NL2024122B1 - Inrichting voor het lossen van stukgoed - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het lossen van stukgoed uit een scheepscontainer of vrachtwagen, welke inrichting omvat: — een verrijdbaar aangedreven chassis; — een op het chassis aangebracht in hoogte verstelbaar platform; — ten minste een, aangrenzend aan het platform, op het chassis aangebracht, afzonderlijk in hoogte verstelbare primaire rollenbaan; — ten minste een, op een vaste hoogte op het chassis aangebrachte secundaire rollenbaan, die ten opzichte van het platform aan de tegenoverliggende zijde grenst aan ten minste een primaire rollenbaan; waarbij de ten minste een primaire rollenbaan ten minste verstelbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, waarbij in de eerste positie het transportoppervlak van de primaire rollenbaan hoger ligt dan het transportoppervlak van de aangrenzende secundaire rollenbaan en in de tweede positie het transportoppervlak van de primaire rollenbaan gelijk ligt dan het transportoppervlak van de aangrenzende secundaire rollenbaan.

Description

Inrichting voor het lossen van stukgoed De uitvinding betreft een inrichting voor het lossen van stukgoed uit een scheepscontainer of vrachtwagen.

Veel goederen worden getransporteerd in scheepscontainers of in vrachtwagens. Om optimaal gebruik te maken van de beschikbare ruimte in bijvoorbeeld een scheepscontainer, worden de goederen, gewoonlijk dozen, direct op de bodem van de scheepscontainer gestapeld. Er wordt daarbij geen gebruik gemaakt van pallets vanwege het maximale gebruik van de ruimte.

Een dergelijke wijze van opslaan van stukgoed is met name bekend voor stukgoed dat over grote afstanden getransporteerd moet worden, zoals goederen die vanuit China naar Europa of de Verenigde Staten getransporteerd worden.

Op de plek van bestemming moeten deze scheepscontainers weer gelost worden. Deze scheepscontainers moeten dan met de hand gelost worden, omdat het stukgoed niet op pallets maar op de bodem van de container zijn geplaatst.

Het stukgoed wordt dan een voor een met de hand opgepakt en vervolgens op een harmonica rollenbaan gezet voor verdere afhandeling. Naarmate het lossen van een container vordert en dieper in de container het stukgoed wordt opgepakt zal de harmonica rollenbaan in de container uitgerekt worden.

Daarnaast is het bekend om dergelijke scheepscontainers te beladen volgens het zogenaamde “snake loading” principe. Hierbij zijn de diverse aantallen goederen in volgorde in de container geplaatst, zodat ze bij het lossen van de container in de goede volgorde uit de container komen.

Wanneer een dergelijk “snake loaded” scheepscontainer op de conventionele manier gelost wordt, zullen de goederen één voor één op de harmonica rollenbaan gezet worden en moeten ze op een andere plek weer gegroepeerd bijvoorbeeld op een pallet geplaatst worden. Hierbij moeten de goederen ten minste twee keer met de hand opgepakt worden, wat arbeidsintensief en niet ergonomisch is.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting, die omvat: — een verrijdbaar aangedreven chassis; - een op het chassis aangebracht in hoogte verstelbaar platform; — ten minste één, aangrenzend aan het platform, op het chassis aangebracht, afzonderlijk in hoogte verstelbare primaire rollenbaan; — ten minste één, op een vaste hoogte op het chassis aangebrachte secundaire rollenbaan, die ten opzichte van het platform aan de tegenoverliggende zijde grenst aan ten minste éen primaire rollenbaan; waarbij de ten minste één primaire rollenbaan ten minste verstelbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, waarbij in de eerste positie het transportoppervlak van de primaire rollenbaan hoger ligt dan het transportoppervlak van de aangrenzende secundaire rollenbaan en in de tweede positie het transportoppervlak van de primaire rollenbaan gelijk ligt dan het transportoppervlak van de aangrenzende secundaire rollenbaan.

Doordat de inrichting verrijdbaar is door middel van het verrijdbaar aangedreven chassis, kan de inrichting eenvoudig voor een te lossen scheepscontainer geplaatst worden en zo nodig ook in de container gereden worden.

Een persoon, die de container gaat lossen, kan vervolgens het platform in hoogte verstellen, zodat dozen op een ergonomische hoogte van een stapel in de container afgenomen kunnen worden. Doordat verder ten minste één primaire rollenbaan eveneens in hoogte verstelbaar is, kan de persoon de opgepakte doos ook weer op een ergonomische hoogte op de primaire rollenbaan plaatsen. Aangezien de primaire rollenbaan onafhankelijk van het platform in hoogte verstelbaar is, kan op de primaire rollenbaan, bij voorkeur op een pallet, een stapel van de dozen gemaakt worden, waarbij de hoogte van de primaire rollenbaan zo gecontroleerd wordt, dat de bovenzijde van de gevormde stapel steeds op een vaste hoogte is.

Wanneer de gevormde stapel voldoende groot is, of wanneer een ander type goederen uit de “snake loaded” container komen, kan de stapel via de secundaire rollenbaan worden afgevoerd en kan op de primaire rollenbaan een nieuwe stapel van een ander type stukgoed gevormd worden.

Het voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de goederen uit de container slechts één keer opgepakt hoeven worden om vervolgens op een stapel op een pallet te belanden, waarna de stapel door middel van een vorkheftruck verder getransporteerd kan worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is het platform tussen een derde positie en een vierde positie verplaatsbaar, waarbij het bovenoppervlak van het platform in de derde positie hoger ligt dan het transportoppervlak van de secundaire rollenbaan en in de vierde positie gelijk of lager ligt dan het transportoppervlak van de secundaire rollenbaan.

Doordat het platform gelijk of lager dan het transportoppervlak van de secundaire rollenbaan gebracht kan worden, is het mogelijk om het platform zo laag mogelijk in de container te positioneren, zodat ook de stukgoederen, die op de bodem van de container geplaatst zijn, eenvoudig uitgenomen kunnen worden en op de primaire rollenbaan geplaatst kunnen worden.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting omvat de inrichting verder twee primaire rollenbanen, die ten minste verstelbaar zijn tussen de eerste positie en de tweede positie, en waarbij de inrichting twee op een vaste hoogte op het chassis aangebrachte secundaire rollenbanen omvat, die elk ten opzichte van het platform aan de tegenoverliggende zijde grenzen aan een respectieve primaire rollenbaan.

Vaak worden bij “snake loading” twee verschillende typen stukgoederen om en om in de container geplaatst omdat zo optimaal van de beperkte ruimte in de container gebruik gemaakt kan worden. Door twee primaire rollenbanen te voorzien kunnen gelijktijdig twee stapels van twee verschillende typen stukgoederen worden gemaakt en zo nodig via de bijbehorende secundaire rollenbaan worden afgevoerd.

Het is met deze uitvoering ook mogelijk om via één van de secundaire rollenbanen lege pallets naar de primaire rollenbanen aan te voeren en via de andere van de secundaire rollenbanen de pallets met opgestapeld stukgoed af te voeren.

Nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting omvat verder twee parallelle tertiaire transporteurs voor het rechtopstaand aanvoeren van pallets, welke tertiaire transporteurs zijn aangebracht tussen de twee primaire rollenbanen en twee secundaire rollenbanen, waarbij de tertiaire transporteurs tot aan het platform reiken.

Zo kunnen de secundaire rollenbanen voor de afvoer van de gevulde pallets zorgen en gelijktijdig kan vanaf de tertiaire transporteur een pallet op de primaire rollenbaan gekanteld worden. Hierdoor wordt een hogere efficiëntie verkregen en wordt de wachttijd voor de lossende persoon beperkt doordat al een nieuwe, lege pallet op de primaire rollenbaan gelegd kan worden, terwijl een gevulde pallet nog over de secundaire rollenbaan wordt afgevoerd.

In een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is aan de van de ten minste één primaire rollenbaan afgekeerde zijde een kantelbare klep aangebracht aan het platform.

5 De klep zorgt voor een geleidelijke overgang tussen het platform en de bodem van de container of een ander grondoppervlak, wanneer het platform in de laagste stand is aangebracht. Het platform mag namelijk niet volledig op de ondergrond neergelaten worden, om beknellingsgevaar van in het bijzonder voeten te voorkomen.

Weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat een besturing en een met de besturing gekoppelde hoogte sensor voor het meten van de hoogte van op de ten minste één primaire rollenbaan geplaatste objecten, zoals gestapelde dozen, waarbij de besturing de hoogte van de ten minste één primaire rollenbaan verstelt op basis van de door de sensor gemeten hoogte en de positie van het platform.

Met de sensor kan de hoogte van de primaire rollenbaan automatisch aangepast worden aan de hoogte van de stapel objecten, zodat een volgend stukgoed altijd op de meest ergonomische hoogte geplaatst kan worden, zonder dat de lossende persoon de primaire rollenbaan handmatig in hoogte hoeft te verstellen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont schematisch een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuren 2A — 2C tonen de inrichting volgens figuur 1 in zijaanzicht in drie verschillende standen.

Figuur 3 toont een schematisch bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding. De inrichting 1 heeft een verrijdbaar chassis 2 waar op een in hoogte verstelbaar platform 3 is aangebracht.

Aangrenzend aan het platform 3 zijn twee in hoogte verstelbare primaire rollenbanen 4, 5 met daarop elk een pallet 6, 7 aangebracht.

Op het chassis 2 zijn parallel aan elkaar twee, op een vaste hoogte aangebrachte, secundaire rollenbanen 8, 3 voorzien. Tussen deze twee secundaire rollenbanen 8, 9 is verder een tertiaire transporteur 10 aangebracht, waarmee rechtopstaand, lege pallets 11 aangevoerd kunnen worden naar de primaire rollenbanen 4, 5.

De inrichting 1 is verrijdbaar en kan daarmee voor een stapel met stukgoed, bijvoorbeeld dozen 12, gepositioneerd worden.

In figuur 2A is de inrichting 1 schematisch in zijaanzicht getoond. De primaire rollenbaan 4 met daarop een lege pallet 6 is in hoogte verstelbaar door een schaarconstructie 13. Over de secundaire rollenbaan 8 kunnen de met dozen 12 vol gestapelde pallets 14 afgevoerd worden.

In figuur 2B is een persoon P op het platform 3 gepositioneerd, die dozen 12 van de stapel met stukgoed, zoals getoond in figuur 1, afneemt en op de stapel met dozen 12 op de pallet 6 op de primaire rollenbaan 4 plaatst. De hoogte van de primaire rollenbaan 4 is zo gekozen, dat de persoon P de doos 12 in een horizontale beweging kan oppakken en weer kan neerzetten.

In figuur 2C is de stapel dozen 12 op de pallet 6 hoger, waardoor de primaire rollenbaan 4 een lagere positie heeft ingenomen, terwijl het platform 3 juist hoger gepositioneerd om het de persoon P opnieuw mogelijk te maken de opgepakte dozen 12 in een horizontale beweging op de stapel op de pallet 6 te plaatsen.

Figuur 3 toont een schematisch bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm 20 van een inrichting volgens de uitvinding. De inrichting 20 heeft, gelijk de inrichting 1 volgens de figuren 1 en 2, een in hoogte verstelbaar platform 21 voor één of meer personen. Aangrenzend aan het platform 21 zijn afzonderlijk in hoogte verstelbare primaire rollenbanen 22, 23 voorzien en daarachter zijn twee secundaire rollenbanen 24, 25 op een vaste hoogte aangebracht.

Bij de inrichting 20 worden lege pallets 26 over de secundaire rollenbaan 24 aangevoerd en op de beide primaire rollenbanen 22, 23 geplaatst. Daar worden op de pallets goederen, zoals dozen 27, 28 gestapeld. Doordat naast het platform 21 twee pallets elk afzonderlijk op een primaire rollenbaan 22, 23 gepositioneerd kunnen worden, is het mogelijk om twee aparte stukgoederen 27, 28, die “snake loaded” in een container zijn geplaatst, afzonderlijk te stapelen.

Wanneer de pallets 26 volgestapeld zijn of wanneer andere stukgoederen gestapeld moeten worden, kunnen de pallets met daarop de dozen 27, 28 via de secundaire rollenbaan 25 afgevoerd worden.

Claims (6)

Conclusies

1. Inrichting voor het lossen van stukgoed uit een scheepscontainer of vrachtwagen, welke inrichting omvat: — een verrijdbaar aangedreven chassis; — een op het chassis aangebracht in hoogte verstelbaar platform; — ten minste één, aangrenzend aan het platform, op het chassis aangebracht, afzonderlijk in hoogte verstelbare primaire rollenbaan; — ten minste één, op een vaste hoogte op het chassis aangebrachte secundaire rollenbaan, die ten opzichte van het platform aan de tegenoverliggende zijde grenst aan ten minste één primaire rollenbaan; waarbij de ten minste één primaire rollenbaan ten minste verstelbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, waarbij in de eerste positie het transportoppervlak van de primaire rollenbaan hoger ligt dan het transportoppervlak van de aangrenzende secundaire rollenbaan en in de tweede positie het transportoppervlak van de primaire rollenbaan gelijk ligt dan het transportoppervlak van de aangrenzende secundaire rollenbaan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het platform tussen een derde positie en een vierde positie verplaatsbaar is, waarbij het bovenoppervlak van het platform in de derde positie hoger ligt dan het transportoppervlak van de secundaire rollenbaan en in de vierde positie gelijk of lager ligt dan het transportoppervlak van de secundaire rollenbaan.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de inrichting twee primaire rollenbanen omvat, die ten minste verstelbaar zijn tussen de eerste positie en de tweede positie, en waarbij de inrichting twee op een vaste hoogte op het chassis aangebrachte secundaire rollenbanen omvat, die elk ten opzichte van het platform aan de tegenoverliggende zijde grenzen aan een respectieve primaire rollenbaan.

4. Inrichting volgens conclusie 3, verder omvattende twee parallelle tertiaire transporteurs voor het rechtopstaand aanvoeren van pallets, welke tertiaire transporteurs zijn aangebracht tussen de twee primaire rollenbanen en twee secundaire rollenbanen, waarbij de tertiaire transporteurs tot aan het platform reiken.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij aan de van de ten minste één primaire rollenbaan afgekeerde zijde een kantelbare klep is aangebracht aan het platform.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een besturing en een met de besturing gekoppelde hoogte sensor voor het meten van de hoogte van op de ten minste één primaire rollenbaan geplaatste objecten, zoals gestapelde dozen, waarbij de besturing de hoogte van de ten minste één primaire rollenbaan verstelt op basis van de door de sensor gemeten hoogte en de positie van het platform.