NL2019033B1

NL2019033B1 - Inrichting voor het verplaatsen van een last alsmede een heforgaan daarvoor

Info

Publication number: NL2019033B1
Application number: NL2019033A
Authority: NL
Inventors: Van Den Berg Niels
Original assignee: Ravas Europe B V
Priority date: 2017-06-08
Filing date: 2017-06-08
Publication date: 2018-12-17
Also published as: NL2019412B1; EP3634904B1; CN110719887A; US20200141790A1; US11473965B2; CN110719887B; EP3634904A1

Abstract

Een inrichting voor het verplaatsen van een last omvat een mobiel, in het bij zonder rollend, onderstel (10) waarvan een hefinrichting uitgaat (20) met tenminste een heforgaan (30). De hefinrichting is bestemd en ingericht om daarop de last (5) te ontvangen. Het heforgaan omvat een in hoofdzaak L-vormige basis (31) met een liggend been (311) en een staand been (312), die door een bocht (313) onderling zijn verbonden. Het heforgaan omvat verder een schoen (33) welke zich over de basis (31) uitstrekt onder tussenkomst van tenminste een gewichtsopnemer (32) van elektronische weegmiddelen. De schoen (33) is eveneens in hoofdzaak L-vormig met een liggend been (331) en een staand been (332), waarbij het staande been (332) van de schoen (33) een tussenruimte tot het staande been (312) van de basis (31) bewaart. Een basiseenheid (40) van de weegmiddelen is althans in hoofdzaak volledig in de tussenruimte tussen beide benen (31,33) opgenomen.

Description

Octrooicentrum Nederland

Θ 2019033 (21) Aanvraagnummer: 2019033 © Aanvraag ingediend: 8 juni 2017 © BI OCTROOI (51) Int. Cl.:

B66F 9/12 (2017.01) B66F 17/00 (2017.01) G01G

19/08 (2017.01)

(4^ Aanvraag ingeschreven:	© Octrooihouder(s):
17 december 2018	RAVAS Europe B.V. te Zaltbommel.
© Aanvraag gepubliceerd:
-	© Uitvinder(s):
	Niels van den Berg te Den Bosch.
© Octrooi verleend:
17 december 2018
	© Gemachtigde:
© Octrooischrift uitgegeven:	drs. A.A. Jilderda te Eindhoven.
24 april 2019

54) Inrichting voor het verplaatsen van een last alsmede een heforgaan daarvoor

Een inrichting voor het verplaatsen van een last omvat een mobiel, in het bijzonder rollend, onderstel (10) waarvan een hefinrichting uitgaat (20) mettenminste één heforgaan (30). De hefinrichting is bestemd en ingericht om daarop de last (5) te ontvangen. Het heforgaan omvat een in hoofdzaak L-vormige basis (31) met een liggend been (311) en een staand been (312), die door een bocht (313) onderling zijn verbonden. Het heforgaan omvat verder een schoen (33) welke zich over de basis (31) uitstrekt onder tussenkomst van tenminste één gewichtsopnemer (32) van elektronische weegmiddelen. De schoen (33) is eveneens in hoofdzaak L-vormig met een liggend been (331) en een staand been (332), waarbij het staande been (332) van de schoen (33) een tussenruimte tot het staande been (312) van de basis (31) bewaart. Een basiseenheid (40) van de weegmiddelen is althans in hoofdzaak volledig in de tussenruimte tussen beide benen (31,33) opgenomen.

NL Bl 2019033

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Inrichting voor het verplaatsen van een last alsmede een heforgaan daarvoor

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van een last, omvattende een mobiel, in het bijzonder rollend, onderstel waarvan een hefïnrichting uitgaat met tenminste één heforgaan, welke hefinrichting bestemd en ingericht is om daarop de last te ontvangen, waarbij het heforgaan een in hoofdzaak L-vormige basis omvat met een liggend been en een staand been, die door een bocht onderling zijn verbonden, en waarbij het heforgaan een schoen omvat welke zich over het liggende been van de basis uitstrekt onder tussenkomst van tenminste één gewichtsopnemer van elektronische weegmiddelen voor het registreren en als elektronisch signaal afgeven van een maat van een door de schoen gedragen last, welke weegmiddelen een basiseenheid omvatten met tenminste elektronische verwerkingsmiddelen en een elektronische voeding, welke basiseenheid door tussenkomst van een elektronische verbinding met de gewichtsopnemer is gekoppeld.

Een dergelijke inrichting wordt op ruime schaal toegepast als heftruck of palletwagen voor het verplaatsen van ladingen, bijvoorbeeld in distributiecentra en op andere locaties waar ladingen verplaatst dienen te worden, gewoonlijk aangeduid als material handling. Bij dergelijke manipulaties met een last is het in toenemende mate wenselijk om tijdens de verplaatsing een indicatie te verkrijgen van een gewicht en bij voorkeur tevens van een positie van de te verplaatsen lading. Een dergelijke indicatie kan daarbij verschillende doeleinden dienen. Indien in de inrichting kantelbeveiligingsmiddelen zijn voorzien, kunnen deze op basis van een aantal op afzonderlijke posities geregistreerde belastingen bij een overschrijding van een als veilig beoordeelde grenswaarde een waarschuwing aan een operateur afgeven. Daarnaast of in plaats daarvan kan een geregistreerd gewicht en/of een berekende positie van de lading eventueel ook via een daartoe te voorziene weergave-eenheid aan de operateur visueel worden weergegeven, zodat deze informatie in de verdere logistieke afhandeling kan worden gebruikt en verwerkt.

Een inrichting van de in de aanhef beschreven soort wordt reeds geruime tijd met succes door aanvraagster gevoerd en op de markt gebracht. Daarbij is een verdieping in de basis voorzien ter vorming van een holte om daarin de basiseenheid onder te kunnen

-2brengen. Uit oogpunt van behoud van constructieve sterkte wordt deze holte voorbij de bocht in het staande been uitgespaard. De holte wordt afgedekt met een plaatlichaam ter bescherming van de basiseenheid en de batterij waaruit de basiseenheid wordt gevoed. Vanaf de holte strekt een groef of een stel groeven zich uit tot in het liggende been van de basis ter accommodatie van een bekabeling tussen de gewichtsopnemer(s) en de basiseenheid van de weegmiddelen.

Hoewel de bekende inrichting op zichzelf bevredigend functioneert en een adequate gewichtsindicatie verschaft, blijkt de na-uitrusting van een inrichting met dergelijke weegmiddelen niettemin omslachtig en mede daardoor tijdrovend. Bovendien leidt een veelheid aan verschillende voorkomende typen heforganen van herinrichtingen van afzonderlijke fabrikanten en aanbieders in de markt in combinatie met verschillende gewenste batterij posities tot een relatief grote variatie in vereiste kabellengten en kabeladers tussen de basiseenheid en de gewichtsopnemer(s). Dit heeft op zijn beurt een relatief groot voorraadbeslag tot gevolg.

Met de onderhavige uitvinding wordt dan ook onder meer beoogd te voorzien in een inrichting voor het verplaatsen van een last die op een meer praktische wijze met de weegmiddelen kan worden uitgerust.

Om het beoogde doel te bereiken, heeft een inrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de schoen en de basis onderling een tussenruimte insluiten, en dat de basiseenheid van de weegmiddelen althans in hoofdzaak volledig in de tussenruimte tussen de basis en de schoen is opgenomen. Aldus is tussen de basis en de schoen een tussenruimte voorzien ter vorming van een kamer die plaats biedt aan de basiseenheid van de weegmiddelen. Deze kamer is aan een ziehtzijde begrensd door de schoen, die daarmee de basiseenheid een fysieke bescherming tegen een eventuele impact. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is in dat opzicht gekenmerkt doordat de basis en schoen van het heforgaan althans in hoofdzaak uit metaal, in het bijzonder staal, zijn gevormd.

-3Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de schoen eveneens in hoofdzaak L-vormig is met een liggend been en een staand been, waarbij het staande been van de schoen de tussenruimte tot het staande been van de basis bewaart, en dat de basiseenheid van de weegmiddelen althans in hoofdzaak volledig in de tussenruimte tussen beide staande benen is opgenomen. Zowel een uitsparing in de basis, als de voorziening van een separate beschermende afdekking zijn dankzij de uitvinding niet langer noodzakelijk. In de praktijk leidt één en ander een belangrijke operationele tijdwinst bij het uitrusten van een inrichting voor het verplaatsen van een last met weegmiddelen.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de elektronische verbinding tussen de basiseenheid en de gewichtsopnemer een draad gebonden kabelverbinding omvat. Omdat niet langer een verdieping in de basis dient te worden uitgespaard, treedt er geen constructief sterkteverlies op in het heforgaan en kan de basiseenheid op een vaste afstand vanaf de bocht worden aangebracht. Aldus bepaalt nog uitsluitend een afstand tot de gewichtsopnemer(s) een vereiste kabellengte, waardoor daarvan minder variaties op voorraad dienen te worden gehouden.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat de basiseenheid is ondergebracht in een behuizing en dat de behuizing een kamer omvat om daarin een overmaat aan lengte van de kabelverbinding te ontvangen. Een eventuele overmaat aan kabel die aldus in deze kamer in de behuizing kan worden ondergebracht, laat een verdere reductie in het aantal uitvoeringen toe die in voorraad dienen te worden genomen, althans waarin dient te worden voorzien, om te anticiperen op voorkomende variaties in dimensies van heforganen in commercieel verkrijgbare herinrichtingen.

Met het oog op een integrale afscherming van zowel de basiseenheid als de gewichtsopnemer(s) die onder de schoen schuil gaan, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de

-4schoen aan weerszijden een stel afhangende wangen omvat die de basis zijdelings flankeren. De wangen dekken aldus een spleet af die omwille van een vereiste spelingsvrijheid tussen de schoen en de gewichtopnemers is geboden. Niet alleen biedt dit een fysieke afscherming: ook oogt het heforgaan aldus als een fraai enkel geheel.

Om de basiseenheid voor service en/of bediening toegankelijk te houden zonder in te boeten aan effectieve bescherming van de achter de schoen verdekt geplaatste basiseenheid, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat tenmiste één van de wangen ter hoogte van de basiseenheid is voorzien van een venster waardoorheen de basiseenheid toegankelijk is. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft in dit opzicht als kenmerk dat de basiseenheid ter hoogte van het venster een via het venster toegankelijke en bij voorkeur uitneembare en/of verwisselbare voedingseenheid omvat, in het bijzonder een herlaadbare batterij- of accueenheid, die - eenmaal gepositioneerd in de basiseenheid - zeer goed afgeschermd wordt tegen vocht en vuil. De aldus via het venster toegankelijke voedingseenheid kan ter hoogte van het venster worden voorzien van een elektrische aansluiting door middel waarvan daaraan een landstroom kan worden toegevoerd. Bij voorkeur wordt de inrichting evenwel uitgevoerd met een uitneembare en verwisselbare of herplaatsbare voedingseenheid die afzonderlijk van de inrichting kan worden herladen of direct kan worden vervangen door reeds geladen andere voedingseenheid.

Met het oog op een directe bediening of uitlezing van de basiseenheid heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de tussenruimte van bovenaf open is en dat de basiseenheid aan een aldus geboden zichtzijde bedieningsmiddelen omvat, in het bijzonder in de vorm van een gebruikersinterface-paneel dat verdiept in de tussenruimte is gelegen. Gebleken is dat, hoewel de tussenruimte aan de zichtzijde open is, niettemin voldoende bescherming wordt geboden aan de daarin geplaatste basiseenheid. Een extra bescherming wordt daarbij geboden bij een verdiepte ligging van de basiseenheid met het bedieningspaneel.

-5De weegmiddelen kunnen onderdeel zijn van een kantelbeveiliging in welk geval een auditief en/of visueel waarneembaar alarmsignaal volstaat om de gebruiker te attenderen op een dreigend kantelgevaar als gevolg van een onj uist op de hefinrichting geplaatste lading of een overbelading. Ook kunnen weegmiddelen in voorkomende gevallen worden ingezet om een indicatie van een gewicht van de lading te verkrijgen. Met het oog daarop heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de weegmiddelen beeldweergavemiddelen omvatten voor het visueel weergeven van een berekend gewicht en/of een berekende positie van de last in de hefinrichting, welke beeldweergavemiddelen via een elektronische verbinding met de elektronische verwerkingsmiddelen zijn gekoppeld.

De beeldweergavemiddelen kunnen daarbij zijn voorzien op of aan dezelfde behuizing als die van de basiseenheid, doch in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de verder elektronische verbinding een draadloze verbinding omvat, waarbij de basiseenheid zender/ontvangermiddelen omvat voor het opzetten en onderhouden van de draadloze verbinding met de beeldweergavemiddelen. Een dergelijke draadloze verbinding laat een grote mate van vrij heid toe om de beeldweergavemiddelen elders in of aan de inrichting onder te brengen op een locatie die beter uitleesbaar is voor de gebruiker.

Hoewel de uitvinding breed toepasbaar is, heeft de uitvinding in het bijzonder betrekking op een palletwagen of vorkheftruck waarvan de hefinrichting deel uitmaakt. De uitvinding heeft tevens betrekking op een heforgaan zoals toegepast in de hiervoor beschreven inrichting volgens de uitvinding en zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont:

figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het verplaatsen van een last volgens de uitvinding in de vorm van een vorkheftruck:

figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een heflepel volgens de uitvinding, zoals toegepast in de inrichting van figuur 1;

figuur 2A een uitvergrote weergave van een deel van de heflepel van figuur 2; en figuur 3 een dwarsdoorsnede van de heflepel van figuur 2.

-6Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid, hi figuur 1 is schematisch een voorbeeld weergegeven van een vorkheftruck volgens de uitvinding. De heftruck omvat een mobiel, namelijk zelf-rijdend, onderstel met cabine 15 voor een bestuurder 1. Aan een voorzijde omvat de heftruck een hefinrichting 20 in de vorm van een mast met een, niet nader getoond, lepelbord waaraan een stel heforganen in de vorm van zogenaamde heflepels 30 is gemonteerd om daarop een lading of last 5 te ontvangen, waarvan er één in figuur 2 en 3 in nader detail is weergegeven.

De heflepels 30 omvatten elk een relatief zware massief stalen lepelbasis 31 waarvan een masthaak constructie uitgaat 315, waarmee de lepels 30 aan het lepelbord van de mast 20 van de heftruck kunnen worden gehaakt. De lepelbases zijn L-vormig met een liggend been 311 en een staand been 312 die onderling door een bocht 313 zijn verbonden en zijn in hoofd zaak uit één geheel gevormd. Over de lepelbasis 31 ligt een lepelschoen 33 uit plaatstaal die louter op een tweetal steunpunten met de lepelbasis 31 is gekoppeld. Voor het overige bewaart de lepelschoen 33 een zekere speling en daarmee bewegingsvrijheid ten opzichte van de lepelbasis 31. In elk steunpunt is de lepelschoen 33 door tussenkomst van een gewichtopnemer 32, een zogenaamde load cell, met de lepelbasis 31 verbonden. Deze gewichtsopnemers 32 zijn in staat en ingericht om een door de last 5 op de schoen 33 uitgeoefende belasting te registreren en dit als een elektronisch signaal af te geven.

De signalen van alle gewichtsopnemers 32 tezamen worden over een niet nader getoonde kabelverbinding naar een basiseenheid 40 geleid met een elektronische verwerkingsmiddelen in de vorm van een met ten minste een microprocessor bezette printplaat. De microprocessor is op basis van een daarin geladen algoritme in staat uit het totaal van de afzonderlijke signalen van de gewichtopnemers 32 een gewicht van de

-7last 5 te berekenen en deze waarde als elektronisch signaal af te geven. Tevens wordt uit de afzonderlijke signalen van de gewichtopnemers 32 op basis vaan een daartoe voorzien algoritme een actuele positie van de lading op de heflepels berekend, zowel in de breedte als in de diepte. Deze laatste informatie wordt in combinatie met een geregistreerd gewicht en in samenhang met een actuele hefhoogte gebruikt om een dreigend kantelgevaar te voorzien en op een daartoe geëigende wijze de bestuurder daarvoor de waarschuwen en behoeden. De microprocessor is gekoppeld aan een elektronisch geheugen waarin alle informatie en voorvallen desgewenst automatisch worden opgeslagen en als logboek vastgelegd.

De verwerkingsmiddelen zijn opgenomen in een vocht- en stofdichte behuizing 40 en worden gevoed vanuit een daartoe voorziene elektrische voeding in de vorm van een accupakket 50. Conform de uitvinding is de lepelschoen 33, evenals de lepelbasis 31, in hoofdzaak L-vormig met een liggend been 331 en een staand been 332. Het staande been 332 van de lepelschoen 33 bewaart daarbij een zekere tussenruimte ten opzichte van het staande been 312 van de lepelbasis zodat daartussen een kamer wordt gevormd die onderdak biedt aan de behuizing 40 van de basiseenheid. Deze tussenruimte is van bovenaf open, maar wordt voor het overige rondom en in het bijzonder frontaal afgeschermd door het staande been 332 van de lepelschoen. De behuizing 40 wordt op geëigende wijze, bijvoorbeeld door middel van schroeven en/of dubbelzijdig klevende tape, in deze tussenruimte vast gezet. In de behuizing 40 bevindt zich een, niet nader getoonde, holte waarin desgewenst een eventuele overmaat aan kabellengte kan worden weggeborgen.

Zoals in figuur 2A duidelijker is te zien, ligt de behuizing 40 enigszins verdiept achter het staande been, waardoor een zichtzijde van de behuizing toegankelijk is maar de behuizing voor het overige bijzonder effectief wordt beschermd door de stalen lepelschoen 33 enerzijds en de stalen lepelbasis 31 anderzijds. Aan de zichtzijde kunnen bedieningsmiddelen worden voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van het getoonde gebruikersinterface-paneel 45 met bedieningstoetsen en één of meer indicatie LED's om bijvoorbeeld een actuele conditie van het accupakket aan te geven.

-8De lepelschoen 33 omvat aan weerszijden een stel afhangende wangen 335 die de overeenkomstige zijden van de lepelbasis 31 flankeren en afdekken. De lepelschoen 33 dekt daarmee tevens de kier af tussen de schoen 33 en de basis 31, zodat ook de gewichtopnemers 32 beter worden beschemid. Ter hoogte van het accupakket 50 is in één van de wangen 335 echter een venster 333 voorzien waardoor het accupakket 50 bereikbaar blijft. Hoewel het accupakket op zichzelf met een toereikende accuduur kan worden uitgevoerd om een bedrijfsduur van minimaal een volledige dag of een aantal dagen/weken te overbruggen, kan het accupakket 50 aldus eenvoudig worden uitgenomen om extern te worden herladen en/of te worden verwisseld voor een vers accupakket dat in een voortgezette bedrijfsduur voorziet.

De behuizing 40 biedt verder onderdak aan zender/ontvangermiddelen in de vorm van een BlueTooth® module die in staat en ingericht zijn om een draadloze verbinding op te zetten en te onderhouden met een in de cabine geplaatste beeldweergave-eenheid 60. De zender/ontvangermiddelen zijn gekoppeld aan de centrale verwerkingseenheid en ontvangen daarvan het berekende gewicht als elektronisch signaal om dit vervolgens over de draadloze verbinding naar de beeldweergave-eenheid 60 te zenden. Een daartoe op de zichtzijde van de behuizing 40 voorziene status LED geeft een status en kwaliteit van deze draadloze verbinding weer.

De beeldweergave-eenheid 60 omvat een (LCD) beeldscherm waarop het gewicht als alfanumerieke waarde in het zicht van de bestuurder 1 wordt getoond. Tevens kunnen daarop verdere gegevens al of niet grafisch worden weergegeven, zoals bijvoorbeeld een kantelwaarschuwing en een positie van de lading, eventueel ondersteund door een auditief waarneembaar waarschuwingsalarm. De beeldweergave-eenheid kan door een verwisselbare batterij of accu worden gevoed, maar eventueel ook worden gekoppeld aan het elektrische netwerk van het voertuig.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is

-9beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen moge lijk.

Zo is de uitvinding behalve in een vorkheftruck met een stel heflepels ook met voordeel 5 toepasbaar in een heftruck met slechts een enkele hefvork of in een al of niet zelfrijdende palletwagen. In plaats van voor een draadloze verbinding kan tussen de basiseenheid en de weergavemiddelen ook worden gekozen voor een draad gebonden verbinding. Bovendien kan desgewenst een ander, al of niet standaard, protocol voor draadloze signaaloverdracht worden toegepast, dan het beschreven BlueTooth® protocol. In plaats van tussen beide staande benen van de lepel en basis kan de tussenruimte voor de basiseenheid ook worden voorzien tussen de liggende benen van respectievelijk de basis en de schoen. Daarbij kan desgewenst extra ruimte worden gecreëerd door deze in de basis uit te frezen.

Claims

Conclusies:

1. Inlichting voor het verplaatsen van een last, omvattende een mobiel, in het bijzonder rollend, onderstel waarvan een hefinrichting uitgaat met tenminste één heforgaan, welke hefinrichting bestemd en ingericht is om daarop de last te ontvangen, waarbij het heforgaan een in hoofdzaak L-vormige basis omvat met een liggend been en een staand been, die door een bocht onderling zijn verbonden, en waarbij het heforgaan een schoen omvat welke zich over het liggende been van de basis uitstrekt onder tussenkomst van tenminste één gewichtsopnemer van elektronische weegmiddelen voor het registreren en als elektronisch signaal afgeven van een maat van een door de schoen gedragen last, welke weegmiddelen een basiseenheid omvatten met tenminste elektronische verwerkingsmiddelen en een elektronische voeding, welke basiseenheid door tussenkomst van een elektronische verbinding met de gewichtsopnemer is gekoppeld, met het kenmerk dat de schoen en de basis onderling een tussenruimte insluiten, en dat de basiseenheid van de weegmiddelen althans in hoofdzaak volledig in de tussenruimte tussen de basis en de schoen is opgenomen.
2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de schoen eveneens in hoofdzaak L-vormig is met een liggend been en een staand been, waarbij het staande been van de schoen de tussenruimte tot het staande been van de basis bewaart, en dat de basiseenheid van de weegmiddelen althans in hoofdzaak volledig in de tussenruimte tussen beide staande benen is opgenomen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de elektronische verbinding tussen de basiseenheid en de gewichtsopnemer een draad gebonden kabelverbinding omvat.
4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de basiseenheid is ondergebracht in een behuizing en dat de behuizing een kamer omvat om daarin een overmaat aan lengte van de kabelverbinding te ontvangen.
5. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de basis en schoen van het heforgaan althans in hoofdzaak uit metaal, in het bijzonder staal, zijn gevormd.
6. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de schoen aan weerszijden een stel afhangende wangen omvat die de basis zijdelings flankeren.
7. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk dat tenmiste één van de wangen ter hoogte van de basiseenheid is voorzien van een venster waardoorheen de basiseenheid toegankelijk is.
8. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de basiseenheid ter hoogte van het venster een via het venster toegankelijke en bij voorkeur uitneembare en/of verwisselbare voedingseenheid omvat, in het bijzonder een herlaadbare batterij- of accueenheid.
9. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de tussenruimte van bovenaf open is en dat de basiseenheid aan een aldus geboden zichtzijde bedieningsmiddelen omvat, in het bijzonder in de vorm van een gebruikersinterface-paneel dat verdiept in de tussenruimte is gelegen.
10. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de weegmiddelen beeldweergavemiddelen omvatten voor het visueel weergeven van een berekend gewicht en/of een berekende positie van de last in de hefinrichting, welke beeldweergavemiddelen via een elektronische verbinding met de elektronische verwerkingsmiddelen zijn gekoppeld.
11. Inrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de verder elektronische verbinding een draadloze verbinding omvat, waarbij de basiseenheid zender/ontvangermiddelen omvat voor het opzetten en onderhouden van de draadloze verbinding met de beeldweergavemiddelen.
12. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat

5 de hefinrichting deel uitmaakt van een vorkheftruck of palletwagen.
13. Heforgaan met weegmiddelen zoals toegepast in de inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies.

1/1