NL2022563B1 - Circulaire zaaginrichting met freesmodule - Google Patents
Circulaire zaaginrichting met freesmodule Download PDFInfo
- Publication number
- NL2022563B1 NL2022563B1 NL2022563A NL2022563A NL2022563B1 NL 2022563 B1 NL2022563 B1 NL 2022563B1 NL 2022563 A NL2022563 A NL 2022563A NL 2022563 A NL2022563 A NL 2022563A NL 2022563 B1 NL2022563 B1 NL 2022563B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- hole saw
- drive shaft
- insert
- sawing device
- circular sawing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23B—TURNING; BORING
- B23B51/00—Tools for drilling machines
- B23B51/04—Drills for trepanning
- B23B51/0413—Drills for trepanning with core-cutting-off devices
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23B—TURNING; BORING
- B23B51/00—Tools for drilling machines
- B23B51/04—Drills for trepanning
- B23B51/0473—Details about the connection between the driven shaft and the tubular cutting part; Arbors
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23Q—DETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
- B23Q11/00—Accessories fitted to machine tools for keeping tools or parts of the machine in good working condition or for cooling work; Safety devices specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools
- B23Q11/0042—Devices for removing chips
- B23Q11/0046—Devices for removing chips by sucking
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28D—WORKING STONE OR STONE-LIKE MATERIALS
- B28D1/00—Working stone or stone-like materials, e.g. brick, concrete or glass, not provided for elsewhere; Machines, devices, tools therefor
- B28D1/02—Working stone or stone-like materials, e.g. brick, concrete or glass, not provided for elsewhere; Machines, devices, tools therefor by sawing
- B28D1/04—Working stone or stone-like materials, e.g. brick, concrete or glass, not provided for elsewhere; Machines, devices, tools therefor by sawing with circular or cylindrical saw-blades or saw-discs
- B28D1/041—Working stone or stone-like materials, e.g. brick, concrete or glass, not provided for elsewhere; Machines, devices, tools therefor by sawing with circular or cylindrical saw-blades or saw-discs with cylinder saws, e.g. trepanning; saw cylinders, e.g. having their cutting rim equipped with abrasive particles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23B—TURNING; BORING
- B23B2247/00—Details of drilling jigs
- B23B2247/08—Jigs for drilling overlapping or interfering holes
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23B—TURNING; BORING
- B23B2260/00—Details of constructional elements
- B23B2260/048—Devices to regulate the depth of cut
- B23B2260/0482—Depth controls, e.g. depth stops
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23B—TURNING; BORING
- B23B2270/00—Details of turning, boring or drilling machines, processes or tools not otherwise provided for
- B23B2270/62—Use of suction
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Processing Of Stones Or Stones Resemblance Materials (AREA)
Abstract
Circulaire zaaginrichting, omvattende een aandrijfas, een gatzaag en optioneel een gatzaagadapter voor bevestiging van de gatzaag aan de aandrijfas, die tevens een 5 inzetstuk omvat, dat in de holle ruimte van de gatzaag is gepositioneerd en is ingericht om tijdens de werking van de circulaire zaaginrichting het materiaal van het werkstuk tussen de circulaire zaagsnede weg te frezen en te venNijderen, waarbij het inzetstuk een centrale as omvat die aan een uiteinde is gekoppeld aan het werktuigeinde van de aandrijfas of aan de gatzaagadapter en aan het andere uiteinde een of meer snij-elementen omvat, die in wezen 10 loodrecht op de centrale as zijn aangebracht en zich vanaf de centrale as radiaal uitstrekken tot de binnenzijde van de cilindermantel.
Description
© 2022563 © B1 OCTROOI © Aanvraagnummer: 2022563 © Aanvraag ingediend: 12 februari 2019 © Int. CL:
B23B 51/04 (2019.01) B23Q 11/00 (2019.01) B28D
1/04 (2019.01) (© Afsplitsing van aanvraag , ingediend @ Voorrang:
april 2018 NL 2020770
6N Aanvraag ingeschreven:
oktober 2019 © Aanvraag gepubliceerd:
© Octrooi verleend:
oktober 2019 © Octrooischrift uitgegeven:
oktober 2019 © Octrooihouder(s):
BouwRob BV te Nieuwegein © Uitvinder(s):
Arend de Graaf te Nieuwegein Emiel van der Klip te Nieuwegein © Gemachtigde:
dr. A.V. Huygens te IJsselstein
54) Circulaire zaaginrichting met freesmodule
57) Circulaire zaaginrichting, omvattende een aandrijfas, een gatzaag en optioneel een gatzaagadapter voor bevestiging van de gatzaag aan de aandrijfas, die tevens een inzetstuk omvat, dat in de holle ruimte van de gatzaag is gepositioneerd en is ingericht om tijdens de werking van de circulaire zaaginrichting het materiaal van het werkstuk tussen de circulaire zaagsnede weg te frezen en te verwijderen, waarbij het inzetstuk een centrale as omvat die aan één uiteinde is gekoppeld aan het werktuigeinde van de aandrijfas of aan de gatzaagadapter en aan het andere uiteinde één of meer snij-elementen omvat, die in wezen loodrecht op de centrale as zijn aangebracht en zich vanaf de centrale as radiaal uitstrekken tot de binnenzijde van de cilindermantel.
NL B1 2022563
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift wijkt af van de oorspronkelijk ingediende stukken. Alle ingediende stukken kunnen bij Octrooicentrum Nederland worden ingezien.
Circulaire zaaginrichting met freesmodule
De uitvinding heeft betrekking op een circulaire zaaginrichting, die geschikt is voor het aanbrengen van een cilindervormig gat of meerdere aaneengeschakelde cilindervormige gaten in een werkstuk, zoals een wand of een muur, voor het plaatsen van een inbouwdoos resp. meerdere aaneengeschakelde inbouwdozen. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor aanbrengen van één of meer cilindervormige gaten in een werkstuk en op een boormal, die daarbij kan worden toegepast.
Circulaire zaaginrichtingen voor het aanbrengen van ronde gaten in een werkstuk, zoals een wand of een muur, voor het plaatsen van cilindervormige inbouwdozen zijn algemeen bekend en worden doorgaans aangeduid met de term “gatzaag” of “gatenzaag”. Ook wordt de term “komboor” of “dozenboor” wel gebruikt. De termen “gatzaag”, “gatenzaag”, “komboor” en “dozenboor” zijn in deze beschrijving equivalent, terwijl met de term “circulaire zaaginrichting” het samenstel van de gatzaag met toebehoren wordt aangeduid, zoals hierna nader wordt omschreven.
Een circulaire zaaginrichting omvat in hoofdzaak een aandrijfas, ook wel boorschacht of spindel genoemd, een gatzaag (in enge zin) en in de meeste gevallen een gatzaagadapter of flens voor de bevestiging van de gatzaag aan de aandrijfas. De aandrijfas wordt aan het ene uiteinde ingeklemd in een boorhouder van een boormachine en is aan het andere uiteinde verbonden met een gatzaagadapter, die is uitgerust om daarop een gatzaag aan te brengen. In de gatzaagadapter kan optioneel een centreerboor worden aangebracht. In bepaalde uitvoeringen is de gatzaagadapter van een doorgaand gat voorzien, waar de aandrijfas doorheen wordt gestoken. De gatzaagadapter kan in dat geval over de aandrijfas worden bewogen en daar losneembaar mee worden gekoppeld. Een optionele centreerboor wordt dan in het axiale uiteinde van de aandrijfas aangebracht.
De gatzaag omvat een ten minste gedeeltelijk hol cilinder- of komvormig lichaam met een bodemwand, die in de regel is voorzien van een opening in het midden voor bevestiging aan de gatzaagadapter of rechtstreeks aan de aandrijfas. Deze opening kan van een inwendige schroefdraad zijn voorzien, waarmee de gatzaag op de gatzaagadapter of de aandrijfas kan worden geschroefd. De gatzaagadapter kan ook op andere wijze aan de gatzaag zijn bevestigd, bijvoorbeeld met schroeven of door middel van een lasverbinding. Op de bodemwand is in wezen loodrecht daarop een cilindermantel aangebracht met aan het uiteinde een snijrand. Deze snijtand kan bijvoorbeeld meerdere zaagtanden of gesinterd diamant of op de rand gesoldeerde hittebestendige wolfraam-carbide tanden e.d., omvatten, zoals de vakman bekend is.
Een typisch voorbeeld van een circulaire zaaginrichting volgens de stand van de techniek met een gatzaag, die door middel van een gatzaagadapter op een aandrijfas is gemonteerd, en een centreerboor, is afgebeeld in Figuur 7.
Er zijn gatzagen in de handel in diverse maten en voor verschillende materialen, zoals hout, steen en metaal.
Om inbouwdozen ten behoeve van elektrische installaties te kunnen plaatsen in een muur van baksteen of beton of een wand van gipsblokken, gasbetonblokken of kalkzandsteen, wordt met behulp van een daarvoor geschikte circulaire zaaginrichting een gat gezaagd met een gedefinieerde diepte, die afhankelijk van het type inbouwdoos in de regel ongeveer 30 tot 50 mm bedraagt. De doorsnede van het te zagen gat bedraagt in Nederland bij een enkelvoudige standaard inbouwdoos ca. 82 mm. Door middel van aftekenen wordt het hart van het te zagen gat nauwkeurig gemarkeerd, waarna met behulp van de circulaire zaaginrichting, die in de regel is voorzien van een centreerboor, de buitenomtrek van het gat tot de gewenste diepte wordt gezaagd.
Een nadeel van de conventionele circulaire zaaginrichtingen is dat zowel in relatief zachte materialen, zoals gipsblokken en gasbeton, als in harde materialen, zoals steen en beton, slechts de contouren van de gewenste gaten kunnen worden gezaagd en niet het gehele gat. Het tussenliggende gedeelte moet daarna worden verwijderd, bijvoorbeeld door hakken met behulp van een beitel. Dit is tijdrovend en bovendien zal de bodem van het gat uiteindelijk nooit geheel vlak zijn. Verder loopt men op die manier het risico dat, met name bij een gangbare muurdikte van 70 mm, de muur aan de andere zijde beschadigd raakt en daardoor vaak een qua kosten onevenredig duur herstel vergt. Het gebruik van een centreerboor verhoogt dit risico van beschadiging nog eens extra.
In de afgelopen jaren is dit probleem in de vakwereld onderkend en heeft men getracht daarvoor een oplossing te vinden, maar dit heeft tot nu toe niet geleid tot commercieel verkrijgbare gatzagen, die op dit punt daadwerkelijk zijn verbeterd.
In het Duitse Offenlegungsschrift DE 10 2006 006 445 A1 wordt een werktuig beschreven voor het boren van een gat in een werkstuk, in het bijzonder voor het boren van een gat met een diameter van meer dan 25 mm en bij voorkeur meer dan 50 mm, welk werktuig een ten minste gedeeltelijke holle cilindrische drager omvat, waaraan één of meer naar het werkstuk gekeerde snijkanten zijn bevestigd, die zich schuin en in het bijzonder loodrecht ten opzichte van een booras radiaal vanaf de buitenkant tot een op de booras liggend middelpunt van het werktuig uitstrekken. Het werktuig kan als cilindrische module op een conventionele gatzaag worden toegepast of daarmee een geheel vormen. Het is vooral geschikt voor het boren in relatief zachte materialen, zoals gips en gasbeton.
Een nadeel van het in dit Offenlegungsschrift beschreven werktuig is, dat de zaagwerking wordt bepaald door de radiale snijkanten die geheel aan de voorkant van het werktuig liggen. De zaagrichting wordt uitsluitend aangegeven door een centreerstift, waardoor het werktuig in de praktijk in verband met de grote weerstand moeilijk te hanteren is en instabiel zal zijn, zeker bij hardere materialen.
In het Duitse Gebrauchsmusterschrift DE 2013 102491 U1 wordt een gatzaag beschreven, waarmee gaten in bouwisolatiemateriaal, bijvoorbeeld van een geschuimde kunststof zoals polystyreen, kunnen worden gemaakt. De gatzaag bestaat uit een draaibaar aangedreven komvormig cilindrisch werktuig met een snijrand aan het voorste open einde van de cilindermantel, waarbij in de door de snijrand en de cilindermantel begrensde holle ruimte van het werktuig ten minste één verder snijorgaan is aangebracht, dat dwars in de holle ruimte steekt en zich radiaal vanaf de binnenzijde van de mantel tot de middenas en bij voorkeur in rechte lijn tot de overzijde van de binnenmantel uitstrekt. De snijrand van de cilindermantel en de snijkanten van het radiale snijorgaan liggen volgens de beschrijving bij voorkeur in hetzelfde vlak. Een centreerboor bepaalt de zaagrichting. De bodemwand is tevens voorzien van gaten waardoor materiaal kan worden afgevoerd.
Bij de hier beschreven gatzaag treedt hetzelfde nadeel op als hierboven beschreven, omdat de snijkanten van de omtrek en het radiale snijorgaan in hetzelfde vlak liggen. Dit verklaart ook waarom deze gatzaag alleen geschikt is voor zachte materialen, zoals polystyreen.
In het Europese octrooischrift EP 0 870 561 wordt een boor van het type gatzaag beschreven, die met name geschikt is voor de bewerking van hout, waarbij binnen de boorkop een inzetstuk is opgenomen in de vorm van een freesboor, waarvan de naar voren gerichte snijkanten ten opzichte van de snijrand van de boorkop zijn verzonken. Het geboorde of gefreesde materiaal blijft in de binnenruimte van de zaaginrichting en wordt niet afgevoerd of afgezogen.
In het Nederlandse octrooischrift 2016300 wordt een circulaire zaaginrichting beschreven met een paar zaagbladen, die op afstand van elkaar zijn aangebracht, voor het maken van concentrische sneden in gipsplaat en dergelijke. Tussen de zaagbladen zijn puntige pennen aangebracht, die het materiaal tussen de concentrische zaagsneden door middel van schrapen verwijderen. Op deze wijze wordt een ronde sleuf verkregen.
Blijkens de octrooiliteratuur is de aandacht verder vooral gericht geweest op verbetering van de koppelsystemen van een gatzaag aan de aandrijfas. Zo wordt in EP 1827741 (= WO 2006/062388) een snelwisselgereedschap voor een werktuig en in het bijzonder een gatzaag beschreven, omvattende: een aandrijfas met een aandrijfeinde en een werktuigeinde, een gatzaagadapter voor bevestiging van een gatzaag, welke adapter verschuifbaar losneembaar van de aandrijfas is en is voorzien van een centraal gat, dat schuiven van de adapter over de aandrijfas mogelijk maakt, alsmede middelen voor het draai- en axiaal vergrendelen van de adapter op de aandrijfas, waarbij de axiale vergrendeling kan worden gerealiseerd door een op de adapter aangebrachte scharnierbare dwarsklink, die grijpt in een op de aandrijfas aangebrachte inkeping, en de draaivergrendeling kan worden gerealiseerd door de uitwendige vorm van de lengteas en de vorm van de dwarsdoorsnede van het centrale gat van de adapter, welke vormen zodanig met elkaar corresponderen dat deze ten opzichte van elkaar schuifbaar zijn. Het aandrijfeinde van de aandrijfas is bij voorkeur een hexagonaal lichaam, dat aan het uiteinde kan worden gekoppeld aan een boormachine. Het centrale gat van de adapter heeft dan eveneens een hexagonale vorm, zodat de aandrijfas axiaal door het centrale gat van de adapter kan worden geschoven, waarna de adapter met behulp van de klink in de uitsparing van de aandrijfas kan worden vergrendeld. De aandrijfas kan aan het werktuigeinde zijn voorzien van een axiaal gat voor een centreerboor.
In NL 2003834 wordt een vereenvoudigde uitvoering van dit systeem beschreven, waarbij slechts een deel van de gatzaagadapter aan de gatzaag is gemonteerd.
Een typisch voorbeeld van een snelwisselgereedschap volgens de stand van de techniek in combinatie met een conventionele gatzaag, zoals beschreven in EP 1 827 741, is weergegeven in Figuur 12.
Andere wisselsystemen zijn bijvoorbeeld beschreven in EP 1555076, NL 1040 196, NL 2013758, NL 2019036, US 3,880,546, GB 2,257,381, DE 20 2013 006 690 U1, US 2009/0279972, US 2011/0255931, WO 2001/038028 en WO 2006/122417, waarvan de inhoud als hier ingelast wordt beschouwd.
De uitvinding heeft ten doel een verbeterde circulaire zaaginrichting te verschaffen, waarmee op nauwkeurige wijze gaten in wanden of muren kunnen worden geboord voor het plaatsen van inbouwdozen, waarbij niet alleen de contouren van het gat worden gezaagd, maar tegelijkertijd ook het tussenliggende materiaal wordt weggefreesd en verwijderd.
Gevonden werd, dat dit doel kan worden bereikt met een circulaire zaaginrichting met het kenmerk van conclusie 1.
De circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding is in principe geschikt voor elk materiaal waarin inbouwdozen worden aangebracht, met inbegrip van hardere steensoorten, zoals baksteen en beton. Bij voorkeur wordt de zaaginrichting echter toegepast voor zachtere materialen, zoals gipsblokken en gasbetonblokken. Door toepassing van de circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding op een werkstuk zonder centreerboor blijft de achterliggende zijde van het werkstuk en het achterliggende materiaal qua uiterlijk, kleur, structuur en sterkte behouden.
Het inzetstuk volgens de uitvinding, ook wel vlinderstuk genoemd, werkt als een frees en is voorzien van één of meer snijelementen, hierna aangeduid als “freeselementen”.
Het aantal freeselementen is niet wezenlijk voor de uitvinding, maar zal in de regel twee tot acht en bij voorkeur vier, vijf of zes bedragen, De freeselementen kunnen bijvoorbeeld in een stervorm, kruisvorm of wiekvorm op de centrale as zijn aangebracht. De freeselementen van het inzetstuk hebben bij voorkeur een snijhoek in het traject van 0-90 graden ten opzichte van het te verwijderen materiaal van het werkstuk.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de aandrijfas aan het werktuigeinde bevestigingsmiddelen voor bevestiging van de gatzaag aan de aandrijfas en is het werktuigeinde voorzien van een axiaal gat voor het onderbrengen van de centrale as van het inzetstuk.
Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat de aandrijfas aan het werktuigeinde bevestigingsmiddelen voor bevestiging van de gatzaagadapter aan de aandrijfas en is de gatzaagadapter op de hartlijn van de aandrijfas voorzien van een axiaal gat voor het onderbrengen van de centrale as van het inzetstuk.
Volgens weer een andere uitvoeringsvorm omvat het inzetstuk een centrale as met een conisch uiteinde, dat in axiale richting in een corresponderende centrale opening van de gatzaagadapter of rechtstreeks in corresponderende axiale opening aan het werktuigeinde van de aandrijfas kan worden aangebracht, die tot nu toe alleen bestemd was voor een centreerboor. De freeselementen aan het andere uiteinde van de centrale as van het inzetstuk, die zich vanaf de as radiaal uitstrekken tot de binnenzijde van de cilindermantel, kunnen volgens een uitvoeringsvorm losmaakbaar tegen de cilindermantel zijn geklemd.
Het inzetstuk volgens de uitvinding is bij voorkeur losmaakbaar in de binnenruimte aangebracht. Dit heeft het voordeel dat de binnenruimte van de zaaginrichting kan worden schoongemaakt, nadat het inzetstuk is uitgenomen en dat de freeselementen van het uitgenomen inzetstuk gemakkelijk kunnen worden geslepen. Indien de centrale as van het inzetstuk een conisch uiteinde heeft, waarmee de as in het axiale uiteinde van de aandrijfas of de gatbooradapter wordt geklemd, kan deze op dezelfde wijze worden verwijderd als tot nu toe het geval is met een centreerboor, zoals de vakman bekend is. Verder is het voordelig dat het inzetstuk uitwisselbaar is en dat de vorm en het materiaal van het te gebruiken inzetstuk en in het bijzonder van de freeselementen kan worden afgestemd op de aard van het te verwijderen materiaal van het werkstuk.
Volgens een uitvoeringsvorm ligt het vlak van de freeselementen van het inzetstuk ongeveer 2-5 mm onder het vlak van de omtrek-snijrand of de snijelementen op de omtrekrand, waardoor de circulaire zaaginrichting tijdens de werking op een werkstuk een verbeterde stabiliteit heeft. De freeselementen van het inzetstuk kunnen echter ook in hetzelfde vlak liggen als het vlak van de omtrek-snijrand of de snijelementen op de omtrekrand, met name indien gebruik wordt gemaakt van de boormal volgens de uitvinding, zoals beschreven in NL 2020770 en NL 2022214..
Volgens een andere uitvoeringsvorm kan het inzetstuk ook permanent in de holle ruimte van de gatzaag worden aangebracht, bijvoorbeeld door de radiale uiteinden van het inzetstuk te lassen of te solderen aan de binnenzijde van de cilindermantel. Deze uitvoeringsvorm is vooral geschikt voor het boren in zeer harde steensoorten.
Volgens weer een andere uitvoeringsvorm omvat de gatzaagadapter koppelmiddelen voor koppeling aan de gatzaag en zijn de koppelmiddelen hol. De koppelmiddelen zijn bij voorkeur losneembare koppelmiddelen, die bijvoorbeeld een van schroefdraad voorziene steel of een bajonet voor koppeling met de corresponderend uitgevoerde gatzaag omvatten. In een uitvoeringsvorm zijn de holle koppelmiddelen geschikt voor koppeling aan de aandrijfas, bijvoorbeeld door middel van een schroefdraadverbinding.
Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding omvat de gatzaagadapter koppelmiddelen voor koppeling aan de gatzaag, waarbij de koppelmiddelen hol zijn meteen oppervlak dat axiale verschuiving van de aandrijfas met het daaraan gekoppelde inzetstuk door de opening in de gatzaag toelaat, en waarbij de gatzaagadapter en de aandrijfas zijn voorzien van middelen voor het draai- en axiaal vergrendelen van de aandrijfas.
Het inzetstuk met zijn centrale as is in deze uitvoering rechtstreeks gekoppeld aan de aandrijfas, waarmee de circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding aan een boormachine is gekoppeld, of vormt bij voorkeur één geheel met de aandrijfas. De aandrijfas kan daarbij onderdeel zijn van een snelwisselgereedschap voor de circulaire zaaginrichting, in wezen zoals beschreven in EP 1827741 of NL 2003834.
De axiale vergrendelingsmiddelen omvatten eerste axiale vergrendelingsmiddelen, belichaamd door een klink, in het bijzonder een dwarsklink, die op gatzaagadapter is aangebracht, en tweede axiale vergrendelingsmiddelen, belichaamd door één of meer inkepingen, in het bijzonder dwarse inkepingen, die op de aandrijfas zijn aangebracht. Bij voorkeur wordt een handmatig bediende klink toegepast, in het bijzonder een veer belaste radiaal bediende klink. De meerdere inkepingen van de aandrijfas voor de axiale vergrendeling van de gatzaagadapter maken het mogelijk dat de snijrand van de cilindermantel op verschillende posities ten opzichte van de snijrand van het inzetstuk kan worden ingesteld. Het aantal inkepingen voor de axiale vergrendeling bedraagt bij voorkeur twee, drie of vier. Zo kan de snijrand van de cilindermantel in een eerste vergrendelpositie van de gatzaagadapter maximaal verwijderd zijn van de snijrand van het inzetstuk, waardoor de contouren van het beoogde gat kunnen worden geboord zonder de weerstand te ondervinden van het inzetstuk. Vervolgens kan de adapter in een tweede vergrendelpositie worden gebracht, waardoor de snijrand van het inzetstuk bijvoorbeeld enkele millimeters onder het vlak van de snijrand van de cilindermantel komt te liggen en het gat op stabiele wijze in volle omvang verder kan worden geboord. Tenslotte kan de adapter in een volgende positie worden gebracht, zodanig dat de snijrand van het inzetstuk en de snijrand van de cilindermantel in hetzelfde vlak liggen of desgewenst zelfs daar voorbij, waardoor de bodem van het geboorde gat vlak kan worden gemaakt. Ook maken deze meerdere inkepingen het mogelijk om het inzetstuk aan te passen aan de bij de diverse mogelijke uitvoeringen van gatzagen verschillende som van de lengte van de cilindermantel en de daarop aangebrachte snijelementen of snijtanden.
De draaivergrendelingsmiddelen omvatten eerste draaivergrendelingsmiddelen, die op de gatzaagadapter zijn aangebracht en worden belichaamd door de vorm van het centrale gat in de gatzaagadapter, en tweede draaivergrendelingsmiddelen, belichaamd door de uitwendige vorm van de aandrijfas, die zodanig correspondeert met de dwarsdoorsnede dat de eerste en tweede vergrendelingsmiddelen ten opzichte van elkaar schuifbaar zijn, waarbij de vorm van de dwarsdoorsnede en de corresponderende uitwendige vorm zodanig zijn dat in draaivergrendelde toestand verdraaiing ten opzichte van elkaar is geblokkeerd. Een zeer geschikte uitwendige vorm is bijvoorbeeld de hexagonale vorm.
De constructie van de circulaire zaaginrichting met snelkoppeling, die op de aandrijfas wordt aangebracht, is in wezen gelijk aan de constructie die in EP 1827741 is beschreven, zoals hierboven samengevat, met dien verstande dat de centreerboor is vervangen door het inzetstuk volgens de uitvinding en dat het inzetstuk door de meerdere inkepingen op de aandrijfas op verschillende posities kan worden ingesteld. De beschrijving van EP 1827741 wordt kortheidshalve als hierbij ingelast beschouwd.
Het inzetstuk volgens de uitvinding met inbegrip van de freeselementen is bij voorkeur gemaakt van een sterke en harde staalsoort, zoals snelstaal (HSS). Voor zachte muursoorten kan desgewenst ook een inzetstuk worden toegepast van een geschikte kunststof of een minder harde staalsoort.
Bij voorkeur is de circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding voorzien van een afzuiginrichting voor het verwijderen van stof en debris tijdens het boren. Dergelijke afzuiginrichtingen zijn volgens de stand van techniek bekend voor conventionele circulaire zaaginrichtingen en zullen daarom niet gedetailleerd worden beschreven. Bij gebruik van een afzuiginrichting is de bodemwand van de gatzaag op doelmatige wijze voorzien van één of meer afvoergaten. In een voorkeursuitvoering is de afzuiginrichting zodanig om de cilindermantel aangebracht, dat de rand van de afzuiginrichting een aanslag vormt voor de circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding, waarmee de diepte van de te boren gaten kan worden bepaald.
De circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding wordt bij voorkeur toegepast in combinatie met een boormal, zoals beschreven in de prioriteitsaanvrage NL 2020770. Omdat bij het toepassen van de zaaginrichting volgens de uitvinding geen centreerboor wordt gebruikt, loopt men het risico dat de zaag minder goed op de juiste plaats blijft. De eerder beschreven boormal lost dit probleem op.
De boormal omvat daartoe een plaat met één gat of met twee of meer aaneengeschakelde gaten met gelijke diameter, waarbij de omtrek van een gat bij voorkeur overeenkomt met de buitendiameter van een gatzaag. De diameter van de boormal kan ook enkele millimeters groter zijn dan de buitendiameter van de gatzaag, zodat de mal tevens geschikt is voor gatzagen waarvan de snijtand bijvoorbeeld iets dikker is, waardoor de buitenomtrek van de gatzaag kan variëren. Het aantal gaten van de boormal kan variëren, maar bij voorkeur wordt een boormal met 2-5 aaneengeschakelde gaten toegepast. Bij voorkeur is de plaat langwerpig en omvat deze langs de buitenomtrek centreersleuven op de hartmaten van de gaten.
De plaat moet van voldoende dikte zijn om weerstand te kunnen bieden tegen de zijwaartse kracht die door de zaaginrichting kan worden uitgeoefend. De plaat kan van diverse materialen zijn vervaardigd, zoals voor de vakman duidelijk zal zijn, Bij voorkeur is de plaat vervaardigd van een kunststof of metaal, maar ook andere meer milieuvriendelijke materialen zijn mogelijk, zoals hout. De dikte van de plaat kan op doelmatige wijze worden aangepast aan de gewenste boordiepte, waarbij de afzuiginrichting die bij voorkeur op de circulaire zaaginrichting is gemonteerd, als aanslag kan dienen. De dikte van de plaat ligt bij voorkeur in het traject van 5-30 mm. Tenslotte kan de plaat zijn voorzien van bevestigingsmiddelen, zoals één of meer gaten, voor een tijdelijke bevestiging aan de betreffende muur of wand.
De uitvinding heeft ook betrekking op een losmaakbaar inzetstuk voor een circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding, zoals hierin beschreven. Bij voorkeur vormt het inzetstuk één geheel met de aandrijfas. De aandrijfas heeft bij voorkeur één of meer inkepingen voor axiale vergrendeling in samenwerking met een gatzaagadapter en heeft een zodanige uitwendige vorm, dat deze geschikt is voor draaivergrendeling in samenwerking met een gatzaagadapter, zoals hierin beschreven.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een cilindervormig gat of meerdere aaneengeschakelde gaten in een muur of een wand voor het plaatsen van een inbouwdoos resp. meerdere aaneengeschakelde inbouwdozen onder toepassing van een circulaire zaaginrichting en een boormal volgens de uitvinding, waarbij de buitenomtrek van de circulaire zaaginrichting geheel of nagenoeg geheel overeenkomt met de gaten van boormal, waarbij men met behulp van de boormal de gewenste gaten op de muur of wand markeert en de boormal vervolgens in die positie fixeert, waarna de circulaire zaaginrichting achtereenvolgens in de respectieve gaten van de boormal wordt gebracht en in werking wordt gesteld om in de muur of wand gaten tot een gewenste diepte aan te brengen.
In een voorkeursuitvoering wordt de diepte van het te boren gat, resp. de te boren gaten, vooraf bepaald door de lengte van de boorschacht tot de aanslag, die door de rand van de afzuiginrichting wordt gevormd, en de dikte van boormal. Met name de dikte van de boormal kan gemakkelijk worden gevarieerd, zodat men gaten van verschillende dieptes kan boren door met de circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding zolang door te boren tot de aanslag de boormal raakt.
In een andere voorkeursuitvoering wordt de hoogte van het inzetstuk tijdens het boren aangepast, waarbij de snijrand van het inzetstuk aanvankelijk is verzonken ten opzichte van de snijrand van de omtrekwand van de gatzaag en de snijrand van het inzetstuk, desgewenst via één of meer tussenstappen, uiteindelijk in wezen in hetzelfde vlak ligt als de snijrand van de omtrekwand van de gatzaag.
De uitvinding wordt nu verder beschreven en toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen. Hierin tonen de Figuren 1-6 en 13-14 een circulaire zaaginrichting en onderdelen daarvan volgens de uitvinding, de Figuren 7-10 en 12 een circulaire zaaginrichting en onderdelen daarvan volgens de stand van de techniek en toont Figuur 11 een boormal, als nuttig hulpmiddel bij de toepassing van de circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een afbeelding van een circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding, in een uitvoering met afzuiginrichting;
Fig. 2 toont een detailafbeelding van het inzetstuk in de holle binnenruimte van de circulaire zaaginrichting van Fig. 1;
Fig. 3 toont een opengewerkte perspectivische tekening van een gatzaag met inzetstuk volgens de uitvinding;
Fig. 4 toont een detailafbeelding van een alternatieve uitvoeringsvorm van een circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding;
Fig. 5A en 5B tonen tekeningen van twee uitvoeringsvormen van een inzetstuk volgens de uitvinding, resp. in dwarsdoorsnede en in onderaanzicht;
Fig. 6A en 6B tonen twee afbeeldingen van een inzetstuk volgens de uitvinding;
Fig. 7 toont een commercieel verkrijgbare gatzaag met centreerboor en aandrijfas volgens de stand van de techniek;
Fig. 8 toont een bovenaanzicht van een gatzaag volgens de stand van de techniek;
Fig. 9 toont een afbeelding van een aandrijfas volgens de stand van de techniek;
Fig. 10 toont een afbeelding van een aandrijfas met gatzaagadapteren centreerboor volgens de stand van de techniek;
Fig. 11A en 11B tonen een afbeelding van een boormal volgens de uitvinding met drie aaneengeschakelde gaten in perspectivisch aanzicht, resp. bovenaanzicht.
Fig. 12 toont een afbeelding van een snelwisselsysteem voor een gatzaag volgens de stand van de techniek;
Fig. 13 toont een tekening van een alternatieve uitvoering van een aandrijfas met geïntegreerd inzetstuk volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding;
Fig. 14A en 14B tonen een tekening van een voorkeursuitvoering van een circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding met aandrijfas en geïntegreerd inzetstuk in vooraanzicht resp. achteraanzicht.
Opgemerkt wordt, dat dezelfde verwijzingscijfers in de verschillende figuren betrekking hebben op dezelfde elementen, die soms echter in een ander perspectief worden getoond. In Figuur 12 zijn de oorspronkelijke verwijzingscijfers aangehouden, zoals deze zijn gebruikt in EP 1827741.
In Figuur 1 en Figuur 2 wordt een circulaire zaaginrichting (1) volgens de uitvinding getoond met een gatzaag (1A) met bodemwand (8), die in het midden is voorzien van een opening (16) voor montage van de gatzaag (1A) op een aandijfas (6), en een cilindermantel (2), die is uitgerust met een snijrand met snijelementen (3). In de holle ruimte van de gatzaag (1A), die door de cilindermantel (2) is begrensd, is een inzetstuk (4) aangebracht. Het inzetstuk (4), dat afzonderlijk is weergegeven in Fig. 6A en 6B, omvat een centrale as (13) met conisch uiteinde (25) (niet zichtbaar) en freeselementen (5), die zich vanaf de centrale as radiaal uitstrekken tot de binnenzijde van de cilindermantel (2). Het inzetstuk (4) is in deze uitvoering met het conisch uiteinde (25) passend en klemmend ingebracht in het axiale uiteinde (6B) van de aandrijfas (6) (niet zichtbaar) waarop de gatzaag (1A) is gemonteerd, op dezelfde wijze als bij conventionele gatzagen het geval is met een centreerboor. De freeselementen (5) hebben aan het van de centrale as afgekeerde axiale uiteinde snijranden, waarmee het materiaal van het te bewerken werkstuk kan worden weggefreesd. De freeselementen hebben een zodanige afmeting, dat het inzetstuk bij montage in de holle binnenruimte (12) van de gatzaag (1A), die door de cilindermantel (2) is omgeven, met de radiale uiteinden klemmend tegen de binnenwand van de cilindermantel (2) wordt aangebracht. Het inzetstuk (4) kan worden uitgenomen, bijvoorbeeld door dit los te tikken, zodat het kan worden geslepen of vervangen en de holle ruimte (12) van de gatzaag (1A) kan worden gereinigd. De circulaire zaaginrichting (1) omvat een aandrijfas (6), die met het vrije uiteinde (6A) op een boormachine kan worden gemonteerd voor de aandrijving. De circulaire zaaginrichting (1) is in deze uitvoering uitgerust meteen conventionele afzuiginrichting (7), die van een aanslag (11) is voorzien. Om de afzuiging van debris mogelijk te maken is de bodemwand (8) van de gatzaag (1A) in deze uitvoering voorzien van afzuiggaten (15). De aanslag (11) kan bijvoorbeeld in combinatie met een boormal (20) van een tevoren bepaalde dikte worden gebruikt om de maximale diepte van een te boren gat nauwkeurig te bepalen.
Figuur 3 toont een verdere detaillering van een circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding. Deze omvat een gatzaag (1A) met een bodemwand (8) en een van inwendige schroefdraad voorziene adapter (9), die op het van uitwendige schroefdraad (10) voorziene uiteinde van de aandrijfas (6) is geschroefd. Vanaf de bodemwand (8) strekt zich een cilindermantel (2) uit, die aan het vrije uiteinde een snijrand (3) heeft, die meerdere afzonderlijke snijelementen omvat. Een inzetstuk (4) is in de holle ruimte (12) van de gatzaag aangebracht, waarbij de centrale as (13) van het inzetstuk aan het vrije uiteinde losmaakbaar in het uiteinde van de aandrijfas (6) is aangebracht. De montage van het inzetstuk (4) in de aandrijfas (6) geschiedt bij voorkeur door middel van een conische klemverbinding, maar kan ook op iedere andere geschikte wijze plaatsvinden, zoals de vakman bekend is. In de uitvoeringsvorm van Fig. 3 zijn de radiale uiteinden van het inzetstuk (4) niet met de binnenwand van de cilindermantel verbonden.
In Figuur 4 is een zwaardere uitvoeringsvorm van een circulaire zaaginrichting (1) volgens de uitvinding weergegeven, die geschikt is voor harde materialen, zoals harde steensoorten en beton. De gatzaag (1A) is van dik gietstaal gemaakt met een dikte van 5 mm., het inzetstuk (4) is met de radiale uiteinden aan de cilindermantel (2) gelast en de snijtanden (3.1, 5.1) van de cilindermantel (2) resp. het inzetstuk (4) zijn ruwer dan gebruikelijk om overmatige slijtage te voorkomen.
Figuur 5A en 5B tonen werktekeningen van de constructie van een circulaire zaaginrichting (1) met twee verschillende uitvoeringsvormen van een inzetstuk (4) in zijaanzicht en onderaanzicht. Fig. 5A toont de constructie van het inzetstuk met de freeselementen (5) in wiekvorm en de centrale as (13), die met een zijn conische uiteinde (25) passend en klemmend in het axiale einde de aandrijfas (6) is aangebracht. In de uitvoering van Fig. 5B zijn de freeselementen (5) in kruisvorm getekend. Verder zijn in het onderaanzicht afzuiggaten (15) in de bodemwand (8) weergegeven.
De Figuren 7 t/m 10 tonen ter vergelijking circulaire zaaginrichtingen en afzonderlijke onderdelen daarvan volgens de stand van de techniek. In Fig. 7 wordt een commercieel verkrijgbare komboor (Wolfcraft®) weergegeven met een aandrijfas (6) en een losmaakbaar bevestigde centreerboor (17).
In Figuur 8 is de bodemwand (8) van een gatzaag (1A) te zien met daarin aangebracht een van inwendig schroefdraad voorzien gat (16) op de hartlijn voor de montage van de gatzaag (1A) op een aandrijfas (6) of een gatzaagadapter (9). De aandrijfas (6) en adapter (9) zijn hier niet getoond.
De aandrijfas (6) in Figuur 9 heeft een aandrijfeinde (6A) en een werktuigeinde (6B). Het aandrijfeinde (6A) kan worden verbonden met een boormachine voor aandrijving van de zaaginrichting. Het werktuigeinde (6B) is voorzien van uitwendige schroefdraad (16), waarop een gatzaag (1A), een gatzaagadapter (9) of een stofafzuigadapter kan worden geschroefd. Het axiale werktuigeinde (6B) is voorzien van een gat voor montage van een centreerboor (17) of een inzetstuk (4) volgens de uitvinding.
Figuur 10 toont een gatzaagadapter (9), die aan één kant op een aandrijfas (6) is aangebracht en aan de andere kant is op de hartlijn voorzien van een axiale opening, waarin een centreerboor (17) is aangebracht. De adapter (9) is verder voorzien van uitwendige schroefdraad (14), waarop een gatzaag (1A) kan worden geschroefd. In plaats van een centreerboor (17) kan een inzetstuk (4) volgens de uitvinding in de axiale opening van de adapter (9) worden aangebracht
Figuur 11A en 11B tonen een boormal (20), die in deze uitvoering een rechthoekige plaat (21) omvat en drie aaneengeschakelde gaten (22) heeft. De plaat (24) is bij voorkeur gemaakt van een geschikte kunststof, die bij de vakman bekend is, maar kan ook worden vervaardigd van andere materialen, zoals multiplex of metaal. De boormal is voorzien van centreersleuven (23) en bevestigingsmiddelen (24) voor een nauwkeurige markering van de gewenste boorgaten. De dikte van de plaat kan variëren, maar bedraagt bij voorkeur tenminste 10 mm.
Figuur 12 toont een afbeelding van een snelwisselsysteem voor een gatzaag, zoals beschreven in EP 1827741. Om verwarring te voorkomen is de afbeelding integraal overgenomen, inclusief de verwijzingscijfers, die hierna vet zijn weergegeven.
Het snelwisselsysteem omvat een aandrijfas 3 met een aandrijfeinde 4 en een werktuigeinde 5. Het aandrijfeinde 4 kan worden verbonden met een aandrijfmiddel, zoals een boormachine. Aan het werktuigeinde 5 is een axiaal gat voorzien, waarin een centreerboor 14 kan worden ondergebracht. Het aandrijfeinde 15 van de centreerboor 14 en het werktuigeinde 5 van de aandrijfas 3 zijn ieder uitgerust met corresponderende middelen om de centreerboor 14 vast te maken en te ontkoppelen. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld een kliksluiting, bepaalde klemmiddelen of een schroefdraadverbinding zijn.
Het snelwisselsysteem omvat verder een gatzaagadapter 6, waaraan een gatzaag 2 kan worden bevestigd met behulp van de koppelmiddelen 11-1 en 11 -2. De gatzaagadapter 6 heeft een centraal gat 7, waar de aandrijfas 3 met de centreerboor 14 doorheen kan worden geschoven.
Het snelwisselsysteem omvat tevens middelen voor het draai- (8; 8-1, 8-2) en axiaal (9; 9-1, 9-2) vergrendelen van de gatzaagadapter 6 op de aandrijfas 3. De eerste draaivergrendelingsmiddelen 8-1 zijn op de gatzaagadapter 6 aangebracht en worden belichaamd door de vorm van de dwarsdoorsnede van het centrale gat in de gatzaagadapter 6; de tweede draaivergrendelingsmiddelen 8-2 zijn belichaamd door de uitwendige vorm van de aandrijfas 3, die zodanig correspondeert met de dwarsdoorsnede, dat de eerste en tweede draaivergrendelingsmiddelen ten opzichte van elkaar kunnen worden geschoven. De vorm van de dwarsdoorsnede en de corresponderende uitwendige vorm zijn zodanig, dat in draaivergrendelde toestand verdraaiing ten opzichte van elkaar is geblokkeerd. De axiale vergrendelingsmiddelen 9 omvatten eerste axiale vergrendelingsmiddelen 9-1, belichaamd door een klink, in het bijzonder een dwarsklink, die op de gatzaagadapter 6 is aangebracht, en tweede axiale vergrendelingsmidelen, belichaamd door een inkeping, in het bijzonder een dwarse inkeping, die op de aandrijfas 3 is aangebracht voor vergrendeling van de klink 9-1 daarin.
Figuur 13 toont een aandrijfas met geïntegreerd inzetstuk (26), die kan worden toegepast in een voorkeursuitvoering van een circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding, zoals weergegeven in Fig. 14A en 14B. De aandrijfas met geïntegreerd inzetstuk (26) is geschikt om te worden ingebracht in een gatzaag en omvat een aandrijfas (6) met een aandrijfeinde (6A) en een werktuigeinde (6B), waarbij aan het werktuigeinde in wezen loodrecht op de aandrijfas (6) freeselementen (5) zijn aangebracht, die zich vanaf de aandrijfas (6) radiaal uitstrekken tot de binnenwand van de gatzaag. De aandrijfas (6) heeft een zodanige uitwendige vorm dat deze geschikt is om in combinatie met een geschikte gatzaagadapter (28) te worden toegepast voor draaivergrendeling, op soortgelijke wijze als beschreven en geïllustreerd in Figuur 12. Een geschikte uitwendige vorm van de aandrijfas is bijvoorbeeld hexagonaal. De aandrijfas (6) omvat verder meerdere inkepingen (27A, 27B, 27C), in het bijzonder dwarse inkepingen, die geschikt zijn voor axiale vergrendeling van de aandrijfas in combinatie met vergrendelingsmiddelen (19), zoals een klink, in het bijzonder een dwarsklink, die op een geschikte gatzaagadapter (28) zijn aangebracht, op soortgelijke wijze als beschreven en geïllustreerd in Figuur 12.
In een alternatieve uitvoeringsvorm (niet geïllustreerd) wordt een soortgelijke aandrijfas (6) toegepast als de aandrijfas 3 in Figuur 12, met daaraan bevestigd een inzetstuk (4) volgens de uitvinding. De bevestiging van het inzetstuk (4) in de aandrijfas (6) geschiedt op dezelfde wijze als de bevestiging van de centreerboor 14 in de aandrijfas 3, zoals geïllustreerd en beschreven in Figuur 12.
De aandrijfas met het geïntegreerde inzetstuk (26) of een aandrijfas (6) met het daarin gemonteerde inzetstuk (4) wordt in de holle ruimte (12) van een gatzaag ingebracht, waarop een gatzaagadapter (28) met klinkmechanisme (19) is gemonteerd, en door het centrale gat van de bodemwand van de gatzaag en de gatzaagadapter gestoken, waarna de aandrijfas (6) door middel van het klinkmechanisme (19) van de gatzaagadapter (28) en één van de inkepingen (27A, 27B, 27C) op de aandrijfas axiaal wordt gefixeerd. De gatzaagadapter (28) met klinkmechanisme (19) en de aandrijfas (6) met inkepingen (27A, 27B, 27C) vormen samen een snelwisselsysteem van het type zoals beschreven en geïllustreerd in Figuur 12. Na de montage en draai- en axiale vergrendeling van de aandrijfas met inzetstuk in de gatzaag kan de aandrijfas met het aandrijfeinde (6A) aan een aandrijfmiddel, zoals de boorkop van een boormachine, worden bevestigd en is de circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding gereed voor gebruik.
Figuur 14A en 14B tonen de constructie van een voorkeursuitvoering van een circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding met een snelwisselsysteem, zoals hierboven beschreven. Een hexagonale aandrijfas met het geïntegreerde inzetstuk (26) of een hexagonale aandrijfas (6) met het daarin gemonteerde inzetstuk (4) is in de holle ruimte (12) van een gatzaag 1A ingebracht en door het centrale gat (8) van de bodemwand van de gatzaag en het corresponderende haxagonale centrale gat van de op gatzaag gemonteerde gatzaagadapter (28) gestoken, waardoor de gatzaag draaivergendeld is op de aandrijfas. De aandrijfas wordt in axiale richting verder door de gatzaagadapter (28) geschoven tot de klink, die met het bedieningsorgaan (19) is gekoppeld in een inkeping 27 op de aandrijfas valt en de gatzaag (1A) axiaal op de aandrijfas is vergrendeld. Het bedieningsorgaan (19) en de klink vormen bij voorkeur één geheel en zijn voorzien van een scharnierpen en een drukveer, zoals beschreven en geïllustreerd in Fig. 12, zodanig dat de klink door de veerkracht in de inkeping van de aandrijfas wordt gedrukt en de gatzaag axiaal op de aandrijafas wordt vergrendeld. Door het bedieningsorgaan tegen de veerkracht in te drukken wordt de klink uit de inkeping gedrukt en is de gatzaag ontgrendeld. De gatzaag kan vervolgens verder over de aandrijfas worden geschoven en, indien aanwezig, in één van de volgende inkepingen op de aandrijfas worden vergrendeld. Zo kan het inzetstuk efficiënt op efficiënte wijze in de boorkop worden gemonteerd en gedemonteerd om de binnenruimte van de gatzaag schoon te maken en het inzetstuk te vervangen of te reviseren, en kunnen de freeselementen (5) van het inzetstuk op verschillende standen ten opzichte van de snijrand (3) van de cilindermantel (2) van gatzaag (1A) worden ingesteld.
Het is doelmatig om het inzetstuk bij het begin van het boren van een gat in een muur of wand met behulp van de circulaire zaaginrichting en - bij voorkeur - de boormal volgens de uitvinding zodanig in een eerste positie te monteren, dat het vlak van de freeselementen van het inzetstuk verzonken is ten opzichte van de snijrand van de cilindermantel van de gatzaag. Op deze wijze kan een stabiele zaagsnede van de contouren van het gat worden verkregen, voordat het tussenliggende gedeelte wordt weggefreesd en de weerstand van de zaaginrichting toeneemt. Nadat de contouren van het gat voldoende zijn ingezaagd, bijvoorbeeld tot een diepte van 25-30 mm, kan het inzetstuk door middel van het bedieningsorgaan (19) in een tweede positie ten opzichte van de snijrand (3) worden gebracht, waardoor het vlak van de freeselementen van het inzetstuk dichter bij de snijrand (3) komt te liggen. Wanneer de gewenste diepte van het gat geheel of nagenoeg geheel is bereikt, kan het inzetstuk in een derde positie ten opzichte van de snijrand (3) worden gebracht, waardoor het vlak van de freeselementen van het inzetstuk bijvoorbeeld gelijk komt te liggen met het vlak van de snijrand (3) of desgewenst zelfs iets hoger. Op deze wijze kan de bodem van het gat vlak worden gefreesd en wordt een gelijkmatig en nauwkeurig geboord gat verkregen. De gatzaag volgens Fig. 14A en 14B is optioneel voorzien van afzuiggaten (15) in de bodemwand (8), wanneer de circulaire zaaginrichting waarvan de gatzaag deel uitmaakt is voorzien van een afzuiginrichting, en van ontladingssleuven (18) in de cilindermantel (2).
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn, dat modificaties en aanpassingen op de in deze aanvrage beschreven werkwijze en inrichting kunnen worden aangebracht, zonder dat wordt afgeweken van de essentie van de uitvinding. Deze modificaties en aanpassingen vallen daarom alle binnen de omvang van deze uitvinding, die door de hierna volgende conclusies wordt bepaald.
Referentielijst
1. circulaire zaaginrichting volgens de uitvinding
1A. gatzaag (in enge zin)
2. cilindermantel van de gatzaag (1A)
3. snijrand van de cilindermantel (2) met snijelementen of snijtanden
4. inzetstuk (vlinderstuk) met centrale as (13) en freeselementen (5)
5. freeselementen van het inzetstuk (4)
6. aandrijfas, met aandrijfeinde (6A) en werktuigeinde (6B)
7. afzuiginrichting
8. bodemwand van de gatzaag (1A)
9. gatzaagadapter
10. schroefdraad van de aandrijfas (6) aan het werktuigeinde (6B)
11. aanslag van de afzuiginrichting (7)
12. binnenruimte van de gatzaag (1A)
13. centrale as van het inzetstuk (4)
14. schroefdraad van de gatzaagadapter (9) voor montage van de gatzaag (1A)
15. afzuiggaten in de bodemwand (8)
16. centraal gat in de bodemwand (8)
17. centreerboor
18. ontladingsgaten of -sleuven in de cilindermantel (2)
19. bedieningsorgaan voor de klink van de gatzaagadapter (28)
20. boormal volgens de uitvinding
21. vlakke plaat van de boormal (20)
22. (aaneengeschakelde) gaten van de boormal (20)
23. centreersleuven van de boormal (20)
24. montagegaten van de boormalboormal (20)
25. conisch uiteinde van de centrale as (13) van het inzetstuk (4)
26. aandrijfas met geïntegreerd inzetstuk
27A, 27B, 27C. inkepingen van de aandrijfas 26
28. gatzaagadapter, geschikt voor draai- en axiale vergrendeling van aandrijfas (6)
Claims (24)
- Conclusies1. Circulaire zaaginrichting (1), omvattende:een longitudinale aandrijfas (6) met een aandrijfeinde (6A) en een werktuigeinde (6B), een gatzaag (1A), waarbij de gatzaag een ten minste gedeeltelijk hol cilinder- of komvormig lichaam omvat met een bodemwand (8), die in het midden een opening (16) omvat voor bevestiging aan een gatzaagadapter of rechtstreeks aan de aandrijfas, waarbij in wezen loodrecht op de bodemwand (8) een cilindermantel (2) is aangebracht, die met de bodemwand (8) een semi-open holle ruimte (12) van de gatzaag definieert, waarbij de cilindermantel (2) aan de omtrekrand is voorzien van een snijrand met snijelementen (3) voor het maken van een circulaire zaagsnede in een werkstuk, en, optioneel, een gatzaagadapter (9) voor bevestiging van de gatzaag (1A) aan de aandrijfas (6), met het kenmerk, dat de circulaire zaaginrichting (1) tevens een inzetstuk (4) omvat, dat in de semi-open holle ruimte (12) van de gatzaag (1A) is gepositioneerd en is ingericht om tijdens de werking van de circulaire zaaginrichting het materiaal van het werkstuk tussen de circulaire zaagsnede weg te frezen en te verwijderen, waarbij het inzetstuk (4) een centrale longitudinale as (13) omvat, waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn van de aandrijfas (6), waarbij de centrale as (13) aan één uiteinde is gekoppeld aan het werktuigeinde (6B) van de aandrijfas (6) of aan de gatzaagadapter (9) en aan het andere uiteinde één of meer freeselementen (5) omvat, die in wezen loodrecht op de centrale as (13) zijn aangebracht en zich vanaf de centrale as radiaal uitstrekken tot de binnenzijde van de cilindermantel (2).
- 2. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inzetstuk (13) twee of meer freeselementen (5) omvat en dat de freeselementen in een stervorm, kruisvorm of wiekvorm op de centrale as zijn aangebracht.
- 3. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de freeselementen (5) een snijhoek hebben in het traject van 0-90 graden ten opzichte van het te verwijderen materiaal van het werkstuk.
- 4. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het inzetstuk (4) losmaakbaar in de binnenruimte (12) van de gatzaag (1A) is aangebracht.
- 5. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de aandrijfas (6) aan het werktuigeinde (6B) bevestigingsmiddelen (10) omvat voor bevestiging van de gatzaag (1A) aan de aandrijfas (6), en dat het werktuigeinde (6B) is voorzien van een axiaal gat voor het onderbrengen van de centrale as (13) van het inzetstuk (4).
- 6. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de aandrijfas (6) aan het werktuigeinde (6B) bevestigingsmiddelen (10) omvat voor bevestiging van de gatzaagadapter (9) aan de aandrijfas (6) en dat de gatzaagadapter (9) op de hartlijn van de aandrijfas (6) is voorzien van een axiaal gat voor het onderbrengen van de centrale as (13) van het inzetstuk (4).
- 7. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het inzetstuk (4) een centrale as (13) met een conisch uiteinde omvat, dat in axiale richting in een corresponderende centrale opening van de gatzaagadapter (9) of rechtstreeks in de corresponderende axiale opening aan het werktuigeinde (6B) van de aandrijfas (6) wordt geklemd, waarbij de freeselementen (5) aan het andere uiteinde van de centrale as (13) aan hun radiale uiteinden losmaakbaar tegen de binnenkant van de cilindermantel (2)van de gatzaag (1A) zijn geklemd.
- 8. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het inzetstuk (4) uitwisselbaar is en dat de vorm en het materiaal van het te gebruiken inzetstuk wordt afgestemd op de aard van het te verwijderen materiaal van het werkstuk.
- 9. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het vlak van de freeselementen (5) van het inzetstuk (4) ongeveer 2-5 mm onder het vlak van de omtrek-snijrand of van de snijelementen (3) op de omtrekrand ligt.
- 10. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de freeselementen (5) van het inzetstuk (4) in hetzelfde vlak liggen als het vlak van de omtrek-snijrand of de snijelementen (3) op de omtrekrand.
- 11. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de gatzaagadapter (9, 6) koppelmiddelen (14, 11-1, 11-2) omvat voor koppeling aan de gatzaag (1A, 2) en dat de koppelmiddelen (14, 11-1,11-2) hol zijn.
- 12. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen (14,11-1,11-2) losneembare koppelmiddelen zijn, die bijvoorbeeld een van schroefdraad voorziene steel of een bajonet voor koppeling met de corresponderend uitgevoerde gatzaag (1A, 2) omvatten.
- 13. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de holle koppelmiddelen geschikt zijn voor koppeling aan de aandrijfas (6), bijvoorbeeld door middel van een schroefdraadverbinding (10).
- 14. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gatzaagadapter (13) koppelmiddelen (11-1, 11-2) omvat voor koppeling aan de gatzaag (2), dat de koppelmiddelen hol zijn met een oppervlak (7) dat axiale verschuiving van de aandrijfas (6) met het daaraan gekoppelde inzetstuk (5) door de opening (12) in de gatzaag (2) toelaat, en dat de gatzaagadapter (13) en de aandrijfas (6) zijn voorzien van middelen voor het draai- en axiaal vergrendelen van de aandrijfas (6).
- 15. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de axiale vergrendelingsmiddelen omvatten:eerste axiale vergrendelingsmiddelen, belichaamd door een klink (9-1), in het bijzonder een dwarsklink, die op gatzaagadapter (13) is aangebracht, en tweede axiale vergrendelingsmiddelen, belichaamd door één of meer inkepingen (27A, 27B, 27C), in het bijzonder dwarse inkepingen, die op de aandrijfas (6) zijn aangebracht.
- 16. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de draaivergrendelingsmiddelen omvatten:eerste draaivergrendelingsmiddelen, die op de gatzaagadapter (13) zijn aangebracht en worden belichaamd door de vorm van het centrale gat (7) in de gatzaagadapter, en tweede draaivergrendelingsmiddelen, belichaamd door de uitwendige vorm van de aandrijfas (6), die zodanig correspondeert met de dwarsdoorsnede dat de eerste en tweede vergrendelingsmiddelen ten opzichte van elkaar schuifbaar zijn, waarbij de vorm van de dwarsdoorsnede en de corresponderende uitwendige vorm zodanig zijn dat in draaivergrendelde toestand verdraaiing ten opzichte van elkaar is geblokkeerd.
- 17. Circulaire zaaginrichting volgens één van de conclusies 1-16, met het kenmerk, dat de circulaire zaaginrichting is voorzien van een afzuiginrichting (7), waarbij de bodemwand (8) van de gatzaag één of meer afvoergaten (15) omvat.
- 18. Circulaire zaaginrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de afzuiginrichting (7) zich gedeeltelijk uitstrekt over de cilindermantel (2) van de gatzaag (1A), waarbij de rand van de afzuiginrichting over de cilindermantel een aanslag (11) vormt, waarmee de diepte van de te boren gaten kan worden bepaald.
- 19. Circulaire zaaginrichting (1) in combinatie met een boormal (20), voor het aanbrengen van een cilindervormig gat of meerdere aaneengeschakelde gaten in een werkstuk, zoals een muur of een wand voor het plaatsen van een inbouwdoos of meerdere aaneengeschakelde inbouwdozen, met het kenmerk, dat een circulaire zaaginrichting (1) wordt toegepast zoals gedefinieerd in één van de conclusies 1-18.
- 20. Losmaakbaar inzetstuk voor een circulaire zaaginrichting, met het kenmerk, dat het inzetstuk (4) een inzetstuk is, zoals gedefinieerd in één van de conclusies 1-19.
- 21. Losmaakbaar inzetstuk volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het inzetstuk (4) één geheel vormt met de aandrijfas (6).
- 22. Losmaakbaar inzetstuk volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de aandrijfas (6) één of meer inkepingen (27A, 27B, 27C) heeft voor axiale vergrendeling (9, 9-1, 9-2) in samenwerking met een gatzaagadapter (13), zoals gedefinieerd in conclusie 14 en 15 en dat de aandrijfas (6) een zodanige uitwendige vorm heeft dat deze geschikt is voor draaivergrendeling (8, 8-1, 8-2) in samenwerking met een gatzaagadapter (13), zoals gedefinieerd in conclusie 14 en 16.
- 23. Werkwijze voor het aanbrengen van een cilindervormig gat of meerdere aaneengeschakelde gaten in een muur of een wand voor het plaatsen van een inbouwdoos resp. meerdere aaneengeschakelde inbouwdozen onder toepassing van een circulaire zaaginrichting en een boormal, zoals gedefinieerd in conclusie 19, waarbij de buitenomtrek van de circulaire zaaginrichting overeenkomt met de gaten van boormal, met het kenmerk, dat men met behulp van de boormal (20) de gewenste gaten op de muur of wand markeert en de boormal vervolgens in die positie fixeert, waarna de circulaire zaaginrichting (1) achtereenvolgens in de respectieve gaten (22) van de boormal (20) wordt gebracht en in werking wordt gesteld om in de muur of wand gaten tot een gewenste diepte aan te brengen.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
PCT/NL2019/050220 WO2019203640A1 (en) | 2018-04-15 | 2019-04-15 | Circular saw device with face milling module |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2020770A NL2020770B1 (nl) | 2018-04-15 | 2018-04-15 | Circulaire zaaginrichting en een daarbij te gebruiken boormal |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2022563B1 true NL2022563B1 (nl) | 2019-10-28 |
Family
ID=65955254
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2020770A NL2020770B1 (nl) | 2018-04-15 | 2018-04-15 | Circulaire zaaginrichting en een daarbij te gebruiken boormal |
NL2022563A NL2022563B1 (nl) | 2018-04-15 | 2019-02-12 | Circulaire zaaginrichting met freesmodule |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2020770A NL2020770B1 (nl) | 2018-04-15 | 2018-04-15 | Circulaire zaaginrichting en een daarbij te gebruiken boormal |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (2) | NL2020770B1 (nl) |
Citations (23)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH276789A (de) * | 1949-11-10 | 1951-07-31 | Schmid Hans | Bohrwerkzeug für Holz. |
US3880546A (en) | 1974-03-13 | 1975-04-29 | Segal F | Hole saw assembly |
US4078622A (en) * | 1976-08-05 | 1978-03-14 | Taylor Myers Robert W | Road surface recessing device |
DE8512910U1 (de) * | 1985-05-02 | 1987-11-12 | Dvořák, Jaroslav, 5600 Wuppertal | Bohrkopf für eine Schlagbohreinrichtung |
US5015128A (en) * | 1990-03-26 | 1991-05-14 | Ross Jr Donald C | Rotary drill apparatus |
GB2257381A (en) | 1991-07-09 | 1993-01-13 | Eldon Tool Company Limited | Arbor for hole saw. |
DE29519102U1 (de) * | 1995-12-04 | 1996-01-25 | Bornemann-Werkzeugtechnik GmbH, 31073 Delligsen | Rotierendes Werkzeug |
DE19712435A1 (de) * | 1997-03-25 | 1998-10-01 | Matthias Radoy | Vorrichtung zum Aussägen von kreisförmigen Öffnungen für mehrere aufeinanderfolgende Hohlwandschalterdosen in Leichtbauwänden |
EP0870561A1 (de) | 1997-04-11 | 1998-10-14 | UPAT GMBH & CO | Bohrwerkzeug |
WO2001038028A1 (en) | 1999-11-24 | 2001-05-31 | Black & Decker Inc. | Hole saw and connection method |
EP1555076A1 (en) | 2004-01-17 | 2005-07-20 | A.V. Custom style B.V. | Quick change mandrel assembly and adapter for a hole saw and hole saw |
WO2006062388A1 (en) | 2004-12-10 | 2006-06-15 | A.V. Custom Style B.V. | Quick-change and plug eject arbor for a hole saw |
WO2006122417A1 (en) | 2005-05-17 | 2006-11-23 | Maxtech Consumer Products Limited | Universal quick connect system for a hole saw |
DE102006006445A1 (de) | 2006-02-10 | 2007-08-23 | Maschinenfabrik Otto Baier Gmbh | Werkzeug zum Bohren, Kombination aus einem solchen Werkzeug und einem Werkzeughalter und zugehörige Bohrvorrichtung |
DE102006021715A1 (de) * | 2006-05-10 | 2007-11-15 | Keusch, Siegfried, Dipl.-Ing. | Ausbohrwerkzeug |
US20090279972A1 (en) | 2008-03-06 | 2009-11-12 | Joseph Thomas Novak | Quick change arbor, hole cutter, and method |
NL2003834C2 (en) | 2009-11-19 | 2011-05-23 | A V Custom Style B V | Multipart quick-change and plug eject arbor for a hole saw. |
US20110255931A1 (en) | 2010-04-20 | 2011-10-20 | The L.S. Starrett Company | Hole Saw Arbor System |
DE202013102491U1 (de) | 2013-06-11 | 2013-06-17 | Wilh. Putsch Gmbh & Co. Kg. | Lochsäge |
DE202013006690U1 (de) | 2013-07-19 | 2013-08-07 | EasyWork UG (haftungsbeschrängt) | Aufnahme für eine Lochsäge und Werkzeuganordnung |
NL1040196C2 (nl) | 2013-05-03 | 2014-11-04 | Boorwerk B V | Snelwisselsysteem voor rotatiegereedschappen. |
NL2013758B1 (nl) | 2014-11-07 | 2016-10-06 | Boorwerk B V | Systeem voor het losneembaar koppelen van een gatzaag aan een boorschacht. |
NL2019036A (en) | 2016-06-08 | 2017-12-13 | Nitho Holding B V | Hole saw assembly |
-
2018
- 2018-04-15 NL NL2020770A patent/NL2020770B1/nl active
-
2019
- 2019-02-12 NL NL2022563A patent/NL2022563B1/nl active
Patent Citations (24)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH276789A (de) * | 1949-11-10 | 1951-07-31 | Schmid Hans | Bohrwerkzeug für Holz. |
US3880546A (en) | 1974-03-13 | 1975-04-29 | Segal F | Hole saw assembly |
US4078622A (en) * | 1976-08-05 | 1978-03-14 | Taylor Myers Robert W | Road surface recessing device |
DE8512910U1 (de) * | 1985-05-02 | 1987-11-12 | Dvořák, Jaroslav, 5600 Wuppertal | Bohrkopf für eine Schlagbohreinrichtung |
US5015128A (en) * | 1990-03-26 | 1991-05-14 | Ross Jr Donald C | Rotary drill apparatus |
GB2257381A (en) | 1991-07-09 | 1993-01-13 | Eldon Tool Company Limited | Arbor for hole saw. |
DE29519102U1 (de) * | 1995-12-04 | 1996-01-25 | Bornemann-Werkzeugtechnik GmbH, 31073 Delligsen | Rotierendes Werkzeug |
DE19712435A1 (de) * | 1997-03-25 | 1998-10-01 | Matthias Radoy | Vorrichtung zum Aussägen von kreisförmigen Öffnungen für mehrere aufeinanderfolgende Hohlwandschalterdosen in Leichtbauwänden |
EP0870561A1 (de) | 1997-04-11 | 1998-10-14 | UPAT GMBH & CO | Bohrwerkzeug |
WO2001038028A1 (en) | 1999-11-24 | 2001-05-31 | Black & Decker Inc. | Hole saw and connection method |
EP1555076A1 (en) | 2004-01-17 | 2005-07-20 | A.V. Custom style B.V. | Quick change mandrel assembly and adapter for a hole saw and hole saw |
WO2006062388A1 (en) | 2004-12-10 | 2006-06-15 | A.V. Custom Style B.V. | Quick-change and plug eject arbor for a hole saw |
EP1827741A1 (en) | 2004-12-10 | 2007-09-05 | A.V. Custom style B.V. | Quick-change and plug eject arbor for a hole saw |
WO2006122417A1 (en) | 2005-05-17 | 2006-11-23 | Maxtech Consumer Products Limited | Universal quick connect system for a hole saw |
DE102006006445A1 (de) | 2006-02-10 | 2007-08-23 | Maschinenfabrik Otto Baier Gmbh | Werkzeug zum Bohren, Kombination aus einem solchen Werkzeug und einem Werkzeughalter und zugehörige Bohrvorrichtung |
DE102006021715A1 (de) * | 2006-05-10 | 2007-11-15 | Keusch, Siegfried, Dipl.-Ing. | Ausbohrwerkzeug |
US20090279972A1 (en) | 2008-03-06 | 2009-11-12 | Joseph Thomas Novak | Quick change arbor, hole cutter, and method |
NL2003834C2 (en) | 2009-11-19 | 2011-05-23 | A V Custom Style B V | Multipart quick-change and plug eject arbor for a hole saw. |
US20110255931A1 (en) | 2010-04-20 | 2011-10-20 | The L.S. Starrett Company | Hole Saw Arbor System |
NL1040196C2 (nl) | 2013-05-03 | 2014-11-04 | Boorwerk B V | Snelwisselsysteem voor rotatiegereedschappen. |
DE202013102491U1 (de) | 2013-06-11 | 2013-06-17 | Wilh. Putsch Gmbh & Co. Kg. | Lochsäge |
DE202013006690U1 (de) | 2013-07-19 | 2013-08-07 | EasyWork UG (haftungsbeschrängt) | Aufnahme für eine Lochsäge und Werkzeuganordnung |
NL2013758B1 (nl) | 2014-11-07 | 2016-10-06 | Boorwerk B V | Systeem voor het losneembaar koppelen van een gatzaag aan een boorschacht. |
NL2019036A (en) | 2016-06-08 | 2017-12-13 | Nitho Holding B V | Hole saw assembly |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL2020770B1 (nl) | 2019-10-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7189036B1 (en) | Coring bit | |
JP4833086B2 (ja) | 切削用インサート | |
JP5661613B2 (ja) | 切屑除去工具 | |
EP0298285A1 (fr) | Fraise à plaquettes de coupe amovibles | |
HUT55664A (en) | Trimming tool of cutting knife | |
JP2005305643A (ja) | 切り屑除去加工のための回転工具 | |
EP2205385A1 (en) | Drill bit and reamer | |
US7178217B2 (en) | Tapering device for removing portions of a gypsum board | |
WO2006060204A3 (en) | Combination tool | |
US7264028B2 (en) | Cutting tool and system for coring a bowl using a lathe | |
TWI761439B (zh) | 刀刃形切削嵌件及其切削刀具 | |
ES2168182B1 (es) | Ingleteadora perfeccionada. | |
NL2022563B1 (nl) | Circulaire zaaginrichting met freesmodule | |
DK202000073Y3 (da) | Formdel til en fremgangsmåde til slibning af et værktøj samt en anordning med en sådan formdel | |
FR2488181A1 (fr) | Machine de fraisage et rabotage en particulier de pieces en bois | |
WO2019203640A1 (en) | Circular saw device with face milling module | |
NL2022214B1 (nl) | Boormal | |
US6094794A (en) | Billiard cue repairing machine | |
US20040081524A1 (en) | Tapering device for removing portions of a gypsum board | |
EP1457421A3 (en) | Multi-edged cutter | |
US6817813B2 (en) | Reversible cutter bit | |
CN207824029U (zh) | 一种孔壁加工刀具 | |
GB2541786A (en) | Jig and method of use thereof | |
NL2023164B1 (en) | Tool | |
JP2004001111A (ja) | 回転切削工具 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Seizure |
Free format text: SEIZURE, PRE-JUDGEMENT ATTACHEMENT Effective date: 20191209 |
|
PD | Change of ownership |
Owner name: BOORWERK B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: BOUWROB BV Effective date: 20191223 |
|
RF | Pledge or confiscation terminated |
Free format text: SEIZURE REMOVAL, PRE-JUDGEMENT ATTACHEMENT Effective date: 20200213 |