NL2017221B1

NL2017221B1 - Hijsbok voor het door hijsen verplaatsen van langwerpige goederen, alsmede een werkwijze voor het verplaatsen van langwerpige goederen

Info

Publication number: NL2017221B1
Application number: NL2017221A
Authority: NL
Inventors: Bos Jan
Original assignee: Bomecon Holding B V
Priority date: 2016-07-22
Filing date: 2016-07-22
Publication date: 2018-01-30

Abstract

Hijsbok voor het door hijsen verplaatsen van langwerpige goederen, zoals bouwmateriaal of steigerdelen, welke hijsbok - een basis omvat voor het daarop laten rusten van te verplaatsen langwerpige goederen, - twee zich vanaf de basis uitstrekkende en op afstand van elkaar gelegen staanders omvat, waarbij elk van de twee staanders een bevestigingsmiddel omvat voor het hijsen van de hijsbok onder gebruikmaking van een op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement zoals een band. Voor het verkleinen dat de lading valt, bevinden de bevestigingsorganen zich op afstand van de distale uiteinden van de staanders en zijn het geleidingsorganen voor het flexibele hijselement.

Description

Hijsbok voor het door hijsen verplaatsen van langwerpige goederen, alsmede een werkwijze voor het verplaatsen van langwerpige goederen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hijsbok voor het door hijsen verplaatsen van langwerpige goederen, welke hijsbok - een basis omvat voor het daarop laten rusten van te verplaatsen langwerpige goederen, - twee zich vanaf de basis uitstrekkende en op afstand van elkaar gelegen staanders omvat, waarbij elk van de twee staanders een bevestigingsmiddel omvat voor het hijsen van de hijsbok onder gebruikmaking van een op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hi j selement.

In het vak is het bekend om langwerpige goederen zoals bouwmaterialen of dergelijke te verplaatsen middels een kraan onder gebruikmaking van hijsbokken, gebruikelijk twee hijsbokken.

Voorbeelden van dergelijke bouwmaterialen zijn platen, buizen, balken en steigeronderdelen. De hijsbokken omvatten een langwerpige basis met nabij de uiteinden twee staanders. De staanders gaan de zijwaartse verschuiving van op de basis gelegen lading tegen. De staanders zijn voorzien van een bevestigingsmiddel voor een band of ander op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement. Het bevestigingsmiddel is bijvoorbeeld een oog waarbij de band door het oog wordt gehaald. De langwerpige goederen worden dan aan de band opgetild.

Deze wijze van werken is gevaarlijk en heeft in de praktijk ook tot ongevallen geleid doordat lading uit de hijsbokken valt. Er zijn andere wijzen van bevestiging geprobeerd, waarbij de band mede onder de lading gaat, maar dit heeft als gevaar dat de hijsbok kan vallen.

De onderhavige uitvinding beoogt een hijsbok te verschaffen waarmee langwerpige goederen veiliger door hijsen kunnen worden verplaatst doordat de kans dat de lading en/of de hijsbok valt wordt verkleind.

Hiertoe wordt een hijsbok volgens de aanhef gekenmerkt doordat de bevestigingsorganen zich op een afstand van ten minste 10 cm van de distale uiteinden van de staanders bevinden en geleidingsorganen zijn voor het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement waarbij elk geleidingsorgaan - in een richting - dwars op de basis, en - evenwijdig met het hoofdvlak van de hijsbok op een afstand van ten minste 10 cm van het distale uiteinde van de betreffende staander een punt omvat waar de hijsbok tijdens gebruik door het flexibele hijselement wordt gedragen, en - een doorvoeropening definieert voor het flexibele hijselement welke lager is gelegen dan het genoemde punt.

Dit maakt het mogelijk om de lading aan de geleidingsorganen op te hijsen, waarbij de lading zich tussen de beide geleidingsorganen van een hijsbok bevindt en de geleidingsorganen zich dichter bij de basis bevinden dan het hoogste punt van de lading op de basis. Aldus zal bij het hijsen het flexibele hijselement de lading tegen de basis drukken en wordt de kans dat de langwerpige goederen van de hijsbokken vallen verkleind.

Het bevestigingsorgaan, meer specifiek het punt daarvan dat tijdens gebruik neerwaarts op het flexibele hijselement drukt zal zich bij voorkeur tussen 60% van de hoogte van de staander en de basis bevinden, met meer voorkeur tussen 40% van de hoogte van de staander en 15% van de hoogte van de staander.

In de onderhavige aanvraag wordt onder de term op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement elk flexibel langwerpig hijselement verstaan dat op trek belastbaar is, daaronder begrepen een band, een kabel, en een ketting. Het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement kan de vorm hebben van een eindeloze lus. Het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement zal in het algemeen geen deel uitmaken van de hijsbok.

De uitvinding maakt het ook mogelijk meer lading te hijsen door deze tot boven de staanders op de hijsbokken te stapelen, waarbij het flexibele hijselement na het stapelen aan de hijsbok wordt aangetrokken en de lading tegen de hijsbokken wordt gedrukt.

De doorvoeropening omvat bij voorkeur een inbrengopening (sleuf) voor het gemakkelijk onder het punt doorvoeren van een flexibel hi j selement.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat ten minste een geleidingsorgaan van de staanders een distaai uiteinde omvat dat - zich buiten een hoofdzijde van de hijsbok bevindt, en - de inbrengopening definieert via welke het flexibele hijselement in de doorvoeropening kan worden gebracht.

Aldus kan het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement gemakkelijk worden aangebracht. Bij voorkeur bevinden de distale uiteinden van beide geleidingsorganen zich buiten een hoofdzijde van de hijsbok. De hoofdzijden van de hijsbok worden gedefinieerd door de staanders.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hijsbok een eerste paar geleidingsorganen en een tweede paar geleidingsorganen omvat, waarbij het eerste paar geleidingsorganen zich op grotere afstand tot de basis bevindt dan het tweede paar geleidingsorganen.

Elk van de twee staanders is voorzien van een geleidingsorgaan van het eerste paar en een van het tweede paar. Aldus is het mogelijk om gemakkelijk voor wat betreft de hoeveelheid uiteenlopende ladingen te hijsen.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat elk van de twee staanders een zich dwars op het hoofdvlak van de hijsbok uitstrekkende aanslag voor het flexibele hijselement omvat welke aanslag zich lager bevindt dan het punt van het geleidingsorgaan waar de hijsbok tijdens gebruik door het flexibele hijselement wordt gedragen, waarbij de beide punten van de staanders in een richting evenwijdig met de basis tussen de beide aanslagen zijn gelegen.

Aldus is het mogelijk om de kans verder te vermijden dat het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement van de hijsbok schiet, d.w.z. de doorvoeropening verlaat. De aanslag kan integraal deel uitmaken van het geleidingsorgaan.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het geleidingsorgaan een deel omvat dat zich strekt zich over ten minste een deel van de lengte van het geleidingsorgaan in een zodanige richting uitstrekt dat een vlak dwars op die richting en ter plaatse van dat deel van het geleidingsorgaan de basis snijdt.

Aldus wordt het risico op kantelen van de hijsbok verkleind. Het vlak snijdt bij voorkeur de bovenzijde van de basis, d.w.z. waar tijdens gebruik van de hijsbok de lading op rust.

Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het door ophijsen verplaatsen van langwerpige goederen middels een hijsinrichting en onder gebruikmaking van hijsbokken, waarbij elke hijsbok - een basis omvat voor het daarop laten rusten van te verplaatsen bouwmaterialen, - ten minste een zich vanaf de basis uitstrekkende staander omvat, welke staander een bevestigingsmiddel omvat voor het hijsen van de hijsbok onder gebruikmaking van een op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement; waarbi j - de langwerpige goederen op de basis van de hijsbokken worden gelegd, - de hijsbokken van een op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement wordt voorzien, en - de langwerpige goederen middels het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement met de hijsinrichting worden opgehesen;, waarbij als de hijsbokken hijsbokken volgens een van de conclusies 1 tot 5 worden gebruikt, waarbij voorafgaande aan het hijsen de doorvoeropeningen van de hijsbokken van het op trek belastbaar, langwerpig, flexibele hijselement worden voorzien waarbij het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement via de geleidingsorganen tegen en over de langwerpige goederen worden geleid.

Aldus drukt bij het hijsen het flexibele hijselement de langwerpige goederen tegen de basis en wordt de kans dat de langwerpige goederen van de hijsbokken valt verkleind.

De hijsinrichting is bijvoorbeeld een hijskraan.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin

Fig. IA tot Fig. 1C respectievelijk een perspectivisch aanzicht, een vooraanzicht en een zijaanzicht op een hijsbok volgens de uitvinding tonen;

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van het gebruik van een tweetal hijsbokken voor het verplaatsen van een lading buizen;

Fig. 3A en Fig. 3B respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een zijaanzicht op een hijsbok tonen als detail van Fig. 2; en

Fig. 4A en Fig. 4B respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een zijaanzicht op een hijsbok volgens de uitvinding tonen.

Fig. IA tot Fig. 1C tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht, een vooraanzicht en een zijaanzicht op een hijsbok 100 volgens de uitvinding. Het gebruik van de hijsbok 100 zal worden toegelicht aan de hand van Fig. 2.

De hijsbok 100 omvat een basis 110 voor het daarop laten rusten van met een kraan of dergelijke te verplaatsen bouwmaterialen, zoals steigerbuizen. De basis 110 is met voordeel uitgerust met een beschermplaat 111, die met voordeel van hout is.

De hijsbok 100 omvat nabij de uiteinden ervan twee staanders 120 die zich vanaf de basis 110 opwaarts uitstrekken. De staanders 120 zijn voorzien van een bevestigingsmiddel 130, dat bij de hier getoonde uitvoeringsvorm een geleidingsorgaan 130 omvat met een eerste geleidingsorgaansectie 131, welke zich neerwaarts uitstrekt, en een tweede geleidingsorgaansectie 132, welke zich opwaarts uitstrekt, met een inbrengopening 133 (toegangssleuf 133) tussen de genoemde geleidingssecties voor het in een doorvoeropening 134 van het geleidingsorgaan 130 brengen van een band of dergelijke omvat. De werking van het geleidingsorgaan 130 zal hierna nog nader worden toegelicht.

Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm omvat de hijsbok 100 een eerste hoofdzijde 101 en een tweede hoofdzijde 102. Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn voor het gemak tijdens het gebruik van de hijsbok 100 beide staanders 120 aan elke hoofdzijde van een geleidingsorgaan 130 voorzien.

De hijsbok 100 is bij voorbeeld vervaardigd uit profielen zoals H-balken of, zoals hier weergegeven, bij voorkeur kokerprofielen, waarbij voor het vervaardigen van een hijsbok voor de basis en de staanders dergelijke de profielen aan elkaar worden gelast. De geleidingsorganen 130 kunnen door middel van lassen, bouten, of een combinatie daarvan aan de staanders 120 worden bevestigd.

De staanders 120 zijn nabij het vrije uiteinde 121 ervan voorzien van naar de andere staander 120 van de hijsbok 100 uitstekende aanslagen 122, waarvan de functie bij Fig. 3A zal worden toegelicht.

De eerste geleidingsorgaansectie 131 en de tweede geleidingsorgaansectie 132 vormen samen een oog 134 (varkenskrul) waarvan de rol bij Fig. 3B zal worden toegelicht.

Fig. 2 toont een perspectivisch aanzicht van het gebruik van een tweetal hijsbokken 100 voor het verplaatsen van een lading buizen 290.

De hijsbokken 100 worden voorzien van een op trek belastbaar langwerpig flexibel hijselement 240, dat bijvoorbeeld de vorm heeft van een sjorband 240.

De sjorband 240 wordt via de toegangssleuf 133 onder de eerste geleidingsorgaansectie 131 gebracht en over de lading buizen 290 geleid. De sjorband 240 kan twee vrije uiteinden hebben, kan de vorm hebben van een eindeloze lus, of - zoals bij de hier getoonde uitvoeringsvorm - het flexibele hijselement 240 omvat twee eindeloze lussen welke op een plaats waar zij aan elkaar zijn bevestigd kan worden opgetild.

Bij het optillen zal het flexibele hijselement 240 ter plaatse van de lading 290 deze lading 290 tegen de basis 110 drukken omdat de eerste geleidingsorgaansectie 131 zich lager dan het hoogste punt van de lading 290 moet bevinden. Om die reden zal een geleidingsorgaan 130 bij voorkeur op ten hoogste de halve afstand van de bovenzijde van de basis 110 tot het vrije distale uiteinde 121 van de staander 120 zijn verschaft, en met meer voorkeur op ten hoogste eenderde.

De staanders 120 spelen met name een rol ten tijde van het laden en lossen van de lading 290, waarbij zij de lading 290 bijeenhouden als het flexibele hijselement 240 nog niet is aangebracht.

Fig. 3A en Fig. 3B tonen elk een detail als respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een zijaanzicht op een hijsbok 100 van Fig. 2. Te zien is dat een sectie van het flexibele hijselement 240 zich over de lading 290 uitstrekt en een andere sectie van het flexibele hijselement 240 zich neerwaarts langs de lading 290 uitstrekt naar het geleidingsorgaan 130.

De eerste geleidingsorgaansectie 131 strekt zich over ten minste een deel van de lengte ervan (hier deel 131a) bij voorkeur uit in een zodanige richting dat een vlak dwars op die richting en ter plaatse van dat deel 131a van de eerste geleidingsorgaansectie 131 de basis 110 snijdt. Aldus wordt het risico op kantelen van de hijsbok 100 verkleind.

In geval de hijsbok 100 toch kantelt, zullen de aanslagen 122, die een lengte zullen hebben van bijv. ten minste 10 cm, tegen de lading 290 komen en verder kantelen van de hijsbok 100 verhinderen.

Een gespannen hijselement 240 kan door de tweede geleidingsorgaansectie 132 niet uit het oog 134 ontsnappen in geval de hijsbok 100 zou kantelen, waardoor deze niet kan vallen.

Fig. 4A en Fig. 4B tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een zijaanzicht op een hijsbok 100 volgens de uitvinding. Te zien is dat het geleidingsorgaan 130 een distaai uiteinde 431 heeft dat zich buiten een door de staanders 120 gelegen hoofdvlak bevindt en een inbrengopening 133 voor het flexibele hijselement 240 definieert beneden de plaats 433 waar de hijsbok 100 tijdens het hijsen door het flexibele hijselement 240 wordt gedragen.

Er zijn aanslagen 440 voorzien welke de kans verkleinen dat indien het flexibele hijselement 240 niet strak gespannen is de inbrengopening 133 kan verlaten.

Claims

C O N C L IJ S T F. S

1. Hijsbok (100) voor het door hijsen verplaatsen van langwerpige goederen (290), welke hijsbok (100) - een basis (110) omvat voor het daarop laten rusten van te verplaatsen langwerpige goederen (290), - twee zich vanaf de basis (110) uitstrekkende en op afstand van elkaar gelegen staanders (120) omvat, waarbij elk van de twee staanders (120) een bevestigingsmiddel (130) omvat voor het hijsen van de hijsbok (100) onder gebruikmaking van een op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement (240); met het kenmerk, dat de bevestigingsorganen (130) zich op een afstand van ten minste 10 cm van de distale uiteinden (121) van de staanders (120) bevinden en geleidingsorganen (130) zijn voor het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement (240) waarbij elk geleidingsorgaan (130) - in een richting - dwars op de basis, en - evenwijdig met het hoofdvlak van de hijsbok op een afstand van ten minste 10 cm van het distale uiteinde van de betreffende staander (120) een punt omvat waar de hijsbok (100) tijdens gebruik door het flexibele hijselement (240) wordt gedragen, en - een doorvoeropening (134) definieert voor het flexibele hijselement (240) welke lager is gelegen dan het genoemde punt.
2. Hijsbok (100) volgens conclusie 1, waarbij ten minste een geleidingsorgaan (130) van de staanders (120) een distaai uiteinde omvat dat - zich buiten een hoofdzijde van de hijsbok (100) bevindt, en - de inbrengopening (133) definieert via welke het flexibele hijselement (240) in de doorvoeropening (134) kan worden gebracht.
3. Hijsbok (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hijsbok (100) een eerste paar geleidingsorganen (130) en een tweede paar geleidingsorganen (130) omvat, waarbij het eerste paar geleidingsorganen (130) zich op grotere afstand tot de basis (110) bevindt dan het tweede paar geleidingsorganen (130).
4. Hijsbok (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk van de twee staanders (120) een zich dwars op het hoofdvlak van de hijsbok (100) uitstrekkende aanslag (440) voor het flexibele hijselement (240) omvat welke aanslag (440) zich lager bevindt dan het punt van het geleidingsorgaan (130) waar de hijsbok tijdens gebruik door het flexibele hijselement (240) wordt gedragen, waarbij de beide punten van de staanders (120) in een richting evenwijdig met de basis (110) tussen de beide aanslagen (440) zijn gelegen.
5. Hijsbok (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het geleidingsorgaan (130) een deel omvat dat zich strekt zich over ten minste een deel (131a) van de lengte van het geleidingsorgaan (130) in een zodanige richting uitstrekt dat een vlak dwars op die richting en ter plaatse van dat deel (131a) van het geleidingsorgaan (130) de basis (110) snijdt.
6. Werkwijze voor het door ophijsen verplaatsen van langwerpige goederen (290) middels een hijsinrichting en onder gebruikmaking van hijsbokken (100), waarbij elke hijsbok (100) - een basis (110) omvat voor het daarop laten rusten van te verplaatsen bouwmaterialen, - ten minste een zich vanaf de basis (110) uitstrekkende staander (120) omvat, welke staander (120) een bevestigingsmiddel (130) omvat voor het hijsen van de hijsbok (100) onder gebruikmaking van een op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement (240); waarbij - de langwerpige goederen (290) op de basis (110) van de hijsbokken (100) worden gelegd, - de hijsbokken (100) van een op trek belastbaar, langwerpig, flexibel hijselement (240) wordt voorzien, en - de langwerpige goederen (290) middels het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement (240) met de hijsinrichting worden opgehesen; met het kenmerk, dat als de hijsbokken (100) hijsbokken (100) volgens een van de conclusies 1 tot 5 worden gebruikt, waarbij voorafgaande aan het hijsen de doorvoeropeningen (134) van de hijsbokken (100) van het op trek belastbaar, langwerpig, flexibele hijselement (240) worden voorzien waarbij het op trek belastbare, langwerpige, flexibele hijselement (240) via de geleidingsorganen (130) tegen en over de langwerpige goederen (290) worden geleid.