NL2010665C2 - Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem. - Google Patents

Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2010665C2
NL2010665C2 NL2010665A NL2010665A NL2010665C2 NL 2010665 C2 NL2010665 C2 NL 2010665C2 NL 2010665 A NL2010665 A NL 2010665A NL 2010665 A NL2010665 A NL 2010665A NL 2010665 C2 NL2010665 C2 NL 2010665C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crops
transport
elongated
transport unit
transporting device
Prior art date
Application number
NL2010665A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerardus Petrus Antonius Baggermans
Original Assignee
B & B Group B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B & B Group B V filed Critical B & B Group B V
Priority to NL2010665A priority Critical patent/NL2010665C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2010665C2 publication Critical patent/NL2010665C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G5/00Floral handling

Description

Korte aanduiding: Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem.
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, waarbij de transporteerinrichting een transporteenheid omvat voor het in een transportrichting transporteren van geoogste gewassen.
Een specifieke transporteerinrichting is reeds bekend uit het Nederlandse octrooischrift nr. NL1030316. Hierin wordt een eerste transporteerinrichting geopenbaard waarbij langstelige gewassen, bijvoorbeeld snijbloemen, worden overgebracht op een zich in dwarsrichting uitstrekkende tweede transporteerinrichting waarbij de geoogste gewassen langs duworganen worden gevoerd, ingericht voor het duwen, bijvoorbeeld schuiven, van de geoogste gewassen van de eerste transporteerinrichting naar de tweede transporteerinrichting voor verdere verwerking.
Een dergelijke verwerking van de snijbloemen heeft bijvoorbeeld betrekking op het afkorten van stelen, ontbladeren, binden, wegen, optisch beoordelen en uitvoeren van de snijbloemen, zodat de bloemen verpakt kunnen worden in een folie-materiaal.
In de specifieke transporteerinrichting volgens NL 1.030.316 behelst het verdere verwerken onder andere dat de snijbloemen door middel van een tweede transporteerinrichting worden getransporteerd naar een andere locatie, waarbij de verdere verwerking in deze andere locatie plaatsvindt.
Tijdens het in de genoemde dwarsrichting schuiven van de geoogste gewassen, bijvoorbeeld de snijbloemen, treedt het probleem op dat het bloemscherm van de snijbloemen wordt beschadigd, hetgeen een inferieur product oplevert, of zelfs een product dat niet meer kan worden verkocht.
Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een transporteerinrichting te verschaffen voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, waarbij de langstelige gewassen van de transporteenheid worden gescheiden zonder dat er beschadigingen aan de gewassen worden aangebracht.
In een eerste aspect verschaft de uitvinding hiertoe een transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, omvattende een transporteenheid ingericht voor het in een transportrichting transporteren van in hoofdzaak parallel aan de transportrichting gelegen geoogste langstelige gewassen, sensormiddelen ingericht voor het waarnemen van posities van de getransporteerde langstelige gewassen op de transporteenheid, en aangrijpmiddelen ingericht voor het in lengterichting van de gewassen bij de stelen grijpen van de getransporteerde langstelige gewassen op basis van de waargenomen posities, voor verdere verwerking.
Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat voor het scheiden van de langstelige gewassen van de transporteenheid aangegrepen moet worden op de stelen van de gewassen. Eventuele beschadigingen die hierbij optreden zijn niet van belang, aangezien de locaties van deze beschadigingen tijdens de verdere verweking ten niet worden gedaan, door bijvoorbeeld het ontbladeren en/of afkorten van de stelen. Hierdoor hebben de beschadigingen die optreden tijden het grijpen van de langstelige gewassen geen invloed op de kwaliteit van het uiteindelijke product.
Doordat volgens de onderhavige uitvinding gebruik wordt gemaakt van aangrijpmiddelen, in plaats van bijvoorbeeld duworganen, is het mogelijk om op een efficiënte en nauwkeurige manier de stelen van de langstelige gewassen aan te grijpen. De uitvinders hebben ingezien dat het gebruik van duworganen hiervoor niet tot het gewenste resultaat zal leiden, aangezien in een dergelijk geval de langstelige gewassen om hun eigen as zullen draaien wanneer er een duwkracht wordt uitgevoerd op slechts de stelen van de gewassen. Hierdoor zullen de langstelige gewassen niet efficiënt worden gescheiden van de transporteenheid.
Het zal voor een vakman duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding het gewenste effect zal bereiken ongeacht of de langstelige gewassen verspreid over de transporteenheid worden getransporteerd, of dat deze langstelige gewassen zijn gebundeld tot bijvoorbeeld een bos bloemen.
In de praktijk zal het vaak voorkomen dat de langstelige gewassen door een oogstmachine of door een medewerker gebundeld op de transporteenheid worden gelegd. De oogstmachine of de medewerker is dan verantwoordelijk om de gebundelde langstelige gewassen samen te stellen op basis van bijvoorbeeld de kwaliteit van de gewassen, bijvoorbeeld eenzelfde lengte, kleur, rijpheid, etc. van de gewassen.
Met de verdere verwerking van de langstelige gewassen, volgens de onderhavige uitvinding, wordt begrepen dat bijvoorbeeld de langstelige gewassen door de aangrijpmiddelen op een tweede transporteenheid worden verschaft voor het transporteren van de gewassen naar een verwerklocatie, of dat de aangrijpmiddelen de langstelige gewassen direct naar een afwerkmachine verschaffen, bijvoorbeeld voor het omhullen van bundels van bloemen met folie-materiaal.
Langstelige gewassen volgens de onderhavige uitvinding omvatten onder andere snijbloemen, waaronder lelies, alstroemeria’s, trosrozen, curcuma’s, chrysanten, anjers en soortgelijke gewassen.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de eerste transporteenheid tenminste één in de transportrichting uitstrekkende opening, voor het passeren van de aangrijpmiddelen. Hierdoor kunnen de aangrijpmiddelen onder de getransporteerde langstelige gewassen aangrijpen.
Dergelijke uitstrekkende openingen zijn bijvoorbeeld gleuven en/of sleuven in de transporteenheid, waarbij de aangrijpmiddelen, bijvoorbeeld de vingers van een grijper, via deze openingen aan de onderzijde van de op de transporteenheid gelegen langstelige gewassen kunnen aangrijpen. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de betrouwbaarheid van het aangrijpen van de gewassen wordt verhoogd.
In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de transporteenheid meerdere verticaal beweegbare transporteurs, zodanig dat de aangrijpmiddelen onder de getransporteerde langstelige gewassen kunnen grijpen.
In een voorbeeld omvat de transporteerinrichting twee transporteurs, waarbij één transporteur de stelen van de gewassen ondersteunt tijdens transport, en de andere transporteur juist het bloemscherm. Door de transporteur die de stelen ondersteunt verticaal omlaag te bewegen in de buurt van de aangrijpmiddelen, of door de transporteur die het bloemscherm ondersteunt verticaal omhoog te bewegen, of door een combinatie van beide, komen de stelen van de gewassen vrij te liggen. Hierdoor wordt het grijpen van de aangrijpmiddelen op deze stelen vergemakkelijkt.
Bij een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding omvat de transporteerinrichting een verdere, tweede transporteenheid voor het ten behoeve van verdere verwerking opnemen en afvoeren van de door middel van de aangrijpmiddelen aangegrepen langstelige gewassen.
Daarbij kan de tweede transporteenheid tenminste één in de transportrichting van de tweede transporteenheid uitstrekkende opening omvatten, voor het passeren van de aangrijpmiddelen. Hierdoor kunnen de aangrijpmiddelen tot onder het transportvlak van de tweede transporteenheid reiken en de getransporteerde langstelige gewassen direct op het transportvlak neerleggen. Hiermee wordt voorkomen dat de langstelige gewassen op een bepaalde hoogte boven de tweede transporteenheid moeten worden losgelaten, hetgeen beschadigingen voorkomt.
In een andere uitvoeringsvorm omvat de transporteerinrichting stuurmiddelen, ingericht voor het sturen van een transportsnelheid van de eerste en/of tweede transporteenheid.
De stuurmiddelen zijn hierbij ingericht om bijvoorbeeld de transportsnelheid te verlagen of de transporteenheid totaal te stoppen gedurende het grijpen of lossen van de langstelige gewassen dor de aangrijpmiddelen. Dit heeft als effect dat de betrouwbaarheid waarmee de aangrijpmiddelen de langstelige gewassen grijpen dan wel lossen aanzienlijk wordt verbeterd en beschadigingen worden voorkomen.
In een verdere uitvoeringsvorm omvatten de aangrijpmiddelen ten minste één van een vrij-assige arm manipulator en/of een portaal manipulator.
In een nog verdere uitvoeringsvorm omvat de transporteerinrichting ten minste twee in de transportrichting opeenvolgende grijpelementen.
Het effect van bovenstaande is dat de snelheid waarmee de langstelige gewassen over de transporteenheid getransporteerd kunnen worden, wordt verhoogd. Dit, omdat de eerste grijper niet hoeft aan te grijpen op elke bundel voorbij passerende langstelige gewassen, aangezien niet aangegrepen bundels langstelige gewassen toch kunnen worden aangegrepen via de tweede, opeenvolgende, grijper.
In nog een verdere uitvoeringsvorm zijn de aangrijpmiddelen in de transportrichting beweegbaar. Het voordeel hiervan is dat de efficiëntie waarmee de langstelige gewassen kunnen worden gegrepen, wordt verhoogd. Gedurende het bewegen van de aangrijpmiddelen in de transportrichting kan worden aangegrepen op de langstelige gewassen. Hierdoor is er meer tijd beschikbaar om op een nauwkeurige en efficiënte manier de gewassen aan te grijpen.
In een andere mogelijkheid volgens de uitvinding kunnen de grijpelementen aangrijpen op meerdere bundels langstelige gewassen tegelijkertijd.
In een tweede aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, welke werkwijze de stappen omvat van het met behulp van een transporteenheid in een eerste transportrichting transporteren van in hoofdzaak parallel op de transportrichting georiënteerde gewassen, het met behulp van sensormiddelen waarnemen van posities van de getransporteerde langstelige gewassen, en met behulp van aangrijpmiddelen in lengterichting van de gewassen bij de stelen grijpen van de getransporteerde langstelige gewassen op basis van de waargenomen posities
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het sturen van een transportsnelheid van de transporteenheid, bijvoorbeeld het verlagen van de transportsnelheid gedurende het grijpen van de langstelige gewassen met behulp van de aangrijpmiddelen of het tot een nulpunt verlagen van de transportsnelheid gedurende het grijpen van de langstelige gewassen met behulp van de aangrijpmiddelen.
In een derde aspect verschaft de uitvinding een oogst-verwerkingssysteem voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, waarbij het systeem een transporteerinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat.
Een dergelijk oogstverwerkingssysteem omvat bijvoorbeeld, naast een transporteerinrichting volgens de onderhavige uitvinding, tevens andere transportmiddelen en/of een verwerkingsinrichting en/of een assemblage-inrichting, etc.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de bijgesloten figuren, welke slechts ter illustratie van de uitvinding dienen en niet als een beperking hiervan mogen worden uitgelegd.
Fig. 1a-1c toont in schemavorm aanzichten van een eerste uitvoeringsvorm van de transporteerinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2a-2c toont in schemavorm aanzichten van een andere uitvoeringsvorm van de transporteerinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 3 toont in schemavorm een voorbeeld van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 1 toont in schemavorm een voorbeeld van een bovenaanzicht 1a en een zijaanzicht 1b als ook een andere zijaanzicht 1c van een uitvoeringsvorm van de transporteerinrichting volgens de uitvinding.
In zowel het bovenaanzicht 1a alsmede het zijaanzichten 1b en 1c, (resp. 2a-2c) zijn dezelfde aspecten met dezelfde referentiecijfers aangeduid. De beschrijving van de tekening hieronder is gericht op het bovenaanzicht, maar is tevens van toepassing op de aspecten en onderdelen van de transporteerinrichting met de zijaanzichten.
De transporteerinrichting in het bovenaanzicht 1a (2a) omvat een eerste transporteenheid 9 ingericht voor het vanuit een (niet weergegeven) kas aanvoeren van afzonderlijke geoogste langstelige gewassen 4. De eerste transporteenheid 9 kan bestaan uit een één of meer geschakelde eindloze dragers 9a, welke eindloze drager over al dan niet aangedreven rollen 9b is aangebracht (zie Figuur 1c en 2c).
De langstelige gewassen 4 worden via de eerste transporteenheid 9 in een eerste transportrichting aangevoerd, zodanig dat de langstelige gewassen met hun lengterichting in de eerste transportrichting zijn gelegen. In het huidige voorbeeld zijn de langstelige gewassen 4 gebundeld tot bossen, bijvoorbeeld bossen lelies.
De langstelige gewassen 4 zijn te onderscheiden in een bloemdeel 8 en een steeldeel 7. Om de langstelige gewassen 4 niet te beschadigen tijdens transport, verwerking, afwerking, etc., vinden de verschillende bewerkingen op de langstelige gewassen 4 plaats op de steeldelen 7 van de gewassen 4.
In beide uitvoeringsvormen zoals getoond in de Figuren 1a-1c als 2a-2c is de eerste transporteenheid opgebouwd uit meerdere in de eerste transportrichting geschakelde transportsectie 9’-9”-9”’-9””, elk opgebouwd uit een eindloze drager 9a aangebracht om twee of meer aangedreven rollen 9b.
Verder omvat de transporteerinrichting sensormiddelen (niet getekend) ingericht voor het waarnemen van posities van de getransporteerde langstelige gewassen 4 op de eerste transporteenheid 9. De secties 9”-9”’-9”” vormen daarbij een overnamesectie van de eerste transporteenheid 9 voor het overnemen en overbrengen van de langstelige gewassen 4 naar de tweede transporteenheid 2.
Zoals deelaanzicht 2c duidelijk toont bevindt de eerste transporteenheid 9 (met de overnamesectie 9”-9”’-9””) zich op enige afstand boven de tweede transporteenheid 2, terwijl in deelaanzicht 1c beide transporteenheden 9 en 2 in hetzelfde vlak zijn gelegen.
Bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in de Figuren 1a-1c kan de laatste transportsectie 9”” (gezien in de richting van de eerste transportrichting) uit het algehele transportvlak van de eerste transporteenheid 9 naar beneden worden verplaatst, zodat de steeldelen 7 vrij komen te liggen en vrij voorbij de direct ervoor gelegen transportsectie 9”’ uitsteken. Dit vrijliggen van de steeldelen 7 maakt aangrijping door de hierna toe te lichten aangrijpmiddelen 5 eenvoudiger en vermindert het risico op beschadigingen tijdens de verwerking.
Bij de uitvoeringsvorm in de Figuren 2a-2c zijn de transportsecties 9’-9”-9”’-9”” vast in hetzelfde transportvlak van de eerste transporteenheid 9 gelegen.
De transporteerinrichting omvat verder aangrijpmiddelen 5, in het huidige voorbeeld uitgevoerd als grijpers, die zijn ingericht voor het in lengterichting van de gewassen 4 bij de stelen 7 aangrijpen van de getransporteerde langstelige gewassen 4 op basis van de waargenomen posities, voor verdere verwerking in het bijzonder voor verder overbrenging naar de tweede transporteenheid 2.
In een specifieke uitvoeringsvorm verschaffen de sensormiddelen data betreffende de locaties van de stelen van de langstelige gewassen 4 op de eerste transporteenheid 9 direct naar de aangrijpmiddelen 5, welke aangrijpmiddelen 5 vervolgens de data gebruiken om de stelen 7 van de gewassen 4 aan te grijpen voor verdere verwerking.
In het bijzonder zijn de sensormiddelen geschikt in het vaststellen van de locatie of positie van de afzonderlijke langstelige gewassen 4 (in het bijzonder de stelen 7 daarvan) tijdens het transport van de langstelige gewassen 4 over de verschillende transportsecties 9’-9”-9”’-9”” van de eerste transporteenheid 9 en het op het juiste moment onderbreken van de aandrijving van de eindloze dragers 9a van de verschillende transportsecties 9’-9”-9”’-9””. Op deze wijze kan door een positie-gestuurd aan en afschakelen van de verschillende transportsecties 9’-9”-9”’-9”” (of tot een nulpunt instellen van de transportsnelheid van de eindloze dragers 9a van de secties 9”-9”’-9””) het tot het erop geplaatste langstelige gewas 4 exact stilgelegd worden en aangeboden worden aan de aangrijpmiddelen 5.
In het huidige voorbeeld, worden de langstelige gewassen 4 in hun lengterichting ter plaatse van de stelen 7 aangegrepen door de aangrijpmiddelen 5, en vervolgens individueel overgebracht op een volgende transporteenheid 2, die de langstelige gewassen 4 afgevoerd voor verdere verwerking. De volgende (tweede) transporteenheid 2 is eveneens opgebouwd uit een eindloze drager 2a, welke is aangebracht over meerdere al dan niet aangedreven rollen 2b. De transporteenheid 2 is opgenomen in een op de ondergrond 21 geplaatst frame 20.
Voor het nog efficiënter grijpen van de aangrijpmiddelen 5 op de stelen 7 van de langstelige gewassen 4 zijn de transportsecties 9”-9”’-9”” van de overnamesectie van de eerste transporteenheid 9 op enige afstand van elkaar geplaatst, zodat tussen de transportsecties 9” en 9”’ resp. 9”’ en 9”” uitstrekkende openingen 11 aanwezig is. De openingen 11 staan toe dat de aangrijpmiddelen 5 als het ware ‘door de overnamesectie heen’ kunnen bewegen en tot onder de op de overnamesectie stilgelegde langstelige gewassen 4 kunnen grijpen.
De aangrijpmiddelen 5, bijvoorbeeld gekromde grijpers 5a-5b, steken in een open stand (zie 5’ in Figuur 1b en 2b) met hun gekromde grijpers door deze openingen 11 heen, waardoor de grijpers onder het transportvlak van de (eindloze dragers van de) transportsecties 9”-9”’-9”” kunnen komen. Door de gekromde grijpers vervolgens naar elkaar toe te bewegen (naar hun gesloten stand, zie 5” in Figuur 1b en 2b) sluiten de gekromde grijpers zich om de op de transportsecties 9”-9’”-9”” gelegen geoogste langstelige gewassen 4. Hierdoor worden beschadigingen aan de stelen 7 van de gewassen 4 zo veel mogelijk voorkomen.
Zoals getoond in de Figuren 1a-1c en 2a-2c kunnen de aangrijpmiddelen 5 eventueel tweevoudig zijn uitgevoerd, aangeduid met aangrijpelement 50a en 50b elk opgebouwd uit een set grijpers 5a-5b. Hiermee kan de doorvoersnelheid van de langstelige gewassen worden opgevoerd.
In de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1a-1c is de overnamesectie 9”-9”’-9”” van de eerste transporteenheid 9 op enige afstand van de tweede transporteenheid 2 geplaatst. De afstand wordt overbrugt doordat de aangrijpmiddelen 5 zijn opgenomen in een railsysteem, bestaande uit langsverplaatsingsrails 52a en 52b, die zijn opgenomen in dwarsverplaatsingsrails 51a-51b. De aangrijpelementen 50a-50b zijn elk in langsrichting verplaatsbaar (gelijk/parallel aan de eerste transportrichting van de eerste transporteenheid 9) over de langsverplaatsingsrails 52a resp. 52b. De langsverplaatsingsrails 52a-52b zijn als één eenheid in dwarsrichting (dat wil zeggen dwars ten opzichte van de eerste transportrichting van de eerste transporteenheid) verplaatsbaar langs de dwarsverplaatsingsrails 51a-51b.
De eenheid van de langsverplaatsingsrails 52a-52b, elk voorzien van een aangrijpelement 50a-50b kan derhalve in dwarsrichting verplaatst worden ten opzichte van de overnamesectie 9”-9”’-9”’. Voorts zijn beide aangrijpelementen 50a-50b in hoogte verplaatsbaar ten opzichte van beide transporteenheden 9 en 2.
Een eerste langstelig gewas 4 wordt opgenomen van de overnamesectie 9”-9”’-9”” door een aangrijpelement 50a en door de verplaatsing langs de langsverplaatsingrail 52a naar de tweede transporteenheid 2 verplaatst. Onderwijl verplaatst het andere aangrijpelement 50b zich langs de langsverplaatsingrail 52b in de richting van de overnamesectie 9”-9”’-9””. Door een geschikte dwarsverplaatsing van de beide langsverplaatsingrails 52a-52b langs de dwarsverplaatsingsrails 51a-51b kan het andere aangrijpelement 50b exact boven de overnamesectie 9”-9”’-9”” worden gepositioneerd voor de opname van een volgend langstelig gewas 4.
Onderwijl is het eerste aangrijpelement 50a verplaatst tot boven de tweede transporteenheid 2 voor het op de eindloze drager 2a lossen van het langstelige gewas 4. Deze bedrijfssituatie is in Figuur 1a getoond.
In de figuren 2a-2c is de overnamesectie 9”-9”’-9”” direct boven de tweede transporteenheid 2 geplaatst. De aangrijpmiddelen 5 zijn opgenomen in een railsysteem, enkel bestaande uit dwarsverplaatsingsrails 51a-51b. De aangrijpelementen 50a-50b zijn als één eenheid in dwarsrichting (dat wil zeggen dwars ten opzichte van de eerste transportrichting van de eerste transporteenheid 9) verplaatsbaar langs de dwarsverplaatsingsrails 51a-51b. De eenheid van de aangrijpelementen 50a-50b kan derhalve in dwarsrichting verplaatst worden ten opzichte van de overnamesectie 9”-9”’-9”’. Voorts zijn beide aangrijpelementen 50a-50b in hoogte verplaatsbaar ten opzichte van beide transporteenheden 9 en 2.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt derhalve door een intermitterende dwarsverplaatsing van de aangrijpelementen 50a-50b afwisselend door elk aangrijpelement 50a (of 50b) een langstelig gewas 4 van de overnamesectie 9”-9”’- 9”” opgenomen en verplaatst naar en gelost op de eindloze drager 2a van de tweede transporteenheid 2. De eenheid van de aangrijpelementen 50a-50b verplaatst zich daarbij in enkel dwarsrichting ten opzichte van de eerste transporteenheid 9 en parallel aan de tweede transportrichting van de tweede transporteenheid 2.
In beide uitvoeringsvoorbeelden is de transporteenheid 2 voorzien van openingen 31, die zich in de langsrichting van de eindloze drager 2a uitstrekken. Meer in het bijzonder is de eindloze drager 2 samengesteld uit tenminste twee, doch bij voorkeur drie dragersecties 2a’-2a”-2a”’ met tussen de naastgelegen dragersecties een opening dan wel tussenafstand 31. De openingen dan wel tussenafstanden 31 staan toe dat de aangrijpmiddelen 5 als het ware ‘door de eindloze drager 2a heen’ kunnen bewegen en de meegevoerde langstelige gewassen 4 tot op het door de eindloze drager 2a gevormde transportvlak kunnen plaatsen c.q. lossen. Hierdoor wordt voorkomen dat bij het lossen de langstelige gewassen 4 op een bepaalde hoogte boven het transportvlak worden losgelaten door de aangrijpmiddelen 5 en op de eindloze drager 2a vallen. Hiermee wordt derhalve beschadigingen en uitval van langstelige gewassen voorkomen.
In de uitvoeringsvoorbeelden omvat de transporteerinrichting verder stuurmiddelen 3 ingericht voor het sturen van de transportsnelheid van de eerste en/of tweede transporteenheid 9 resp. 2. In samenwerking met de sensormiddelen zijn de stuurmiddelen 3 ingericht om de snelheid van de eindloze drager 2a van de transporteenheid 2 te verlagen gedurende het op de eindloze drager 2a plaatsen van de langstelige gewassen 4 door de aangrijpmiddelen 5. De sensormiddelen zijn bijvoorbeeld ingericht om een signaal af te geven aan de stuurmiddelen 3 als de langstelige gewassen 4 door de aangrijpmiddelen 5 zijn opgenomen van de transportsecties 9”-9”’-9””, zodanig dat de stuurmiddelen de snelheid van de eindloze drager 2a van de tweede transporteenheid 2 kunnen aanpassen.
Evenzo kunnen de stuurmiddelen 3 de snelheid van de eindloze drager 9a van de eerste transporteenheid 9 regelen b.v. onder invloed van de hoeveelheid toegevoerde langstelige gewassen of ten behoeve van het (bijna) nulstellen van de snelheid van de eindloze dragers van de overnamesectie 9”-9”’-9”” ten behoeve van het aangrijpen door de aangrijpmiddelen 5.
De langstelige gewassen 4 zijn bij het transport door de tweede transporteenheid 2 zodanig georiënteerd dat zij dwars ten opzichte van de tweede transportrichting op de eindloze drager 2a zijn geplaatst. Verder zijn nabij de uitvoerzijde 2c van de tweede transporteenheid 2 één of meer bewerkingsstations 22-23-24 opgenomen. Een bewerkingsstation 22 kan bestaan uit een knipeenheid voor het op de juiste lengte afknippen van de steeldelen 7 van de langstelige gewassen 4. Een bewerkingsstation 23 kan bestaan uit twee roterende borstels voor het verwijderen van overtollige bladeren van de steeldelen 7, terwijl een bewerkingsstation 24 een bundeleenheid kan bevatten voor het bundelen en vastbinden van meerdere langstelige gewassen 4 tot een bos.
Afhankelijk van de efficiëntie kan gekozen worden, door de vakman, om de transportsnelheid van de eindloze drager 2 te verlagen tot een nulpunt, zodat de aangrijpmiddelen 5 efficiënt de langstelige gewassen 4 op de eindloze drager 2 kunnen plaatsen. Beschadigingen aan de bloemen 8 worden zo tot een minimum voorkomen. Wanneer er bijvoorbeeld een hoge aanvoer van langstelige gewassen 4 op de eerste transporteenheid 9 aanwezig is, kan er gekozen worden om de transportsnelheid wel te verlagen, maar niet tot een nulpunt, om zodoende voldoende afvoersnelheid te realiseren voor de af te voeren gewassen 4.
In het zijaanzicht 1b (2b) van de transporteerinrichting zijn aangrijpmiddelen 5 uitgevoerd als twee aangrijpelementen 50a-50b, elk opgebouwd uit twee gekromde grijpers. De aangrijpelementen 50a-50b zijn opeenvolgend in de transportrichting zijn opgesteld, dat wil zeggen dat ze - zoals hierboven al toegelicht - opeenvolgend en achter elkaar telkens een langstelig gewas 4 van de eerste transporteenheid 9 opnemen en overbrengen naar de tweede transporteenheid 2. Op een dergelijke manier kan een hoge doorvoer behaald worden.
In de transporteerinrichting getoond in het zijaanzicht 1b en 2b is te zien dat de aangrijpmiddelen 5 in de transportrichting van de tweede transporteenheid 2 beweegbaar zijn, dat wil zeggen dwars op de transportrichting van de eerste transporteenheid 9. Dit heeft als voordeel dat gedurende het grijpen van de aangrijpmiddelen 5 op de stelen 7 van de gewassen 4, de aangrijpmiddelen 5 uitgelijnd zijn met de te grijpen gewassen 4.
De eindloze drager 2a van de tweede transporteenheid 2 kan zijn voorzien van verschillende naast elkaar gelegen klemrollen 30. De klemrollen zijn bij voorkeur van een zachte en verend materiaal vervaardigd, zoals een schuim, en zijn bij voorkeur langs een zijrand 2e van de eindloze drager 2 aangebracht.
Bij het lossen van de langstelige gewassen 4 op de eindloze drager 2a door de aangrijpmiddelen 5 kunnen de steeldelen 7 tussen twee naastgelegen klemrollen 30 worden gedrukt, zodat hiermee een stabiele positionering op de eindloze drager 2a wordt verkregen. Hierdoor wordt een ongewenst verschuiven van de langstelige gewassen voorkomen, hetgeen de verdere verwerking, bijvoorbeeld door de hiervoor besproken bewerkingsstation 22-23-24 niet nadelig beïnvloedt.
Fig. 3 toont in schemavorm een voorbeeld van een werkwijze 51 volgens de onderhavige uitvinding.
In een eerste stap 52 wordt met behulp van een eerste transporteenheid van in hoofdzaak parallel aan een eerste transportrichting georiënteerde geoogste langstelige gewassen getransporteerd.
De posities van de getransporteerde langstelige gewassen worden vervolgens in de volgende stap 53 waargenomen met behulp van sensormiddelen. In een uitvoeringsvorm wordt niet alleen de positie van de langstelige gewassen bepaald, maar tevens de dwarsligging van de langstelige gewassen op de transporteenheid. In een ander uitvoeringsvorm bepalen de sensormiddelen de tijd voordat de op de transporteenheid gelegen gewassen de aangrijpmiddelen passeren, zodanig dat de aangrijpmiddelen de stelen van de gewassen aan kunnen grijpen.
Nadat de posities van de langstelige gewassen zijn waargenomen in stap 53, worden in de volgende stap 54 de posities van de stelen van de gewassen bepaald. Deze additionele stap 54 zou de efficiëntie van de volgende stap 55 in de werkwijze, i.e. het grijpen van de bepaalde posities van de stelen van de geoogste gewassen kunnen verhogen.
De onderhavige uitvinding is hierboven toegelicht met behulp van een aantal voorbeelden. Zoals een deskundige zal begrijpen, kunnen verschillende wijzigingen en aanvullingen worden gemaakt binnen de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

Claims (17)

1. Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, omvattende: een eerste transporteenheid ingericht voor het in een eerste transportrichting transporteren van in hoofdzaak parallel aan de eerste transportrichting gelegen geoogste langstelige gewassen, sensormiddelen ingericht voor het waarnemen van posities van de getransporteerde langstelige gewassen op de transporteenheid; aangrijpmiddelen ingericht voor het in lengterichting van de gewassen bij de stelen aangrijpen van de getransporteerde langstelige gewassen op basis van de waargenomen posities, voor verdere verwerking.
2. Transporteerinrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste transporteenheid tenminste één in de transportrichting uitstrekkende opening omvat, voor het passeren van de aangrijpmiddelen.
3. Transporteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste transporteenheid tenminste één verticaal uit het transportvlak beweegbare transportsectie omvat, zodanig dat de aangrijpmiddelen onder de getransporteerde langstelige gewassen kunnen aangrijpen.
4. Transporteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting een verdere, tweede transporteenheid omvat voor het ten behoeve van verdere verwerking opnemen en afvoeren van de door middel van de aangrijpmiddelen aangegrepen langstelige gewassen.
5. Transporteerinrichting volgens conclusie 4, waarbij de tweede transporteenheid tenminste één in de transportrichting van de tweede transporteenheid uitstrekkende opening omvat, voor het passeren van de aangrijpmiddelen.
6. Transporteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transporteerinrichting verder stuurmiddelen omvat, ingericht voor het sturen van een transportsnelheid van de eerste en/of tweede transporteenheid.
7. Transporteerinrichting volgens conclusie 6, waarbij de stuurmiddelen verder zijn ingericht om de transportsnelheid te verlagen gedurende het aangrijpen van de langstelige gewassen door de aangrijpmiddelen.
8. Transporteerinrichting volgens conclusie 6, waarbij de stuurmiddelen verder zijn ingericht om de transportsnelheid tot een nulpunt te verlagen gedurende het aangrijpen van de langstelige gewassen door de aangrijpmiddelen.
9. Transporteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aangrijpmiddelen ten minste één van een vrij-assige arm manipulator en/of een portaal manipulator is.
10. Transporteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aangrijpmiddelen ten minste twee in de transportrichting opeenvolgende grijpelementen omvatten.
11. Transporteerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aangrijpmiddelen in de transportrichting van de eerste en/of tweede transporteenheid beweegbaar zijn.
12. Werkwijze voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, welke werkwijze de stappen omvat van het: met behulp van een transporteenheid in een transportrichting transporteren van in hoofdzaak dwars op de transportrichting gelegen gewassen; met behulp van sensormiddelen waarnemen van posities van de getransporteerde langstelige gewassen; met behulp van aangrijpmiddelen in lengterichting van de gewassen bij de stelen aangrijpen van de getransporteerde langstelige gewassen op basis van de waargenomen posities.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij stap van het bij de stelen grijpen van de getransporteerde langstelige gewassen omvat het met behulp van de aangrijpmiddelen in lengterichting van de gewassen bij de stelen grijpen van de getransporteerde langstelige gewassen via tenminste één in de transportrichting uitstrekkende opening, zodanig dat de aangrijpmiddelen onder de getransporteerde langstelige gewassen kunnen grijpen.
14. Werkwijze volgens een van de conclusies 12 of 13, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het sturen van een transportsnelheid van de transporteenheid.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de stap van het sturen van de transportsnelheid verder omvat het verlagen van de transportsnelheid gedurende het grijpen van de langstelige gewassen met behulp van de aangrijpmiddelen
16. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de stap van het sturen van de transportsnelheid verder omvat het tot een nulpunt verlagen van de transportsnelheid gedurende het grijpen van de langstelige gewassen met behulp van de aangrijpmiddelen.
17. Oogstverwerkingssysteem voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen omvattende een transporteerinrichting volgens een van de conclusies 1-11.
NL2010665A 2013-04-19 2013-04-19 Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem. NL2010665C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010665A NL2010665C2 (nl) 2013-04-19 2013-04-19 Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010665A NL2010665C2 (nl) 2013-04-19 2013-04-19 Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem.
NL2010665 2013-04-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010665C2 true NL2010665C2 (nl) 2014-10-21

Family

ID=49083723

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010665A NL2010665C2 (nl) 2013-04-19 2013-04-19 Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2010665C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1002445C1 (nl) * 1996-02-26 1997-08-27 Stichting Chrysanten Robotiser Werkwijze en inrichting voor het be- respectievelijk verwerken van gewassen, in het bijzonder langstelige gewassen.
EP1044600A2 (en) * 1999-04-15 2000-10-18 Baggermans Transport- en Machinefabriek B.V. Device for sorting and further handling of long-stalked plants
WO2003022034A1 (en) * 2001-09-07 2003-03-20 Gartneriet Pkm Aps Pick and place robot
NL1038540C2 (en) * 2011-01-24 2012-07-31 Iso Groep Machb B V Apparatus and method for placing plant cuttings.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1002445C1 (nl) * 1996-02-26 1997-08-27 Stichting Chrysanten Robotiser Werkwijze en inrichting voor het be- respectievelijk verwerken van gewassen, in het bijzonder langstelige gewassen.
EP1044600A2 (en) * 1999-04-15 2000-10-18 Baggermans Transport- en Machinefabriek B.V. Device for sorting and further handling of long-stalked plants
WO2003022034A1 (en) * 2001-09-07 2003-03-20 Gartneriet Pkm Aps Pick and place robot
NL1038540C2 (en) * 2011-01-24 2012-07-31 Iso Groep Machb B V Apparatus and method for placing plant cuttings.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5157899A (en) Method of and apparatus for sorting and bundling flowers
US8317032B2 (en) System for sorting and packaging fruit
DK3081071T3 (en) System for harvesting mushrooms
US3659709A (en) Method and apparatus for sorting flowers
BRPI0607763B1 (pt) aparelho para remover produtos indesejados
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
NL2006695C2 (nl) Inrichting voor verwerking van landbouwproducten.
US9415523B2 (en) Systems and methods of continuous conveyor feeding
EP2611693B1 (en) Egg transfer device
CN110769946B (zh) 用于处理园艺产品的设备
CN110691653B (zh) 用于处理园艺产品的设备
NL2010665C2 (nl) Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem.
US20150225096A1 (en) System for packaging products
NL1029576C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van een in een matrixstructuur gerangschikte groep componenten.
EP3235740A1 (en) Method and plant for feeding products, in particular confectionery products, to a packaging machine
JP3653389B2 (ja) 長物農産物の仕分装置
NL1031686C2 (nl) Kasinrichting en werkwijze voor gebruik van een robot daarin.
CN113522912A (zh) 瓶子清洗机和用于将瓶子输送到瓶子清洗机中的方法
NL1028368C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van bolbloemen.
NL1018970C2 (nl) Bloemorientatiewijziging bij bossen.
NL1030316C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het hanteren van snijbloemen.
JPH1190351A (ja) 農産物の選別装置及びこの装置の運転方法
NL1027804C2 (en) Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row
JP2012232768A (ja) 選果システム
NL1021100C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160501