NL1030316C2 - Werkwijze en inrichting voor het hanteren van snijbloemen. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het hanteren van snijbloemen

De uitvinding heeft op de eerste plaats betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van op een in een transportrichting bewegende transportinrichting gelegen snijbloemen in een onder een hoek met de transportrichting 5 gerichte dwarsrichting, waarbij de snijbloemen door middel van duworganen in de genoemde dwarsrichting worden geschoven .

Een dergelijke werkwijze is reeds bekend uit het Nederlandse octrooischrift 1.019.495. Hierbij worden de 10 snijbloemen, die in het algemeen tot boeketten zijn gebundeld, overgebracht op een zich in de genoemde dwarsrichting uitstrekkende tweede transportinrichting die de snijbloemen langs bewerkingsorganen (zoals voor het ontbladeren, afsnijden en verpakken) voert.

15 Tijdens het in de genoemde dwarsrichting schuiven van de snijbloemen kan het probleem optreden, dat het bloem-scherm van de snijbloemen wordt beschadigd, hetgeen een inferieur product oplevert, of zelfs een product dat niet kan worden verkocht.

20 Het is een doelstelling van de onderhavige uitvin ding om het genoemde nadeel op te heffen.

In overeenstemming met de onderhavige uitvinding bezit een werkwijze van het in de aanhef genoemde type het kenmerk, dat tijdens het in de genoemde dwarsrichting ver-25 schuiven van de snijbloemen het bloemscherm daarvan niet door de transportinrichting wordt ondersteund.

Tijdens het in dwarsrichting verschuiven van de snijbloemen worden derhalve slechts de bloemstelen ondersteund door de transportinrichting, terwijl de bloemschermen 30 vrij zijn van enigerlei ondersteuning. Het thans in dwarsrichting schuiven van de snijbloemen leidt dan derhalve niet tot enigerlei beschadiging van de bloemschermen.

1030316 2

In een eerste uitvoeringsvorm bezit de werkwijze volgens de uitvinding de volgende stappen: - het op een eerste transporteur aanvoeren van de snij -bloemen terwijl hun stelen in hoofdzaak in de trans- 5 portrichting zijn gericht; het overgeven van de snijbloemen aan een tweede, op de eerste transporteur aansluitende tweede transporteur; - het zodanig in de transportrichting verplaatsen van ten minste het aan de eerste transporteur grenzende voorste 10 uiteinde van de tweede transporteur dat het bloemscherm van de snijbloemen vrijblijft van de tweede transporteur; - het in de dwarsrichting vanaf de tweede transporteur afschuiven van de snijbloemen; 15 - het tegen de transportrichting in naar zijn uitgangspo sitie terugbewegen van het voorste uiteinde van de tweede transporteur.

Door het in de transportrichting verplaatsen van ten minste het genoemde voorste uiteinde van de tweede 20 transporteur ontstaat tussen de achterzijde van de eerste transporteur en de voorzijde van de tweede transporteur een gebied waar een ondersteuning door een transporteur ontbreekt. In dit gebied zal het bloemscherm van de snijbloemen zich bevinden tijdens het in de dwarsrichting vanaf de twee-25 de transporteur afschuiven van de snijbloemen. Nadat dit af-schuiven is voltooid, beweegt het betreffende voorste uiteinde van de tweede transporteur terug naar zijn uitgangspositie om de steel van een volgende snijbloem (respectievelijk boeket snijbloemen) op te nemen.

30 Opgemerkt wordt, dat met de aanduiding "in de transportrichting verplaatsen" in het algemeen wordt bedoeld, dat het betreffende gedeelte van de transporteur in zijn geheel een andere ruimtelijke positie inneemt. Wanneer een dergelijke transporteur bijvoorbeeld uit een eindloze-35 bandtransporteur bestaat, wordt de normale beweging van de 1030316 3 band niet met een dergelijke verplaatsing bedoeld, doch zou in dat geval het geheel of gedeeltelijk verplaatsen van de totale eindloze-bandtransporteur een dergelijke verplaatsing omvatten.

5 Bij voorkeur geldt, dat alleen het voorste gedeel te van de tweede transporteur in de transportrichting wordt verplaatst. Het daarop aansluitende achterste gedeelte van de tweede transporteur behoudt zijn oorspronkelijke (ruimtelijke) positie.

10 Het zou echter ook mogelijk kunnen zijn, dat de tweede transporteur in zijn geheel in de transportrichting wordt verplaatst. De absolute transportsnelheid (som van transportsnelheid en eigen verplaatsingssnelheid) zal hierbij in het algemeen gelijk worden gehouden.

15 In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de werk wijze volgens de uitvinding de volgende stappen: het op een eerste transporteur aanvoeren van de snijbloemen; het overgeven van de snijbloemen aan een tweede, op de 20 eerste transporteur aansluitende tweede transporteur; het zodanig omlaag verplaatsen van het aan de eerste transporteur grenzende voorste uiteinde van de tweede transporteur dat het bloemscherm van de snijbloemen vrijblijft van de tweede transporteur; 25 - het in de dwarsrichting vanaf de tweede transporteur afschuiven van de snijbloemen; - het terug omhoog naar zijn uitgangspositie terugbewegen van het voorste uiteinde van de tweede transporteur.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt derhalve het be-30 treffende voorste gedeelte van de tweede transporteur niet in de transportrichting, doch omlaag verplaatst. Alhoewel het in hoofdzaak verticaal omlaag verplaatsen het gewenste resultaat met zich meebrengt (namelijk het niet ondersteunen van de bloemschermen), is het ook denkbaar dat het omlaag 1030316 4 verplaatsen volgens een schuin lopende lijn of een boogvormige lijn wordt uitgevoerd.

Binnen het bovengenoemde kader van de werkwijze volgens de uitvinding bestaan diverse mogelijkheden ter va-5 riatie. Bij wijze van voorbeeld wordt de mogelijkheid genoemd om tijdens de verschillende fasen van het uitvoeren van de werkwijze de snelheid van de tweede transporteur te variëren. Bijvoorbeeld zou de snelheid van de tweede transporteur na het opnemen van de snijbloemen kunnen worden ver-10 laagd, zodat reeds een afremmen van de snijbloem wordt bewerkstelligd, hetgeen een daaropvolgend in dwarsrichting afgeven van de snijbloem aan een zich in dwarsrichting uitstrekkende daaropvolgende tweede transportinrichting vergemakkelijkt .

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een sa menstel voor het transporteren van snijbloemen, met een in een transportrichting bewegende transportinrichting voor het ondersteunen van daarop gelegen snijbloemen, en duworganen voor het in een onder een hoek met de transportrichting ge-20 richte dwarsrichting van de transportafrichting afschuiven van de snijbloemen.

Overeenkomstig de uitvinding wordt een dergelijk samenstel gekenmerkt door het feit, dat de transportinrichting is voorzien van ten minste een gedeelte dat tijdelijk 25 naar een zodanige positie beweegbaar is, dat tijdens het in de genoemde dwarsrichting verschuiven van de snijbloemen het bloemscherm daarvan niet door de transportinrichting wordt ondersteund.

In overeenstemming met hetgeen in het voorafgaande 30 ten aanzien van de werkwijze volgens de uitvinding werd opgemerkt, is het resultaat van de toepassing van een dergelijk samenstel, dat de bloemschermen tijdens het in dwarsrichting verschuiven van de snijbloemen niet (kunnen) worden beschadigd.

1030316 5

In een eerste uitvoeringvorm is het samenstel volgens de uitvinding voorzien van een eerste transporteur voor het aanvoeren van de snijbloemen en een in de transportrich-ting op de eerste transporteur aansluitende tweede transpor-5 teur, waarvan ten minste het aan de eerste transporteur grenzende voorste uiteinde zodanig in de transportrichting verplaatsbaar is dat het bloemscherm van de snijbloemen vrijblijft van de tweede transporteur.

Wanneer het genoemde voorste uiteinde in de trans-10 portrichting is verplaatst, ontstaat tussen de achterzijde van de eerste transporteur en de voorzijde van de tweede transporteur een niet door een transporteur ingenomen gebied alwaar het bloemscherm van de snijbloemen zich zal bevinden.

Bij voorkeur geldt, dat alleen het voorste gedeel-15 te van de tweede transporteur in de transportrichting verplaatsbaar is. Overeenkomstig een speciale uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding kan dit hierdoor worden gerealiseerd, dat de tweede transporteur is voorzien van een eindloze band die om ten minste een voorste, naar de 20 eerste transportinrichting toegekeerde omkeerrol loopt, waarbij deze voorste omkeerrol in de transportrichting heen en weer beweegbaar is door een geschikte aandrijving, en waarbij een bandspanvoorziening is toegepast.

Tijdens het in de transportrichting bewegen van de 25 genoemde voorste omkeerrol ontstaat automatisch de gewenste vrije ruimte tussen de twee achter elkaar geplaatste transporteurs . Omdat de eindloze band in het algemeen tevens om ten minste één andere, stationaire omkeerrol zal worden geleid, ontstaat een overmaat van de eindloze band die door de 30 bandspanvoorziening moet worden gecompenseerd.

Het spreekt voor zich, dat het aansturen van de aandrijving en de bandspanvoorziening door geschikte regelen besturingsvoorzieningen zal plaatsvinden, waarvan een nadere beschrijving binnen de context van de onderhavige aan-35 vrage niet op zijn plaats is.

1030316 6

Behalve dat slechts het voorste gedeelte van de tweede transporteur in de transportrichting verplaatsbaar is, bestaat ook de mogelijkheid om de tweede transporteur in zijn geheel in de transportrichting verplaatsbaar uit te 5 voeren. De absolute transportsnelheid (som van transport-snelheid en eigen verplaatsingssnelheid) zal hierbij in het algemeen gelijk worden gehouden.

Het principe van de onderhavige uitvinding kan echter ook worden belichaamd in een uitvoeringsvorm van het 10 samenstel, met een eerste transporteur voor het aanvoeren van de snijbloemen en een in de transportrichting op de eerste transporteur aansluitende tweede transporteur, waarvan het aan de eerste transporteur grenzende voorste uiteinde zodanig omlaag verplaatsbaar is dat het bloemscherm van de 15 snijbloemen vrijblijft van de tweede transporteur.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm vindt derhalve niet een verplaatsing van het voorste gedeelte van de tweede transporteur in de transportrichting (dus horizontaal) plaats, doch een verplaatsing daarvan in benedenwaartse 20 richting (en, uiteraard, bovenwaartse richting, dus in hoofdzaak verticaal).

Een dergelijke omlaag en omhoog gerichte verplaatsing van het betreffende voorste uiteinde van de tweede transporteur kan bijvoorbeeld hierdoor worden gerealiseerd, 25 dat de tweede transporteur is voorzien van een eindloze band die om ten minste een voorste, naar de eerste transportinrichting toegekeerde omkeerrol en een op enige afstand daarachter gelegen steunrol loopt, waarbij de voorste omkeerrol volgens een boog om de steunrol in hoofdzaak op en neer be-30 weegbaar is.

Wanneer de transportsnelheden van de eerste en tweede transporteur in hoofdzaak gelijk zijn, wordt reeds een op effectieve wijze werkend samenstel volgens de uitvinding verkregen. Wanneer echter, zoals in het voorgaande kort 35 werd toegelicht, regel- en besturingsmiddelen worden toege- 1030316 7 past, bestaat de mogelijkheid om de transportsnelheid van een der, of beide, transporteurs naar wens te variëren.

Bijvoorbeeld is het mogelijk, dat de transport-snelheid van de tweede transporteur lager is dan de trans-5 portsnelheid van de eerste transporteur. Een dergelijke lagere transportsnelheid van de eerste transporteur kan van voordeel zijn met het oog op het overgeven van de snijbloemen aan een zich in dwarsrichting uitstrekkende aansluitende transportinrichting waarmee de snijbloemen langs aanvullende 10 bewerkingsmiddelen worden gevoerd. Weliswaar houdt een dergelijke lagere transportsnelheid van de tweede transporteur in, dat de tussenruimte tussen de snijbloemen wordt verkleind, of dat ze elkaar zelfs overlappen, doch zal in combinatie met de door de duworganen veroorzaakte schuifbewe-15 ging in dwarsrichting geen contact tussen opeenvolgende snijbloemen (of bossen snijbloemen) optreden.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin diverse uitvoeringsvormen daarvan zijn weergegeven.

20 Figuur 1 toont, schematisch en in een bovenaan zicht, een inrichting voor het bewerken van snijbloemen waarin een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is toegepast; figuren 2 tot 5 tonen, in een zijaanzicht en sche-25 matisch, een aantal opeenvolgende posities van een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding; figuren 6 en 7 tonen, eveneens in zijaanzicht en schematisch, twee verschillende posities van een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding, en 30 figuren 8 en 9 tonen, op overeenkomstige wijze, twee verschillende posities van nog een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding.

In figuur 1 is een inrichting weergegeven voor het bewerken van snijbloemen. Tot de inrichting behoort een 35 transportinrichting die bestaat uit een eerste transporteur 1030316 8 1 met een door pijl 2 aangegeven transportrichting en een daarop aansluitende tweede transporteur 3 (met gelijke transportrichting).

Boven de tweede transporteur 3 bevinden zich duw-5 organen 4 die volgens gekromde banen 5 verplaatsbaar zijn teneinde zich op de transporteur 3 bevindende snijbloemen 6 (die veelvuldig tot een bundel of boeket 6 zijn samengevoegd) naar een derde transporteur 7 met transportrichting 8 te verschuiven. De derde transporteur 7 voert de snijbloemen 10 of boeketten 6 langs bewerkingsorganen, zoals een afknipeen-heid 9, een ontbladeraar 10 en een bundel- of verpakkingseenheid 11. Tenslotte worden de voltooide boeketten 6 door een afvoertransporteur 12 afgevoerd.

Tijdens het door middel van de duworganen 4 zijde-15 lings vanaf de tweede transporteur 3 in de richting van de derde transporteur 7 schuiven van de snijbloemen 6 moet er op worden gelet, dat het bloemscherm 6' (dat een grotere breedte bezit en in het algemeen eenvoudig beschadigd kan raken) niet door de tweede transporteur 3 wordt ondersteund. 20 Hiertoe bezit de tweede transporteur 3 een voorste gedeelte 3'(voorste gedeelte betekent in dit geval dat gedeelte van de transporteur 3 dat grenst aan de eerste transporteur 1) dat overeenkomstig pijl 13 heen en weer beweegbaar is. De hiermee verkregen werking wordt hierna aan de hand van de 25 figuren 2 tot 5 nader toegelicht.

In figuur 2 is opnieuw de eerste transporteur 1 met transportrichting 2 zichtbaar, waarop een boeket snijbloemen 6 (waarvan alleen de stelen zichtbaar zijn) wordt aangevoerd. De eerste transporteur 1 omvat een eindloze band 30 die om een omkeerrol 14 loopt. De op de eerste transporteur 1 aansluitende tweede transporteur 3 met gelijke transportrichting 2 bestaat eveneens uit een eindeloze band die om twee stationaire rollen 15 en 16 en twee beweegbare rollen 17 en 18 loopt. Stationair betekent in dit opzicht, dat de 35 rollen weliswaar roteren, doch geen verandering van ruimte- t 0 3 0 3 T 6 9 lijke positie ondergaan. De beweegbare rollen 17 en 18 zijn op niet nader getoonde wijze samengevoegd tot een eenheid die door middel van een bewegingsorgaan, bijvoorbeeld een cilinder- zuigersamenstel 19, heen en weer beweegbaar is. De 5 rol 16 kan door een niet nader aangeduide motor worden aangedreven .

Ook andere bewegingsorganen zijn mogelijk, bijvoorbeeld een combinatie tussen tandwiel en heugel.

In de in figuur 2 getoonde positie bevindt de 10 tweede transporteur 3 zich in een stand, waarin rol 17 zich op korte afstand van de omkeerrol 14 van de eerste transporteur 1 bevindt. Het cilinder- zuigersamenstel 19 bevindt zich in een uitgeschoven stand. Derhalve representeert figuur 2 een positie, waarin het voorste gedeelte 3' van de 15 tweede transporteur 3 zich in de nabijheid van het achterste uiteinde van de eerste transporteur 1 bevindt.

In figuur 3 is een situatie weergegeven, waarin weliswaar alle onderdelen van de tweede transporteur 3 een gelijke positie innemen als in figuur 2, doch waarbij een 20 boeket snijbloemen 6 reeds voor een aanzienlijk gedeelte met zijn steel wordt ondersteund door deze tweede transporteur 3. Op het moment dat het bloemscherm 6' op het punt staat om de eerste transporteur 1 te verlaten om te worden opgenomen door de tweede transporteur 3 wordt het cilinder- zuigersa-25 menstel 19 bekrachtigd om het samenstel uit rollen 17 en 18 overeenkomstig pijl 20 in figuur 4 naar rechts te bewegen, in een richting die overeenkomst met de transportrichting 2, en derhalve in een richting van de eerste transporteur 1 af. Wanneer de snelheid 20 van de beweging van het cilinder-30 zuigersamenstel 19 op geschikte wijze wordt gekozen (in het algemeen ongeveer gelijk aan de transportsnelheid 2), kan ervoor worden gezorgd dat ondanks de transportsnelheid 2 van de tweede transporteur 3 het snijbloemenpakket 6 zodanig door de tweede transporteur 3 zal worden ondersteund, dat 35 het bloemscherm 6' vrijblijft van de tweede transporteur 3.

T 0 3 0 3 T 6 10

Inmiddels zijn ook de duworganen 4 (waarvan er in figuur 4 schematisch twee zijn weergeven) actief geworden teneinde de snijbloemen 6 in zijdelingse richting (in figuur 4 loodrecht op het vlak van de tekening) af te schuiven van 5 de tweede transporteur 3. Tijdens deze afschuifbeweging blijft het bloemscherm 6' vrij van de tweede transporteur 3, zodat geen ongewenste beschadiging daarvan optreedt.

Tijdens het in zijdelingse richting afschuiven van de snijbloemen 6 blijft uiteraard ook de voortbeweging van 10 de snijbloemen 6 in de transportrichting 2 doorgaan, zodat uiteindelijk een positie overeenkomstig figuur 5 wordt bereikt, waarin het in dwarsrichting afschuiven van de snijbloemen 6 nagenoeg volledig is voltooid en het samenstel uit rollen 17 en 18 nagenoeg zijn meest uiterst rechtse positie 15 (als gezien in de figuren) heeft bereikt.

Nadat de snijbloemen 6 volledig vanaf de tweede transporteur 3 zijn verwijderd, wordt het cilinder- zuiger-samenstel 19 terugbewogen naar de in figuur 2 getoonde stand en is de tweede transporteur 3 opnieuw gereed voor het opne-20 men van een volgend snijbloemenboeket 6.

Bij de voorgaande beschrijving is ervan uitgegaan, dat de transportsnelheid 2 van de eerste transporteur 1 gelijk is aan de transportsnelheid van de tweede transporteur 3. Hierbij blijft de onderlinge tussenruimte tussen de op-25 eenvolgende snijbloemboeketten 6 gelijk. Een dergelijke gelijke transportsnelheid is echter niet noodzakelijk. Het zou ook denkbaar kunnen zijn, dat de snelheid van de tweede transporteur 3 lager ligt, zodat opeenvolgende snijbloempak-ketten dichter bij elkaar komen te liggen. Het is ook denk-30 baar dat de snelheid van de tweede transporteur 3 zodanig wordt geregeld, dat deze afneemt, zodat op het moment, dat de snijbloemen 6 de tweede transporteur (onder invloed van de duworganen 4) volledig verlaten, hun snelheidscomponent in de richting van de transportrichting reeds aanzienlijk 35 (of geheel) is afgenomen.

1030316 11

De samenwerking tussen de rollen 15, 17 en 18 van de tweede transporteur 3 is zodanig, dat ongeacht de positie van het samenstel uit de rollen 17 en 18 de band van de tweede bandtransporteur 3 telkens gespannen blijft. Het 5 spreekt voor zich, dat ook andere bandspaninrichtingen zouden kunnen worden toegepast.

De figuren 6 en 7 tonen twee verschillende posities van een alternatieve uitvoeringsvorm. In dit geval is het voorste gedeelte 3' van de tweede transporteur 3 (door 10 een niet nader getoond bewegingsmechanisme) in hoofdzaak op en neer beweegbaar (in feite zal, in de getoonde uitvoeringsvorm, een voorste rol 21 boogvormig om een hulprol 22 bewegen, conform pijl 24 in figuur 7, waarbij een andere hulprol 23 zorgt voor het strak houden van de band van de 15 tweede transporteur 3). Ook op deze wijze kan ervoor worden gezorgd dat van een aangevoerd snijbloemenboeket 6 het bloemscherm 6' tijdens het in dwarsrichting wegschuiven door duworganen (in de figuren 6 en 7 niet getoond) vrijblijft van de tweede transporteur 3 en derhalve niet kan worden be-20 schadigd.

Nog een andere uitvoeringsvorm is getoond in de figuren 8 en 9. Hierbij is de tweede transporteur 3 in zijn geheel verplaatsbaar (aangeduid door pijlen 25 in figuur 9) zodat opnieuw het bloemscherm 6' van het boeket 6 vrij kan 25 blijven van een ondersteuning door de tweede transporteur 3.

Binnen het kader van de uitvinding als gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies zijn uiteraard ook andere uitvoeringsvormen denkbaar. Bijvoorbeeld is het mogelijk dat de tweede transporteur 3 niet is voorzien van een eind-30 loze band, doch een draagplaat die via een ovale baan rondbeweegt. Ook op deze wijze kan aan een arriverend snijbloemenpakket 6 het transport in de transportrichting worden verschaft zonder dat het bloemscherm 6' wordt ondersteund. Tevens dient te worden opgemerkt, dat de eerste transporteur 1030316 12 1 ook enigerlei andere transporteur kan zijn dan een transporteur die is voorzien van een eindloze band.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het door de 5 conclusies bepaalde kader van de onderhavige uitvinding op velerlei wijze kunnen worden gevarieerd.

10 1030316

Claims (16)

1. Werkwijze voor het verwijderen van op een in een transportrichting bewegende transportinrichting gelegen snijbloemen in een onder een hoek met de transportrichting gerichte dwarsrichting, waarbij de snijbloemen door middel 5 van duworganen in de genoemde dwarsrichting worden geschoven, met het kenmerk, dat tijdens het in de genoemde dwarsrichting verschuiven van de snijbloemen het bloemscherm daarvan niet door de transportinrichting wordt ondersteund.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met als stappen: 10. het op een eerste transporteur aanvoeren van de snij bloemen terwijl hun stelen in hoofdzaak in de transportrichting zijn gericht; het overgeven van de snijbloemen aan een tweede, op de eerste transporteur aansluitende tweede transporteur; 15. het zodanig in de transportrichting verplaatsen van ten minste het aan de eerste transporteur grenzende voorste uiteinde van de tweede transporteur dat het bloemscherm van de snijbloemen vrijblijft van de tweede transporteur; 20. het in de dwarsrichting vanaf de tweede transporteur afschuiven van de snijbloemen; - het tegen de transportrichting in naar zijn uitgangspositie terugbewegen van het voorste uiteinde van de tweede transporteur.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij alleen het voorste gedeelte van de tweede transporteur in de transportrichting wordt verplaatst.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de tweede transporteur in zijn geheel in de transportrichting wordt 30 verplaatst.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met als stappen: - het op een eerste transporteur aanvoeren van de snij -bloemen; 1030316 het overgeven van de snijbloemen aan een tweede, op de eerste transporteur aansluitende tweede transporteur; het zodanig omlaag verplaatsen van het aan de eerste transporteur grenzende voorste uiteinde van de tweede 5 transporteur dat het bloemscherm van de snijbloemen vrijblijft van de tweede transporteur; het in de dwarsrichting vanaf de tweede transporteur afschuiven van de snijbloemen; het terug omhoog naar zijn uitgangspositie terugbewegen 10 van het voorste uiteinde van de tweede transporteur.

6. Samenstel voor het transporteren van snijbloemen, met een in een transportrichting bewegende transportinrichting voor het ondersteunen van daarop gelegen snijbloemen, en duworganen voor het in een onder een hoek met de 15 transportrichting gerichte dwarsrichting van de transportaf-richting afschuiven van de snijbloemen, met het kenmerk, dat de transportinrichting is voorzien van ten minste een gedeelte dat tijdelijk naar een zodanige positie beweegbaar is, dat tijdens het in de genoemde dwarsrichting verschuiven 20 van de snijbloemen het bloemscherm daarvan niet door de transportinrichting wordt ondersteund.

7. Samenstel volgens conclusie 6, voorzien van een eerste transporteur voor het aanvoeren van de snijbloemen en een in de transportrichting op de eerste transporteur aan- 25 sluitende tweede transporteur, waarvan ten minste het aan de eerste transporteur grenzende voorste uiteinde zodanig in de transportrichting verplaatsbaar is dat het bloemscherm van de snijbloemen vrijblijft van de tweede transporteur.

8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij alleen 30 het voorste gedeelte van de tweede transporteur in de transportrichting verplaatsbaar is.

9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de tweede transporteur is voorzien van een eindloze band die om ten minste een voorste, naar de eerste transportinrichting toe- 35 gekeerde omkeerrol loopt, waarbij deze voorste omkeerrol in 1030316 de transportrichting heen en weer beweegbaar is door een geschikte aandrijving, en waarbij een bandspanvoorziening is toegepast.

10. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij de 5 tweede transporteur in zijn geheel in de transportrichting verplaatsbaar is.

11. Samenstel volgens conclusie 6, voorzien van een eerste transporteur voor het aanvoeren van de snijbloemen en een in de transportrichting op de eerste transporteur 10 aansluitende tweede transporteur, waarvan het aan de eerste transporteur grenzende voorste uiteinde zodanig omlaag verplaatsbaar is dat het bloemscherm van de snijbloemen vrij-blijft van de tweede transporteur.

12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij de 15 tweede transporteur is voorzien van een eindloze band die om ten minste een voorste, naar de eerste transportinrichting toegekeerde omkeerrol en een op enige afstand daarachter gelegen steunrol loopt, waarbij de voorste omkeerrol volgens een boog om de steunrol in hoofdzaak op en neer beweegbaar.

13. Samenstel volgens een der conclusies 7-12, waarbij de transportsnelheden van de eerste en tweede transporteur in hoofdzaak gelijk zijn.

14. Samenstel volgens een der conclusies 7-12, waarbij de transportsnelheid van de tweede transporteur la- 25 ger is dan de transportsnelheid van de eerste transporteur.

15. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de tweede transporteur een om twee omkeerrollen lopende eindloze band bezit.

16. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de 30 tweede transporteur een via een ovale baan rondbewegende draagplaat is. 1030316