NL2021792B1 - Rijwielstandaard - Google Patents

Abstract

Een rijwielstandaard 1 heeft een Wielvangvork 3 met twee op afstand van elkaar aanwezige naar boven stekende benen 5 waartussen een wiel 12 van een rijwiel geplaatst kan worden, en een wieldrempel 7 die in horizontale richting op afstand van de bovenste uiteinden 5a van de benen aanwezig is en met de wielvangvork is verbonden. Aan de bovenste uiteinden 5a van de benen 5 van de wielvangvork 3 zijn Wielasdragers 9 aanwezig die voorzien zijn van naar elkaar toegekeerde wielascontactvlakken 11 die bij een gestald rijwiel met de uiteinden 14a van de wielas 14 van het rijwiel in contact zijn. Deze wielascontactvlakken lopen naar boven toe van elkaar af waardoor elke wielas met gangbare lengte tussen de wielascontactvlakken gefixeerd kan worden. Hierdoor is de rijwielstandaard geschikt voor alle rijwielen ook die waarbij de voorvork is afgeschermd door een bagagedrager of anderszins.

Description

Rijwielstandaard

BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een rijwielstandaard omvattende:

een wielvangvork met twee op afstand van elkaar aanwezige naar boven stekende benen waartussen een wiel van een rijwiel geplaatst kan worden, en een wieldrempel die in horizontale richting op afstand van de bovenste uiteinden van de benen aanwezig is.

De rijwielstandaard is vanaf de zijde waar de drempel zich bevindt toegankelijk voor een rijwiel voor het in een gestalde positie plaatsen van het rijwiel.

Stand van de techniek

Een dergelijke rijwielstandaard is bekend uit EP2646311A. Deze bekende rijwielstandaard heeft een wielondersteuningsoppervlak en twee ten opzichte van het wielondersteuningsoppervlak hoger geplaatste steunelementen voor het in de gestalde positie ondersteunen van een voorvork van het rijwiel. De steunelementen zijn zodanig onder een hoek ten opzichte van elkaar geplaatst, dat, van bovenaf gezien, tussen de steunelementen een in hoofdzaak convergerend verlopende opneemopening voor de voorvork van het rijwiel is gevormd. Indien zich een bagagedrager voor op het rijwiel bevindt, is deze meestal met de wielas van het voorwiel verbonden. Hierdoor is de voorvork van het rijwiel niet van voren af toegankelijk, zodat de bekende rijwielstandaard niet geschikt is voor een dergelijk rijwiel. De bekende rijwielstandaard is ook niet geschikt voor rijwielen waarbij de voorvork door andere oorzaken niet toegankelijk is.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een rijwielstandaard van de in de aanhef omschreven soort die ook geschikt is voor rijwielen waarbij de voorvork niet van voren af toegankelijk is. Hiertoe is de rijwielstandaard volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat aan de bovenste uiteinden van de benen van de wielvangvork wielasdragers aanwezig zijn die voorzien zijn van naar elkaar toegekeerde wielascontactvlakken die bij een gestald rijwiel met de uiteinden van de wielas van het rijwiel in contact zijn, welke wielascontactvlakken naar boven toe van elkaar af lopen. De uiteinden van de wielas zijn altijd van voren af toegankelijk. Door de wielascontactvlakken naar elkaar toe te laten lopen kan elke wielas met gangbare lengte tussen de wielascontactvlakken gefixeerd worden. Hierdoor is de rijwielstandaard geschikt voor alle rijwielen ook die waarbij de voorvork is afgeschermd door een bagagedrager of anderszins (bijvoorbeeld door aan de voorvork bevestigde accessoires).

Bij voorkeur verlopen de wielascontactvlakken in een richting van de wieldrempel af ook naar boven toe. Hierdoor is de rijwielstandaard geschikt voor rijwielen met een grotere spreiding in wieldiameters en wielaslengtes dan indien de wielascontactvlakken gezien in lengterichting van de wielas horizontaal zouden verlopen.

De afstand tussen de wieldrempel en het meest ver van de wieldrempel aanwezige deel van de wielascontactvlakken is kleiner dan of gelijk aan 450 mm waardoor alle wielmaten kleiner dan 29 inch door de wielascontactvlakken ondersteund zullen worden.

Voorts lopen de benen van de wielvangvork bij voorkeur naar beneden toe naar elkaar toe en is de wieldrempel op afstand van de benen aanwezig. Hierdoor wordt een wiel niet alleen ter plaatse van de wieldrempel en de wielascontactvlakken opgesloten maar ook op een plaats tussen de benen van de wielvangvork, zodat het wiel beter in de rijwielstandaard opgesloten is en het kantelen van het wiel tot een minimum wordt beperkt.

Om het wiel nog beter te kunnen fixeren in de rijwielstandaard is de wieldrempel bij voorkeur V-vormig, waarbij de wieldrempel met de punt van de Vvorm van de bovenste uiteinden van de benen is afgericht.

Om krassen op de uiteinden van de wielassen te voorkomen zijn de wielascontactvlakken bij voorkeur voorzien van een zachte krasvoorkomende toplaag.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de rij wiel standaard volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de rij wielstandaard volgens de uitvinding in perspectief;

Figuur 2 de rijwielstandaard in vooraanzicht; en

Figuur 3 die rijwielstandaard in zijaanzicht.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1-3 is een rijwielrek voorzien van twee rijwielstandaarden volgens de uitvinding in diverse aanzichten weergegeven. Het rijwielrek heeft een frame 2 waarop op al dan niet op verschillende niveaus de rijwielstandaarden 1 zijn bevestigd. Aan het frame 2 is een aanbindbeugel 4 bevestigd waaraan een gestald rijwiel met een ketting of anderszins vastgelegd kan worden.

Elke rijwielstandaard 1 heeft een wielvangvork 3 met twee op afstand van elkaar aanwezige naai' boven stekende benen 5. Deze benen 5 lopen naai’ beneden toe naar elkaar toe. In een van de wielvangvorken is een wiel 12 van een rijwiel aanwezig (niet in figuur 1 weergegeven).

Aan de beide benen 5 van elke wielvangvork 3 zijn twee parallelle armen 6 bevestigd. De uiteinden van deze armen zijn omgezet en vormen een V-vormige wieldrempel 7 die spits toeloopt. De wieldrempel is met de punt 7a van de V-vorm van de bovenste uiteinden 5a van de benen 5 afgericht.

De wieldrempel 7 is op afstand dj van de benen aanwezig en is voorts in horizontale richting op afstand van de bovenste uiteinden 5a van de benen aanwezig. Aan deze bovenste uiteinden 5a van de benen 5 van de wielvangvork 3 bevinden zich wielasdragers 9 die voorzien zijn van naar elkaar toegekeerde wielascontactvlakken 11.

Bij een gestald rijwiel zijn deze wielascontactvlakken met de uiteinden 14a van de wielas 14 van het rijwiel in contact. Deze wielascontactvlakken 11 lopen naar boven toe van elkaar af en lopen in een richting van de wieldrempel 7 af naar boven toe.

De afstand di tussen de wieldrempel 7 en het verst van de wieldrempel aanwezige deel Ila van de wielascontactvlakken 11 is gelijk aan 450 mm, zodat de rijwielstandaard geschikt is voor rijwielen met een wiel gelijk aan of kleiner dan 29 inch.

Om beschadigen van de uiteinden 14a van de wielas 14 te voorkomen zijn de wielascontactvlakken 11 voorzien van een zachte kras voorkomende toplaag.

Bij het stallen van een rijwiel wordt het voorwiel 12 over de wieldrempel 7 geplaatst. Hierdoor wil het wiel naar voren bewegen. De wielas 14 loopt hierbij vast tussen de beide schuine wielascontactvlakken 11. Het voorwiel 12 kan nu niet verder naar voren. Om het schommelen van het voorwiel te voorkomen wordt de band van het wiel gevangen tussen de naar elkaar toelopende benen 5 van de wielvangvork 3.

De rijwielstandaard 1 is opgebouwd uit onderdelen die allemaal demonteerbaar met elkaar verbonden zijn m.b.v. bouten/moeren, popnagels, etc. Hierdoor kunnen de onderdelen ten alle tijden vervangen worden en volledig hergebruikt worden.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (6)

1. Rijwielstandaard (1) omvattende:

een wielvangvork (3) met twee op afstand van elkaar aanwezige naar boven stekende benen (5) waartussen een wiel (12) van een rijwiel geplaatst kan worden, en een wieldrempel (7) die in horizontale richting op afstand van de bovenste uiteinden (5a) van de benen aanwezig is, met het kenmerk, dat aan de bovenste uiteinden (5a) van de benen (5) van de wielvangvork (3) wielasdragers (9) aanwezig zijn die voorzien zijn van naar elkaar toegekeerde wielascontactvlakken (11) die bij een gestald rijwiel met de uiteinden (14a) van de wielas (14) van het rijwiel in contact zijn, welke wielascontactvlakken naar boven toe van elkaar af lopen.

2. Rijwielstandaard volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wielascontactvlakken (11) in een richting van de wieldrempel (7) af naar boven toe verlopen.

3. Rijwielstandaard volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afstand (di) tussen de wieldrempel (7) en het meest ver van de wieldrempel aanwezige deel (1 la) van de wielascontactvlakken (11) kleiner is dan of gelijk is aan 450 mm.

4. Rijwielstandaard volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de benen (5) van de wielvangvork (3) naar beneden toe naar elkaar toe lopen en dat de wieldrempel (7) op afstand (di) van de benen aanwezig is.

5. Rijwielstandaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wieldrempel (7) V-vormig is waarbij de wieldrempel met de punt (7a) van de V-vorm van de bovenste uiteinden (5a) van de benen (5) is afgericht.

6. Rijwielstandaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wielascontactvlakken (11) zijn voorzien van een zachte kras voorkomende toplaag.