NL2013607B1 - Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen. - Google Patents

Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen. Download PDF

Info

Publication number
NL2013607B1
NL2013607B1 NL2013607A NL2013607A NL2013607B1 NL 2013607 B1 NL2013607 B1 NL 2013607B1 NL 2013607 A NL2013607 A NL 2013607A NL 2013607 A NL2013607 A NL 2013607A NL 2013607 B1 NL2013607 B1 NL 2013607B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elements
substrate
luminescent
luminescent elements
pattern
Prior art date
Application number
NL2013607A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2013607A (nl
Inventor
Hendrikus Arnoldus De Waal Vincent
Cornelis Petrus Heerkens Josephus
Original Assignee
Heijmans N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heijmans N V filed Critical Heijmans N V
Priority to NL2013607A priority Critical patent/NL2013607B1/nl
Priority to PCT/NL2015/050706 priority patent/WO2016056910A1/en
Priority to EP15818089.3A priority patent/EP3204343B1/en
Publication of NL2013607A publication Critical patent/NL2013607A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2013607B1 publication Critical patent/NL2013607B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B41/00After-treatment of mortars, concrete, artificial stone or ceramics; Treatment of natural stone
    • C04B41/009After-treatment of mortars, concrete, artificial stone or ceramics; Treatment of natural stone characterised by the material treated
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B41/00After-treatment of mortars, concrete, artificial stone or ceramics; Treatment of natural stone
    • C04B41/45Coating or impregnating, e.g. injection in masonry, partial coating of green or fired ceramics, organic coating compositions for adhering together two concrete elements
    • C04B41/4578Coating or impregnating of green ceramics or unset concrete
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B41/00After-treatment of mortars, concrete, artificial stone or ceramics; Treatment of natural stone
    • C04B41/60After-treatment of mortars, concrete, artificial stone or ceramics; Treatment of natural stone of only artificial stone
    • C04B41/61Coating or impregnation
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09DCOATING COMPOSITIONS, e.g. PAINTS, VARNISHES OR LACQUERS; FILLING PASTES; CHEMICAL PAINT OR INK REMOVERS; INKS; CORRECTING FLUIDS; WOODSTAINS; PASTES OR SOLIDS FOR COLOURING OR PRINTING; USE OF MATERIALS THEREFOR
    • C09D5/00Coating compositions, e.g. paints, varnishes or lacquers, characterised by their physical nature or the effects produced; Filling pastes
    • C09D5/22Luminous paints
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B2111/00Mortars, concrete or artificial stone or mixtures to prepare them, characterised by specific function, property or use
    • C04B2111/80Optical properties, e.g. transparency or reflexibility
    • C04B2111/807Luminescent or fluorescent materials

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Road Signs Or Road Markings (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen, waarbij zich ten minste in voornoemde toplaag maskeerelementen bevinden, welke maskeerelementen een zodanige samenstelling en grootte bezitten dat onder daglichtomstandigheden de zichtbaarheid van voornoemd patroon is afgenomen ten opzichte van een situatie waarbij zich in voornoemde ondergrond, waarin voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen, in voornoemde toplaag geen van dergelijke maskeerelementen bevinden.

Description

Korte aanduiding: Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen.
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het aanleggen van een ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen.
Een ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen is op zich bekend uit NL 1036967. Uit NL 1036967 is het bekend om lichtgevende glasstukjes of plastic stukjes te verwerken in of op beton, welke lichtgevende glasstukjes zogenaamde lichtgevende pigmenten bevatten die oplichten in het donker. Als voorbeelden waarin dergelijke lichtgevende glasstukjes of plastic stukjes kunnen worden verwerkt worden bakstenen, stoeptegels, stoepranden maar ook obstakels ten bate van de veiligheid genoemd. Een nadeel dat daarbij ontstaat, is dat het patroon van lichtgevende glasstukjes of plastic stukjes zelfs bij daglicht waarneembaar is. Een dergelijke waarneming wordt als ongewenst gezien.
De Britse publicatie GB 348609 heeft betrekking op een methode voor het vervaardigen van lichtgevende organen in de vorm van platen, blokken, palen, stenen of dergelijke, op basis van een massa waarvan het belangrijkste bestanddeel beton, cement, kunststeen, kunstmarmer, klei of gips is, waarbij voornoemd bestanddeel met een lichtgevend preparaat vóór, tijdens of nadat de massa de gewenste vorm van het lichaam bezit, wordt gemengd.
De Australische publicatie AU 2010202310 heeft betrekking op een betonnen structuur, in het bijzonder een funderingsplaat die ten minste een deel van een voetpad, oprit of openbare weg vormt, waarbij een blootgesteld oppervlak van de betonnen structuur een fotoluminescentie aggregaat bevat, waarbij het fotoluminescerend aggregaat een harsbasis en een fotoluminescerend pigment omvat.
Uit de Internationale aanvrage WO 02/40421 is een zogenaamd fotoluminescent kunststofaggregaat bekend, dat een fotoluminescent pigment gedispergeerd binnen een thermohardend of verknoopt polymeerachtig bindmiddel omvat.
Uit de Duitse publicatie DE 3 809 937 is een methode voor het vervaardigen van bouwmaterialen met kleurgevende eigenschappen bekend, waarbij een pigment in glas wordt ingesmolten en waarbij aansluitend het pigment bevattend glas in granulaat- en/of poedervorm als additief aan bouwmaterialen wordt toegevoegd, waarna bijvoorbeeld stenen hieruit worden vervaardigd.
Uit de Amerikaanse octrooiaanvrage US 2006/065879 is een lichtgevende samenstelling bekend, omvattende cement en microcapsules, welke microcapsules een aardalkalimetaalaluminaat ingekapseld in een licht doorlatend hars, omvat.
Uit de Canadese publicatie CA 2 512 259 is een lichtgevend materiaal bekend waarbij een ondergrond een aantal lagen omvat, waarbij ten minste een van de lagen van deeltjes van lichtgevend materiaal omvat.
Uit de Europese aanvrage 1 693 354 is een kunstmatig, als een steen vormgegeven product bekend, dat een aggregaat van een anorganisch materiaal en een hars omvat, waarbij een luminescent materiaal in het product is opgenomen.
Uit de Amerikaanse octrooiaanvrage US 2003/051638 is een fosforescerend pigment gemodificeerd cementachtig materiaal bekend, omvattende een cement en een water onoplosbaar fosforescerend pigment waarmee een langdurige fosforescentie van 8 tot 12 uur in het zichtbare gedeelte van het spectrum na blootstelling aan een stralingsbron wordt verkregen. Dergelijke fosforescerende pigmenten zijn geïntegreerd in cementgebonden materialen die worden toegepast in bijvoorbeeld de bouw, betonrestauratie, oppervlaktedecoraties, muur- en zwembadpleistermaterialen en voegmaterialen, zoals mortel.
Volgens de Internationale aanvrage WO 2004/114260 wordt een als sjabloon dienende folie op een ondergrond aangebracht, waarbij men vervolgens op de vrij liggende delen van de ondergrond een fotoluminescerende verf aanbrengt, waarna vervolgens de folie wordt weggetrokken waarmee een methode wordt verschaft voor het produceren van een alleen 's nachts zichtbare en overdag hoofdzakelijk onzichtbare, lichtgevende figuur op een constructiedeel, in het bijzonder de figuur van een sterrenhemel.
Uit de hiervoor besproken literatuurplaatsen is het bekend dat in de handel stenen verkrijgbaar zijn, in welke stenen zogenaamde lichtgevende pigmenten zijn opgenomen. Indien voornoemde, lichtgevende stenen in een patroon in bijvoorbeeld een wegdek worden aangebracht, dan zal het patroon, zoals dat in het wegdek is aangebracht, in het bijzonder onder donkere omstandigheden oplichten wanneer de lichtgevende stenen vooraf zijn “aangestraald”, bijvoorbeeld door kunstlicht, afkomstig van bijvoorbeeld een lantaarnpaal, een voorbij rijdende auto of fiets.
Voornoemde stenen, die in de handel ook wel worden aangeduid als zogenaamde glow in the dark stenen, zijn in principe vervaardigd uit een matrixmateriaal waarin het lichtgevende pigment is opgenomen. In de praktijk kunnen dergelijke glow in the dark stenen in een nog vloeibaar betonmengsel worden opgenomen, waarna het betonmengsel na uitharden een belastbare ondergrond, bijvoorbeeld een weg vormt. Omdat in een dergelijke situatie de glow in the dark stenen willekeurig door het beton zijn gemengd, zal slechts een beperkt aantal glow in the dark stenen zich aan het oppervlak van het beton bevinden en aldus alleen daar de beoogde lichtgevende werking kunnen uitoefenen. Het is echter ook mogelijk dergelijke glow in the dark stenen slechts in de toplaag van het nog vloeibare betonmengsel aan te brengen om aldus de effectiviteit van de glow in the dark stenen te verhogen.
Een nadeel van het aldus in de toplaag van bijvoorbeeld beton aanbrengen van glow in the dark stenen is dat de glow in the dark stenen, in het bijzonder wanneer die in een bepaald patroon zijn aangebracht, ook onder daglichtomstandigheden waarneembaar zullen zijn. Onder donkere omstandigheden, wanneer de glow in the dark stenen eerst worden “aangestraald”, zal het patroon duidelijk zichtbaar zijn.
Een doel van de onderhavige uitvinding is aldus het verschaffen van een wegdek waarin zich in de toplaag zogenaamde glow in the dark stenen bevinden, waarbij het patroon, waarin de glow in the dark stenen zijn aangebracht, onder daglichtomstandigheden nauwelijks zichtbaar is.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een ondergrond, in het bijzonder een wegdek of een verharding, waarin zich een patroon van glow in the dark stenen bevindt, waarbij de glow in the dark stenen in de toplaag zijn gepositioneerd volgens een zodanige wijze dat voornoemde stenen duurzaam daarin zijn opgenomen.
De onderhavige uitvinding, zoals vermeld in de aanhef, heeft derhalve betrekking op een ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen, gekenmerkt doordat zich ten minste in voornoemde toplaag maskeerelementen bevinden, welke maskeerelementen een zodanige samenstelling en grootte bezitten dat onder daglichtomstandigheden de zichtbaarheid van voornoemd patroon is afgenomen ten opzichte van een situatie waarbij zich in voornoemde ondergrond, waarin voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen, in voornoemde toplaag geen van dergelijke maskeerelementen bevinden.
Onder toepassing van een dergelijke ondergrond, wordt aan een of meer van voornoemde doelstellingen voldaan. De aanwezigheid van zogenaamde maskeerelementen in de toplaag, in welke toplaag het patroon van luminescerende elementen zich bevindt, zorgt ervoor dat het patroon van luminescerende elementen onder daglichtomstandigheden nauwelijks zichtbaar is. Dergelijke maskeerelementen dienen aldus om het patroon van luminescerende elementen onder daglichtomstandigheden min of meer te maskeren of “weg te nemen”. In een donkere situatie, wanneer het patroon van luminescerende elementen is “aangestraald”, zal het patroon wél zichtbaar zijn.
De luminescerende elementen, zoals hiervoor genoemd, zijn bij voorkeur vervaardigd uit een of meer bestanddelen, gekozen uit de groep van glas, kunststof en hars, of een combinatie hiervan, in welke luminescerende elementen een of meer luminescerende pigmenten zijn opgenomen.
Het is met name gewenst dat het gehalte luminescerend pigment in voornoemde luminescerende elementen zich bevindt in een gebied van 2-80%, bij voorkeur 4-15%, op basis van het gewicht van voornoemd luminescerend element.
Voor een goede waarneming van het onderhavige patroon van luminescerende elementen verdient het de voorkeur dat de hoeveelheid luminescerende elementen in voornoemd patroon zich bevindt in een gebied van 200-1500, bij voorkeur 400-1300, met name 500-1200 luminescerende elementen/m2.
De in de onderhavige uitvinding van toepassing zijnde maskeerelementen zijn bij voorkeur vervaardigd uit de groep van glas, kunststof en hars, of een combinatie hiervan. In een bepaalde uitvoeringsvorm is het wenselijk dat de toegepaste maskeerelementen zijn vervaardigd uit hetzelfde matrixmateriaal waaruit de luminescerende elementen zijn vervaardigd, maar dat de maskeerelementen zijn voorzien van een of meer pigmenten (kleurstoffen) die onder daglichtomstandigheden een kleur bezitten die nagenoeg overeenkomt met de kleur van de toegepaste luminescerende elementen. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk om voor de maskeerelementen bepaalde type materialen toe te passen, overeenkomend met de materialen van de luminescerende elementen, maar waarbij in de maskeerelementen een of meer niet- luminescerende pigmenten zijn opgenomen, waarbij de toepassing van voornoemde een of meer pigmenten zodanig geschiedt dat de daarmee verkregen maskeerelementen qua kleur min of meer overeenkomen met het grind en/of steenslag dat in het toegepaste betonmengsel wordt toegepast.
De onderhavige uitvinders hebben in het bijzonder geconstateerd dat de keuze van de toe te passen maskeerelementen min of meer samenhangt met de toe te passen luminescerende elementen, waarbij in het bijzonder kleur en grootte een rol spelen.
De in de onderhavige uitvinding van toepassing zijnde maskeerelementen bevatten in een bijzondere uitvoeringsvorm een of meer niet-luminescerende pigmenten.
Voor het tot stand brengen van het “wegnemen” van de zichtbaarheid van het patroon van luminescerende elementen, in het bijzonder onder daglichtomstandigheden, is het wenselijk dat voor ten minste 80%, bij voorkeur ten minste 90%, van voornoemde maskeerelementen de gemiddelde grootte daarvan nagenoeg overeenkomt met de gemiddelde grootte van voornoemde luminescerende elementen, waarbij voornoemde percentages zijn gebaseerd op de totale hoeveelheid, in voornoemde ondergrond opgenomen luminescerende elementen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm verdient het met name de voorkeur dat onder daglichtomstandigheden de kleureigenschappen van voornoemde maskeerelementen nagenoeg overeenkomen met die van voornoemde luminescerende elementen.
De in de onderhavige aanvrage toegepaste term “ondergrond” moet worden gezien als een laag die kan worden belast, bijvoorbeeld door autoverkeer. In het bijzonder wordt de in de onderhavige uitvinding van toepassing zijnde ondergrond gekozen uit de groep van beton en asfalt. Hierbij moet worden opgemerkt dat volgens de onderhavige aanvrage beton in het werk kan zijn gestort of als prefab beton elementen beschikbaar is. Als ondergrond kan bijvoorbeeld een verharding of wegdek worden genoemd. De onderhavige uitvinders hebben geconstateerd dat het “maskeren” van het patroon van luminescerende elementen verder kan worden verhoogd wanneer een bijzondere betonsamenstelling wordt toegepast, waarbij het gewichtspercentage grind en/of steenslag in het betonmengsel is verhoogd, in het bijzonder ten opzichte van een betonmengsel dat gebruikelijk voor een verharding of wegdek wordt toegepast. Een de voorkeur verdienend gewichtspercentage grind en/of steenslag ligt in het gebied van 15-80 gew.%, op basis van het gewicht van beton, in het bijzonder grind van het type 4-16.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het aanleggen van ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van de ondergrond zijn opgenomen, welke werkwijze de volgende stappen omvat: i) het verschaffen van een vloeibare ondergrond; ii) het in de toplaag van voornoemde vloeibare ondergrond volgens een patroon aanbrengen van een of meer luminescerende elementen; iii) het in de toplaag van voornoemde vloeibare ondergrond aanbrengen van een of meer maskeerelementen; iv) het uitharden van de vloeibare ondergrond verkregen volgens ii) en iii), en v) het verwijderen van een deel van voornoemde toplaag.
Hoewel in de hiervoor genoemde stappen sprake is van het eerst uitvoeren van stap ii), te weten het in een patroon aanbrengen van een of meer luminescerende elementen, hebben de onderhavige uitvinders ook geconstateerd dat stap ii) ook kan worden voorafgegaan door het eerst uitvoeren van stap iii), te weten het in de toplaag van de vloeibare ondergrond aanbrengen van een of meer maskeerelementen. Het moet derhalve duidelijk zijn dat de volgorde van stappen ii) en iii) niet is beperkt tot eerst ii) en vervolgens iii), maar dat ook van toepassing is het eerst uitvoeren van iii) en vervolgens ii).
In de onderhavige werkwijze verdient het in bepaalde uitvoeringsvormen de voorkeur dat stap ii) verder omvat het aanbrengen van een mengsel van luminescerende elementen en maskeerelementen. Het is aldus mogelijk om in het patroon niet alleen luminescerende elementen maar ook maskeerelementen toe te passen. Het verdient echter de voorkeur dat het aan te brengen patroon meer luminescerende elementen dan maskeerelementen omvat.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is het verder mogelijk dat in stap ii) een mengsel van luminescerende elementen en maskeerelementen wordt toegepast, waarbij bij voorkeur het gehalte luminescerende elementen toegepast in het mengsel volgens stap ii) groter is dan het gehalte luminescerende elementen toegepast in stap iii).
Voor het verkrijgen van het beoogde patroon is het wenselijk dat in stap ii) gebruik wordt gemaakt van een of meer mallen. Het is in een bijzondere uitvoeringsvorm echter ook mogelijk dat in het bijzonder in stap iii) van een of meer mallen gebruik wordt gemaakt.
Voor het uitvoeren van stap ii) is het in bijzondere uitvoeringsvormen mogelijk dat gebruik wordt gemaakt van een substraat voorzien van luminescerende elementen, eventueel in combinatie met maskeerelementen, waarbij het substraat in een aanvullende stap, bij voorkeur gedurende stap v), wordt weggenomen. Als een dergelijk substraat kan bijvoorbeeld een zelfklevende folie worden toegepast waarop zich luminescerende elementen, eventueel in combinatie met maskeerelementen, bevinden. Als mogelijke substraten kunnen ook een membraan, weefsel, non woven, papier of kunststof worden genoemd. Een dergelijke folie wordt vervolgens met de zijde, waarop de luminescerende elementen, eventueel in combinatie met maskeerelementen, bevinden, in de nog vloeibare toplaag van de ondergrond gedrukt, waarna de folie kan worden verwijderd resulterend in het in de toplaag achterblijven van de luminescerende elementen, eventueel in combinatie met de toegepaste maskeerelementen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk dat in de vloeibare ondergrond voor licht doorlaatbare elementen worden opgenomen, bijvoorbeeld glasparels, om aldus de ondergrond enigszins voor licht doorlaatbaar te maken.
De in de onderhavige uitvinding genoemde ondergrond is bijvoorbeeld gekozen uit de groep van (brom)fietspad, voetgangerspad en autoweg. Het is daarentegen ook in bijzondere uitvoeringsvormen mogelijk een vloer of wand onder toepassing van de onderhavige werkwijze te construeren.
De onderhavige uitvinding ziet verder toe op een ondergrond, zoals hiervoor besproken, waarbij tevens sprake is van een of meer middelen voor het kunstmatig aanstralen van de luminescerende elementen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan lichtbronnen, zoals lantaarnpalen of andere straatverlichting. Voornoemde verlichting kan volgens een bepaald patroon worden aan- en uitgezet om aldus het patroon van luminescerende elementen volgens een bepaald tijdsprofiel te laten oplichten.
Het is daarentegen ook mogelijk om een of meer lichtelementen eerst in de ondergrond aan te brengen, waarna vervolgens het patroon van luminescerende elementen wordt aangebracht, welke lichtelementen de luminescerende elementen aldus van “onderen” aanstralen, waardoor een min of meer lichtgevende ondergrond of vloer wordt verkregen.
De onderhavige uitvinding zal hierna aan de hand van een aantal voorbeelden worden toegelicht, waarbij echter dient te worden opgemerkt dat de uitvinding in geen geval tot dergelijke bijzondere voorbeelden is beperkt.
Voorbeeld 1
Een vloeibaar betonmengsel, voorzien van een hoger grindpercentage dan een gebruikelijk betonmengsel, in het bijzonder een grindpercentage van 30 gew.%, wordt met een paver, handmatig of prefab op een grondlaag aangebracht. Vervolgens wordt een mal op het nog natte betonmengsel aangebracht, welke mal is voorzien van het gewenste patroon. In het patroon wordt een hoeveelheid luminescerende elementen gestrooid. Hierbij is het ook mogelijk een mengsel van luminescerende elementen en maskeerelementen toe te passen. Het gebied dat niet door de mal is bedekt wordt vervolgens ingestrooid met een hoeveelheid maskeerelementen. Voor dit gebied is het ook mogelijk een mengsel van maskeerelementen en luminescerende elementen toe te passen. Hoewel in dit voorbeeld is gesproken van een zogenaamde “positieve” mal, welke mal betrekking heeft op het beoogde patroon, is het ook mogelijk een zogenaamde “negatieve” mal toe te passen, waarbij de mal juist het gebied aangeeft waar geen patroon wenselijk is. Nadat de luminescerende en maskeerelementen in de toplaag van het beton zijn aangebracht, is het bij voorkeur wenselijk dat de elementen enigszins in de toplaag worden gedrukt om aldus een goede hechting daarmee te verkrijgen. Nadat het vloeibare betonmengsel een voldoende aanvangssterkte heeft bereikt, is het wenselijk dat het oppervlak wordt geschuurd, gebocadeerd of gestraald. Een dergelijke handeling heeft tot gevolg dat de luminescerende elementen, de maskeerelementen en het in het betonmengsel aanwezige grind zichtbaar worden. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk dat het oppervlak wordt behandeld met een vertrager waardoor het oppervlak kan worden uitgewassen. Om te voorkomen dat de luminescerende elementen en de maskeerelementen uit het betonoppervlak loslaten door bijvoorbeeld stralen, schuren of vorst, is het wenselijk dat de luminescerende elementen en maskeerelementen zijn omgeven door een laag beton.
Voorbeeld 2
In Voorbeeld 2 wordt gebruikgemaakt van zowel hetzelfde betonmengsel als dezelfde eindafwerking van het geharde beton als toegepast in Voorbeeld 1, behalve dat voor het aanbrengen van de luminescerende elementen en maskeerelementen gebruik wordt gemaakt van een zogenaamde zelfklevende folie. De zelfklevende folie wordt voorzien van een patroon van luminescerende elementen, alsmede gebieden waarin zich maskeerelementen bevinden. De aldus verkregen folie wordt met de zijde waarop de luminescerende elementen en maskeerelementen zich bevinden, in de toplaag van het nog natte betonmengsel gedrukt. Na het harden van het betonmengsel wordt de folie verwijderd, bijvoorbeeld door schuren, stralen en dergelijke.
Voorbeeld 3
Dit voorbeeld is min of meer analoog aan de handelingen zoals beschreven in Voorbeeld 2, maar in Voorbeeld 3 wordt gebruikgemaakt van een door water verwijderbaar hechtend materiaal, zoals aardappelzetmeel. De luminescerende elementen en maskeerelementen worden gedeeltelijk in zetmeel gebracht waarna vervolgens de folie, voorzien van dergelijke “plakkende” maskeerelementen en luminescerende elementen, in de toplaag van het nog natte, vloeibare betonmengsel wordt geplaatst. Ook hier wordt na het bereiken van een bepaalde aanvangssterkte van het beton de folie verwijderd, alsmede de verwijdering van zetmeel.
Voorbeeld 4
Een ondergrond wordt voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij twee verschillende typen luminescerende elementen worden gebruikt, te weten een eerste type luminescerend element waarin een anorganisch pigment van een type aardalkalialuminaat wordt toegepast. Dit type 1 verschaft een lichtblauwe kleur in het donker. Het tweede type luminescerend element verschilt van het eerste type luminescerend element in de keuze van het anorganisch pigment van het type aardalkalialuminaat, in het bijzonder ten aanzien van de uit te stralen kleur, te weten een geelgroene kleur. De in de tabel met “wit” aangegeven elementen zijn maskeerelementen.
In onderstaande tabel wordt een aantal uitvoeringsvormen weergegeven, waarbij duidelijk waarneembaar is welke hoeveelheden luminescerende elementen en maskeerelementen worden toegepast in het gebied waar het patroon zich moet bevinden en in het gebied waarin het patroon niet aanwezig is.
Tabel
De in de tabel weergegeven waarden hebben betrekking op het gemiddeld aantal stenen per m2. In de bovenstaande tabel hebben de aanduidingen “B”, “C” en “D” betrekking op het toe te passen patroon. De met “A” aangeduide gebieden zijn de niet-patroongebieden.
In bijvoorbeeld een ondergrond, voorzien van patroon “B” van luminescerende elementen, waarbij aldus sprake is van 110 groene luminescerende stenen, 55 blauwe luminescerende stenen en 385 witte maskeerstenen, is het mogelijk om in het niet-patroongebied een hoeveelheid luminescerende stenen volgens 1,0.A toe te passen, te weten een combinatie van 37 groene luminescerende stenen, 18 blauwe luminescerende stenen en 495 witte maskeerstenen. Een dergelijke uitvoeringsvorm, te weten een combinatie van 1,0.A en B, wordt toegepast wanneer er een geringe hoeveelheid luminescerende stenen in het patroon wordt toegepast.
In de uitvoeringsvorm waarin het patroon met de aanduiding “C” wordt toegepast, is het wenselijk om in het niet-patroongebied een hoeveelheid van 1,5.A luminescerende stenen toe te passen. Een dergelijke uitvoeringsvorm wordt toegepast wanneer er een gemiddelde hoeveelheid luminescerende stenen in het patroon wenselijk is.
In een uitvoeringsvorm waarin er sprake is van een grote hoeveelheid luminescerende elementen, in voornoemde tabel aangeduid als “D”, verdient het de voorkeur om in het niet-patroongebied een hoeveelheid van 2,0.A luminescerende stenen toe te passen.
Uit bovenstaande tabel volgt dat in een situatie waarin er helemaal geen sprake is van een patroon, hetgeen betekent dat “B”, “C” en “D” ontbreken, is de hoeveelheid stenen gemiddeld ongeveer 550 per m2. In de hiervoor besproken situatie van patroon “C”, is de totale hoeveelheid stenen in het niet-patroongebied nagenoeg gelijk aan de hoeveelheid stenen in het patroongebied, te weten 825 stenen per m2. In de uitvoeringsvorm van patroon “D” is er sprake van een hoeveelheid stenen van 1100 per m2, welke hoeveelheid voor het patroon “D” alsmede voor het niet-patroongebied geldt. De hiervoor genoemde getallen moeten louter als illustratie worden opgevat.

Claims (19)

1. Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen, met het kenmerk, dat zich ten minste in voornoemde toplaag maskeerelementen bevinden, welke maskeerelementen een zodanige samenstelling en grootte bezitten dat onder daglichtomstandigheden de zichtbaarheid van voornoemd patroon is afgenomen ten opzichte van een situatie waarbij zich in voornoemde ondergrond, waarin voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen, in voornoemde toplaag geen van dergelijke maskeerelementen bevinden.
2. Ondergrond volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voornoemde luminescerende elementen zijn vervaardigd uit een of meer bestanddelen, gekozen uit de groep van glas, kunststof en hars, of een combinatie hiervan, in welke luminescerende elementen een of meer luminescerende pigmenten zijn opgenomen.
3. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gehalte luminescerend pigment in voornoemde luminescerende elementen zich bevindt in een gebied van 2-80%, bij voorkeur 4-15%, op basis van het gewicht van voornoemd luminescerend element.
4. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoeveelheid luminescerende elementen in voornoemd patroon zich bevindt in een gebied van 200-1500, bij voorkeur 400-1300, met name 500-1200 luminescerende elementen/m2.
5. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde maskeerelementen zijn vervaardigd uit de groep van glas, kunststof en hars, of een combinatie hiervan.
6. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde maskeerelementen een of meer niet-luminescerende pigmenten bevatten.
7. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor ten minste 80%, bij voorkeur ten minste 90%, van voornoemde maskeerelementen de gemiddelde grootte daarvan nagenoeg overeenkomt met de gemiddelde grootte van voornoemde luminescerende elementen, waarbij voornoemde percentages zijn gebaseerd op de totale hoeveelheid, in voornoemde ondergrond opgenomen luminescerende elementen.
8. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder daglichtomstandigheden de kleureigenschappen van voornoemde maskeerelementen nagenoeg overeenkomen met die van voornoemde luminescerende elementen.
9. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondergrond is gekozen uit de groep van beton en asfalt.
10. Ondergrond volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat beton met een gewichtspercentage grind en/of steenslag in het gebied van 15-80 gew.%,, op basis van het gewicht van het beton, wordt toegepast.
11. Werkwijze voor het aanleggen van een ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen, waarbij voornoemde luminescerende elementen ten minste in de toplaag van voornoemde ondergrond zijn opgenomen, met het kenmerk, dat voornoemde werkwijze de volgende stappen omvat: i) het verschaffen van een vloeibare ondergrond; ii) het in de toplaag van voornoemde vloeibare ondergrond volgens een patroon aanbrengen van een of meer luminescerende elementen; iii) het in de toplaag van voornoemde vloeibare ondergrond aanbrengen van een of meer maskeerelementen; iv) het uitharden van de vloeibare ondergrond verkregen volgens ii) en iii), en v) het verwijderen van een deel van voornoemde toplaag.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat stap ii) verder omvat het aanbrengen van een mengsel van luminescerende elementen en maskeerelementen.
13. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 11-12, met het kenmerk, dat stap iii) verder omvat het aanbrengen van een mengsel van luminescerende elementen en maskeerelementen, waarbij bij voorkeur het gehalte luminescerende elementen toegepast in het mengsel volgens stap ii) groter is dan het gehalte luminescerende elementen toegepast in stap iii).
14. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 11-13, met het kenmerk, dat in stap ii) gebruik wordt gemaakt van een of meer mallen ter verkrijging van het beoogde patroon.
15. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 11-13, met het kenmerk, dat in stap ii) gebruik wordt gemaakt van een substraat voorzien van luminescerende elementen, eventueel in combinatie met maskeerelementen, waarbij het substraat in een aanvullende stap, bij voorkeur gedurende stap v), wordt weggenomen.
16. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 11-15, met het kenmerk, dat voornoemde ondergrond gedeeltelijk voor licht doorlaatbaar is.
17. Ondergrond volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1-10 of een ondergrond verkregen volgens een werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies 11-16, met het kenmerk, dat de ondergrond is gekozen uit de groep van (brom)fietspad, voetgangerspad en autoweg.
18. Ondergrond volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de ondergrond is voorzien van een of meer middelen voor het kunstmatig aanstralen van luminescerende elementen.
19. Ondergrond volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat een of meer van voornoemde middelen voor het kunstmatig aanstralen zich bevinden onder het loopvlak van voornoemde ondergrond.
NL2013607A 2014-10-10 2014-10-10 Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen. NL2013607B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013607A NL2013607B1 (nl) 2014-10-10 2014-10-10 Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen.
PCT/NL2015/050706 WO2016056910A1 (en) 2014-10-10 2015-10-08 Surface provided with a pattern of luminescent elements
EP15818089.3A EP3204343B1 (en) 2014-10-10 2015-10-08 Surface provided with a pattern of luminescent elements

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013607A NL2013607B1 (nl) 2014-10-10 2014-10-10 Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2013607A NL2013607A (nl) 2016-08-30
NL2013607B1 true NL2013607B1 (nl) 2016-09-05

Family

ID=55066720

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013607A NL2013607B1 (nl) 2014-10-10 2014-10-10 Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3204343B1 (nl)
NL (1) NL2013607B1 (nl)
WO (1) WO2016056910A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3112327B1 (de) * 2015-06-30 2017-11-15 HeidelbergCement AG Halbstarre belaege mit erhoehter griffigkeit und verfahren zu ihrer herstellung
GB2575007A (en) * 2018-05-03 2020-01-01 Oliver David Landscape article
FR3089842A1 (fr) * 2018-12-13 2020-06-19 Sas Mineraltech Procede de fabrication par moulage d’un element prefabrique en beton ayant une surface phosphorescente

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6596074B2 (en) * 2001-07-20 2003-07-22 Southern Grouts And Mortars, Inc. Cementitious product with phosphorescense
AT7257U1 (de) * 2003-06-20 2004-12-27 Pruenster Heinz Verfahren zum aufbringen von geometrischen abbildungen auf bauteilen

Also Published As

Publication number Publication date
NL2013607A (nl) 2016-08-30
EP3204343B1 (en) 2021-06-09
EP3204343A1 (en) 2017-08-16
WO2016056910A1 (en) 2016-04-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1888317A (zh) 发光反光混凝土路缘石及其生产方法
US9114422B1 (en) Paving block with embedded photoluminescent material
NL2013607B1 (nl) Ondergrond voorzien van een patroon van luminescerende elementen.
KR101853010B1 (ko) 축광석과 블랙라이트를 이용한 야간 경관보도 시공방법
EP3342763B1 (en) A method for producing a luminescent pavement, a luminescent pavement obtained by said method, a combination and use of the combination
US11299423B1 (en) Photoluminescent sand
US20210372057A1 (en) Paving Block with Improved Illumination
KR20120135711A (ko) 조명수단이 구비된 연속 경계석 및 그 시공방법
JPH11181707A (ja) 透水性樹脂舗装材を使用しての舗装方法とブロック製造方法。
KR102432343B1 (ko) 축광석 데크 및 그 제조방법
CN206070278U (zh) 一种带自发光功能的道路砖
KR100769665B1 (ko) 인조화강석 반사블록, 이의 제조방법 및 이의 시공방법
JPH08119706A (ja) 発光性材料の製造方法
CA3123128C (en) Photoluminescent sand
KR102404366B1 (ko) 광발광성 에코글로잉칩 및 그 광발광성 에코글로잉칩을 이용한 글로잉패스 시공방법
AU2010202310A1 (en) Concrete structure
JP2003253607A (ja) 蛍光発光型のガラスカレット舗装構造
WO1995010663A1 (en) A method and a material for making luminescent roads
KR102262363B1 (ko) 축광재를 이용한 발광 구조 및 이를 이용한 야간 경관 보도 구조
KR100877352B1 (ko) 도로표지도료용 유리알을 이용한 탄성포장층의 포장방법
JPH02104803A (ja) コンクリート製品及びコンクリートブロック
KR100888690B1 (ko) 착색 골재, 이를 포함한 구조물 및 이의 제조 방법
JP4395432B2 (ja) 景観舗装
PL243623B1 (pl) Sposób wytwarzania odblaskowych elementów betonowych
KR20120007159A (ko) 축광과 야광(반사광)이 혼합된 콘크리트 블록의 제조방법

Legal Events

Date Code Title Description
RC Pledge established

Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: PANDRECHT, GEVESTIGD

Name of requester: ING BANK N.V.

Effective date: 20161114

RF Pledge or confiscation terminated

Free format text: RIGHT OF PLEDGE, REMOVED

Effective date: 20220228

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221101