NL2018724B1 - Afvoerput en afvoerbuis - Google Patents

Afvoerput en afvoerbuis Download PDF

Info

Publication number
NL2018724B1
NL2018724B1 NL2018724A NL2018724A NL2018724B1 NL 2018724 B1 NL2018724 B1 NL 2018724B1 NL 2018724 A NL2018724 A NL 2018724A NL 2018724 A NL2018724 A NL 2018724A NL 2018724 B1 NL2018724 B1 NL 2018724B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
outlet
drain
combination
groove
wall
Prior art date
Application number
NL2018724A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Peter Joseph Keizers Jurgen
Original Assignee
Easy Sanitary Solutions Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Easy Sanitary Solutions Bv filed Critical Easy Sanitary Solutions Bv
Priority to NL2018724A priority Critical patent/NL2018724B1/nl
Priority to EP18167510.9A priority patent/EP3392421B1/en
Priority to ES18167510T priority patent/ES2963214T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL2018724B1 publication Critical patent/NL2018724B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/04Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
    • E03F5/0407Floor drains for indoor use
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03CDOMESTIC PLUMBING INSTALLATIONS FOR FRESH WATER OR WASTE WATER; SINKS
    • E03C1/00Domestic plumbing installations for fresh water or waste water; Sinks
    • E03C1/12Plumbing installations for waste water; Basins or fountains connected thereto; Sinks
    • E03C1/22Outlet devices mounted in basins, baths, or sinks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een combinatie van een afvoerput en een afvoerbuis, waarbij de afvoerput een opvangbak omvat met een bodem, een langs de omtrek van de bodem opstaande wand en een in de bodem aangebrachte buisvormige uitloop, waarbij de afvoerbuis een in de wand aangebrachte groef en een in de groef aangebrachte afdichtring omvat, en waarbij de buisvormige uitloop in de afvoerbuis steekt, en een begrenzingselement, dat zich in radiale richting uitstrekt tussen de buisvormige uitloop en de afvoerbuis, voor het begrenzen van de axiale verschuiving van de buisvormige uitloop ten opzichte van de afvoerbuis.

Description

Octrooicentrum
Nederland
© 2018724 (21) Aanvraagnummer: 2018724 © Aanvraag ingediend: 18 april 2017 © BI OCTROOI © Int. Cl.:
E03F 5/04 (2017.01) E03C 1/22 (2018.01)
0 Aanvraag ingeschreven: © Octrooihouder(s):
29 oktober 2018 Easy Sanitary Solutions B.V.
te Oldenzaal.
© Aanvraag gepubliceerd:
© Uitvinder(s):
© Octrooi verleend: Jurgen Hendrik Peter Joseph Keizers
29 oktober 2018 te Oldenzaal.
© Octrooischrift uitgegeven:
29 januari 2019 © Gemachtigde:
ir. B.J. 't Jong te Enschede.
© Afvoerput en afvoerbuis
Ξ) De uitvinding betreft een combinatie van een afvoerput en een afvoerbuis, waarbij de afvoerput een opvangbak omvat met een bodem, een langs de omtrek van de bodem opstaande wand en een in de bodem aangebrachte buisvormige uitloop, waarbij de afvoerbuis een in de wand aangebrachte groef en een in de groef aangebrachte afdichtring omvat, en waarbij de buisvormige uitloop in de afvoerbuis steekt, en een begrenzingselement, dat zich in radiale richting uitstrekt tussen de buisvormige uitloop en de afvoerbuis, voor het begrenzen van de axiale verschuiving van de buisvormige uitloop ten opzichte van de afvoerbuis.
NL Bl 2018724
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
Afvoerput en afvoerbuis
De uitvinding betreft een combinatie van een afvoerput en een afvoerbuis, waarbij de afvoerput een opvangbak omvat met een bodem, een langs de omtrek van de bodem opstaande wand en een in de bodem aangebrachte buisvormige uitloop, waarbij de afvoerbuis een in de wand aangebrachte groef en een in de groef aangebrachte afdichtring omvat, en waarbij de buisvormige uitloop in de afvoerbuis steekt.
Bij het aanleggen van een sanitairruimte is het gebruikelijk dat eerst een afvoerbuis in de vloer geplaatst wordt, waarbij de opening van de afvoerbuis vrij ligt. In een later stadium van de aanleg wordt in de opening van de afvoerbuis de uitloop van een afvoerput gedrukt, die door de afdichtring waterdicht afdicht met de uitloop op de afvoerbuis. In de afvoerbuis kan verder een sifon zijn aangebracht. Hierbij kan de opening van de afvoerbuis gelijk de instroomopening van de sifon zijn.
Wanneer de afvoerbuis en afvoerput in een betonvloer geplaatst worden, dan zal de afvoerbuis en vaak een deel van de afvoerput door beton worden omgeven, waardoor de afvoerbuis en afvoerput niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven.
Als echter de afvoerbuis en afvoerput in een houtenvloer aangebracht worden of wanneer opvulplaten van schuim in de vloer gebruikt worden, dan kan door uitzetten en krimp een verschuiving van de uitloop ten opzichte van de afvoerbuis plaatsvinden en daarbij kan het uiteinde van de uitloop voorbij de afdichtring schuiven en in het ergste geval kan de uitloop volledig loskomen van de afvoerbuis, waardoor lekkage kan ontstaan.
Hiertoe is het bekend om de afvoerput aan de afvoerbuis te bevestigen alvorens de vloer verder af te werken. Deze bevestiging kan bijvoorbeeld plaatsvinden doordat een schroef door het midden van de uitloop in een deel van de afvoerbuis geschroefd wordt. Het nadeel hiervan is dat haren en vuil achter deze schroef kunnen blijven hangen, waardoor de doorstroming beperkt wordt.
Een andere mogelijkheid is om de afvoerput en de afvoerbuis uitwendig aan elkaar te bevestigen, maar dit moet gewoonlijk al gedaan worden voordat de vloer überhaupt aangebracht wordt. Zeker wanneer ook een opvulplaat van schuim gebruikt wordt, zullen afvoerput, schuimplaat en afvoerbuis aan elkaar bevestigd zijn, voordat de vloer gemaakt kan worden. Dit beperkt de bewegingsvrijheid voor de monteurs aanzienlijk bij het plaatsen van de vloer.
Ook is het bekend dat na het aanbrengen van de afvoerput een schuimplaat over de afvoerput wordt aangebracht, die vervolgens door middel van een schroefverbinding gekoppeld wordt. Door vuil en stof kan het onduidelijk zijn hoever de schroefverbinding vastgedraaid moet worden voor een betrouwbare en waterdichte verbinding. Ook kan door de dikte van de lijmlaag tussen de schuimplaat en de vloer en het vervolgens vaststrekken van de afvoerput tegen de plaat spanning in de afvoerbuis of een vervorming van de plaat ontstaan.
Daarnaast kan door het bevestigen van de afvoerput aan de afvoerbuis, de afvoerput niet meer draaien ten opzichte van de afvoerbuis, hetgeen bij een plaatsing van de uitloop in de afvoerbuis zonder bevestiging gewoonlijk nog wel kan. Doordat de afvoerput niet meer kan draaien, kan het zijn dat bij het afwerken van de vloer de afvoerput onder spanning in de vloer wordt aangebracht of dat er spanning tussen de afvoerput en de afvoerbuis is, waardoor op langere termijn scheuren kunnen ontstaan in de afvoerbuis, de afvoerput of de omringende vloer.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een combinatie volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt door een begrenzingselement, dat zich in radiale richting uitstrekt tussen de buisvormige uitloop en de afvoerbuis, voor het begrenzen van de axiale verschuiving van de buisvormige uitloop ten opzichte van de afvoerbuis.
Door een begrenzing in de verschuiving van de uitloop ten opzichte van de afvoerbuis te voorzien kan de uitloop ten opzichte van de afvoerbuis deels verschuiven en, in het geval van een cilindrische afvoerbuid draaien, gelijk een combinatie volgens de stand van de techniek, waarbij de uitloop niet bevestigd is aan de afvoerbuis.
De begrenzing volgens de uitvinding zorgt er echter voor, dat de axiale verschuiving van de uitloop ten opzichte van de afvoerbuis begrensd wordt, waarmee voorkomen wordt dat de uitloop buiten de afdichtende werking van de afdichting kan verschuiven en lekkage kan ontstaan, terwijl er een vrije axiale verschuiving mogelijk is om spanningen te voorkomen als gevolg van bijvoorbeeld uitzetting of lijmdikte verschillen
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat het begrenzingselement ten minste één parallel aan de binnenwand van de afvoerbuis verende vinger met een in radiale richting naar buiten gerichte, aan het vrije uiteinde van de vinger aangebrachte rand omvat en waarbij de buisvormige uitloop een op de binnenwand aangebrachte, een in radiale richting naar binnen gerichte rand heeft, welke rand aangrijpt op de rand van de vinger bij axiale verschuiving van de buisvormige uitloop ten opzichte van de afvoerbuis.
Doordat de ten minste één vinger een naar buiten gerichte rand heeft, die aangrijpt op een rand, die naar binnen gericht in de uitloop is aangebracht, kan bij het monteren van de combinatie eenvoudig gecontroleerd worden of de afvoerbuis correct gekoppeld is met de afvoerput. Bovendien kan de combinatie gemakkelijk ontkoppeld worden door het wegbuigen van de vinger.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie is het begrenzingselement een van de omtrekswand van de uitloop uitstekend uitsteeksel en is het uitsteeksel in axiale richting van de uitloop en vanaf de opvangbak gezien voorbij de afdichtring aangebracht.
Wanneer de uitloop axiaal verschuift in de afvoerpijp, dan zal het uitsteeksel tegen de afdichtring aanlopen en zo voor een begrenzing zorgen. Doordat het uitsteeksel voorbij de afdichtring is aangebracht, zal de afdichtring een correcte afdichting van de uitloop op de afvoerpijp blijven verzorgen.
In een andere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is het uitsteeksel uit de omtrekswand gebogen. De uitloop van een afvoerput is vaak van metaal vervaardigd. Door een geschikte insnijding in de wand van de uitloop is het dan vervolgens mogelijk om, na het in de afvoerbuis steken van de uitloop, het uitsteeksel uit te buigen, zodat het een begrenzing verzorgt.
In nog een andere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is in de omtrekswand ten minste één opening aangebracht en is in de ten minste één opening een pen aangebracht, die tot buiten de omtrek van de uitloop uitsteekt.
Bij deze uitvoering kan na het in de afvoerbuis steken van de uitloop van de afvoerput een pen door een opening in de wand van de uitloop, zodat de pen aan de buitenzijde van de wand uitsteekt en daar bij het verschuiven van de uitloop ten opzichte van de afvoerbuis, tegen de afdichtring aanloopt ter begrenzing van de verschuiving.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat verder een radiaal verende ring met een zich in axiale richting uitstrekkende onderbreking, waarbij het uitsteeksel is aangebracht op de omtrek van de radiaal verende ring en waarbij in de omtrekswand van de uitloop een opening is aangebracht, waardoor het uitsteeksel zich uitstrekt.
De radiaal verende ring kan gemakkelijk samengedrukt worden, zodat de ring in de uitloop gebracht kan worden. Vervolgens kan de radiaal verende ring weer expanderen, zodat het uitsteeksel door de opening in de uitloop kan steken.
Door het gebruik van een verende ring wordt het uitsteeksel betrouwbaar op zijn plaats gehouden.
Bij voorkeur is in de binnenwand van de afvoerbuis een uitsparing voorzien, waarin het uitsteeksel steekt. Hierdoor kan de eventuele verschuiving van de uitloop ten opzichte van de afvoerbuis verder beperkt worden en zal de afdichtring niet onnodig belast worden bij het begrenzen van de verschuiving.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat het begrenzingselement een groef, aangebracht in de afvoerbuis, een in degroef aangebrachte afdichtring, zoals een O-ring, en een in de uitloop aangebrachte rondlopende groef parallel aan de groef, waarbij de afdichtring in begrenzende stand zowel in de groef als in de rondlopende groef in de uitloop ligt.
De afdichtring zal bij het inschuiven van de uitloop in de afvoerbuis worden samengedrukt en een afdichting verzorgen. Wanneer de uitloop echter axiaal verschuift, zal in de stand, waarin de begrenzing plaatsvindt, de afdichtring in de groef expanderen en voorkomen, dat de uitloop verder axiaal kan verschuiven.
De afdichtring zorgt daarbij verder voor een geluidsdemping doordat contactgeluid tussen de uitloop en de afvoerbuis gedempt wordt. Verder kan enig verschil in uitlijning tussen de uitloop en de afvoerbuis gemakkelijk opgevangen worden.
Bij voorkeur omvat de afdichtring een radiaal naar binnen gerichte afdichtlip, waarbij de afdichtlip in begrenzende stand in de groef steekt.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de groef een groot aantal parallelle groeven. In elk van deze parallelle groeven, kan de afdichtlip steken om de verschuiving tussen de uitloop en de afvoerbuis te begrenzen. Door het aanbrengen van een aantal parallelle groeven is een waarborg voorzien, dat wanneer de lip alsnog voorbij een eerste groef schuift, de lip in een volgende groef valt en zo alsnog de verschuiving begrensd.
In weer een andere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat het begrenzingselement een in de afvoerbuis, radiaal naar binnen gericht uitsteeksel en een buisvormig koppelstuk met aan één axiaal eind een radiale uitwendige flens en met aan het andere axiale eind een in de wand aangebrachte opening, waarbij het buisvormig koppelstuk in de uitloop is geplaatst en het uitsteeksel in de opening van het koppelstuk steekt.
Door het voorzien van een afzonderlijk koppelstuk is het mogelijk om een bestaande afvoerput te gebruiken met een uitloop, zonder aanpassingen. Het afzonderlijke koppelstuk wordt door de uitloop van de afvoerput gestoken en koppelt met de opening op het uitsteeksel in de afvoerbuis. Door de flens op het koppelstuk wordt de uitloop opgesloten en vastgezet aan de afvoerbuis.
Bij voorkeur omvat het andere axiale eind van het koppelstuk zich althans axiaal uitstrekkende sleuven. Hierdoor kunnen de wanddelen van het andere axiale eind naar binnen veren en wordt zo de koppeling met het uitsteeksel gemakkelijker.
Bij voorkeur wordt de afvoerbuis ten minste voor een deel gevormd door de instroomopening van een sifon. Vaak begint de afvoerbuis in de vloer als sifon, zodat bij een eventuele verstopping de sifon nog relatief gemakkelijk bereikt kan worden.
Nog een andere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat verder een schuimplaat met in een oppervlak aangebrachte holte, waarbij de afvoerbuis door de schuimplaat in de holte steekt en waarbij de afvoer ten minste boven de holte is aangebracht.
Doordat bij de uitvinding de uitloop van de afvoerput pas na het insteken in de afvoerbuis voorzien wordt van de begrenzing, kan een vloer met afvoerput en eventuele schuimplaat op een gebruikelijke manier worden aangelegd, zonder dat de afvoerput, afvoerpijp en schuimplaat als één geheel gehanteerd moet worden.
In nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de afvoerbuis een in de wand aangebrachte tweede groef en een in de tweede groef aangebrachte afdichtring, en ligt de buitenwand van de uitloop afdichtend aan tegen de afdichtring.
Figuren IA en 1B tonen een dwarsdoorsnede aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding in twee verschillende standen.
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een
tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een
derde uitvoeringsvorm van . de uitvinding.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een
vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een
vijfde ' uitvoeringsvorm van de uitvinding. aanzicht van een
Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede
zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een
zevende uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een
achtste uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een
negende uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 1 A toont een eerste uitvoeringsvorm van een combinatie 1 volgens de uitvinding. De combinatie 1 heeft een afvoerput met een bodem 2 en een opstaande wand 3. Aan de bodem is een uitloop 4 voorzien, die nabij het einde en rondlopende groef 5 heeft.
De uitloop 4 is in een afvoerbuis 6 gestoken, die aan de binnenwand voorzien is van twee rondlopende groeven 7, 8. In de bovenste groef 7 is een afdichtring 9 geplaatst, welke een O-ring is met een afdichtlip, welke afdichtring 9 afdicht op de wand van de uitloop 4. In de onderste groef 8 is een O-ring geplaatst.
Wanneer de uitloop 4 axiaal uit de afvoerpijp 6 schuift (zie figuur 1B), dan zal op een gegeven moment de onderste groef 8 met daarin de O-ring 10 gelijk komen met de groef 5 in de uitloop 4. Op dat moment zal de O-ring 10 expanderen en in beide groeven 5, 8 vallen en daarmee een verder verschuiven van de uitloop 4 in de afvoerbuis 6 begrensd worden.
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm 20. Deze uitvoeringsvorm 20 heeft een afvoerput met een bodem 21, een opstaande wand 22 en een uitloop 23. De uitloop 23 is in een afvoerbuis 24 gestoken, die aan de binnenzijde is voorzien van een groef 25, waarin een afdichtring 26 is geplaatst, die afdicht op de wand van de uitloop 23.
Nabij het vrije eind van de uitloop 23 is uit de wand een lip 27 gebogen. Wanneer nu de uitloop 23 axiaal uit de afvoerbuis 24 schuift, zal de uitgebogen lip 27 tegen de afdichtring 26 aanlopen en daarmee de axiale verschuiving begrenzen.
Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een derde uitvoeringsvorm 30 volgens de uitvinding. De uitvoeringsvorm 30 heeft een afvoerput met een bodem 31, een opstaande wand 32 en een uitloop 33.
De uitloop 33 is in een opening 34 van een sifon 35 gestoken. De sifon 35 is met de afvoer aangesloten op een verdere afvoerbuis 36.
In de neerhangende wand 37, die vanaf de opening 34 omlaag loopt is een groef 39 met een afdichtring 38 aangebracht.
Verder is door de wand van de uitloop 33, nabij het vrije eind een pen 40 gestoken, die een eventuele axiale verplaatsing van de uitloop 33 in de opening 34 van de sifon 35 begrenst.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm 50 van de uitvinding. Deze uitvoering heeft een afvoerput 51 met een uitloop 52 en een tweedelige afvoerbuis 53, 54 met geïntegreerde sifon (slechts gedeeltelijk getoond). De afvoerput 51 en het eerste deel 53 van de afvoerbuis zijn in een schuimplaat 55 aangebracht.
De uitloop 52 is via een eerste afdichtring 56 afgedicht op het eerste deel 53 van de afvoerbuis. Het tweede deel 54 is afgedicht via een tweede afdichtring 57. Door de tweedelige opbouw kan het onderste, tweede deel 54 ten opzichte van het bovenste, eerste deel 53 langs de uitloop 52 verschuiven, waardoor een hoogte verschil door bijvoorbeeld verschil in lijmdikte tussen de schuimplaat 55 en ondervloer opgevangen kan worden.
De uitloop 52 is voorzien van een schroeflijnvormige groef 58, waarmee de uitloop 52 in het onderste, tweede deel 54 geschroefd kan worden. Mocht deze schroefverbinding onverhoeds loskomren, waardoor het tweede deel 54 omlaag zou schuiven ten opzichte van de uitloop 52, dan zal de lip van de afdichtring 57 uiteindelijk in de schroeflijnvormige groef 58 vallen, waardoor de verdere verschuiving geblokkeerd wordt.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm 60 van de uitvinding. De uitvoering 60 heeft een langwerpige afvoerput 61 met een uitloop 62. De afvoerput 61 is aangebracht in een schuimplaat 63. Tegen de onderzijde van de schuimplaat is een afvoerbuis 64 met een sifon 65 aangebracht.
De uitloop 62 van de afvoerput 61 steekt in de sifon 65 en wordt daarbij door een O-ring 66 afgedicht. In de sifon 65 is een uitsparing 67 voorzien, waarin een uitsteeksel 68 steekt. Dit uitsteeksel 68 is op een radiaal verende ring 69 aangebracht, die tegen de binnenzijde van de uitloop 62 is geplaatst. Het uitsteeksel 68 steekt daarbij door een opening in de uitloop 62 en in de uitsparing 67, waardoor een verschuiving van de sifon 65 ten opzichte van de uitloop 62 voorkomen wordt.
Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een zesde uitvoeringsvorm 70 van de uitvinding. Ook bij deze uitvoering 70 is een langwerpige afvoerput 71 met een uitlop 72 in een schuimplaat 73 geplaatst.
Aan de onderzijde is een afvoerbuis 74 met sifon 75 geplaatst. De uitloop 72 steekt daarbij in de sifon 75 en wordt afgedicht door een O-ring 76.
Een buisvormig koppelstuk 77 is in de uitloop 72 geplaatst. Het koppelstuk 77 heeft aan één zijde een flens 78 en aan de andere zijde zijn openingen 79 in de wand voorzien. In de sifon 75 zijn uitsteeksels 80 aangebracht, die door de openingen 79 steken en zo de afvoerput 71 tegen verschuiving ten opzichte van de sifon 75 borgen.
Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een zevende uitvoeringsvorm 90 van een combinatie volgens de uitvinding. De combinatie 90 heeft een afvoerput met een bodem 91 en een opstaande wand 92. Aan de bodem is een uitloop 93 voorzien, die nabij het einde en rondlopende groef 94 heeft.
De uitloop 93 is in een afvoerbuis 95 gestoken, die aan de binnenwand voorzien is van een rondlopende groef 96. In de groef 96 is een afdichtring 97 geplaatst, welke een O-ring is met een afdichtlip. De afdichtring 97 dicht af op de uitloop 93 en vormt tevens in combinatie met de groef 94 een begrenzingselement, wanneer de uitloop 93 te veel uit de afvoerbuis 95 getrokken wordt. Door de O-ring 97 met afdichtlip voldoende dik te dimensioneren wordt zelfs een afdichting behouden, wanneer de O-ring 97 in de groef 94 ligt.
Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een achtste uitvoeringsvorm 130 van de uitvinding. Bij deze uitvoering 130 is de afvoerbuis 131 aan de bovenzijde voorzien van een groef, waarin een afdichtring met lip 132 is aangebracht. In de afvoerbuis 131 is een uitloop 133 van een eerste deel 134 van een afvoerput geplaatst. Dit eerste deel 134 van de afvoerput kan bijvoorbeeld in een schuimplaat 135 zijn aangebracht. De onderrand van de uitloop 133 is voorzien van een groef 136, waarin de lip 132 van de afdichtring zal vallen, wanneer de uitloop 133 uit de afvoerbuis 131 wordt getrokken. Hierdoor zal de uittrekbeweging begrensd worden en voorkomen worden, dat de uitloop 133 volledig loskomt van de afvoerbuis 131.
In het eerste deel 134 is verder een opening gevormd, waarin een tweede afdichting 137 is geplaatst en waarin een uitloop 138 van een tweede deel 139 van de afvoerput geplaatst kan worden. Zo kan de hoogte van het tweede deel 139 worden aangepast aan de hoogte van de omringende tegels.
Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een negende uitvoeringsvorm 140 van de uitvinding.
De afvoerbuis van de uitvoering 140 wordt gevormd door een opvanghouder 141, die verbindbaar is met een verdere afvoerbuis, en waarbij aan de bovenzijde van de opvanghouder 141 een opening met neerhangende wand 142 is voorzien.
De afvoerput is tweedelig 143, 144. Het eerste deel 143 van de afvoerput is aangebracht in een schuimplaat 145 en is voorzien van een opening 146. Rond de opening 146 is een rubbermanchet 147 aangebracht, die aan de binnenzijde is voorzien van afdichtlippen 148 voor afdichting op de uitloop 149 van het tweede deel 144 van de afvoerput.
De rubber manchet 147 heeft aan de bovenzijde een naar buiten gerichte flens 150, waarmee de rubber manchet 147 gehecht is aan het eerste deel 143 van de afvoerput. Aan de onderzijde van de rubber manchet 147 is een naar buiten gerichte verdikking 151 voorzien, die het uit de neerhangende wand 142 schuiven van de manchet 147 begrensd.

Claims (14)

  1. Conclusies
    1. Combinatie van een afvoerput en een afvoerbuis, waarbij de afvoerput een opvangbak omvat met een bodem, een langs de omtrek van de bodem opstaande wand en een in de bodem aangebrachte buisvormige uitloop, waarbij de buisvormige uitloop in de afvoerbuis steekt, gekenmerkt door een begrenzingselement, dat zich in radiale richting uitstrekt tussen de buisvormige uitloop en de afvoerbuis, voor het begrenzen van de axiale verschuiving van de buisvormige uitloop ten opzichte van de afvoerbuis.
  2. 2. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij het begrenzingselement een van de omtrekswand van de uitloop uitstekend uitsteeksel is en waarbij het uitsteeksel in axiale richting van de uitloop en vanaf de opvangbak gezien voorbij de afdichtring is aangebracht.
  3. 3. Combinatie volgens conclusie 2, waarbij het uitsteeksel uit de omtrekswand is gebogen.
  4. 4. Combinatie volgens conclusie 2, waarbij in de omtrekswand ten minste één opening is aangebracht en waarbij in de ten minste één opening een pen is aangebracht, die tot buiten de omtrek van de uitloop uitsteekt.
  5. 5. Combinatie volgens conclusie 2, verder omvattende een radiaal verende ring met een zich in axiale richting uitstrekkende onderbreking, waarbij het uitsteeksel is aangebracht op de omtrek van de radiaal verende ring en waarbij in de omtrekswand van de uitloop een opening is aangebracht, waardoor het uitsteeksel zich uitstrekt.
  6. 6. Combinatie volgens conclusie 5, waarbij in de binnenwand van de afvoerbuis een uitsparing is voorzien, waarin het uitsteeksel steekt.
  7. 7. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij het begrenzingselement een groef, aangebracht in de afvoerbuis, een in de groef aangebrachte afdichtring, zoals een 0-ring, en een in de uitloop aangebrachte rondlopende groef parallel aan de groef omvat, waarbij de afdichtring in begrenzende stand zowel in de groef als in de rondlopende groef in de uitloop ligt.
  8. 8. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij de afdichtring een radiaal naar binnen gerichte afdichtlip omvat, waarbij de afdichtlip in begrenzende stand in de groef steekt.
  9. 9. Combinatie volgens conclusie 8, waarbij de groef een groot aantal parallelle groeven omvat.
  10. 10. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij het begrenzingselement een in de afvoerbuis, radiaal naar binnen gericht uitsteeksel omvat en een buisvormig koppelstuk met aan één axiaal eind een radiale uitwendige flens en met aan het andere axiale eind een in de wand aangebrachte opening, waarbij het buisvormig koppelstuk in de uitloop is geplaatst en het uitsteeksel in de opening van het koppelstuk steekt.
  11. 11. Combinatie volgens conclusie 10, waarbij het andere axiale eind van het koppelstuk zich althans axiaal uitstrekkende sleuven omvat.
  12. 12. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afvoerbuis ten minste voor een deel gevormd wordt door de instroomopening van een sifon.
  13. 13. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een schuimplaat met in een oppervlak aangebrachte holte, waarbij de afvoerbuis door de schuimplaat in de holte steekt en waarbij de afvoer ten minste boven de holte is aangebracht.
  14. 14. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afvoerbuis een in de wand aangebrachte tweede groef en een in de tweede groef aangebrachte afdichtring omvat, en waarbij de buitenwand van de uitloop afdichtend aanligt tegen de afdichtring.
    1/5
    VMM « A SMMfc
    8 B *1 8 -J sal I Γέ riy. id
    2/5
    3/5
    4/5
NL2018724A 2017-04-18 2017-04-18 Afvoerput en afvoerbuis NL2018724B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018724A NL2018724B1 (nl) 2017-04-18 2017-04-18 Afvoerput en afvoerbuis
EP18167510.9A EP3392421B1 (en) 2017-04-18 2018-04-16 Combination of drain outlet and outlet pipe
ES18167510T ES2963214T3 (es) 2017-04-18 2018-04-16 Combinación de desagüe y tubo de salida

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018724A NL2018724B1 (nl) 2017-04-18 2017-04-18 Afvoerput en afvoerbuis

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2018724B1 true NL2018724B1 (nl) 2018-10-29

Family

ID=58995191

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2018724A NL2018724B1 (nl) 2017-04-18 2017-04-18 Afvoerput en afvoerbuis

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3392421B1 (nl)
ES (1) ES2963214T3 (nl)
NL (1) NL2018724B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3025637A1 (de) * 1980-07-07 1982-04-22 Passavant-Werke Michelbacher Hütte, 6209 Aarbergen Bodenablauf mit geruchverschluss
DE20302159U1 (de) * 2002-04-29 2003-04-24 Dallmer Gmbh & Co Kg Bauelement für den Brandschutz einer Ablaufvorrichtung sowie Ablaufvorrichtung mit einem derartigen Bauelement
US20090173130A1 (en) * 2008-01-04 2009-07-09 Cerro Flow Products, Inc. Fluid conduits with integral end fittings and associated methods of manufacture and use
DE202010000362U1 (de) * 2010-03-12 2010-05-27 Edelstahl-Technik-Ulm Gmbh Wasserableitanordnung
EP2423395A1 (en) * 2010-08-30 2012-02-29 Easy Sanitairy Solutions B.V. Shower floor sealing
EP2472015A1 (en) * 2011-01-04 2012-07-04 Easy Sanitairy Solutions B.V. Drain with unidirectional drainage

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8317189U1 (de) * 1983-06-11 1986-09-18 Schlotter, Otto Steckkupplung
US5927763A (en) * 1997-09-19 1999-07-27 Mehr; Ralph R. Pipe connections and methods for connecting pipes
US5918914A (en) * 1997-11-25 1999-07-06 Morris; Waldo Ivan Sealing lock joint pipe fitting

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3025637A1 (de) * 1980-07-07 1982-04-22 Passavant-Werke Michelbacher Hütte, 6209 Aarbergen Bodenablauf mit geruchverschluss
DE20302159U1 (de) * 2002-04-29 2003-04-24 Dallmer Gmbh & Co Kg Bauelement für den Brandschutz einer Ablaufvorrichtung sowie Ablaufvorrichtung mit einem derartigen Bauelement
US20090173130A1 (en) * 2008-01-04 2009-07-09 Cerro Flow Products, Inc. Fluid conduits with integral end fittings and associated methods of manufacture and use
DE202010000362U1 (de) * 2010-03-12 2010-05-27 Edelstahl-Technik-Ulm Gmbh Wasserableitanordnung
EP2423395A1 (en) * 2010-08-30 2012-02-29 Easy Sanitairy Solutions B.V. Shower floor sealing
EP2472015A1 (en) * 2011-01-04 2012-07-04 Easy Sanitairy Solutions B.V. Drain with unidirectional drainage

Also Published As

Publication number Publication date
EP3392421A1 (en) 2018-10-24
ES2963214T3 (es) 2024-03-25
EP3392421B1 (en) 2023-09-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20220136226A1 (en) Joint device for drain pipes
US20080088128A1 (en) Hydro penetration prevention sleeve
US6644670B2 (en) Sealing gaskets for water closets
NL2018724B1 (nl) Afvoerput en afvoerbuis
US9512605B2 (en) Wax free systems with springs for new and existing toilets
NL2010226C2 (nl) Inrichting voor aansluiting op een buis, zoals een afvoer.
EP3097328A1 (en) Seam device
CN109162338A (zh) 一种装配式建筑预埋管件
US9982823B1 (en) Pipe coupling
CA3052496A1 (en) Drain coupler with compressible seal
US20180347171A1 (en) Toilet flange that can be rotated during insertion having a gripping ring and a durable safety seal
KR100806547B1 (ko) 가변연결부를 구비한 오수받이
JP5906480B2 (ja) 遠隔操作式排水栓装置
NL2018725B1 (nl) Afvoerput en combinatie met een plaatvormig element
JP2009138763A (ja) スライド継手および排水ます
KR101647280B1 (ko) 플랜지형 지수판
CN109235608A (zh) 一种装配式建筑预埋管件
KR20200040661A (ko) 악취차단이 가능한 배수트랩
JP2009138762A (ja) スライド継手および排水ます
JP7333718B2 (ja) 耐震配管
US1016342A (en) Bath-trap.
NL2004375C2 (nl) Sifon met dubbele bevestiging.
KR20110033439A (ko) 오수받이
US11124953B2 (en) Anti-leak system for sanitary appliances
FI12234U1 (fi) Lattiakaivon saneerausinsertti