NL2026384B1 - Construction brick for a brick-based construction toy assembly - Google Patents

Claims (24)

CONCLUSIES

1. Bouwsteen voor een steen-gebaseerd bouwspeelgoedsamenstel met een pluraliteit van dergelijke bouwstenen voor het bouwen van hybride structuren, waarbij de bouwsteen omvat: een plaatvormig steenlichaam met longitudinale zijden en eindzijden, waarbij een bevestigingsinkeping is voorzien in ten minste één van de longitudinale zijden en de eindzijden, welke bevestigingsinkeping is geconfigureerd om te worden bevestigd in een bevestigingsinkeping van een andere bouwsteen ten einde de bouwsteen te verbinden met de andere bouwsteen, terwijl de bouwsteen en de andere bouwsteen in hoofdzaak dwars ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd.

2. Bouwsteen volgens conclusie 2, waarbij een verdere bevestigingsinkeping is voorzien in een andere van de longitudinale zijden en de eindzijden.

3. Bouwsteen volgens conclusie 1 of conclusie 2, waarbij een bevestigingsinkeping is voorzien in elk van de longitudinale zijden en de eindzijden.

4, Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het plaatvormige steenlichaam rotatiesymmetrisch is.

5. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het plaatvormige steenlichaam is voorzien van een centraal lichaamsgedeelte, een eerste eindwand aangebracht aan een eerste eindzijde daarvan, een tweede eindwand aangebracht aan een tweede eindwand daarvan, een eerste zijwand aangebracht aan een eerste longitudinale zijde daarvan, en een tweede zijwand aangebracht aan een tweede longitudinale zijde daarvan, waarbij de bevestigingsinkeping is voorzien in ten minste één van de eerste eindwand, de tweede eindwand, de eerste zijwand en de tweede zijwand.

6. Bouwsteen volgens conclusie 5, waarbij het centraal lichaamsgedeelte een eerste hoogte heeft, en elk van de eerste eindwand, de tweede eindwand, de eerste zijwand en de tweede zijwand een tweede hoogte heeft, waarbij de tweede hoogte groter is dan de eerste hoogte.

7. Bouwsteen volgens conclusie 5 of conclusie 6, waarbij het centrale lichaamsgedeelte is aangebracht in het midden van elk van de eerste eindwand, de tweede eindwand, de eerste zijwand en de tweede zijwand, wanneer gekeken in de hoogterichting daarvan.

8. Bouwsteen volgens één der conclusies 5-7, waarbij de bevestigingsinkeping is gedefinieerd door een doorgang in de ten minste één van de eerste eindwand, de tweede eindwand, de eerste zijwand, en de tweede zijwand, bij voorkeur waarbij de doorgang is voorzien in het centrum daarvan.

9, Bouwsteen volgens conclusie 8, waarbij de doorgang een eerste doorganggedeelte, een tweede doorganggedeelte en een derde doorganggedeelte heeft, waarbij het eerste doorganggedeelte, het tweede doorganggedeelte en het derde doorganggedeelte in serie zijn aangebracht, wanneer gekeken in de hoogterichting van de respectievelijke wand.

10. Bouwsteen volgens conclusie 2, waarbij de respectievelijke wand een bovenrand en een onderrand heeft, waarbij het eerste doorganggedeelte convergeert vanaf de bovenrand naar het tweede doorganggedeelte, het tweede doorganggedeelte een vierkante doorsnede heeft, en het derde doorganggedeelte divergeert vanaf het tweede doorganggedeelte naar de bodemrand, zodat elk van de eerste en derde doorganggedeeltes een frusto-driehoekige dwarsdoorsnede heeft.

11. Bouwsteen volgens conclusie 10, waarbij de wanddelen van de respectievelijke wand die zijn gericht naar de bevestigingsinkeping, in het bijzonder de doorgang daarvan, elk een frusto- driehoekige doorsnede hebben, bij voorkeur overeenkomstig aan de frusto-driehoekige doorsnede van het eerste en/of derde doorganggedeelte.

12. Bouwsteen volgens één der conclusies 5-12,

waarbij botsdelen zijn voorzien aan beide zijden van het centrale lichaamsgedeelte en direct aangrenzend aan de bevestigingsinkeping.

13. Bouwsteen volgens conclusie 12, waarbij elk van de botsdelen een frusto-driehoekige dwarsdoorsnede heeft, waarbij de zijde die is gericht naar de bevestigingsinkeping is voorzien van een botsuitsparing die een deel van het centrale lichaamsgedeelte definieert om een bevestigingsdeel te zijn.

14. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de longitudinale zijden en de eindzijden is voorzien van een stapeluitsparing die is geconfigureerd voor het ontvangen van een longitudinale zijde of een eindzijde van een andere bouwsteen.

15. Bouwsteen volgens conclusie 14, wanneer afhankelijk van conclusie 5, waarbij elk van de eerste en tweede zijwand een eerste wandeinde, een tweede wandeinde, tegengesteld aan het eerste wandeinde in longitudinale richting daarvan, en een bovenrand en een onderrand, tegengesteld aan de bovenrand in hoogterichting van de respectievelijke zijwand, heeft, waarbij elk van de bovenrand en de onderrand is voorzien van een eerste stapeluitsparing aan of nabij het eerste wandeinde, en een tweede stapeluitsparing aan of nabij het tweede wandeinde.

16. Bouwsteenkoppeling voor het koppelen van twee of meer bouwstenen, bij voorkeur bouwstenen volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bouwsteenkoppeling omvat: een koppelingslichaam met een bovenzijde en een onderzijde, waarbij het koppelingslichaam is voorzien van een eerste koppelingsinkeping die is geconfigureerd om te worden bevestigd in een bevestigingsinkeping van een bouwsteen, en een tweede koppelingsinkeping die is geconfigureerd om te worden bevestigd in een bevestigingsinkeping van een andere bouwsteen, waarbij de eerste koppelingsinkeping en de tweede koppelingsinkeping tegenover elkaar zijn aangebracht, of in hoofdzaak dwars ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd.

17. Bouwsteenkoppeling volgens conclusie 16, waarbij het koppelingslichaam een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede heeft, waarbij de eerste koppelingsinkeping is voorzien aan een eerste hoek van het koppelingslichaam, de tweede koppelingsinkeping is voorzien aan een tweede hoek van het koppelingslichaam, en waarbij de resterende hoeken ook zijn voorzien van een koppelingsinkeping, zodat de bouwsteenkoppeling rotatiesymmetrisch is.

18. Bouwsteenkoppeling volgens conclusie 16 of conclusie 17, waarbij elk van de eerste en tweede koppelingsinkepingen is gedefinieerd door een koppelingsuitsparing, waarbij elke koppelingsuitsparing een eerste uitsparingsgedeelte, een tweede uitsparingsgedeelte en een derde uitsparingsgedeelte heeft, die in serie zijn aangebracht wanneer gekeken in de hoogterichting van het koppelingslichaam.

19. Bouwsteenkoppeling volgens conclusie 18, waarbij het eerste uitsparingsgedeelte convergeert vanaf de bovenzijde naar het tweede uitsparinggedeelte, zodat het eerste uitsparingsgedeelte een in hoofdzaak frusto- driehoekige dwarsdoorsnede heeft, het tweede uitsparingsgedeelte een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede heeft, en het derde uitsparingsgedeelte divergeert vanaf het tweede uitsparingsgedeelte naar de bodemzijde van het koppelingslichaam, zodat het derde uitsparingsgedeelte ook een in hoofdzaak frusto-driehoekige dwarsdoorsnede heeft, die een omgekeerde oriëntatie heeft ten opzichte van het eerste uitsparingsgedeelte.,

20. Bouwsteenkoppeling volgens conclusie 19, waarbij elke koppelingsuitsparing is voorzien met een botsuitsteeksel die uitsteekt in het tweede uitsparingsgedeelte.

21. Bouwsteenkoppeling volgens één der conclusies 17-20, waarbij het koppelingslichaam divergeert in een richting weg van het centrum van het koppelingslichaam naar elke hoek daarvan.

22. Bouwsteenkoppeling volgens één der conclusies 16-21, waarbij het koppelingslichaam een opneemopening heeft die is voorzien in het centrum daarvan, welke opneemopening is geconfigureerd voor het opnemen van een bouwelement.

23. Steen-gebaseerd bouwspeelgoedsamenstel voor het bouwen van hybride structuren, omvattend twee of meer bouwstenen volgens één der conclusies 1 tot en met 15.

24. Steen-gebaseerd bouwspeelgoedsamenstel volgens conclusie 23, omvattend één of meer bouwsteenkoppelingen volgens één der conclusies 16-22. -0-0-0-0-0-0-0-0-