NL2016122B1 - Werkwijze voor de productie van een traptrede-element. - Google Patents

Werkwijze voor de productie van een traptrede-element. Download PDF

Info

Publication number
NL2016122B1
NL2016122B1 NL2016122A NL2016122A NL2016122B1 NL 2016122 B1 NL2016122 B1 NL 2016122B1 NL 2016122 A NL2016122 A NL 2016122A NL 2016122 A NL2016122 A NL 2016122A NL 2016122 B1 NL2016122 B1 NL 2016122B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
surface layer
base material
zone
nose
nose element
Prior art date
Application number
NL2016122A
Other languages
English (en)
Inventor
Mattheus Hendrikus Steyvers Johannes
Steyvers Rick
Original Assignee
Sip B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sip B V filed Critical Sip B V
Priority to NL2016122A priority Critical patent/NL2016122B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2016122B1 publication Critical patent/NL2016122B1/nl

Links

Landscapes

  • Steps, Ramps, And Handrails (AREA)

Abstract

Onderhavig uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een bekleed traptrede-element, waarbij het element een loopvlak en een neuselement uit een basismateriaal omvat, en voorzien is van een oppervlaktelaag. In een tweede aspect betreft onderhavige uitvinding een traptrede-element verkregen volgens deze werkwijze.

Description

WERKWIJZE VOOR DE PRODUCTIE VAN EEN TRAPTREDE-ELEMENT TECHNISCH DOMEIN
Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van traptrede-elementen die geschikt zijn voor de renovatie van bestaande trappen.
STAND DER TECHNIEK
Traptrede-elementen geschikt voor de renovatie van trappen zijn gekend in de stand der techniek. Deze elementen omvatten meestal een loopvlak en een neuselement en worden over de bestaande traptrede gezet. De elementen zijn doorgaans voorzien van een esthetische laag zoals laminaat, vinyl, linoleum, pvc, fineer etc. op een basismateriaal. Wanneer over een bestaande traptrede geplaatst, zullen deze de trap een vernieuwd esthetisch uiterlijk geven. NL1037394 beschrijft een traptrede-element voorzien van een kunststof polymeer laag, waarbij de laag op een basisoppervlak wordt toegevoegd. NL2004136 beschrijft tevens een traptrede-element, waarbij het element aan de achterzijde van de neus voorzien wordt van oppervlakte-afwerklaag. NL2009361 beschrijft een werkwijze voor de vervaardiging van een traptrede-element, waarbij een plaatvormig basismateriaal voorzien wordt van een afwerklaag. Het plaatmateriaal is hiertoe voorzien van uitsparingen.
De huidig gekende productiemethodes voor traptrede-elementen voorzien van een oppervlaktelaag (al dan niet voorzien van een beklede achterkant van de neus) zijn veelal arbeidsintensief en vragen veel menselijke input. Dit maakt dat de kostprijs vaak hoog uitvalt. Daarenboven dient de afwerklaag optimaal te worden aangebracht, zodat deze niet loslaat van het basismateriaal of dat er barsten en/of blaasvorming ontstaat. Er is dan ook nood aan een geoptimaliseerde werkwijze voor de productie en de bekleding van een traptrede-element.
Onderhavige uitvinding heeft tot doel een verbeterd element van de in aanhef genoemde soort te verschaffen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Onderhavige uitvinding biedt een werkwijze voor de vervaardiging van een traptrede-element volgens conclusie 1. De werkwijze laat toe om op een snelle en kwaliteitsvolle wijze beklede traptrede-elementen te voorzien, waarbij de oppervlaktelaag op een efficiënte en kwalitatieve manier wordt aangebracht, en waarbij de oppervlaktelaag duurzaam is. Door de werkwijze volgens onderhavige uitvinding toe te passen wordt verhinderd dat er barsten of blaasvorming ontstaat op het oppervlak van het eindproduct. De deelaspecten van de uitvinding worden meer in detail beschreven in de afhankelijke conclusies.
In een tweede aspect heeft onderhavige uitvinding tevens betrekking op een traptrede-element verkregen volgens de werkwijze beschreven in conclusie 1 en afhankelijke conclusies.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont een plaatvormig basismateriaal voorzien van een oppervlaktelaag en een neuselement volgens een onderdeel van een mogelijke werkwijze volgens onderhavige uitvinding.
Figuur 2A en 2B tonen een productiestap uit de werkwijze volgens onderhavige uitvinding.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een traptrede-element verkregen volgens een mogelijke productiemethode van onderhavige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een bekleed traptrede-element waarbij het element voorzien is van een loopvlak en een neuselement uit een basismateriaal, en voorzien is van een oppervlaktelaag.
De werkwijze laat toe om op snelle en efficiënte wijze een bekleed traptrede-element te produceren, waarbij de oppervlaktelaag op een kwalitatieve wijze gehecht is aan de het element en waarbij een duurzaam element wordt verkregen.
In een voorkeursvorm zal de werkwijze volgende stappen omvatten:
In een eerste stap wordt een plaatvormig basismateriaal voorzien van een over een eerste hoofdoppervlak van het basismateriaal aangebrachte oppervlaktelaag. In het bijzonder zal de aangebrachte oppervlaktelaag een oppervlakte bezitten die groter is dan het hoofdoppervlak van het basismateriaal. Meer in het bijzonder zal de oppervlaktelaag aan minstens één zijde van het basismateriaal een overhangende, vrije zone vormen, alwaar de oppervlaktelaag niet steunt op het basismateriaal. Bij voorkeur zal dit ter hoogte van de lengtezijde van het basismateriaal zijn.
In een verdere voorkeursvorm zal het basismateriaal dat wordt voorzien een breedte hebben die bruikbaar is voor gebruik als traptrede-element. Deze breedte zal afhankelijk zijn van de basisafmetingen van een trap, en kan bijvoorbeeld liggen tussen 10 en 25 cm.
In een andere uitvoeringsvorm wordt het verkregen element na productie op maat gesneden.
Het basismateriaal zal hierbij bij voorkeur bestaan uit een composiet plaat- of vezelmateriaal zoals MDF of HDF. De oppervlaktelaag wordt bij voorkeur gekozen uit fineer, laminaat, linoleum of pvc omvat en zal zorgen voor het esthetisch uiterlijk van het traptrede-element. Hiertoe kan de oppervlaktelaag voorzien zijn van een print en/of reliëf. In een voorkeursvorm zal gebruik gemaakt worden van HPL (high pressure laminate) of CPL (continuous pressed laminate).
Het plaatvormig basismateriaal kan optioneel voorzien zijn van een ruglaag die extra rigiditeit aan het plaatvormig basismateriaal biedt. Deze ruglaag zal bij voorkeur voorzien zijn aan de zijde tegengesteld aan de zijde die voorzien wordt van een oppervlaktelaag. De ruglaag verhindert hierbij dat het basismateriaal scheeftrekt. Een dergelijke ruglaag kan bestaan uit een papierlaag geïmpregneerd met een melamine resin. In een andere voorkeursvorm kan deze tevens uit HPL of CPL bestaan. De ruglaag kan voorzien worden via werkwijzen gekend in de stand der techniek, zoals verlijming. Bij voorkeur gebeurt de verlijming middels gebruik van een hechtmiddel op basis van polyurethaan.
Ook de oppervlaktelaag kan voorzien worden op het basismateriaal middels een polyurethaan-gebaseerd hechtmiddel (bv. een twee-componenten PU lijm). Bij voorkeur zal het hechtmiddel voorzien worden aan een dikte tussen 100 en 120 g/m2.
Indien noodzakelijk, kan na het aanbrengen van de oppervlaktelaag en optioneel de ruglaag een druk worden voorzien op de laag, om de lagen goed aan te drukken. Deze druk kan worden voorzien door oppervlakterollers.
In een tweede fase wordt een groefvormige uitsparing voorzien op het oppervlak van het basismateriaal en dit in de lengterichting van het basismateriaal (ter hoogte van de rugzijde), waarbij de uitsparing parallel loopt met genoemde overhangende zone van de oppervlaktelaag. Bij voorkeur wordt de uitsparing voorzien middels een freestechniek. In het bijzonder zal de uitsparing een breedte hebben die gelijk is aan de breedte van een neuselement dat in een latere stap zal worden toegevoegd.
Vervolgens zal aan de uitsparing een hechtmiddel zoals een polyvinylacetaat (PVA) lijm worden toegevoegd, waarna de uitsparing voorzien wordt van een neuselement in de uitsparing. Hierbij zal het neuselement een rechte hoek vormen met het hoofdoppervlak van het basismateriaal. Het neuselement bestaat bij voorkeur uit een plaatmateriaal van het zelfde materiaal als het plaatvormige basismateriaal, zoals MDF Of HDF.
In een mogelijke uitvoeringsvorm zal het neuselement aan één zijde al voorzien zijn van een oppervlaktelaag. Bij voorkeur is dit eenzelfde oppervlaktelaag als deze voorzien aan het plaatvormig basismateriaal. Deze additionele oppervlaktelaag zorgt ervoor dat de achterzijde van het uiteindelijke traptrede-element ook bekleed is. Dit kan van belang zijn indien het traptrede-element ingezet wordt bij renovatie van een zogenaamde 'open' trap, waarbij de achterzijde van de trap zichtbaar blijft. Bij voorkeur zal deze additionele oppervlaktelaag voorzien worden middels verlijming (bv. PU lijm). Dit gebeurt in een voorbereidende fase, voordat het neuselement voorzien wordt aan het plaatvormig basismateriaal.
In het bijzonder zal het neuselement (en bijgevolg ook de uitsparing) voorzien worden aan de kant waar de overhangende zone aanwezig is. Hierbij zal de lengte van de overhangende zone van de oppervlaktelaag bij voorkeur gelijk of groter zijn dan de som van de lengte en breedte van het neuselement.
In een uitvoeringsvorm kan de bovenzijde van het neuselement afgerond worden met een frees, om zo een afgerond neuselement te verkrijgen.
In een verdere stap van de onderhavige werkwijze zal de overhangende zone van de oppervlaktelaag bestraald worden met minstens één warmtebron, waarna deze overhangende zone verlijmd wordt met het neuselement.
In het bijzonder zal in een voorkeursvorm volgens onderhavige uitvinding de oppervlaktelaag bestraald worden ter hoogte van een eerste deelzone, en vervolgens gevouwen worden langsheen een eerste plooilijn. Hiertoe wordt de oppervlaktelaag in de diepte bestraald. Als gevolg hiervan zal het materiaal zijn rigiditeit tijdelijk verliezen en vouwbaar worden.
Bij voorkeur zal de eerste plooilijn gelegen zijn ter hoogte van het basisoppervlak in de overhangende zone. Hierdoor kan deze over het neusoppervlak gebracht worden en verlijmd worden met het opstaande vlak van het neusoppervlak. Bij voorkeur gebeurt verlijming middels een thermoplastische hechtmiddel zoals EVA lijm.
In een verdere uitvoeringsvorm zal een tweede deelzone van de oppervlaktelaag bestraald worden met een warmtebron, bij voorkeur een tweede warmtebron. Deze tweede warmte bron is bij voorkeur opgesteld na de eerste warmtebron. Opnieuw zal het bestralen ervoor zorgen dat de oppervlaktelaag soepel en plooibaar wordt, zodat het in de gewenste vorm kan worden gevouwen. Hierdoor zal de oppervlaktelaag gevouwen worden langsheen een tweede plooilijn. De tweede deelzone (en plooilijn) bevindt zich ter hoogte van het bovenvlak van het neuselement. Bijgevolg wordt ook dit neusoppervlak voorzien van een oppervlaktelaag, door verlijming van de tweede deelzone. Opnieuw wordt hiervoor bij voorkeur een thermoplastisch hechtingsmiddel toegevoegd zoals een EVA lijm.
Eventuele overhangende of overmaat aan oppervlaktelaag kan verwijderd worden (bv. middels het wegsnijden van de overmaat). Finaal kan het resulterende trap-element nog enkele bewerkingsstappen doorlopen, zoals bijvoorbeeld een extra frees-stap, etc.
Middels onderhavige uitvinding kan aldus een traptrede-element verkregen worden die bekleed is met een oppervlaktelaag, waarbij de oppervlaktelaag uit één geheel bestaat. Dit is voordelig, aangezien dit de slijtvastheid van het element verhoogt. Immers, indien met deelvlakken wordt gewerkt, zullen er inherent naden zichtbaar zijn in het geheel daar waar de lijmvlakken elkaar raken. Niet alleen is dit esthetisch een minder aantrekkelijke oplossing, het kan ook zorgen voor kwaliteitsproblemen. Via de naden kan er immers vocht insijpelen. Daarnaast zorgen de naden ook voor zwakke zones in het element, die makkelijker vatbaar zijn voor slijtages. Onderhavige uitvinding biedt een oplossing voor dit probleem.
Door gebruik te maken van één of meerdere stralingsbronnen wordt de oppervlaktelaag lokaal bestraald en wordt deze tijdelijk en lokaal bewerkbaar gemaakt. Bij voorkeur zal de oppervlaktelaag of deelzones ervan hierdoor opgewarmd worden tot een temperatuur tussen 100°C en 160°C. meer bij voorkeur zal de oppervlaktetemperatuur van de oppervlaktelaag of deelzones opgewarmd worden tot een temperatuur tussen 110°C en 150°C. De bestraling zal bij voorkeur niet meer dan 40 seconden in beslag nemen, meer in het bijzonder zal het tijdsbestek van bestralen en dus opwarmen gelegen zijn tussen 5 seconden en 30 seconden. Hierbij kan de tijd van bestralen aangepast worden naargelang de gewenste temperatuur en/of het vermogen van de gebruikte stralingsbron.
Bij voorkeur zal de afstand van de stralingsbron tot de oppervlaktelaag tussen de 1 en 15 cm zijn, waarbij de afstand afhankelijk is van de functie (dieptestralen, oppervlaktestralen) alsook van de positie van de straler (onder of boven).
In een voorkeursvorm zal de afstand van een straler (ten opzichte van het element) die aan de onderzijde van het te produceren element is gepositioneerd tussen de 2 en 5 cm zijn gelegen. De afstand van een bovenstraler ten opzichte van het element bedraagt bij voorkeur 9 tot 11 cm.
In het bijzonder zal het vermogen van de stralingsbron zich bevinden tussen 1500 en 10000 Watt, meer bij voorkeur tussen 2000 en 5000 Watt. Dit vermogen zorgt er voor dat de oppervlaktelaag soepel gemaakt wordt voor een korte periode en de correcte temperatuur krijgt.
In een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding kunnen er tussen de dieptebestralingen ook meer oppervlakkige bestralingen gebeuren, die een positieve invloed hebben op de eindkwaliteit van het product en de oppervlaktelaag soepel houden tijdens het proces. Deze oppervlakkige bestralingen gebeuren aan een lagere temperatuur en met een stralingsbron van een lager vermogen dan de dieptestralingen.
In een verdere uitvoeringsvorm kan onderhavige werkwijze tevens voorzien zijn van een verwarmingsstap waarbij het element of onderdelen ervan onderworpen worden aan een hete lucht. Dit gebeurt bij voorkeur middels een hete luchtblazer die een temperatuur tussen 180°C en 240°C bewerkstelligd. Dit heeft als voordeel dat het hechtmiddel gebruikt voor de verlijming van de oppervlaktelaag met het neuselement optimaal en snel kan drogen (verdamping van water) en er bijgevolg een snelle hechting kan plaatsvinden.
Onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting die de werkwijze zoals hierboven beschreven, kan uitvoeren. Hiertoe omvat de inrichting minstens één set van stralingsbronnen en/of verwarmingsunits, een transportband, één of meerdere drukunits (voorzien van drukrollers), één of meerdere polijstunits en één of meerdere verlijmingsunits.
In een finaal aspect biedt onderhavige uitvinding een traptrede-element verkregen volgens de werkwijze zoals hierboven beschreven. Het element is duurzaam en kwalitatief hoogstaand en heeft een uitgesproken esthetisch karakter. Door de werkwijze volgens onderhavige uitvinding toe te passen wordt verhinderd dat er barsten of blaasvorming ontstaat op het oppervlak van het eindproduct.
In wat volgt zal onderhavige uitvinding besproken worden aan de hand van niet-limitatieve figuren.
Figuren
Figuur 1 toont een plaatvormig basismateriaal (1) voorzien van een oppervlaktelaag (2) waarbij de oppervlaktelaag (2) een oppervlakte heeft die groter is dan de oppervlakte van het basismateriaal (1). Hierdoor wordt een overhangende zone gecreëerd. De oppervlaktelaag (2) wordt bij voorkeur voorzien aan het basismateriaal (1) middels verlijming. Een geschikte lijm hiertoe is een PU lijm. Het basismateriaal dat bijvoorbeeld MDF of HDF kan zijn wordt veelal op voorhand op maat voorzien. Optioneel kan het basismateriaal aan de zijde tegengesteld aan de zijde die de oppervlaktelaag (2) zal ontvangen voorzien zijn van een ruglaag. De oppervlaktelaag kan uit meerdere soorten materiaal gekozen worden. Bij voorkeur is dit een HPL of CPL materiaal.
Middels een freesmachine wordt het basismateriaal aan de zijde die geen oppervlaktelaag (2) bezit voorzien van een uitsparing (3). Deze uitsparing (3) is voorzien aan de kant waar de oppervlaktelaag (2) overhangt en zal worden voorzien in de lengterichting van het basismateriaal (1), zich uitstrekkend over de volledige lengte ervan. In het bijzonder zal de uitsparing een breedte bezitten die overeenstemt met de breedte van het neuselement (6) dat zal worden voorzien in de uitsparing.
Het neuselement (6) uit figuur 1 zal tijdens de productie van het traptrede-element in de uitsparing worden geplaatst en hiermee worden verlijmd. Optioneel kan het neuselement (6) voorzien al voorzien zijn van een oppervlaktelaag (3) op één van de lengtezijdes van het neuselement (6). Als dusdanig zal een traptrede-element verkregen worden waarvan ook de achterzijde van de neus bekleed is. Bij voorkeur is dit eenzelfde materiaal als het materiaal van de oppervlaktelaag (2) aan de voorzijde, opdat een duidelijke eenheid verkregen wordt.
Optioneel kan tijdens een freesstap de bovenzijde van het neuselement (6) afgerond worden. Dit kan gebeuren voordat het neuselement (6) met de uitsparing wordt verlijmd of erna.
In een vervolgstap zal het neuselement (6) voorzien worden van een oppervlaktelaag (2). Figuur 2A en 2B tonen dit in zijn vereenvoudigde, schematische vorm. In een eerste stap zal een eerste deelzone van de overhangende oppervlaktelaag bestraald worden met dieptestralers, waarna de oppervlaktelaag vouwbaar wordt langsheen een eerste plooilijn (4). Hierdoor zal de overhangende oppervlaktelaag (3) parallel komen te liggen met het opstaande oppervlak van het neuselement (6). Bij voorkeur zal gebruik gemaakt worden van dieptestralers die zowel boven als onderaan de oppervlaktelaag gepositioneerd staan. Dit zorgt voor een opwarming tot in de kern van de oppervlaktelaag, waardoor de oppervlaktelaag goed bewerkbaar/vouwbaar wordt. Bij voorkeur worden er in eerste bestralingsstap 4 stralers boven en 4 stralers onderaan. Deze zorgen ervoor dat de oppervlaktelaag tot in de kern wordt verwarmd. Optioneel kan een tweede bestraling worden voorzien die een meer oppervlakkige opwarming van de oppervlaktelaag bewerkstelligen. Op die manier wordt de oppervlaktelaag soepel gehouden voor een volgende bewerking. Bij voorkeur wordt de oppervlaktelaag hierbij bestraald middels 4 stralers die onder de oppervlaktelaag (3) staan en één straler die boven de oppervlaktelaag (3) staat.
In een laatste stap zal een tweede deelzone van de oppervlaktelaag (3) bestraald worden en vervolgens geplooid middels een tweede plooilijn waarbij de bovenzijde van het neuselement (6) tevens voorzien wordt van de oppervlaktelaag (3) middels verlijming. Bij voorkeur zal hierbij 1 straler voorzien zijn die boven de tweede zone gepositioneerd is.
Optioneel kan het teveel aan oppervlaktelaag (3) worden verwijderd, bijvoorbeeld middels een snijproces. Gedurende het ganse proces zullen rol-elementen ervoor zorgen dat de oppervlaktelaag (3) correct aangedrukt wordt op het neuselement (6).
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een traptrede-element verkregen volgens een mogelijke productiemethode van onderhavige uitvinding. Deze kunnen op maat gemaakt worden, of na productie op de gewenste maat worden versneden.
Kenmerken van figuren 1: plaatvormig basismateriaal 2: oppervlaktelaag 3: uitsparing 4: eerste plooilijn 5: tweede plooilijn 6: neuselement 7: traptrede-element

Claims (15)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een bekleed traptrede-element, waarbij het element een loopvlak en een neuselement uit een basismateriaal omvat, en voorzien is van een oppervlaktelaag, de werkwijze omvattende: - het voorzien van een plaatvormig basismateriaal met een over een eerste hoofdoppervlak van het basismateriaal aangebrachte oppervlaktelaag, waarbij de aangebrachte oppervlaktelaag een oppervlakte heeft die groter is dan het hoofdoppervlak van het basismateriaal en waardoor het basismateriaal aan minstens één zijde voorzien is van een overhangende, vrije zone van de oppervlaktelaag; - het voorzien van een uitsparing op het oppervlak in de lengterichting van het basismateriaal, waarbij de uitsparing parallel loopt met genoemde overhangende zone van de oppervlaktelaag; - het voorzien van een neuselement in de uitsparing, waarbij het neuselement een rechte hoek vormt met het hoofdoppervlak van het basismateriaal; en - het verlijmen van een de overhangende zone van de oppervlaktelaag met het neuselement; waarbij de overhangende zone minstens éénmaal bestraald wordt met een warmtebron vóór verlijming.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de oppervlaktelaag bestraald wordt ter hoogte van een eerste deelzone, en vervolgens gevouwen wordt langsheen een eerste plooilijn.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de een eerste deelzone van de overhangende oppervlaktelaag verlijmd wordt met het opstaande vlak van het neuselement middels een thermoplastische lijm.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij een tweede deelzone van de oppervlaktelaag bestraald wordt met een warmtebron en vervolgens gevouwen wordt langsheen een tweede plooilijn.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de tweede deelzone verlijmd wordt met het bovenvlak van het neuselement.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het neuselement bij het aanhechten aan het basisoppervlak aan één zijde al voorzien is van een oppervlaktelaag.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het neuselement verlijmd wordt met het basismateriaal.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tussen het basismateriaal en de oppervlaktelaag een tussenlaag wordt voorzien, die additionele rigiditeit aan het basismateriaal verschaft.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stralingsbron een vermogen tussen 2000 en 5000 Watt bezit.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de oppervlaktelaag of deelzones ervan worden opgewarmd tot een temperatuur tussen 100°C en 160°C.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 10, waarbij het traptrede-element door een hete luchtblazer wordt verwarmd.
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatvormig basismateriaal MDF of HDF is.
13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de oppervlaktelaag fineer, laminaat, linoleum of pvc omvat.
14. Inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 13.
15. Trap-trede-element verkregen volgens een werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 13.
NL2016122A 2016-01-20 2016-01-20 Werkwijze voor de productie van een traptrede-element. NL2016122B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016122A NL2016122B1 (nl) 2016-01-20 2016-01-20 Werkwijze voor de productie van een traptrede-element.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016122A NL2016122B1 (nl) 2016-01-20 2016-01-20 Werkwijze voor de productie van een traptrede-element.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016122B1 true NL2016122B1 (nl) 2017-07-05

Family

ID=59577134

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016122A NL2016122B1 (nl) 2016-01-20 2016-01-20 Werkwijze voor de productie van een traptrede-element.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2016122B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2569151B1 (en) Floor panel and methods for manufacturing floor panels
RU2516900C2 (ru) Панель с покрытием и способ ее изготовления
US6180172B1 (en) Process and apparatus for treating surfaces
EA033693B1 (ru) Способ изготовления облицованного шпоном элемента
KR20130113933A (ko) 패널 및 패널 제조 방법
JP6347388B2 (ja) 化粧板及び化粧板の製造方法
US3371003A (en) Process for making self-edged laminated panel
NL2016122B1 (nl) Werkwijze voor de productie van een traptrede-element.
HUT57835A (en) Leather material, as well as process and device for producing same
JPS6251747B2 (nl)
CA2784266A1 (en) Joined veneer strip
JP2007196398A (ja) 溝付き木質化粧板の製造方法
US20110088288A1 (en) Fabric footwear outsole and method of manufacturing same
BE1025653B1 (nl) Multifunctioneel profiel voor traprenovatie
KR20150111577A (ko) 건축물용 몰딩재의 제조방법 및 제조장치
US1875056A (en) Method of joining thin wood veneers
BE1023636B1 (nl) Plint of afwerkingsprofiel voor vloerbekleding
BE1022798B1 (nl) Plint of afwerkingsprofiel voor vloerbekleding en alternatieve werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke plint of afwerkingsprofiel
BE1029828B1 (nl) Decoratief paneel
BE1022737B1 (nl) Nieuwe plint en verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke plint
JPH07110526B2 (ja) 塩化ビニル樹脂被覆された木理化粧シート及び木理化粧ボードの製造方法
WO2024003550A1 (en) Paper sheet application method for construction panels
BE1023790B1 (nl) Verbeterde en nieuwe werkwijze voor het vervaardigen van een plint of vloerprofiel
NL2004136C2 (nl) Traptredenelement, traprenovatieornament, kit en werkwijze.
JP2023183685A (ja) 化粧板の製造方法