NL2020591B1 - Afvoerput - Google Patents

Abstract

15 Uittreksel De uitvinding betreft een afvoerput omvattende een opvangbak met een bodem, een langs de omtrek van de bodem 5 aangebrachte opstaande omtrekswand, welke omtrekswand een instroomopening begrensd, en een afvoeropening voor het afvoeren van opgevangen water; en een langwerpig profiel met in hoofdzaak constante dwarsdoorsnede, welk profiel parallel en aangrenzend aan een zijde van de omtrekswand is aangebracht 10 en waarbij het zwaartepunt van de dwarsdoorsnede van het profiel buiten de instroomopening ligt gezien in bovenaanzicht van de afvoerput.

Description

Octrooicentrum

Θ 2020591

(2?) Aanvraagnummer: 2020591 (22) Aanvraag ingediend: 15 maart 2018

Int. Cl.:

E03F 5/04 (2018.01)

0 Aanvraag ingeschreven:	0 Octrooihouder(s):
26 september 2019	Easy Sanitary Solutions B.V. te Oldenzaal.
0 Aanvraag gepubliceerd:
-	0 Uitvinder(s):
	Jurgen Hendrik Peter Joseph Keizers
0 Octrooi verleend:	te Oldenzaal.
26 september 2019
0 Octrooischrift uitgegeven:	0 Gemachtigde:
27 september 2019	ir. B.J. 't Jong te Enschede.

Afvoerput

De uitvinding betreft een afvoerput omvattende een opvangbak met een bodem, een langs de omtrek van de bodem aangebrachte opstaande omtrekswand, welke omtrekswand een instroomopening begrensd, en een afvoeropening voor het afvoeren van opgevangen water; en een langwerpig profiel met in hoofdzaak constante dwarsdoorsnede, welk profiel parallel en aangrenzend aan een zijde van de omtrekswand is aangebracht en waarbij het zwaartepunt van de dwarsdoorsnede van het profiel buiten de instroomopening ligt gezien in bovenaanzicht van de afvoerput.

NL B1 2020591

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Afvoerput

De uitvinding betreft een afvoerput omvattende een opvangbak met een bodem, een langs de omtrek van de bodem aangebrachte opstaande omtrekswand, welke omtrekswand een instroomopening begrensd, en een afvoeropening voor het afvoeren van opgevangen water. Een dergelijke afvoerput is bijvoorbeeld bekend uit EP 1287213.

Afvoerputten werden gewoonlijk in het midden van een vloer geplaatst, waarna rondom de afvoerput een tegelvloer gelegd wordt en tenslotte een afdichting, zoals een siliconen kitrups, aangebracht wordt tussen de omtrekswand van de opvangbak van de afvoerput en de omringende tegels.

Voor langwerpige afvoerputten is het gebruikelijker om deze tegen een muur aan te plaatsen, zodat de te leggen tegelvloer slechts een enkel afschot nodig heeft. Doordat in deze gevallen de afvoerput tegen een muur aanligt, is het lastiger om een goede afdichting te voorzien tussen de opvangbak en de muur, waardoor de kans op lekkages vergroot wordt.

Bij de douchegoot volgens EP 1287213 is aan één zijde een opstaande plaat voorzien, waarmee de afvoerput tegen een muur bevestigd kan worden. Doordat de plaat integraal met de opvangbak gevormd is, zorgt deze opstaande plaat, waar een afdichtdoek op aangebracht kan worden, voor een betrouwbare afdichting in de overgang van muur naar vloer en afvoerput. Het nadeel van deze oplossing is dat een apart model, speciaal voor dergelijke wandtoepassingen, in voorraad gehouden moet worden. Deze douchegoot kan bijvoorbeeld niet midden in een vloer worden toegepast.

Verder is het bekend, bijvoorbeeld uit EP 2140072, om in langwerpige afvoerputten een stelframe te gebruiken, dat de instroomopening van de afvoerput omgeeft en daarmee de zijkant van de omringende tegels afwerkt. Het stelframe ligt daarbij gewoonlijk tegen de van de bodem opstaande omtrekswand. Afhankelijk van de toepassing en de wensen, is het noodzakelijk om tussen het stelframe en deze opstaande omtrekswand een afdichting aan te brengen, hetgeen gewoonlijk een siliconen kit of dergelijke is. Wanneer de afvoerput tegen een wand is geplaatst, is het lastig om met een kitspuit tussen het stelframe en de omtrekswand te komen.

Bovendien is het bekend bij dergelijke stelframes om aan de aan de wand grenzende zijde een horizontale flens te voorzien, zodat de spleet tussen het stelframe en de wandtegels overbrugd kan worden. De horizontale flens belemmerd echter wel de mogelijkheid om na het aanbrengen van het stelframe een afdichting aan te brengen. Hierdoor is het bij een dergelijk bekend stelframe noodzakelijk eerst de afdichting, zoals een kit, aan te brengen en vervolgens het stelframe te plaatsen, in de hoop dat het stelframe door de reeds aangebrachte kit voldoende afgedicht zal worden. Een visuele inspectie hiervan is echter niet mogelijk door de horizontale flens aan het frame.

Wanneer een douchegoot met een rondom aangebrachte horizontale flens gebruikt wordt en tegen een wand geplaatst wordt, zal de breedte van de horizontale flens er voor zorgen dat de instroomopening op afstand van de wand komt te liggen. Gewoonlijk is de flens namelijk bijvoorbeeld meer dan 2 centimeter breed om een voldoende bevestigingsoppervlak voor een tegeldoek te voorzien, terwijl wandtegels gewoonlijk niet dikker dan 1 centimeter zijn. Hierdoor zal er een spleet van ten minste 1 centimeter ontstaan tussen de wandtegels en de instroomopening van de douchegoot, die bijvoorbeeld met een speciaal geslepen tegelstrook opgevuld moet worden.

Onder de instroomopening van een afvoerput wordt de opening verstaan, waarlangs het merendeel van het af te voeren water in de afvoerput stroomt. In sommige afvoerputten is verder een secundaire afwatering voorzien met kleine afzonderlijke openingen, waarlangs kleine hoeveelheden lekkage water, bijvoorbeeld van onder een tegellaag, alsnog in de afvoerput kunnen stromen. Dergelijke openingen voor secundaire afwatering worden niet als de instroomopening van een afvoerput beschouwd voor de huidige uitvinding.

Het is nu een doel van de uitvinding een afvoerput te verschaffen, waarbij de bovengenoemde nadelen verminderd zijn of zelfs worden voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een afvoerput volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt door een langwerpig profiel met in hoofdzaak constante dwarsdoorsnede, welk profiel parallel en aangrenzend aan een zijde van de omtrekswand is aangebracht en waarbij het zwaartepunt van de dwarsdoorsnede van het profiel buiten de instroomopening ligt gezien in bovenaanzicht van de afvoerput.

De afvoerput volgens de uitvinding is zeer geschikt om tegen een wand aan te plaatsen. Vervolgens kan de nodige afdichting worden voorzien en tenslotte wordt er een langwerpig profiel aangrenzend een zijde van een omtrekswand geplaatst. Dit profiel kan de aansluiting van de afvoerput op de wand voorzien, zodat een afdichting niet direct in de hoek, waar de wand, vloer en afvoerput samenkomen, aangebracht hoeft te worden.

Doordat het zwaartepunt van de dwarsdoorsnede van het profiel zich buiten de instroomopening zal het profiel zich hoofdzakelijk buiten de instroomopening uitstrekken, waardoor het een overbrugging tussen de instroomopening en bijvoorbeeld een wand kan voorzien.

Het is mogelijk om langs meer zijden van de omtrekswand dergelijke langwerpige profielen te voorzien, bijvoorbeeld, wanneer de afvoerput in de hoek tegen twee haaks op elkaar staande wanden wordt geplaatst.

Door het gebruik van een afzonderlijk profiel kan de kleur en materiaal van het profiel naar wens gekozen worden. Het is zo bijvoorbeeld mogelijk om de kleur van het profiel te laten aansluiten bij de kleur van de wandtegels. Het profiel kan bijvoorbeeld van roestvast staal gemaakt zijn, maar een kunststof, zoals corian, behoort ook tot de mogelijkheden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding omvat het langwerpig profiel een neerhangend wanddeel, welk wanddeel zich uitstrekt via de instroomopening aan de binnenzijde van de omtrekswand of in een langsgroef in de bovenrand van de zijde van de omtrekswand.

Wanneer vocht op het profiel terecht komt, zal het via het profiel en het neerhangend wanddeel vanzelf in de instroomopening stromen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk aan het profiel een afdichtend doek, zoals een tegeldoek, te bevestigen en dit doek achter een afwerklaag, zoals een tegellaag, te verwerken. Mocht er eens scheur in het tegelwerk komen, zal lekkage water via het afdichtend doek over het profiel in de instroomopening stromen, waardoor geen lekkage kan ontstaan.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding omvat het langwerpig profiel een horizontaal wanddeel, dat zich vanaf de bovenrand van de zijde van de omtrekswand weg van de instroomopening uitstrekt.

Daarnaast omvat bij voorkeur het langwerpig profiel een verticaal, opstaand wanddeel dat is aangebracht aan het distale eind van het horizontale wanddeel gezien in dwarsdoorsnede.

Met een dergelijk profiel, dat in hoofdzaak een Lvormige dwarsdoorsnede heeft, kan de afstand van de opstaande wand van de opvangbak naar de wand van een ruimte overbrugd worden en wordt bovendien met het verticale deel een flens voorzien, waaraan gemakkelijk een afdichtdoek, zoals een tegeldoek, bevestigd kan worden.

Het verticale deel kan ook als zichtdeel gebruikt worden. Hierdoor is het mogelijk om met het verticale deel een hoogte verschil tussen een douchevloer zone en een omringende badkamervloer op te vangen, waardoor wandtegels aangrenzend aan de badkamervloer zonder onderbreking in een horizontale baan tot de douchevloer zone kunnen lopen. Het hoogte verschil tussen deze horizontale tegelbaan en de lager liggende douchevloer wordt opgevangen door het verticale zichtdeel van het profiel.

Nog een andere uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding omvat verder een opvullichaam, zoals een schuimlichaam, aangebracht aan de onderzijde van het horizontale wanddeel.

Aangezien een opstaande wand van de opvangbak vaak ook voor de begrenzing van omringende tegels verzorgt en doordat gewoonlijk achter een tegen de muur geplaatste afvoerput geen tegelrand meer geplaatst wordt, zal er een hoogte verschil zijn tussen de ondervloer en het horizontale wanddeel van het profiel. Het schuimdeel vult deze ruimte op en vangt bovendien eventuele hoogte verschillen gemakkelijk op.

Daarnaast kan met behulp van het schuimdeel en het neerhangend wanddeel eenvoudig een groef gevormd worden, waarin een zijde van de omtrekswand gestoken kan worden, zodat het profiel gemakkelijk met de omtrekswand gekoppeld kan worden.

In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding is de omtrekswand van de opvangbak tweedelig ten einde in hoogte verstelbaar te zijn.

Bij voorkeur omvat de omtrekswand een eerste omtrekswanddeel, welk eerste omtrekswanddeel langs de omtrek van de bodem opstaat en daaraan is aangebracht en waarbij de omtrekswand een tweede omtrekswanddeel omvat, dat ten opzichte van het eerste omtrekswanddeel in een richting loodrecht op de bodem verschuifbaar is.

Het tweedelig zijn van de omtrekswand wordt ook vaak aangeduid als een opvangbak met enkelvoudige omtrekswand, waarin een stelframe of tegelframe is aangebracht. Dit stelframe of tegelframe ligt direct naast of zelfs tegen de opstaande omtrekswand en is door middel van verstelmiddelen in hoogte verstelbaar. Hierdoor kan de hoogte van de bovenrand van de omtrekswand worden aangepast aan de dikte van de omringende tegels of afwerklaag.

Bijkomend voordeel van de uitvinding is dat de tweedelige omtrekswand gemakkelijk afgedicht kan worden met een kitlaag. De afdichting kan dan nog visueel geïnspecteerd worden, waarna pas het langwerpige profiel wordt aangebracht op de bovenrand van de tweedelige omtrekswand en aldus een goede aansluiting op een naast gelegen wand verkregen kan worden.

Weer een andere uitvoeringsvorm van de afvoerput omvat verder een horizontale omtreksflens aangebracht aan de buitenzijde van de opvangbak.

Aan de omtreksflens kan een waterafdichtend doek worden bevestigd voor afdichting van de afvoerput ten opzichte van een ondervloer, terwijl op de bovenrand van de opstaande omtrekswand het langwerpig profiel aangebracht kan worden voor een betrouwbare afdichting op een aangrenzende wand van een ruimte.

De uitvinding betreft verder een combinatie van een afvoerput volgens de uitvinding met een tweedelige omtrekswand en een ondervloer, waarbij de opvangbak ten minste gedeeltelijk is ingebed in de ondervloer, waarbij de combinatie verder een afdichting, zoals een siliconen kitrups, omvat aangebracht tussen de twee delen van de opstaande omtrekswand.

De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het aanbrengen van een afvoerput met een tweedelige omtrekswand in een ondervloer, welke werkwijze de stappen omvat:

- het verschaffen van een afvoerput volgens de uitvinding;

- het op een ondergrond positioneren van de opvangbak;

- het rond de opvangbak storten van een ondervloer, zodanig dat de opvangbak ten minste gedeeltelijk is ingebed in de gestorte ondervloer;

- het aanbrengen van een afdichting tussen de twee delen van de opstaande omtrekswand van de opvangbak;

- het na het aanbrengen van de afdichting, op de bovenrand van een zijde van de omtrekswand aanbrengen van het langwerpig profiel, waarbij het langwerpig profiel zich uitstrekt over het bovenoppervlak van de ondervloer.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van de uitvoering volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont schematisch een vierde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van een zesde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede van een zevende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm 1 van een afvoerput volgens de uitvinding. De afvoerput 1 heeft een opvangbak met een bodem 2 (zie ook figuur 2) en een tweedelige omtrekswand 3, 4. Hierbij is het eerste omtrekswanddeel 3 als één geheel aan de bodem 2 aangebracht, terwijl het tweede omtrekswanddeel 4 als stelframe is uitgevoerd. Het tweede omtrekswanddeel 4 kan door middel van stelschroeven 5 in hoogte versteld worden, zodat de bovenrand 6 van het omtrekswanddeel 4 op gelijke hoogte als een omringende vloer, zoals een tegelvloer, gebracht kan worden.

De opvangbak 2, 3, 4 is verder voorzien van een uitloop 7, zodat water dat via de instroomopening 8, die begrensd wordt door het omtrekswanddeel 4 en verzameld wordt in de opvangbak 2, 3, 4 afgevoerd kan worden.

Het eerste omtrekswanddeel 3 is verder voorzien van een horizontale flens 9 waaraan bijvoorbeeld een waterafdichtend doek bevestigd kan worden.

Langs één zijde is op de bovenrand 6 een langwerpig profiel 10 aangebracht. Dit langwerpig profiel 10 heeft in dwarsdoorsnede een horizontaal wanddeel 11, een neerhangend wanddeel 12, dat over de bovenrand 6 in de instroomopening 8 hangt en een verticaal wanddeel 13, dat aan het distale eind van het horizontale wanddeel 11 is aangebracht. Onder het horizontale wanddeel 11 is een opvullichaam 14 van een schuim aangebracht.

Het zwaartepunt Z van de dwarsdoorsnede van het langwerpige profiel 10 ligt, gezien in bovenaanzicht van de afvoerput 1 buiten de instroomopening 8.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm 20 van een afvoerput volgens de uitvinding. Deze afvoerput 20 heeft een opvangbak met een bodem 21, een enkelvoudige opstaande omtrekswand 22 en een uitloop 23. De omtrekswand 22 begrensd ook hier een instroomopening 24.

Op een bovenrand 25 van de omtrekswand 22 is een langwerpig profiel 26 met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede aangebracht. Onder het profiel 26 is een opvullichaam 27 aangebracht, waarmee het L-vormige profiel 26 gedeeltelijk op de ondervloer 28 steunt.

Zoals getoond in figuur 3 is de opvangbak 21, 22, 23 gedeeltelijk ingebed in de ondervloer 28 en ligt het L-vormige profiel 26 met het verticale deel aan tegen een wand 29. De ondervloer 28 is betegeld met tegels 30, terwijl de wand 29 ook is voorzien van tegels 31, die het verticale deel van het L-vormige profiel 26 bedekken.

Op gelijke wijze kan ook de uitvoering volgens figuren 1 en 2 worden ingebouwd in een ondervloer en tegen een wand. Het voordeel van een apart langwerpig profiel 11, 12, 13; 26 is dat een opvangbak 2, 3, 4; 21, 22 gebruikt kan worden, die ook geschikt is voor montage midden in een ruimte. Het losse profiel 11, 12, 13; 26 kan op een later moment worden gemonteerd, dan de opvangbak 2, 3, 4; 21, 22 ingebed wordt in de ondervloer, waardoor ook gemakkelijker afdichtingen voorzien kunnen worden.

Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm 40 van een afvoerput volgens de uitvinding. De afvoerput 40 heeft een opvangbak met een bodem 41, een omtrekswand 42 en een uitloop 43. De omtrekswand 42 begrens een instroomopening 44 van de opvangbak 41, 42, 43.

In de bovenrand van de omrekswand 42 is een sleuf 45 aangebracht, waarin een neerhangend wanddeel 46 van een langwerpig profiel 46, 47, 48 gestoken kan worden. Doordat het wanddeel 46 in de sleuf 45 steekt is de hoogte van het langwerpig profiel 46, 47, 48 ten opzichte van de opvangbak 41, 42, 43. Ook deze uitvoering 40 kan op een gelijke wijze als getoond in figuur 3 worden aangebracht in een ondervloer en nabij een wand.

Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm 50 van een afvoerput volgens de uitvinding. De afvoerput 50 heeft een opvangbak met een bodem 51, een opstaande eerste omtrekswanddeel 52, waaraan een horizontale flens 53 is aangebracht en een tweede omtrekswanddeel 54, dat in hoogte verstelbaar is.

Langs één zijde is op de bovenrand van het tweede omtrekswanddeel 54 een U-vormig profiel 55 aangebracht. In dit U-vormig profiel 55 is een glasplaat 56 geplaatst.

Het voordeel van de uitvinding is dat in deze uitvoering de opvangbak 51, 52, 53, 54 in de ondervloer 57 ingebed kan worden. Vervolgens wordt het tweede omtrekswanddeel 54 in hoogte gesteld, zodat de bovenrand 58 op gelijke hoogte ligt als het bovenoppervlak van de vloertegels 59. Tenslotte kan het U-vormige profiel 55 worden geplaatst, waarin de glasplaat 56 aangebracht kan worden.

Doordat het U-vormig profiel 55 apart aangebracht kan een gebruikelijke opvangbak toegepast worden en is het mogelijk om tussen het eerste omtrekswanddeel en het tweede omtrekswanddeel een afdichting te voorzien, voordat het profiel wordt aangebracht.

Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm 60 volgens de uitvinding. De opvangbak 2, 3, 4 komt overeen met de uitvoering getoond in figuren 1 en

2. Het frame 4 is in hoogte verstelbaar, net zoals getoond in figuur 2 en een flens 9 is voorzien rond de opvangbak 2, 3, 4 voor het bevestigen van een tegeldoek of andere afdichting.

Op de bovenrand 6 van het frame 4 is langs een korte en een lange zijde van het frame 4 een langwerpig profiel 61 voorzien. Het langwerpige profiel 61 is voorzien van een eerste horizontaal deel 62 en een daaraan bevestigd tweede horizontaal deel 63. Op beide horizontale delen 62, 63 is een respectievelijk verticaal deel 64, 65 voorzien. Het horizontale deel 62 en verticale deel 64 steken uit tot voorbij het frame 4 en de daaronder liggende opvangbak 2, 3, zodat een aansluiting tussen een vloer en een muur uniform afgewerkt kan worden, ook al strekt de opvangbak 2, 3, 4 zich niet uit over de gehele breedte van de vloer.

De horizontale delen 62, 63 zijn verder voorzien van omgezette randen 66, 67, die in de instroomopening 8 steken.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van een zesde uitvoeringsvorm 70 volgens de uitvinding. De afvoerput 70 heeft een bodem 71 en een omtrekswand 72, waarvan het bovenste deel is omgevouwen en eindigt in een horizontale flens 73. Op de horizontale flens 73 is een afdichtdoek 74 aangebracht, zodat de afvoerput 70 ten opzichte van de ondervloer 75 en wand 76 waterdicht is afgedicht.

Omdat de breedte van de horizontale flens 73 groter is dan de dikte van de wandtegels 77, is een langwerpig profiel 78 voorzien, dat met een verticaal deel in de instroomopening 79 van de afvoerput 70 steekt. De ruimte tussen de horizontale flens 73 en langwerpig profiel 78 is opgevuld met een schuimstuk 80.

Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede van een zevende uitvoeringsvorm 90 volgens de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm is de opvangbak 71, 72, 73 gelijk aan de uitvoering volgens figuur 7. Ook is aan de horizontale flens 73 een tegeldoek 74 aangebracht, waarna wandtegels 77 en vloertegels 91 betrouwbaar aangebracht kunnen worden.

Ter overbrugging van de afstand tussen de omtrekswand 72 en de wandtegels 77, als gevolg van de breedte van de horizontale flens 73, is een langwerpig profiel 92 voorzien.

Dit langwerpige profiel 92 is aan de buitenzijde tegen de opstaande wand 72 aangebracht en door de knik sluit het profiel 92 aan op het zichtbare oppervlak van de wandtegels 77. De ruimte onder het profiel 92 is opgevuld met een schuim 93.

Het spreekt voor zich dat diverse kenmerken van de verschillende uitvoeringsvormen uitgewisseld en gecombineerd kunnen worden. Zo kan het langwerpige profiel zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van de omtrekswand aanliggen en met de andere zijde achter de wandtegels liggen of aansluiten op het zichtbare oppervlak van de tegels.

Claims (10)

1. Conclusies

   1. Afvoerput omvattende een opvangbak met een bodem, een langs de omtrek van de bodem aangebrachte opstaande omtrekswand, welke omtrekswand een instroomopening begrensd, en een afvoeropening voor het afvoeren van opgevangen water;

   gekenmerkt door een langwerpig profiel met in hoofdzaak constante dwarsdoorsnede, welk profiel parallel en aangrenzend aan een zijde van de omtrekswand is aangebracht en waarbij het zwaartepunt van de dwarsdoorsnede van het profiel buiten de instroomopening ligt gezien in bovenaanzicht van de afvoerput.
2. 2. Afvoerput volgens conclusie 1, waarbij het langwerpig profiel een neerhangend wanddeel omvat, welk wanddeel zich uitstrekt via de instroomopening aan de binnenzijde van de omtrekswand of in een langsgroef in de bovenrand van de zijde van de omtrekswand.
3. 3. Afvoerput volgens conclusie 1 of 2, waarbij het langwerpig profiel een horizontaal wanddeel omvat, dat zich vanaf de bovenrand van de zijde van de omtrekswand weg van de instroomopening uitstrekt.
4. 4. Afvoerput volgens conclusie 3, waarbij het langwerpig profiel een verticaal, opstaand wanddeel omvat dat is aangebracht aan het distale eind van het horizontale wanddeel gezien in dwarsdoorsnede.
5. 5. Afvoerput volgens conclusie 3 of 4, verder omvattende een opvullichaam, zoals een schuimlichaam, aangebracht aan de onderzijde van het horizontale wanddeel.
6. 6. Afvoerput volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de omtrekswand van de opvangbak tweedelig is ten einde in hoogte verstelbaar te zijn.
7. 7. Afvoerput volgens conclusie 6, waarbij de omtrekswand een eerste omtrekswanddeel omvat, welk eerste omtrekswanddeel langs de omtrek van de bodem opstaat en daaraan is aangebracht en waarbij de omtrekswand een tweede omtrekswanddeel omvat, dat ten opzichte van het eerste omtrekswanddeel in een richting loodrecht op de bodem verschuifbaar is.
8. 8. Afvoerput volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een horizontale omtreksflens aangebracht aan de buitenzijde van de opvangbak.
9. 9. Combinatie van een afvoerput volgens één van de voorgaande conclusies 6 of 7 en een ondervloer, waarbij de opvangbak ten minste gedeeltelijk is ingebed in de ondervloer, waarbij de combinatie verder een afdichting, zoals een siliconen kitrups, omvat aangebracht tussen de twee delen van de opstaande omtrekswand.
10. 10. Werkwijze voor het aanbrengen van een afvoerput volgens één van de conclusies 6 of 7 in een ondervloer, welke werkwijze de stappen omvat:

    - het verschaffen van een afvoerput volgens één van de conclusies 6 of 7;

    - het op een ondergrond positioneren van de opvangbak;

    - het rond de opvangbak storten van een ondervloer, zodanig dat de opvangbak ten minste gedeeltelijk is ingebed in de gestorte ondervloer;

    - het aanbrengen van een afdichting tussen de twee delen van de opstaande omtrekswand van de opvangbak;

    - het na het aanbrengen van de afdichting, aangrenzend aan een zijde van de omtrekswand aanbrengen van het langwerpig profiel, waarbij het langwerpig profiel zich uitstrekt over het bovenoppervlak van de ondervloer.

    1/5 l· ’By

    2/5

    3/5 ig.

    ια. 6

    5/5