NL2028333A - Meubeldeel en een samenstel van twee of meer op een module gelijkend gevormde meubeldelen - Google Patents

Abstract

Meubeldeel met tenminste vier, met betrekking tot in een. bovenaanzicht in de hoeken (E) van een. opgespannen rechthoek (R) van het meubeldeel aangebrachte profielzuilen en een of een meervoud van aan de profielzuilen ondersteunde vakbodems en een het bovengelegen gedeelte van het meubel— deel vormend functioneel onderdeel, bijvoorbeeld een spoel— bak, een oven, een grill of een werkblad, waarbij verder de profielzuilen telkens een voetgedeelte omvatten. dat een standoppervlak vormt, met het kenmerk, dat aan twee pro— fielzuilen aan de zijde van de voet looprollen zijn aange— bracht, aanvullend aan een standoppervlak aan de desbetref— fende profielzuil en dat een loopvlak van een looprol bij een gebruikelijk opstellen van het meubeldeel afsluit met het standoppervlak van de profielzuil waaraan dit is aange— bracht, of zich verticaal opwaarts op afstand bevindt van het standoppervlak.

Description

MEUBELDEEL EN EEN SAMENSTEL VAN TWEE OF MEER OP EEN MODULE

GELIJKEND GEVORMDE MEUBELDELEN Gebied der techniek De uitvinding heeft betrekking op een meubeldeel met ten minste vier, met betrekking tot in een bovenaanzicht in de hoeken van een opgespannen rechthoek van het meubeldeel aangebrachte profielzuilen en één of een meervoud van in de profielzuilen ondersteunde vakbodems en een het bovengelegen gedeelte van het meubeldeel vormend functioneel onderdeel, bijvoorbeeld een spoelbak, een kookplaat, een grill of een werkplaat, waarbij verder de profielzuilen telkens een voet- gedeelte omvatten dat een standoppervlak vormt.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van twee of meer op een module gelijkend gevormde meubelde- len die tenminste vier met betrekking tot in een bovenaan- zicht in de hoeken van een opgespannen rechthoek van het meubeldeel aangebrachte profielzuilen omvatten en één of een meervoud van aan de profielzuilen ondersteunde vakbodems en een het bovengelegen gedeelte van het meubeldeel vormend functioneel onderdeel, bijvoorbeeld een spoelbak, een kook- plaat, een grill of een werkplaat, waarbij verder de pro- fielzuilen telkens een voetgedeelte omvatten dat een standoppervlak vormt.

Bovendien heeft uitvinding betrekking op een meubeldeel voor het gebruik in een samenstel.

Stand der techniek

Meubeldelen van het onderhavige soort kunnen een op een skelet gelijkende constructie omvatten. In hoofdzaak omvat- ten dergelijke meubeldelen met betrekking tot een bovenaan- zicht op het meubeldeel in de gebruikelijke positie van het gebruik een rechthoek, met een richting bij voorkeur in de lengte en een dwars ten opzichte hiervan waar te nemen rich- ting in de diepte, waarbij een verhouding van de richting in de lengte ten opzichte van de richting in de diepte van bijvoorbeeld 1:1 tot bijvoorbeeld 3:1, verder bijvoorbeeld eveneens 1,5:1 of 2:1 kan zijn gekozen. De in de hoeken van de rechthoek aangebrachte, in de gebruikelijke toestand van het gebruik bij voorkeur verticaal gerichte profielzuilen kunnen deel uitmaken van een basisstelling van het meubel, in welke basisstelling eventueel verschillende componenten, bijvoorbeeld elektrische componenten, zoals een elektrische oven of een koelkast kunnen zijn opgenomen. Alternatief is de basisstelling gebruikt voor het vormen van een gebruike- lijk onderdeel van een kast, eventueel met een kastdeur en/of een treklade. Eventueel aangebrachte vakbodems vormen een onderverdelen van de ruimte van de kast. Een bovengele- gen afsluiting van het meubeldeel is bij voorkeur gevormd door een functioneel onderdeel. Dit kan in het eenvoudigste geval een werkblad zijn, eventueel echter eveneens bijvoor- beeld een spoelbak of dergelijke.

Dergelijke op een module gelijkende meubeldelen kunnen worden samengesteld tot een kastenlijn. Hiertoe kunnen deze, zoals de voorkeur heeft, in het bijzonder in de richting van de lengte hiervan tegen elkaar worden gepositioneerd, even- tueel echter eveneens met betrekking tot een bovenaanzicht in een richting onder een rechte hoek ten opzichte van el- kaar.

Verder zijn dergelijke meubeldelen of eveneens een der- gelijke samenstel van dergelijke meubeldelen eveneens voor- delig bij het gebruik in het gebied buitenshuis, bijvoor- beeld als keukenmeubel. In dit geval zijn de gebruikte ma- terialen voor het vervaardigen van het meubeldelen geschikt voor het gebruik in de buitenlucht. Aldus komen met betrekking tot deze bijvoorbeeld onderdelen van aluminium- profielen en eventueel watervaste plaatdelen in aanmerking voor het vormen van zijwanden, omrandingen of vakbodems.

In de stand der techniek wordt ten eerste verwezen naar DE 10 2018 107 386 Al.

Een keukensamenstel van afzonderlijke componenten is verder bekend uit DE 101 16 098 C2. De keukencomponenten hebben aan de onderzijde vast te zetten rollen. De keuken- componenten zijn slechts via de rollen op de vloer onder- steund. Bij direct naast elkaar staande keukencomponenten zijn de rollen telkens slechts onder één van de componenten aangebracht. Een zelfde stand der techniek is eveneens be- kend door DE 10 2011 115 109 Al. DE 200 04 358 Ul openbaart een samenstel van keukenmeubelen, waarbij een desbetreffende module aan de onderzijde aan een hoekgebied vaststaande steunmiddelen en aan een tegenovergelegen hoekgebied rollen kunnen zijn aangebracht. Het ondersteunen heeft zowel plaats op de ene zijde direct door de steunmiddelen en op de andere zijde direct en slechts door de rollen. Een vergelijkbare stand techniek is eveneens bekend door US D560,420 S. Samenstel van de uitvinding Gelet op de bovenbeschreven stand techniek is een doel van de uitvinding om een meubeldeel en een samenstel van twee of meer dergelijke meubeldelen, bovendien een meubel- deel voor het gebruik in een dergelijke samenstel, in het bijzonder wat betreft hanteer-technisch gunstig uit te voe- ren.

Dit doel is bereikt met een meubeldeel, dat is inge- richt zodat aan twee profielzuilen aan de zijde van de voet looprollen zijn aangebracht, aanvullend aan een standopper- vlak aan de desbetreffende profielzuil, en dat een loopop- pervlak van een looprol bij een gewoonlijk opstellen van het meubeldeel met het standoppervlak van de profielzuil waarop deze is aangebracht, afsluit of zich verticaal opwaarts be- vindt met een afstand tot het standoppervlak.

Door het opstellen van looprollen aan het meubeldeel is dit hanteer-technisch op een gunstige wijze te bewegen. De beide looprollen van het meubeldeel zijn daarbij bij voorkeur om een gemeenschappelijke geometrische, in de ove- rige toestand van het gebruiken van het meubeldeel bij voor- keur horizontaal gerichte as te draaien. Doordat echter als het ware alle profielzuilen van het meubeldeel eveneens di- rect een dragende ondersteunende functie kunnen overnemen, is tegelijkertijd een nagestreefde hoge stabiliteit aanwe- Zig.

De bovenbeschreven algemene kenmerken van een dergelijk meubeldeel kunnen eveneens afzonderlijk of in combinatie bij het meubeldeel volgens de uitvinding zijn uitgevoerd.

Verder zijn bij voorkeur de rollen aan twee in de rich- ting van de diepte van het meubeldeel aangrenzende profiel- zuilen aangebracht. Eveneens kan de geometrische draaias van de looprol, zoals de voorkeur heeft, in de richting van de diepte van het meubeldeel, dat wil zeggen, dwars op het uitstrekken in de lengte van het meubeldeel zijn gericht, zodat in hoofdzaak een op een kruiwagen gelijkend verplaat- sen van het meubeldeel over de looprollen daarvan in de langsrichting van het meubeldeel kan plaatshebben.

De looprollen zijn daarbij verder zodanig aangebracht, dat in de gebruikelijke positie van het gebruik van het meubeldeel deze geen of geen belangrijke ondersteunende be- lastingen uit het meubeldeel opnemen. Hiertoe is het loop- oppervlak van de desbetreffende looprol, over welk loopop- pervlak een mogelijk ondersteunen op de vloer, waarop het meubeldeel staat, aanwezig kan zijn, ten opzichte van het standoppervlak van de direct bijbehorende profielzuil met betrekking tot de positie van het gebruik, in de verticale richting naar boven op afstand, zodat het loopoppervlak van de looprol als het ware boven het oppervlak van de vloer zweeft. Alternatief kan het loopoppervlak van de looprol echter eveneens afsluiten op het standoppervlak, zodat het loopoppervlak van de looprol een aan het standoppervlak van de direct bijbehorende profielzuil opnemend vlak, in het bijzonder in de positie van het gebruiken het horizontale vlak maximaal raakt. In dit geval zou via de looprollen eventueel door een vergroten van het standoppervlak in zijn geheel een deellast van het meubeldeel worden opgenomen. De 5 hoofdbelasting, bij voorkeur de gehele via de bijbehorende profielzuilen functioneel belasting, wordt bij voorkeur al- leen door de profielzuilen en de standvlakken hiervan in de vloer overgebracht.

Ten opzichte van een mogelijke uitvoering van het meu- beldeel waarbij eveneens in de gebruikelijke positie van het gebruik van het meubel het ondersteunen in het desbetref- fende gebied alleen plaatsheeft via de looprollen, is door de opstelling volgens de uitvinding een beperken van het verplaatsen aanwezig.

Voor het schuivend verplaatsen van het meubeldeel kun- nen de looprollen in een op het oppervlak van de vloer ondersteunde positie worden gebracht, waaruit een rollende beweging mogelijk is gemaakt. Hiertoe kan volgens een voor- keursuitvoering het meubeldeel in de lengterichting van het meubeldeel om een in de richting van de diepte lopende, eventueel tijdelijke, geometrische as worden gekanteld, zo- dat afsluitend de standvlakken van de profielzuilen van het oppervlak van de vloer af zijn geheven en een ondersteunen van het meubeldeel op het oppervlak van de vloer alleen via de loopoppervlakken van de looprollen aanwezig is. Het kan- telen van het meubeldeel in de langsrichting om de vooraf beschreven as heeft bij voorkeur plaats als gevolg van het opheffen van het meubeldeel in het gebied van het op afstand van de looprollen gelegen eind van het meubeldeel, waarbij de kantelas de geometrische as van het rollen van de loop- rollen kan zijn.

Met betrekking tot het samenstel van twee of meer op een module gelijkend gevormde meubeldelen is voor het be- reiken van het doel erop ingericht, dat een meubeldeel aan twee profielzuilen aan de zijde van de voet looprollen omvat en dat het direct aangrenzende andere meubeldeel aan de naar de looprollen van het ene meubeldeel toe gerichte zijde zonder rollen is uitgevoerd, waarbij de looprollen van het ene meubeldeel tenminste gedeeltelijk overlappend zijn ten opzichte van het andere meubeldeel.

Als gevolg van deze uitvoering is op een gunstige wijze een samenstel van een meervoud van dergelijke meubeldelen tot stand te brengen, waarbij in het bijzonder met betrek- king tot de opstelling van de looprollen een in elkaar schuiven van de meubeldelen in het gebied van de in de langsrichting naar elkaar toe gerichte eindgebieden van twee direct aangrenzende meubeldelen mogelijk is gemaakt. Daarbij kunnen de looprollen van het ene meubeldeel gedeeltelijk of volledig door een gedeelte van het andere meubeldeel zijn bedekt, zodat de desbetreffende looprol gezien in de rich- ting van het overlappen in de samenstel zich tenminste ge- deeltelijk in een verdekte toestand bevindt.

Het overlappen kan, zoals de voorkeur heeft, in het bijzonder in een in de gebruikelijke toestand van het ge- bruik horizontale richting van de projectie aanwezig zijn, verder in het bijzonder in de richting van de diepte van de meubeldelen. Aldus kan een tenminste gedeeltelijk overlappen bijvoorbeeld aanwezig zijn door de aan de looprollen van het ene meubeldeel omvattende profielzuilen direct aangrenzende profielzuilen zonder looprollen van het andere meubeldeel. Alternatief hieraan kan een overlappen met betrekking tot de gebruikelijke positie van het gebruiken in de verticale richting aanwezig zijn, zodat tenminste een gedeelte van de looprollen van het ene meubeldeel zich uitstrekt binnen de in het bovenaanzicht omvatte rechthoek van het andere meu- beldeel. Aldus kan bijvoorbeeld een verticaal overlappen door één of een meervoud van vakbodems en/of door het bo- vengelegen gedeelte van het meubeldeel vormende functionele onderdeel worden verkregen.

Op een voordelige wijze heeft, voor het vormen van een dergelijk samenstel, het gebruik van de bovenbeschreven meu- beldelen de voorkeur.

Verdere kenmerken van de uitvinding worden vervolgens, eveneens in de beschrijving van de figuren, veelal in hun

: voorkeurs toewijzing tot het onderwerp van conclusie 1 of de verdere onafhankelijke conclusie of tot de kenmerken van verdere conclusies, geïllustreerd.

Ze kunnen echter eveneens voor een toewijzing aan slechts afzonderlijke kenmerken van conclusie 1 of de verdere onafhankelijke conclusie of de desbetreffende verdere conclusie of telkens onafhankelijk, van betekenis zijn.

Aldus kan volgens een mogelijke uitvoering het meubel- deel een handgreep omvatten, die is aangebracht aan twee aanvullende profielzuilen en via een door de profielzuilen gevormd rechthoekig buitenoppervlak van het meubeldeel naar buiten uitsteekt.

De handgreep kan bijvoorbeeld in de vorm van een in de gebruikelijke toestand van het gebruik in hoofdzaak horizontaal gerichte vastgrijpstang zijn uitge- voerd.

Deze is bij voorkeur geplaatst aan de profielzuilen zonder rollen, overeenkomstig verder bij voorkeur, in de lengterichting van het meubeldeel gezien, tegenover de de looprollen omvattende profielzuilen.

Hierdoor kan een op een kruiwagen gelijkende verplaatsing door schuiven of trekken van het meubeldeel worden verkregen.

De handgreep is bij voorkeur gunstig voor het vastgrijpen in een zijgedeelte van het meubeldeel vrij-liggend aangebracht.

De de handgreep in hoofdzaak dragende en verder bij voorkeur zonder rollen uitgevoerde profielzuilen spannen in de gebruikelijk positie van het gebruik van het meubeldeel in een zijaanzicht, bij voorkeur met het oppervlak van de vloer waarop het meubeldeel staat, en met het oppervlak van het functioneel onderdeel een in hoofdzaak verticaal en in de richting van de diepte gericht rechthoekig buitenopper- vlak.

Dit rechthoekige buitenoppervlak sluit bij voorkeur aan op de in de langsrichting van het meubeldeel gerichte buitenoppervlakken van de de handgreep dragende profielzui- len.

De handgreep steekt bij voorkeur buitenwaarts uit voor- bij dit rechthoekige buitenoppervlak aan de zijde van het meubel, zodat met betrekking tot de handgreep een blootge- legen opstelling wordt opgeleverd.

De handgreep is bijzonder gunstig voor het verplaatsen van het meubeldeel met het gebruik van de looprollen. Via de handgreep kan aanvankelijk een kantelen van het meubel- deel in de langsrichting hiervan om een geometrische hori- zontale as worden bereikt, teneinde aldus de looprollen in een voor het verplaatsen actieve positie te brengen. Door dit kantelende verplaatsen worden de standvlakken van de profielzuilen zodanig opgeheven, dat hierna slechts een on- dersteunen van het meubeldeel via de loopoppervlakken van de looprollen op het oppervlak van de vloer is bereikt. Met het verder gebruiken van de handgreep kan hierna een ver- plaatsen van het meubeldeel door middel van verschuiven of trekken plaatshebben. Eveneens met betrekking tot het samenstel van een meer- voud van meubeldelen kunnen aanvullende voordelen worden opgeleverd, waarbij het andere meubeldeel op twee profiel- zuilen een handgreep omvat en het direct aangrenzende ene meubeldeel aan de naar de handgreep van het andere meubel- deel toe gerichte zijde zonder handgrepen is uitgevoerd, waarbij de handgreep van het andere meubeldeel tenminste gedeeltelijk afgedekt wordt door het ene meubeldeel. Even- eens kan hierdoor in het gebied van de handgreep een in elkaar schuiven van het ene meubeldeel met het andere meu- beldeel worden opgeleverd, zodat eveneens hierdoor een ruim- tebesparend opstelling van wat betreft in hanteer-technisch gunstige wijze te verplaatsen meubeldelen kan worden opge- leverd.

Het afdekken kan, zoals boven is beschreven met betrek- king tot de looprollen, in een gebruikelijke positie van het gebruik in de horizontale richting van de projectie aanwezig zijn, verder in het bijzonder in de richting van de diepte van de meubeldelen als gevolg van het tenminste gedeeltelijk afdekken van de handgreep door de aangrenzende profielon- derdelen van het ene meubeldeel. Eveneens kan met betrekking hiertoe een afdekken in de verticale richting aanwezig zijn. Aldus kan verder bijvoorbeeld het functioneel onderdeel, verder bijvoorbeeld een werkplaat van het ene meubeldeel,

de handgreep van het andere meubeldeel geheel of gedeelte- lijk afdekken.

In een verdere voorkeursuitvoering kunnen telkens vier profielzuilen van het meubeldeel, in het bijzonder de in de hoekgebieden van de in de plattegrond opgespannen rechthoek van het meubeldeel aangebrachte profielzuilen, onderling gelijk zijn uitgevoerd. Overeenkomend kunnen alle profiel- zuilen met betrekking hiertoe mogelijkheden tot het beves- tigen voor zowel de looprollen als voor de handgreep omvat- ten.

Bovendien kan het meubeldeel eveneens meer dan de boven beschreven, in de hoekgebieden aangebrachte vier profiel- zuilen omvatten, aldus in het bijzonder bij verhoudingen van de lengte/diepte van bijvoorbeeld 2:1 tot 3:1. Aldus kunnen verder in de langsrichting gezien over de lengte van het meubeldeel eveneens drie of vier van dergelijke profielzui- len zijn aangebracht.

Bovendien kunnen de profielzuilen, in het bijzonder de in de hoekgebieden aangebrachte profielzuilen, door middel van dwarsdragers met elkaar zijn verbonden, verder in het bijzonder voor het ondersteunen van een vakbodem en voor het stabiliseren van de op een skelet gelijkende opbouw van het meubel.

Bij voorkeur zijn alle metalen onderdelen van het meu- beldeel als onderdelen van aluminium uitgevoerd. Voor de bevestiging met schroeven worden bij voorkeur schroeven van roestvrij staal gebruikt. Eventuele gelakte onderdelen zijn bij voorkeur behandeld met een tegen ultraviolet licht be- stand zijnde lak.

Korte beschrijving van de tekeningen Vervolgens wordt uitvinding aan de hand van de bij- gaande tekeningen geïllustreerd, die echter slechts een uit- voeringsvoorbeeld tonen. De tekeningen tonen in: figuur 1 een meubeldeel in een perspectivische afbeel- ding;

figuur 2 het meubeldeel in een afbeelding in aanzicht langs de pijl II in figuur 1;

figuur 3 een uitvergroting van het gebied III in fi- guur 2;

figuur 4 het aanzicht langs de pijl IV in figuur 2;

figuur 5 het bovenaanzicht op het meubeldeel langs de pijl V in figuur 4;

figuur 6 de dwarsdoorsnede langs de lijn VI-VI in fi- guur 5;

figuur 7 een perspectivische afbeelding in detail van het meubeldeel;

figuur 8 de doorsnede op vergrote schaal langs de lijn VIII-VIII in figuur 2;

figuur 9 een met figuur 2 overeenkomende afbeelding in aanzicht, echter een positie van het meubeldeel in het kader van een rollend verplaatsen; figuur 10 het gebied X in figuur 9 op vergrote schaal; figuur 11 een uit elkaar getrokken perspectivische af- beelding van de opstelling van profielzuilen en dwarsdragers voor het vormen van het meubeldeel;

figuur 12 het gebied XII in figuur 11 op vergrote schaal;

figuur 13 een afbeelding in doorsnede langs het vlak XIII van de doorsnede in figuur 12;

figuur 14 in een perspectivische afzonderlijke afbeel- ding een houder, in het bijzonder voor het vasthouden van een dwarsdrager aan een profielzuil;

figuur 15 het bovenaanzicht op de houder; figuur 16 een vooraanzicht tegen de houder;

figuur 17 in een met betrekking tot de gebruikelijke toestand van het gebruiken van het meubeldeel horizontale doorsnede twee houders, voorbereidend voor het bevestigen aan een profielzuil;

figuur 18 een in hoofdzaak met figuur 17 overeenkomende afbeelding van de doorsnede, echter na het vastzetten van de houder en verder na het vastzetten van dwarsdragers aan deze houders;

figuur 19 de doorsnede langs de lijn XIX-XIX in figuur 18; figuur 20 de doorsnede langs de lijn XX-XX in figuur 19;

figuur 21 een met betrekking tot de gebruikelijke po- sitie van het gebruiken van het meubeldeel in de verticale richting verplaatste afbeelding van de doorsnede door het bevestiginggebied van een vakbodem;

figuur 22 in een perspectivische afbeelding het opstel- len van een meervoud van op een module gelijkende meubelde- len in een samenstel; figuur 23 het samenstel in een afbeelding in aanzicht volgens figuur 2; figuur 24 het gebied XXIV in figuur 23 op vergrote schaal; figuur 25 het gebied XXV in figuur 23 op vergrote schaal; figuur 26 het bovenaanzicht op het samenstel langs de pijl XXVI in figuur 23; figuur 27 het gebied XXVI in figuur 26 op vergrote schaal.

Beschrijving van de uitvoeringsvormen Getoond en beschreven is, met betrekking tot de weer- gave van figuur 1, een module-vormig opgebouwd meubeldeel 1 dat geschikt is om samen met aanvullende van dergelijke module-vormige meubeldelen 1 in een samenstel Z een reeks meubelen, bijvoorbeeld een reeks van een keuken, te vormen.

Bij voorkeur gaat het bij het meubeldeel 1 om een zogenaamd onderdeel van een keukenmeubel voor gebruik buitenshuis, waaruit in een samenstel Z met het gebruik van aanvullende van dergelijke onderdelen van een keukenmeubel voor gebruik buitenshuis een reeks voor een keuken voor gebruik buitens- huis tot stand is te brengen.

De meubeldelen 1 van een samenstel Z kunnen, zoals de voorkeur heeft, in een richting T van de diepte, bovendien eventueel eveneens in een richting H van de hoogte wat be- treft de afmetingen gelijk zijn uitgevoerd, terwijl in een dwars ten opzichte van de richting T van de diepte geziene langsrichting L eveneens verschillende afmetingen aanwezig kunnen zijn. Aldus kan bijvoorbeeld een meubeldeel 1 ten opzichte van een in de langsrichting L direct aangrenzend meubeldeel een bijvoorbeeld tweevoudige lengtafmeting om- vatten (vergelijk bij voorbeeld figuur 22). Elk meubeldeel 1 omvat aanvankelijk en in hoofdzaak een op een skelet gelijkende constructie, deze heeft bij een bovenaanzicht in de gebruikelijke positie van het gebruik van het meubeldeel 1, bijvoorbeeld volgens figuur 5, een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond. Overeenkomend kan het meubeldeel 1, in het bijzonder de op een skelet gelijkende opbouw van de dragers, in een dergelijk bovenaanzicht een rechthoek R vormen, in de hoeken E waarvan in de gebruike- lijke toestand van het gebruik in hoofdzaak verticaal ge- richte profielzuilen 2 zijn aangebracht.

Overeenkomend heeft het meubeldeel 1 tenminste vier van dergelijke profielzuilen 2, die volgens een voorkeursuit- voeringsvorm onderling gelijk kunnen zijn uitgevoerd.

Zoals in het bijzonder is op te merken uit de perspec- tivische uit elkaar getrokken afbeelding van figuur 11, kun- nen, zoals de voorkeur heeft, de profielzuilen 2 op een buis gelijkend met een rechthoekige, bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede zijn uitgevoerd. Aan de zijde van de voet van elke profielzuil kan deze een op een stop gelijkend voetge- deelte 3 met een in de gebruikelijke toestand van het gebruik gevormd standoppervlak 4 vasthoudend opnemen. Eventueel is dit voetgedeelte 3 op een bekende wijze, bijvoorbeeld via een spil, telescopisch uitschuifbaar, teneinde aldus een verstellen van het standoppervlak 4 in de richting H van de hoogte en daarmee een nauwkeurig richten van het meubeldeel 1 op het oppervlak 5 van een ondergrond te kunnen bereiken.

De profielzuilen 2 zijn bij voorkeur via in een gebrui- kelijke toestand van het gebruik van het meubeldeel 1 in hoofdzaak horizontaal lopende dwarsdragers 6 met elkaar verbonden. Eveneens zijn deze dwarsdragers 6 bij voorkeur op een buis gelijkend met een rechthoekige, bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede uitgevoerd. Bovendien kunnen de dwarsdragers 6 wat betreft de dwarsdoorsnede gelijk zijn gevormd gelet op de uitvoering van de profielzuilen 2.

In een verdere uitvoering kunnen de dwarsdragers 6 on- derling gelijk zijn uitgevoerd.

De bevestiging van de dwarsdragers aan de profielzuilen 2 kan, zoals de voorkeur heeft, plaats hebben met het gebruik van op een blok gelijkende houders 7.

Verder zijn bij voorkeur telkens vier dwarsdragers 6 in een horizontaal vlak aangebracht. Daarbij kunnen deze dwarsdragers 6 dienen voor het ondersteunen van een vakbodem

8.

Een dergelijke vakbodem 8 kan bijvoorbeeld een gebogen onderdeel van een metaalplaat zijn, met betrekking tot de omvang van de plattegrond in de hoekgebieden aangebrachte ombuigingen 9 voor het passeren van de in de verticale rich- ting doorlopende profielzuil 2. Langs de randen kan elke vakbodem 8 een in hoofdzaak onder een rechte hoek ten op- zichte van het vlakke uitstrekken van de vakbodem 8 in de positie van het gebruik een verticaal neerwaarts omgezette overgrijpsectie 10 omvatten, door middel waarvan de vakbodem 8 over de buitenzijde van de de vakbodem 8 ondersteunende dwarsdrager 6 kan grijpen.

Een meubeldeel 1 kan een meervoud van in de verticale richting op afstand van elkaar aangebrachte vakbodems 8 om- vatten, aldus bijvoorbeeld twee, drie, vier of meer. Daarbij kunnen de vakbodems 8, eventueel slechts een deel van de vakbodems 8, alleen op de dwarsdragers 6 ingestoken respec- tievelijk klemmend zijn vastgehouden. Bij voorkeur is echter een schroevend vastzetten van de vakbodems 8 aan de dwars- dragers 6, eventueel, bij voorkeur, met het gebruik van de houder 7.

De bovengelegen afsluiting respectievelijk het boven- gelegen gedeelte van het meubeldeel 1 kan eveneens een der- gelijke vakbodem 8 vormen. Bij voorkeur is dit met betrekking hiertoe echter de opstelling van een functioneel onderdeel 11 als bovengelegen afsluiting van het meubeldeel

1. Dit functioneel onderdeel 11 kan, zoals de voorkeur heeft, vast zijn verbonden met het door de profielzuilen 2 en de dwarsdragers 6 verschafte skelet van het meubel, in het bijzonder als gevolg van een schroefverbinding. Verder gebeurt bij voorkeur een bevestigen van het functioneel on- derdeel 11 aan de aan de boveneinden van de profielzuilen 2 bevestigde dwarsdragers 6.

Als functioneel onderdeel 11 kan bijvoorbeeld een spoelbak 12 of een oven 13 zijn aangebracht (vergelijk bij- voorbeeld figuur 22) of een werkblad 14, zoals deze verder bijvoorbeeld ook in figuur 1 is weergegeven.

In de richting H van de hoogte door twee opeenvolgende dwarsdragers 6 en/of vakbodems 8 en in de langsrichting L respectievelijk de richting T van de diepte door twee pro- fielzuilen 2 begrensde vakken kunnen volgens de afbeeldingen zowel in de richting naar een gebruikelijke zijde 15 van het bedienen van het meubeldeel 1 en/of in de richting naar een tegenover de zijde 15 van het bedienen gelegen achterzijde 16 en/of in een richting dwars op de zijde van het bedienen of de achterzijde open zijn gehouden, zodat een eventueel rondom open schap wordt opgeleverd als meubeldeel 1 met een de bovengelegen afsluiting vormend functioneel onderdeel 11.

Alternatief kan een dergelijk vak eveneens naar één of meer zijden zijn afgesloten, bijvoorbeeld als gevolg van het aan- brengen voor een deur of een treklade, bovendien verder bijvoorbeeld door het aanbrengen van een in figuur 22 sche- matisch aangeduid beschermwand 17. Deze is eveneens bij voorkeur aan het meubeldeel 1 bevestigd, in het bijzonder geschroefd, verder bij voorkeur aan de bijbehorende dwars- dragers 6 en/of de houders 7 en/of de profielzuilen 2.

Het meubeldeel 1 kan verder bijvoorbeeld een onderdeel zijn van een verplaatsbare keuken, bijvoorbeeld in het bij- zonder een verplaatsbare keuken voor gebruik buitenshuis. Overeenkomend is eveneens een verplaatsen van het meubeldeel 1 nodig. In dit verband blijkt in het bijzonder de voorgestelde opstelling van looprollen 18 aan het meubeldeel 1 voordelig te zijn.

Er worden in een bijzonder hanteer- technische voordelen met betrekking tot een verplaatsen van het meubeldeel 1 en zowel op relatief gladde en vlakke vloe- ren, zoals bijvoorbeeld bedekkingen op terrassen, verkregen, evenals op niet-vlakke vloeren, bijvoorbeeld oppervlakken op grasvelden.

Bij voorkeur zijn er twee looprollen 18 aangebracht, die op twee in de richting T van de diepte opeenvolgende hoeken E gepositioneerde profielzuilen 2 om een gemeenschap- pelijke in de richting T van de diepte en in de gebruikelijke positie van het gebruik van het meubeldeel 1 in hoofdzaak in een horizontaal vlak zich uitstrekkende geometrische hartlijn x van de looprollen draaibaar zijn vastgehouden.

De looprollen 18 kunnen, zoals de voorkeur heeft, aan een binnenzijde 19 van de profielzuilen 2 zijn aangebracht, waarbij de binnenzijde 19 van de profielzuilen 2 in de rich- ting T van de diepte naar elkaar toe zijn gericht.

Over- eenkomend wordt verkregen, dat uitgaande van de looprollen 18 naar buiten, dat wil zeggen enerzijds naar de zijde 15 van het bedienen en anderzijds naar de achterzijde 16, een gedeeltelijk afdekken van de looprollen 18 door het het voetgedeelte 3 telkens dragende, verticaal onderste gedeelte door van de de desbetreffende looprol 18 vasthoudende pro- fielzuil 2. Voor het vasthouden van de looprol 18 omvat de profiel- zuil 2 aan de binnenzijde 19 hiervan een bevestigings-boring 20 voor het direct of indirect samenwerken met het de looprol 18 dragende aslichaam 21. Dit aslichaam 21 kan in de boring 20 overeenkomstig het vastzetten van de houder 7 aan de profielzuilen 2, zoals verderop hieronder toegelicht, zijn bevestigd.

Verder bij voorkeur zijn de looprollen 18 onder een onderste vakbodem 8 aangebracht, waarbij verder het posi- tioneren van de boring 20 in de richting H van de hoogte en de diameter van de looprol 18 zodanig zijn gekozen, dat in een gebruikelijke positie voor het gebruik van het meubeldeel 1, bijvoorbeeld volgens de afbeeldingen in de figuren 2 en 3, dat de met betrekking tot de hartlijn x van de looprol in de omtreksrichting omlopende loopoppervlak 22 niet naar beneden voorbij het door de standvlakken 4 van de voetgedeeltes 3 opgespannen, bij voorkeur horizontale vlak uitsteekt. Eerder is bedoeld, dat dit loopoppervlak 22 in de gebruikelijke positie van het gebruik van het meubeldeel l het door de standvlakken 4 opgespannen vlak raakt (verge- lijk ook de afbeelding op vergrote schaal in figuur 3).

Eventueel kan het in de gebruikelijke positie van het ge- bruik in de verticale richting de kleinste verticale afstand tot het oppervlak 5 van de vloer hebbend gebied van het loopoppervlak 22, verticaal van boven gezien, zich uitstrek- ken met een afstand van enkele millimeters, bijvoorbeeld 1 tot 5 mm of 10 mm of meer, boven dit door de standvlakken 4 gegeven vlak.

Aldus wordt in de gebruikelijke positie van het ge- bruik, bijvoorbeeld volgens de figuren 2 of 6, een in hoofd- zaak ondersteunen van het meubeldeel 1 via de profielzuilen 2, respectievelijk de, de standvlakken 4 omvattende voetge- deelten 3 daarvan op het oppervlak 5 van de vloer opgeleverd. Via de loopoppervlakken 22 van de looprollen 18 kan eventu- eel een gedeeltelijke belasting aanvullend worden overge- bracht.

Zoals verder in het bijzonder is op te merken in de figuren 2, 3 en 5, steken de looprollen 18 als gevolg van de boven beschreven opstelling zijdelings van het meubeldeel 1 uit voorbij de door de profielzuilen 2 en/of het functi- oneel onderdeel 11 in de gebruikelijk positie van het ge- bruik in een horizontaal vlak gevormd rechthoekig vlak van de projectie (de rechthoek R), dit eventueel met een afme- ting a die ongeveer overeen kan komen met een derde of een vierde van de diameter d van de looprol 18 (vergelijk figuur 5).

Het in een zijaanzicht van figuur 2 voorbij de profiel- zuilen 2 binnenwaarts uitstekende gedeelte van de looprol 8 kan, in het bijzonder naar de zijde 15 voor het bedienen toe gericht, door een mogelijke beschermwand 17 aan het zicht zijn onttrokken.

Tegenover de looprollen 18 is aan de andere zijde van het meubeldeel 1 een zich in de richting T van de diepte uitstrekkende handgreep 23 aangebracht.

Deze kan, zoals weergegeven, zijn uitgevoerd als op een beugel gelijkende vastgrijpstang, bij voorkeur met een in de lengte gestrekte rechthoekige dwarsdoorsnede, die een ergonomisch gunstig vastgrijpen toelaat.

De handgreep 23 is via schroeven 24, bijvoorbeeld schroeven voor een metaalplaat, aan de in de langsrichting L gerichte buitenoppervlakken zonder looprollen van de pro- fielzuilen 2 bevestigd.

Hiertoe kunnen aan de zijde van de zuilen overeenkomende boringen 25 zijn aangebracht.

Verder is bij voorkeur de opstelling van de handgreep 23 in de hoogte in een gebied onder het functioneel onderdeel 11, echter boven de aan de onderzijde van het functioneel on- derdeel 11 direct volgende vakbodem 8 aangebracht.

Aldus kan verder de handgreep 23 met betrekking tot een gebruikelijke positie van het gebruik van het meubeldeel 1 volgens figuur 2, met betrekking tot het door de standvlakken 4 gespannen vlak van het positioneren van het meubeldeel 1, op een hoogte h' zijn aangebracht, waarbij de hoogte h' ongeveer overeen kan komen met het 0,7-voudige of meer tot bijvoorbeeld het 0,95-voudige van de totale hoogte h van het meubeldeel.

Een deel van de handgreep 23, in het bijzonder het door de gebruiker vast te grijpen gedeelte van de handgreep 23, steekt bij voorkeur zijwaarts uit voorbij het door de direct toegevoegde profielzuilen 2 in hoofdzaak gedefinieerde en in het door de bovenbeschreven rechthoek R gegeven vlak van de zijrand van het meubeldeel 1 geprojecteerde rechthoekig buitenoppervlak F (vergelijk figuren 2 en 5). Met betrekking hiertoe kan het gaan om een maat b van het uitsteken in de tegengestelde richting ten opzichte van het uitsteken van de looprollen 18, waarbij de maat b van het uitsteken kan overeenkomen met ongeveer het 0,3-voudige tot het 0, 7-vou- dige, verder ongeveer het 0,5-voudige van de in dezelfde richting waargenomen maat van het zich uitstrekken van de handgreep 23 in zijn geheel in de langsrichting L van het meubeldeel 1. Verder kan de maat b van het uitsteken over- eenkomen met ongeveer het 0,3-voudige tot het 0, 7-voudige, verder het 1-voudige of meer van de maat a van het uitsteken van de looprollen 18.

Dit uitstekende onderdeel 26 van de handgreep 23 strekt zich bij voorkeur uit in een, met betrekking tot de gebrui- kelijke positie van het gebruiken van het meubeldeel 1, horizontale projectie in de richting naar het rechthoekig buitenoppervlak F, bij voorkeur binnen de naar elkaar toe gerichte binnenzijden 19 van de direct bijbehorende pro- fielzuilen 2 (vergelijk figuur 5). Dit kan zijn bereikt door een telkens eindzijde uitgevoerd omgezet gedeelte 27 van de handgreep 23. Dit gedeelte 27 vormt een in de richting van de maat b van het uitsteken verplaatst ten opzichte van het uitstekende onderdeel 26 uitgevoerde bevestigende koppel- plaat 28, voor het bevestigende passeren van de schroef 24.

Met het gebruik van de handgreep 23 kan het meubeldeel 1 met het verder ondersteunen via de looprollen 18 op het oppervlak 5 van de vloer om de hartlijn x van de looprol in een positie, zoals deze als voorbeeld in figuur 9 is weer- gegeven, worden gezwenkt. In deze gezwenkte positie raken de profielzuilen 2 hun ondersteuning op het oppervlak 5 van de vloer via hun standvlakken 4 kwijt. Overeenkomend is het voetgedeelte 3 opgeheven vanaf het oppervlak 5, waarna een ondersteunen van het meubeldeel 1 op het oppervlak 5 alleen aanwezig is via de loopoppervlakken 22 van de looprollen 18. In deze gezwenkte positie van het meubeldeel 1 is dit via de looprollen 18 hanteer-technisch op een gunstige wijze op een kruiwagen gelijkend te verplaatsen.

Zoals vermeld kunnen de modulair samengestelde meubel- delen 1 bijvoorbeeld tot een keukenreeks worden samenge- steld. In dit samenstel Z zijn de meubeldelen 1 bij voorkeur gelijk uitgericht, zodat de looprollen 18 van alle meubel- delen 1 in dezelfde richting gericht voorbij het desbetref- fende meubeldeel 1 respectievelijk de telkens opgespannen rechthoek R hiervan uitsteken, net als de handgrepen 23 tegengesteld gericht uitsteken.

In de positie van het samenstel volgens de afbeeldingen van de figuren 22 tot 27 zijn de meubeldelen 1 zodanig uitgericht, dat de functionele onderdelen 11 hiervan in hoofdzaak in een gemeenschappelijk horizontaal vlak uitge- richt aan elkaar aansluiten, waarbij eventueel, zoals de voorkeur heeft en bijvoorbeeld in figuur 22 is weergegeven, in een oppervlak dat door de som van de functionele onder- delen 11 in zijn geheel een langgerekte rechthoekige op- stelling kan opleveren.

De meubeldelen 1 kunnen in dit samenstel Z met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door middel van klikverbindin- gen. Bij voorkeur is echter een losse opstelling van de meubeldelen 1 naast elkaar uitgevoerd.

De telkens zijdelings uitstekende looprollen 18 en handgrepen 23 respectievelijk het uitstekende deel 26 hier- van zijn daarbij zodanig gepositioneerd en in afmeting uit- gevoerd, dat een in elkaar schuiven van de meubeldelen 1 is toegelaten. Daarbij zijn de looprollen 18 van een meubeldeel 1 toegewezen aan de niet van looprollen voorziene, de hand- greep 23 dragende profielzuilen 2 van het andere meubeldeel 1, waarbij de handgreep 23 van het andere meubeldeel 1 is toegewezen aan de de looprollen 18 dragende profielzuilen 2 zonder handgrepen.

Daarbij kunnen de looprollen 18, in het bijzonder ech- ter eveneens de handgrepen 23, in het gebied van een open vak van het direct aangrenzende meubeldeel 1 tenminste ge- deeltelijk ingrijpen. De opstelling van zowel de looprollen 18 als van het uitstekende deel 26 van de handgreep 23 tussen de naar elkaar toe gerichte binnenzijden 19 van de profiel- zuilen 2, blijkt in dit verband bijzonder voordelig te zijn.

In de samengestelde positie zijn de looprollen 18 van het ene meubeldeel 1 tenminste gedeeltelijk overlappend ten opzichte van het andere, direct aangrenzende meubeldeel 1, aldus in het bijzonder met betrekking tot een gebruikelijk opstellen van het meubeldeel 1, in de horizontale richting gedeeltelijk overlapt door de de handgreep 23 dragende pro- fielzuilen 2 van het andere meubeldeel en/of in de verticale richting overlapt door de dwarsdragers 6 en/of het functi- oneel onderdeel 11 van het andere meubeldeel 1 {vergelijk figuren 23 tot 27). Op dezelfde wijze kan, zoals de voorkeur heeft, een dergelijk overlappen met betrekking tot de hand- greep 23 worden verkregen, waarvan het voorbij het recht- hoekige buitenoppervlak F uitstekende deel 26 eveneens door het functioneel onderdeel 11 van het ene meubeldeel in de verticale richting is overlapt, eventueel echter eveneens door dwarsdragers 6 en/of in de horizontale richting door de de looprollen 18 dragende profielzuilen 2 van het ene meubeldeel 1.

Voor het hiervoor genoemde bevestigen van de dwarsdra- gers 6 via de op een blok gelijkende houders 7 aan de pro- fielzuilen 2 is aanvankelijk de houder 7 voorzien van een aan de bij voorkeur vierkante inwendige dwarsdoorsnede van de dwarsdrager 6 aangepaste buitenomtrek. In de richting van het zich in de lengte uitstrekken van de houder 7 is deze voorzien van een doorsteekopening 29, voor het passeren van een bevestigingsschroef 30. Voor het vastzetten van de houder 7 aan de profielzuil 2 1s in de profielzuil 2 een opneemboring 31 aangebracht, waarin aanvankelijk een op een deuvel gelijkend functioneel bevestigingselement 32 is gestoken. De door de doorsteek- opening 29 van de houder 7 gaande bevestigingsschroef 30 wordt voor het bevestigen van de houder 7 aan de profielzuil 2 in het bevestigingselement 32 geschroefd, waarbij het vrije eind van de schroef voor de bevestigingsschroef 30 samenwerkt met de bijvoorbeeld van een kunststofmateriaal samengestelde bevestigingselement 32 een vervorming van de in de holle ruimte van de profielzuil 2 grijpende gedeelten van het bevestigingselement 32 zodanig veroorzaakt, dat een, met betrekking tot de doorsteekopening 29 beschouwd, radiaal verwijd en als een deuvel werkend gedeelte achter de greep wordt gevormd (vergelijk in het bijzonder de figuren 17 en 18). De houder 7 is hierna verankerd aan de profielzuil 2.

Daarbij is verder de houder 7 om de langs-as van de bevestigingsschroef 30 respectievelijk de doorsteekopening 29 tegen het draaien vastgezet als gevolg van een in de richting naar de profielzuil 2 uitstekende tap 33, die in- grijpt in een overeenkomend gepositioneerd opneemmiddel 34 voor de tap van de profielzuil 2. De tap 33 is radiaal verplaatst ten opzichte van de langs-hartlijn van de door- steekopening 29 (vergelijk figuur 20). De dwarsdrager 6 wordt hierna via de houder 7, bij voorkeur in een aanslagpositie naar de profielzuil 2, ver- schoven, Bij voorkeur wordt een vorm-sluitende verbinding opgeleverd tussen de houder 7 en de dwarsdrager 6. In deze ingestoken positie is de dwarsdrager 6 aan de houder 7 schroevend te bevestigen, waartoe een vasthoudend-schroef 35, door een overeenkomstig gepositioneerde boring 36 in de dwarsdrager 6 gaand, in een bij voorkeur opgeleverde schroefdraadboring 37 van de houder 7 grijpt (vergelijk bij- voorbeeld figuur 19). De vakbodems 8 kunnen direct zijn bevestigd aan de bijbehorende dwarsdragers 6, in het bijzonder als gevolg van een schroefverbinding.

Bij voorkeur is met betrekking hier- toe de verbinding uitgevoerd met het gebruik van een vast- houdschroef 38, die door een in het bodemoppervlak 39 van de vakbodem 8 aangebrachte boring 40 en door een in over- lapping gebrachte boring 36 in de dwarsdrager 6 loopt en vasthoudend ingrijpt in een schroefdraadboring 37 van de houder 7 (vergelijk figuur 21).

LIJST DER VERWIJZINGCIJFERS 1 meubeldeel 2 profielzuil 3 voetgedeelte 4 standoppervlak 5 oppervlak 6 dwarsdrager 7 houder 3 vakbodem 9 uitkeping 10 overhangend gedeelte 11 functioneel onderdeel 12 spoelbak 13 oven 14 werkblad 15 bedieningszijde 16 achterzijde 17 beschermwand 18 looprol 19 binnenzijde 20 bevestigingsboring 21 aslichaam 22 loopvlak 23 handgreep 24 schroef 25 boring 26 uitstekend onderdeel 27 gedeelte 28 bevestigingstrip 29 doorsteekopening 30 bevestigingsschroef 31 opneemboring 32 bevestigingselement 33 tap 34 opneemmiddel voor een tap 35 vasthoudschroef

36 boring 37 schroefdraadboring 38 vasthoudschroef 39 vloeroppervlak 40 boring a afmeting van het overhangen b afmeting van het overhangen d afmeting van de diameter h totale hoogte nh! hoogte x hartlijn van de looprol E hoek Fr rechthoekig buitenoppervlak H richting van de hoogte L langsrichting R rechthoek T richting van de diepte Z samenstel

Claims (11)

CONCLUSIES

1. Meubeldeel (1) met tenminste vier, met betrekking tot in een bovenaanzicht in de hoeken (E) van een opgespannen rechthoek (R) van het meubeldeel (1) aangebrachte profiel- zuilen (2) en één of een meervoud van aan de profielzuilen (2) ondersteunde vakbodems (8) en een het bovengelegen ge- deelte van het meubeldeel (1) vormend functioneel onderdeel (11), bijvoorbeeld een spoelbak (12), een oven (13), een grill of een werkblad (14), waarbij verder de profielzuilen (2) telkens een voetgedeelte (3) omvatten, dat een standop- pervlak (4) vormt, met het kenmerk, dat aan twee profiel- zuilen (2) aan de zijde van de voet looprollen (18) zijn aangebracht, aanvullend aan een standoppervlak aan de des- betreffende profielzuil en dat een loopvlak (22) van een looprol (18) bij een gebruikelijk opstellen van het meubel- deel (1) met het standoppervlak (4) van de profielzuil, waaraan dit is aangebracht, afsluit of zich verticaal op- waarts op een afstand bevindt van het standoppervlak (4).

2. Meubeldeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het meubeldeel (1) een handgreep (23) omvat die is aan- gebracht aan twee aanvullende profielzuilen (2) en voorbij een door de profielzuilen (2) gevormd rechthoekig buitenop- pervlak (F) buitenwaarts voorbij het meubeldeel (1) uit- steekt.

3. Meubeldeel volgens een der conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat één of beide looprollen (18) aan een bin- nenzijde (19) van de profielzuilen (2) is aangebracht, waar- bij de binnenzijde (19) naar de tegenovergelegen profielzuil (2) toe is gericht.

4. Meubeldeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorbij het rechthoekige buitenop- pervlak (F) uitstekende deel (26) van de handgreep (23) zich uitstrekt binnen naar elkaar toe gerichte binnenzijden (19) van de profielzuilen (2), waaraan de handgreep (23) is aan- gebracht.

5. Meubeldeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de handgreep (23) met betrekking tot een hoogte (h') tussen twee vakbodems (8) is aangebracht.

6. Meubeldeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in elk geval vier profielzuilen (2) van het meubeldeel {1) onderling gelijk zijn uitgevoerd.

7. Meubeldeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profielzuilen (2) door dwarsdragers (6) met elkaar zijn verbonden, voor het ondersteunen van een vakbodem (8).

8. Samenstel (Z) van twee of meer in de vorm van een module gevormde meubeldelen (1), die tenminste vier, met betrekking tot in een bovenaanzicht in de hoeken (E) van een opgespannen rechthoek (R) van het meubeldeel (1) aange- brachte profielzuilen (2) omvatten en één of meer aan de profielzuilen (2) ondersteunde vakbodems (8) en een het bo- vengelegen gedeelte van het meubeldeel (1) vormend functi- oneel onderdeel (11), bijvoorbeeld een spoelbak (12), een oven (13), een grill of een werkblad (14), waarbij verder de profielzuilen (2) telkens een voetgedeelte (3) omvatten dat een standoppervlak (4) vormt, met het kenmerk, dat een meubeldeel (1) aan twee profielzuilen (2) aan de zijde van de voet looprollen (18) omvat, en dat het direct aangren- zende andere meubeldeel (1) aan de naar de looprollen (18) van het ene meubeldeel (1) toe gerichte zijde zonder rollen is uitgevoerd, waarbij de looprollen (18) van het ene meu- beldeel (1) tenminste gedeeltelijk in overlap zijn met het andere meubeldeel (1).

9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het andere meubeldeel (1) aan twee profielzuilen (2) een handgreep (23) omvat, en dat het direct aangrenzende ene meubeldeel (1) aan de naar de handgreep (23) van het andere meubeldeel (1) toe gerichte zijde zonder handgrepen is uit- gevoerd, waarbij de handgreep (23) van het andere meubeldeel {1) tenminste gedeeltelijk in overlap is met het ene meubel- deel (1).

10. Meubeldeel (1) volgens een der conclusies 1-7 voor het gebruik in een samenstel (Z) volgens de conclusies 8-9.

11. Meubeldeel of samenstel, gekenmerkt door één of een meervoud van de kenmerkende kenmerken van een der voor- gaande conclusies. -0-0-0-