda Lås Oz Ab | Lock for internal door |
WO2009031173A1 (en) * | 2007-09-07 | 2009-03-12 | Cisa S.P.A. | Antipanic lock |
-
2009
- 2009-05-15 NL NL1036964A patent/NL1036964C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-05-14 EP EP10720041.2A patent/EP2430266B1/en active Active
- 2010-05-14 WO PCT/NL2010/000080 patent/WO2010131950A1/en active Application Filing
Patent Citations (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE231876C (nl) * | ||||
US111567A (en) * | 1871-02-07 | Improvement in latch-locks | ||
DE39090C (de) * | 1886-05-14 | 1887-04-15 | W. C. HUMMEL in Flensburg, Holm Nr. 42 | Thürschlofs |
US1788287A (en) * | 1928-04-26 | 1931-01-06 | Flagg Ernest | Lock and latch mechanism |
DE1130323B (de) * | 1957-10-16 | 1962-05-24 | Ernst C Doerpinghaus | Verschluss mit einer Schiebefalle und Unterbrechen des Kraftschlusses zwischen Nuss und Falle |
DE2450221A1 (de) * | 1974-10-23 | 1976-05-06 | Artur Lupp | Aufliegendes zusatz-schubriegelschloss, insbesondere fuer korridortueren u. dgl. |
DE2458131A1 (de) * | 1974-12-09 | 1976-06-10 | Artur Lupp | Aufliegendes zusatz-schubriegelschloss, insbesondere fuer korridortueren u.dgl. |
DE3605826A1 (de) * | 1986-02-22 | 1987-08-27 | Fliether Karl Gmbh & Co | Treibstangenverschluss mit handhabenrueckfuehrung |
CH671427A5 (en) * | 1986-03-17 | 1989-08-31 | Schulte & Co Schlossfab | Door or window lock - locks catch also when bolt is locked |
WO2007006852A1 (en) * | 2005-07-07 | 2007-01-18 | Björkboda Lås Oz Ab | Lock for internal door |
WO2009031173A1 (en) * | 2007-09-07 | 2009-03-12 | Cisa S.P.A. | Antipanic lock |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2430266A1 (en) | 2012-03-21 |
EP2430266B1 (en) | 2015-06-24 |
WO2010131950A1 (en) | 2010-11-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP6961239B2 (ja) | 止めラッチを有するラッチ構成 | |
US4548432A (en) | Latch assembly | |
EP3423652B1 (en) | Latch arrangement having a handle | |
JP4538001B2 (ja) | ドアー錠におけるラッチ・ボルトの錠掛けのガイド構造 | |
US20100123321A1 (en) | Gate Latch | |
CN111051631A (zh) | 闩锁装置 | |
NL1036964C2 (nl) | Schootbehuizing welke een met een kruk bedienbare schoot omvat. | |
GB2564225A (en) | Locking assembly | |
NL8105627A (nl) | Hulpgrendel. | |
GB2050490A (en) | Door Closure for a Rectangular Container, More Particularly for use in Aircraft Construction | |
CN112236571B (zh) | 用于滑动门的锁、配件、撞击板和闭合装置、以及滑动门系统 | |
EP2281983A1 (en) | Snap lock assembly | |
NL1034029C2 (nl) | Schootbehuizing met schoot, alsmede een werkwijze voor het monteren ervan. | |
SE536308C2 (sv) | Låsanordning med rörligt styrorgan, spärr och blockeringsorgan | |
EP2781675A1 (en) | Strike plate of a lock | |
EP1443163A2 (en) | Lock assembly | |
GB2584100A (en) | Lock mechanism | |
NZ270874A (en) | Window opening restrictor comprises an arm pivotally mounted to the window frame or closure, the arm being coupled to the sash by a slidable element movement which can be selectively restricted | |
EP1715121A2 (en) | Improvements in and relating to a latch mechanism | |
EP0649958B2 (en) | Lock for the secondary leaf of fire doors | |
NL1022523C2 (nl) | Slotsamenstel. | |
JPS62242084A (ja) | 自動式複動あおり止めかんぬき | |
US312023A (en) | Combined sash fastener and lift | |
AU2003203786B2 (en) | A Lock for a Casement Window | |
AU772488B2 (en) | A lock for a sliding door or window |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20160601 |