NL2013742B1 - Gewassorteerinrichting voorzien van een transportinrichting. - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een sorteerinrichting (60) voor het sorteren van een reeks gewassen (26) volgens een of meer gewaskenmerken, omvattende een transporteur (12) met aandrijving (22) voor het verplaatsen van gewassen over een zich ten minste tussen een selectiepositie en een verwijderpositie uitstrekkend transporttraject, een naast de transporteur (12) opgestelde indicatorinrichting (14), die voorzien is van indicatoren (32), die overeenkomen met gewasposities (28) op de transporteur (12), en welke indicatoren (32) een waarneembaar onderscheidend signaal kunnen genereren, waarbij een regelinrichting (34) is voorzien om de indicatoren (32") die overeenkomen met een of meer gekozen gewasposities (28") te activeren tijdens verplaatsing van de gewasposities (28) ten minste een in de verwijderpositie opgestelde verwijderinrichting (70) voor het verwijderen van geselecteerde gewassen (26") in gekozen gewasposities (28"), en een regelinrichting (78) voor het aansturen van de verwijderinrichting (70).

Description

Korte aanduiding: GEWASSORTEERINRICHTING VOORZIEN VAN EEN TRANSPORTINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een sorteerinrichting voor het sorteren van een reeks op een bewegende transporteur gewassen volgens een of meer gewaskenmerken.

In de verwerking van geoogste gewassen, in het bijzonder (snij)bloemen, worden gebruikelijk transportinrichtingen toegepast voor het verplaatsen van de gewassen tussen een aanvoer van de gewassen en verwerkingsposities of -stations voor handmatige en/of machinale bewerkingen zoals selectie en/of sortering, op een gewenste steellengte snijden, ontbladeren, bossen van een aantal gewassen en/of aanbrengen van een bindmiddel, zoals een elastiek of tape, en tussenverplaatsingen van en naar de verwerkingsposities en/of -stations. Voor het verplaatsen van gewassen in een liggende positie worden veelal eindloze banden met een gesloten transportoppervlak gebruikt. Systemen voor het in een hangende positie verplaatsen van gewassen passen klemsnaren of grijpers toe.

Het kan voordelig zijn om de positie voor een bepaald individueel gewas vast te leggen, bijvoorbeeld bij het selecteren van gewassen die niet voldoen aan een of meer gewaskenmerken, waarbij de geselecteerde gewassen in een vaste positie op de transportinrichting naar een verwijderpositie worden gebracht. Dit is in het bijzonder van belang wanneer de voor de selectie benodigde waarneming van gewaskenmerken en beoordeling daarvan door een bedieningspersoon plaatsvindt, bijvoorbeeld bij de overgang van een aanvoerband naar een sorteer- of verdeelband, terwijl het sorteren of verdelen op een stroomafwaartse positie met een verdeelinrichting wordt uitgevoerd.

In het vak zijn transportbanden bekend, waarop in dwarsrichting van de band opstaande scheidingsvlakken op het transportoppervlak zijn aangebracht, die dit oppervlak in de transportrichting gezien in naast elkaar gelegen vakken verdelen. Deze vakken bepalen de positie van een individueel gewas of meerdere in het vak gedeponeerde gewassen. Deze vakkenband heeft echter een vaste indeling, hetgeen bij veranderende omstandigheden zoals verse partij te verwerken gewassen met een andere verdeling van de gewaskenmerken, ongunstig kan zijn. Daarnaast zijn alle vakken gelijk en niet van elkaar te onderscheiden. Transportbanden met op het transportvlak aangebrachte lijnen die gewasposities definiëren, hebben dezelfde nadelen qua vaste indeling en onderlinge gelijkheid. Daarnaast kan waarneming van de lijnen door slijtage en vervuiling worden bemoeilijkt, waarbij ook de zichthoek een rol kan spelen, evenals gedeeltelijk bedekking van een lijn door een aangrenzend gewas.

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een sorteerinrichting voor het sorteren van een reeks op een bewegende transporteur (liggende) gewassen volgens een of meer gewaskenmerken, waarbij tussen een selectiepositie voor het selecteren van gewassen op het ten minste ene gewaskenmerk en een sorteerpositie, waar geselecteerde gewassen uit de reeks worden verwijderd, de positie van een geselecteerd gewas op een zintuiglijk waarneembare wijze eenduidig kan worden aangeduid en gevolgd.

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een sorteerinrichting, waarvan de aanduiding van de posities te variëren is.

De sorteerinrichting volgens de uitvinding voor het sorteren van een reeks op een transporteur getransporteerde gewassen volgens een of meer gewaskenmerken, omvat daartoe een transporteur voor het in een transportrichting verplaatsen van gewassen in gewasposities over een zich ten minste tussen een selectiepositie en een verwijderpositie uitstrekkend transporttraject, voorzien van een aandrijving voor het aandrijven van de transporteur, een naast de transporteur opgestelde zich over ten minste een deel van het transporttraject uitstrekkende indicatorinrichting, die voorzien is van indicatoren, die overeenkomen met gewasposities op de transporteur, en welke indicatoren een waarneembaar onderscheidend signaal kunnen genereren, waarbij een regelinrichting is voorzien om de indicatoren die overeenkomen met een of meer gekozen gewasposities te activeren tijdens verplaatsing van de gewasposities, ten minste een in de verwijderpositie opgestelde verwijderinrichting voor het uit de reeks gewassen verwijderen van volgens een of meer gewaskenmerken geselecteerde gewassen die zich in een gekozen gewaspositie bevinden, en een regelinrichting voor het aansturen van de verwijderinrichting op basis van met de gekozen gewaspositie van de geselecteerde gewassen op de transporteur overeenkomende signalen.

De sorteerinrichting volgens de uitvinding omvat een transporteur, gewoonlijk een eindloze band die over aan beide uiteinden daarvan opgestelde keerrollen desgewenst met een of meer tussengelegen leirollen wordt geleid, met een bijbehorende aandrijving, zoals een elektromotor. Gewassen, zoals snijbloemen, bladgroen en/of andere decoratie-elementen, worden op het gebruikelijk gesloten transportvlak met hun steel in hoofdzaak dwars op de transportrichting georiënteerd en op enige afstand (bijv. 5-10 cm of meer) van elkaar liggend getransporteerd. In de context van deze beschrijving van de uitvinding wordt de positie van een gewas op de transporteur gewaspositie genoemd. Naast de transporteur, althans over ten minste een deel van het transporttraject, gebruikelijk ten minste tussen twee functioneel gedefinieerde gewasbewerkingsposities zoals de selectiepositie en verwijderpositie, is een indicatorinrichting opgesteld. De indicatorinrichting is voorzien van indicatoren, die overeenkomen met gewasposities op de transporteur. Het aantal indicatoren is minimaal gelijk aan het aantal gewasposities. Bijvoorbeeld bij een bandlengte van 4 m en een gemiddelde afstand van 10 cm tussen opeenvolgende gewassen, dwz 40 gewasposities, zijn er minimaal 40 indicatoren, wanneer de indicatorinrichting zich over de volledige lengte van de band uitstrekt. Voor nauwkeurigheid en gebruiksgemak bedraagt het aantal indicatoren bij voorkeur een veelvoud daarvan. De indicatoren zijn individueel, of groepsgewijs als groep van naburige indicatoren, bij activatie op basis van een gekozen gewaspositie, in staat een detecteerbaar signaal, in het bijzonder een zintuiglijk waarneembaar, in het bijzonder een visueel waarneembaar signaal te genereren, dat zich onderscheid van indicatoren overeenkomend met niet-gekozen gewasposities. Het activeren van de indicator of indicatoren die bij een gekozen gewaspositie behoort of behoren, welke gewaspositie tijdens bedrijf zich verplaatst ten opzichte van de vaste wereld, wordt geregeld met een regelinrichting. Op deze manier wordt bereikt dat het signaal met dezelfde snelheid als de transporteur met de gekozen gewaspositie meebeweegt, terwijl het signaal telkens door opeenvolgende indicatoren of groepen daarvan wordt opgewekt.

Bij een toepassing daarvan wordt de indicatorinrichting op een vast patroon van gekozen posities ingesteld. Bijvoorbeeld wordt bij een verwachte uitval van 20% uit een reeks aangevoerde gewassen vanwege afwijkingen of gebreken, zoals te weinig bloemknoppen, beschadiging, etc, de indicatorinrichting zo ingesteld dat een op de 5 posities een gekozen positie is, waarop een bedieningspersoon die de gewassen beoordeelt op de gewaskenmerken, een gewas dat daaraan niet voldoet kan leggen. Het aldus geselecteerde gewas in de gekozen gewaspositie beweegt vervolgens met de hoofdreeks van kwalitatief goede gewassen mee, tot een punt waar dit gewas uit de hoofdreeks wordt verwijderd, terwijl over dit transporttraject de indicatorinrichting steeds een signaal afgeeft dat met de gekozen gewaspositie meeloopt. Voor een ander verwacht percentage kan de verhouding anders ingesteld worden. Ook een verdeling van de hoofdreeks in meerdere subreeksen onder gebruikmaking van meerdere in stroomafwaartse richting na elkaar opgestelde verwijderinrichtingen is mogelijk, waarbij de signalen, die door de indicatoren worden afgegeven voor de gewasposities die tot een bepaalde subreeks behoren, te onderscheiden zijn van de signalen van de indicatoren, die een gewaspositie uit een van de andere subreeksen aanduiden.

Bij een handmatig uitgevoerde overbrenging van een gewas in een gekozen gewaspositie is het voordelig dat een gekozen gewaspositie met ten minste twee in de transportrichting op afstand van elkaar gelegen indicatoren overeenkomt. Dit maakt het richten van het betreffende gewas op en positioneren ervan in de gekozen gewaspositie voor de betreffende persoon eenvoudiger.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de indicatoren lichtbronnen die licht in het zichtbare gebied uitstralen, die individueel of groepsgewijs schakelbaar zijn. Dergelijk licht is een visueel goed waarneembaar signaal of aanduiding van de gekozen gewaspositie. Bij een verdere gunstige uitvoeringsvorm is het waarneembare onderscheidende signaal voor een gekozen gewaspositie een kleur, die afwijkt van een met een niet-geselecteerd gewas overeenkomende kleur. Wanneer er meerdere subreeksen uit een hoofdreeks van gewassen worden opgebouwd, kan elke subreeks een unieke kleur bezitten. De lichtbronnen zijn meer bij voorkeur LED-lampen, die meerdere kleuren licht kunnen uitzenden. Meer bij voorkeur omvat de indicatorinrichting een LED-balk met ten minste een, bij voorkeur meerdere zich in de transportrichting uitstrekkende rijen van LED-lampen.

Zoals hierboven uiteengezet, heeft met voordeel de afstand tussen indicatoren die overeenkomen met de afstand tussen gekozen gewasposities een vaste waarde. Bij voorkeur is deze vaste waarde met behulp van de regelinrichting instelbaar, nadat de vaste waarde op basis van bijvoorbeeld de verwachte frequentie dat een gekozen gewaspositie beschikbaar moet zijn, voor een te verwerken partij gewassen, en de vereiste breedte van een gewaspositie voor het betreffende type gewas, is geschat.

De bij de uitvinding toegepaste transporteur maakt het mogelijk dat een gekozen gewaspositie tijdens verder transport waarneembaar en detecteerbaar blijft door middel van het meelopende signaal dat door opeenvolgende indicatoren wordt uitgezonden. Dit signaal kan bijvoorbeeld door een volgend bewerkingsstation worden gedetecteerd als start voor het uitvoeren van een volgbewerking op het geselecteerde gewas in de gekozen gewaspositie.

Bij de sorteerinrichting volgens de uitvinding wordt op een selectiepositie elk gewas waargenomen en wordt bepaald of het gewas aan de gewenste eigenschappen voldoet. Als het betreffende gewas niet aan het criterium voldoet, wordt het in een passerende gekozen gewaspositie neergelegd. Bij de verwijderpositie wordt het betreffende gewas dan van de transporteur verwijderd met behulp van een verwijderinrichting, bijvoorbeeld een in het vak bekende uitstoter. De verwijderinrichting wordt door de regeleenheid aangestuurd. Als de gekozen gewasposities volgens een voorafbepaald patroon worden gegenereerd, kan de regeleenheid de verwijderinrichting conform genoemd patroon aansturen. In een dergelijk uitvoeringsvorm voert de verwijderinrichting een handeling uit ook als er zich geen gewas in een passerend gekozen gewaspositie bevindt. Teneinde een onnodige actie van de verwijderinrichting te voorkomen kan stroomopwaarts van de verwijderinrichting een detectieapparaat voor het bepalen van de aanwezigheid van een gewas in een gekozen gewaspositie zijn voorzien, zoals een fotocel. De verwijderinrichting voert dan alleen een actie uit als, er zich een geselecteerd gewas in de gewaspositie bevindt.

In een verdere uitvoeringsvorm is in de selectiepositie een (door een persoon bedienbare) schakelaar voorzien, die bij bekrachtiging een signaal aan de regelinrichting van de indicatorinrichting geeft om de met een bepaalde gewaspositie overeenkomende indicatoren te activeren. Wanneer de bedieningspersoon een vanwege een of meer gewaskenmerken (of het ontbreken daarvan) te verwijderen gewas detecteert, kan hij de gewaspositie waarin het betreffende gewas zich bevindt of wordt neergelegd, via genoemde schakelaar doorgeven aan de regelinrichting als een gekozen gewaspositie, waarop de regelinrichting de bijbehorende indicatoren activeert. Op deze wijze kan de flexibiliteit met het oog op de spreiding van het optreden van te verwijderen gewassen worden vergroot.

Bij nog een verdere uitvoeringsvorm is in de selectiepositie een detectie-inrichting voor het detecteren van een gewaskenmerken opgesteld, die bij detectie van een gewas met genoemde een of meer gewaskenmerken een signaal afgeeft aan de regelinrichting van de indicatorinrichting om de met de gewaspositie van het betreffende gewas overeenkomende indicatoren te activeren. Dit maakt een geautomatiseerde selectie en verwijdering mogelijk. De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een schematische weergave is van een uitvoeringsvorm van een transportinrichting voor een sorteerinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 schematisch een detail van de indicatorinrichting volgens de uitvinding toont; en Fig. 3 een schematische weergave is van een uitvoeringsvorm van een sorteerinrichting volgens de uitvinding.

In Fig. 1 is een transportinrichting voor een sorteerinrichting volgens de uitvinding schematisch weergegeven en in zijn geheel met verwijzingscijfer 10 aangeduid. De transportinrichting 10 omvat een transporteur 12 en indicatorinrichting 14. De transporteur 12 omvat een eindloze band 16, die aan de uiteinden 18 en 20 over keerrollen 22 wordt geleid, waarvan er ten minste een aandrijfbaar is met aandrijving 24, zoals een elektromotor. De transportrichting is met een pijl aangeduid. Gewassen 26 worden met hun stelen in hoofdzaak in dwarsrichting op de transportrichting georiënteerd, op afstand van elkaar op het bandoppervlak getransporteerd. De imaginaire gewasposities zijn weergegeven met streeplijnen en met verwijzingscijfer 28 aangeduid.

Naast de transporteur 12 is een indicatorinrichting 14 opgesteld, die in de weergegeven uitvoeringsvorm een zich in de transportrichting uitstrekkende rij 30 van indicatoren 32 omvat. In dit geval komt de breedte b van een gewaspositie 28 overeen met 2 maal de breedte van een indicator 32 in de rij 30. In de weergegeven situatie is de verdeling van de indicatorinrichting 14 zo ingesteld met behulp van regelinrichting 34, dat een op de vijf posities 28 een gekozen gewaspositie 28” is, die met twee indicatoren 32” (“X”) wordt aangeduid.

Gewassen 26 zoals bloemen worden op een aanvoerband 42 aangevoerd en bij de overgang naar de transportinrichting 10 door een bedieningspersoon beoordeeld op een of meer gewaskenmerken (selectiepositie). Een gewas dat niet aan een of meer selectiecriteria voldoet (weergegeven is een gewas 26” zonder bloemknop en een gewas 26” met een blad), wordt in een gekozen gewaspositie 28”, aangeduid door de indicatoren 32” gelegd. Tijdens verdere verplaatsing van het geselecteerde gewas in de gekozen gewaspositie 28” worden steeds de in transportrichting naastgelegen indicator 32 geactiveerd om het betreffende signaal af te geven, terwijl indicator 32” wordt uitgeschakeld. Aldus verplaatst zich het lichtsignaal zich met de gewaspositie 28” mee tot het eind van de indicatorinrichting 14. Hier kan het betreffende gewas in gewaspositie aan een vervolgbewerking, bijvoorbeeld nadere inspectie of (definitieve) verwijdering worden onderworpen (verwijderpositie).

Bij een andere uitvoeringsvorm is er geen vooraf ingestelde verdeling van de gewasposities 28 en bijbehorende indicatoren 32 aanwezig, maar wordt bij het plaatsen van een geselecteerd gewas 26” in een specifieke positionering of via een specifieke beweging ten opzichte van een of meer sensoren (niet weergegeven) die gewaspositie als een gekozen gewaspositie 28” aangeduid door inschakelen van de bijbehorende indicatoren 32”.

Fig. 2 toont een schematisch bovenaanzicht van een indicator 32 van de indicatorinrichting 14, waaruit blijkt dat elke indicator 32 is opgebouwd uit meerdere, meerkleuren LED-lampjes 50, die groepsgewijs schakelbaarzijn. Twee indicatoren 32 komen overeen met de breedte b van een gewaspositie 28

Fig. 3 toont een sorteerinrichting 60 voor het verdelen van een reeks gewassen in een hoofdreeks en ten minste een subreeks. De gewassen 26 worden aangevoerd op een aangedreven transportband 42 en bij de overgang naar de transporteur 12 visueel beoordeeld. De gewassen 26 steken met een steeluiteinde 62 (zie ook fig. 2) voorbij een langsrand 64 van de transporteur 12 uit. Te verwijderen gewassen 26” worden op met indicatoren 32” van de indicatorinrichting 14 aangeduide gekozen gewasposities 28” gelegd en vormen samen een subreeks. De hoofdreeks wordt gevormd door niet te verwijderen gewassen 26 in gewasposities 28 die niet worden aangeduid door de indicatoren 32 of met een afwijkend signaal daarvan. Met verwijzingscijfer 70 is een verwijderinrichting voor het verwijderen van gewas 40” uit een gewaspositie 28” aangeduid. Bij voorkeur is de verwijderinrichting 70 een stootinrichting volgens de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 2013348, die een uitstootarm 72 omvat, die draaibaar is bevestigd op as 74 en wordt bediend met een pneumatisch zuiger-cilinder samenstel 76, gecontroleerd door regeleenheid 78. Het steeluiteinde 62 van een uitgestoten gewas 26” wordt op het invoeruiteinde 80 van tweede transportmiddelen 82 zoals een snaar geworpen, en vervolgens klemmend tussen deze transportmiddelen 82 en een daarmee samenwerkende klemsnaar 84 geleid naar een transporteur 86 voor verdere verwerking. De niet verwijderde gewassen 26 worden via een tussenband 88 naar een binder 90 getransporteerd, waar ze tot een bos 92 worden gebonden met bijvoorbeeld elastiek 94, en naar een niet-weergegeven inpakstation geleid.

Bij een andere uitvoeringsvorm worden de gewassen al “verenkeld” aangevoerd op de transporteur 10. De indicatoren 32 van indicatorinrichting 14 zijn alle uit Op een selectiepositie detecteert een detectie-inrichting de aanwezigheid van een gewas 26, bijvoorbeeld wordt het voorbij de langsrand 64 uitstekende steeleinde 62 met een fotocel 110 gedetecteerd, die de indicator of indicatoren 32 behorend bij de betreffende gewaspositie 28 doet oplichten. De bedieningspersoon beoordeelt of het betreffende gewas al dan niet voldoet aan de naar de een of meer gewaskenmerken vastgestelde kwaliteit. Wanneer geen afwijkingen worden geconstateerd, hoeft de persoon niets te doen. De betreffende indicatoren worden dan uitgeschakeld. Wanneer het gewas niet voldoet en zodoende als geselecteerd gewas 28” kwalificeert, bedient de persoon een schakelaar 100 (zie fig. 3), die via de regelinrichting 34 de indicatoren 32” aanstuurt, zodat deze een van de oplichtende indicatoren 32 afwijkend signaal geven. Met de verwijderinrichting 70 in verwijderpositie V wordt dan het geselecteerde gewas 26” uit de gewaspositie 28” verwijderd.

De hierboven beschreven combinatie van transportinrichting en indicatorinrichting kan voor andere doeleinden worden toegepast, waarbij de indicatorinrichting een (i.h.b. door een persoon) gekozen gewaspositie (voor een geselecteerd gewas) aanduidt met een uniek signaal, zoals hierboven is toegelicht. In brede zin omvat een dergelijk samenstel een transporteur voor het in een transportrichting verplaatsen van gewassen in gewasposities over een zich ten minste tussen een eerste positie en een tweede bewerkingspositie uitstrekkend transporttraject, voorzien van een aandrijving voor het aandrijven van de transporteur, een naast de transporteur opgestelde zich over ten minste een deel van het transporttraject uitstrekkende indicatorinrichting, die voorzien is van indicatoren, die overeenkomen met gewasposities op de transporteur, en welke indicatoren een waarneembaar onderscheidend signaal kunnen genereren, waarbij een regelinrichting is voorzien om de indicatoren die overeenkomen met een of meer gekozen gewasposities te activeren tijdens verplaatsing van de gewasposities, en een in de tweede bewerkingspositie opgesteld bewerkingstation, ingericht voor het uitvoeren van een bewerking op de gekozen gewaspositie, en een regelinrichting voor het aansturen van het bewerkingstation op basis van met de gekozen gewaspositie op de transporteur overeenkomende signalen.

Nog andere toepassingen omvatten het gebruik van de transporteur als oplegband, waarbij in gekozen posities in een vaste volgorde een bepaald gewas of decoratie-element moet worden neergelegd. Bijvoorbeeld wanneer een gemengd boeket wordt samengesteld uit een aantal verschillende soorten bloemen in een vaste volgorde, kan de indicatorinrichting op deze vaste volgorde van met de transportband meelopende signalen voor elk soort bloem worden ingesteld, bijvoorbeeld op met dit aantal overeenkomende kleuren. Een transportinrichting volgens de uitvinding kan ook worden toegepast om afstand tussen opeenvolgende groepen van gewassen te creëren, waarbij een gekozen gewaspositie leeg wordt gelaten. In een voorkeurstoepassing wordt de transportinrichting toegepast als sorteerband.

Claims (9)

1. Sorteerinrichting (60) voor het sorteren van een reeks op een transporteur (12) getransporteerde gewassen (26) volgens een of meer gewaskenmerken, omvattende een transporteur (12) voor het in een transportrichting verplaatsen van gewassen in gewasposities (28) over een zich ten minste tussen een selectiepositie en een verwijderpositie uitstrekkend transporttraject, voorzien van een aandrijving (22) voor het aandrijven van de transporteur, een naast de transporteur (12) opgestelde zich over ten minste een deel van het transporttraject uitstrekkende indicatorinrichting (14), die voorzien is van indicatoren (32), die overeenkomen met gewasposities (28) op de transporteur (12), en welke indicatoren (32) een waarneembaar onderscheidend signaal kunnen genereren, waarbij een regelinrichting (34) is voorzien om de indicatoren (32”) die overeenkomen met een of meer gekozen gewasposities (28”) te activeren tijdens verplaatsing van de gewasposities (28) ten minste een in de verwijderpositie opgestelde verwijderinrichting (70) voor het uit de reeks gewassen verwijderen van volgens een of meer gewaskenmerken geselecteerde gewassen (26”) die zich in een gekozen gewaspositie (28”) bevinden, en een regelinrichting (78) voor het aansturen van de verwijderinrichting (70) op basis van met de gekozen gewaspositie (28”) van de geselecteerde gewassen (26”) op de transporteur (12) overeenkomende signalen.

2. Sorteerinrichting volgens conclusie 1, waarbij een gekozen gewaspositie (28) door ten minste twee indicatoren (32) wordt aangeduid.

3. Sorteerinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de indicatoren (32) lichtbronnen (50) omvatten, die individueel of groepsgewijs schakelbaar zijn.

4. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het waarneembare onderscheidende signaal voor een gekozen gewaspositie (28”) een kleur is, die afwijkt van een met een niet-gekozen gewaspositie (28) overeenkomende kleur.

5. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 3-4, waarbij de lichtbronnen (50) LED-lampen zijn, die verschillende kleuren licht kunnen uitzenden.

6. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen indicatoren (32”) die overeenkomen met de afstand tussen gekozen gewasposities (28”) een vaste waarde heeft.

7. Sorteerinrichting volgens conclusie 6, waarbij de vaste waarde instelbaar is in de regelinrichting (34) van de indicatorinrichting (14).

8. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de selectiepositie een door een persoon bedienbare schakelaar (100) is voorzien, die bij activering een signaal afgeeft aan de regelinrichting (34) van de indicatorinrichting (14) om de met de gewaspositie (28”) van het betreffende gewas (26”) overeenkomende indicatoren (32”) te activeren.

9. Sorteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-7, waarbij in de selectiepositie een detectie-inrichting () voor het detecteren van een of meer gewaskenmerken is opgesteld, die bij detectie van een gewas (26”) met het gewaskenmerk een signaal afgeeft aan de regelinrichting (34) van de indicatorinrichting (14) om de met de gewaspositie (28”) van het betreffende gewas (26”) overeenkomende indicatoren (32”) te activeren.