NL1018979C1

NL1018979C1 - Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een voorwerp.

Info

Publication number: NL1018979C1
Application number: NL1018979A
Authority: NL
Inventors: Machiel Andries Honig
Original assignee: Zti Mechatronics B V
Priority date: 2001-09-18
Filing date: 2001-09-18
Publication date: 2003-03-19

Description

Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een voorwerp

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het om een langwerpig voorwerp, zoals een bos bloemen, aanbrengen van een wikkel, omvattende 5 het vanaf twee richtingen toevoeren van een baan wikkelmateriaal, het met elkaar verbinden van de vrije uiteinden van die banen wikkelmateriaal, het plaatsen van het voorwerp tussen de twee met elkaar verbonden banen wikkelmateriaal, het om het voorwerp heen brengen van die banen wikkelmateriaal, het met elkaar verbinden van de banen wikkelmateriaal bij het afsluiten zo gevormde wikkel.

10 Een dergelijke werkwijze is in de stand der techniek algemeen bekend. Voor het verpakken van bloemen, zoals rozen wordt een inrichting toegepast bestaande uit twee op afstand naast elkaar liggende rollen foliemateriaal. De banen foliemateriaal zijn bij het vrije uiteinde daarvan verbonden. De banen foliemateriaal rusten elk op een drager. Een bos bloemen wordt op de beide banen foliemateriaal, ondersteund door de drager, 15 gelegd. Vervolgens worden de dragers uit elkaar bewogen en zakt de bos bloemen naar beneden. Daarna worden de banen foliemateriaal weer met elkaar verbonden en wordt de zo gevormde wikkel gescheiden. Vervolgens worden de met elkaar verbonden delen foliemateriaal terugbewogen en de dragers weer in de oorspronkelijke positie gebracht.

Hoewel een dergelijke inrichting goed functioneert, is deze bijzonder 20 gecompliceerd door het grote aantal bewegende delen. Bovendien is het noodzakelijk het foliemateriaal heen en weer te bewegen, hetgeen hoge eisen stelt aan geleidingen, reminrichtingen en dergelijke. Daardoor is de verwerkingssnelheid van de inrichting volgens de stand van de techniek verhoudingsgewijs beperkt. Bovendien is een gecompliceerde sturing nodig om een en ander te verwezenlijken. Twee 25 aandrijfmotoren voor beweging van elk van de banen foliemateriaal zijn noodzakelijk.

Het is het doel van de uitvinding de hierboven beschreven werkwijze te vereenvoudigen.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat het aanbrengen van de banen wikkelmateriaal omvat het tussen die banen inrollen van dat 30 voorwerp en dat beide banen wikkelmateriaal uitsluitend in de richting van het afwikkelen bewogen worden.

Volgens de uitvinding wordt niet langer gebruik gemaakt van beweegbare dragers maar wordt het te verpakken voorwerp bewogen langs een hol gekromd voorwerp.

1018979 2

Daardoor kan het verloop van de werkwijze aanzienlijk vereenvoudigd worden. Daardoor neemt de betrouwbaarheid van het wikkelen toe en kan bovendien zonder al te veel problemen de snelheid van het wikkelen vergroot worden.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding wordt het 5 voorwerp in het foliemateriaal ingerold en is de draaiingsas van het inrollen niet samenvallend met de middellangsas van dat voorwerp.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het om een langwerpig voorwerp, zoals een bos bloemen aanbrengen van een wikkel, omvattende twee opslagen voor steeds een baan wikkelmateriaal, geleidingen voor elke baan 10 wikkelmateriaal uitgevoerd om de vrije uiteinden van de banen naar elkaar toe te brengen, een opname voor het tussen die banen wikkelmateriaal opnemen van dat voorwerp, bevestigings/snijmiddelen voor het aan elkaar bevestigen van die twee banen wikkelmateriaal en het scheiden van met de inrichting vervaardigde wikkels van elkaar, waarbij die geleidingen omvatten een gekromde geleidingsplaat en een langs het 15 concave oppervlak daarvan beweegbare geleidingsarm voor het tussen die geleidingsplaat en geleidingsarm opnemen van die twee banen wikkelmateriaal. Door de arm wordt zowel het foliemateriaal geleid als het voorwerp getransporteerd langs het concave oppervlak van de geleidingsplaat. Afhankelijk van de vorm van de geleidingsplaat zal ook de beweging van de arm uitgevoerd worden. Bij voorkeur is een 20 en ander cirkelvormig.

Nabij het vrije uiteinde van de geleidingsplaat is volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding een station aanwezig waar bevestiging van de beide foliebanen en doorsnijden plaatsvindt. De invoer voor het voorwerp is aan de tegenoverliggende zijde van de gekromde plaat aangebracht.

25 De beweging van de arm kan op enige in de stand der techniek bekende wijze verwezenlijkt worden en in het geval van een cirkelvormige beweging wordt bij voorkeur een krukmechanisme toegepast.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 30 Fig. 1 schematisch in perspectief de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 is zijaanzicht verdere details van de inrichting volgens de uitvinding; en

Fig. 3-6 verschillende stadia van het omwikkelen van een voorwerp.

1018979 3

De inrichting volgens de uitvinding is in de figuren in het geheel met 1 aangegeven. Deze bestaat uit een niet in detail afgebeelde frameconstructie waarop houders 2, 3 aangebracht zijn. Deze zijn uitgevoerd voor het bevatten van rollen foliemateriaal 4, 5. Onder foliemateriaal wordt elk in de stand der techniek bekend 5 velvormig materiaal verstaan. Dit kan eventueel van informatie of andere opdruk voorzien zijn, waarbij het mogelijk is dat de vellen foliemateriaal verschillend zijn.

Het van de rollen 4, 5 afkomstige foliemateriaal wordt door een rem geleid, bestaande uit remcilinders 6 en met de remcilinders te bedienen aandruklijsten 8. Deze lijst 8 werkt samen met een draagvlak 9 voor het daartussen opnemen van het 10 foliemateriaal.

Een gekromde geleidingsplaat 10 is aanwezig. Bij de hier afgebeelde uitvoering is deze cirkelvormig gekromd. Daarlangs kan een arm 11 bewegen. Geleiding van de arm nabij het uiteinde van de geleidingsplaat 10 vindt plaats met behulp van een rol 17 en een geleidingsrol 16. Aan de andere zijde is de arm 11 bevestigd aan plaat 12 en de 15 op afstand daarvan liggende hulpplaat 13. Deze platen 12 en 13 zijn om een as 14 draaibaar. Met 15 is een bevestiging/snijstation aangegeven. Details daarvan blijken uit fïg. 2. Het bevestiging/snijstation bestaat uit twee naar boven beweegbare grijplippen 19 die de vellen foliemateriaal tegen arm 11 drukken. Een snij-/sealmes 20 is aanwezig voor het scheiden van de baan.

20 Met 22 is de toevoertransporteur aangegeven terwijl met 23 een afvoertransporteur aangegeven is.

In fïg. 3-6 wordt de werking van de hierboven beschreven inrichting verduidelijkt.

In fig. 3 is de toestand afgebeeld dat juist een bos bloemen 30 voorzien van een 25 wikkel 31 afgevoerd wordt. Arm 11 bevindt zich in een positie waarin deze de vellen 25 en 26 van rollen 4 en 5 niet of nauwelijks ondersteunt. De einden van de vellen 25 en 26 zijn zojuist aan elkaar bevestigd.

Bij het verder links omdraaien van de arm in de richting van pijl 18, zoals afgebeeld in fïg. 4, wordt een bos bloemen 30 ingebracht. Bij het verder roteren van 30 arm 11 door het roteren van de platen 12 en 13 komt deze arm 11 achter de bos bloemen bij het geleiden van de banen 25 en 26, zoals in fig. 5 afgebeeld is. De bos bloemen 30 wordt ingerold. Vervolgens komt arm 11 in de positie afgebeeld in fig. 6 boven het bevesting/snijstation. Vervolgens vindt bevestiging van de twee boven elkaar 1018979 4 liggende vellen foliemateriaal 25 en 26 plaats, direct gevolgd door het snijden met behulp van snij-/sealmes 20. Bij verdere beweging wordt door arm 11 bos 30 voorzien van wikkel 31 afgevoerd naar de afvoertransporteur 23, zoals in fig. 1 afgebeeld is en kan een nieuwe cyclus opgestart worden.

5 Uit het bovenstaande blijkt dat het op bijzonder eenvoudige wijze mogelijk is voorwerpen van een wikkel te voorzien. Bovendien worden geen hoge eisen gesteld aan het inbrengen van de voorwerpen tussen de vellen foliemateriaal. Dat wil zeggen, geen gecompliceerde robotsconstructies, zoals in de stand der techniek, zijn noodzakelijk maar volstaan kan worden met een eenvoudige toevoer en 10 afvoertransporteur. De constructie volgens de uitvinding heeft slechts een enkele (niet afgebeelde) aandrijving nodig voor het roteren van de platen 12, 13 om as 14 en het zo verplaatsen van arm 11. Het is niet noodzakelijk dat de vellen foliematenaal terugbewegen. Uitsluitend beweging in de zin van afrollen is noodzakelijk. Door de eenvoudige constructie kan met bijzonder hoge snelheid gewerkt worden. De cyclustijd 15 van vier seconden of minder is eenvoudig haalbaar. De betreffende inrichting is eenvoudig te vervaardigen en kan gecombineerd worden met andere inrichtingen. Indien deze bijvoorbeeld toegepast wordt voor het verpakken van rozen kan deze gecombineerd worden met een sorteerinrichting voor rozen.

Begrepen dient echter te worden dat de onderhavige uitvinding toepasbaar is voor 20 het omwikkelen van andere voorwerpen dan gewassen.

Bij het lezen van bovenstaande beschrijving zullen bij degenen bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen die voor de hand liggend zijn na bovenstaande beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

1018979

Claims

1. Werkwijze voor het om een langwerpig voorwerp, zoals een bos bloemen, 5 aanbrengen van een wikkel, omvattende het vanaf twee richtingen toevoeren van een baan wikkelmateriaal, het met elkaar verbinden van de vrije uiteinden van die banen wikkelmateriaal, het plaatsen van het voorwerp tussen de twee met elkaar verbonden banen wikkelmateriaal, het om het voorwerp heen brengen van die banen wikkelmateriaal, het met elkaar verbinden van de banen wikkelmateriaal bij het 10 afsluiten zo gevormde wikkel, met het kenmerk, dat het aanbrengen van de banen wikkelmateriaal omvat het tussen die banen inrollen van dat voorwerp en dat beide banen wikkelmateriaal uitsluitend in de richting van het afwikkelen bewogen worden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het inrollen van dat voorwerp, het 15 onderwerpen aan een roterende beweging van dat voorwerp omvat, waarbij het draaiingshart van die roterende beweging op afstand ligt van de middenlangsas van dat voorwerp.

3. Inrichting (1) voor het om een langwerpig voorwerp, zoals een bos bloemen 20 (30) aanbrengen van een wikkel, omvattende twee opslagen (2, 3) voor steeds een baan wikkelmateriaal, geleidingen voor elke baan wikkelmateriaal uitgevoerd om de vrije uiteinden van de banen naar elkaar toe te brengen, een opname voor het tussen die banen wikkelmateriaal opnemen van dat voorwerp, bevestigings/snijmiddelen (15) voor het aan elkaar bevestigen van die twee banen wikkelmateriaal en het scheiden van met 25 de inrichting vervaardigde wikkels van elkaar, met het kenmerk, dat die geleidingen omvatten een gekromde geleidingsplaat (10) en een langs het concave oppervlak daarvan beweegbare geleidingsarm (11) voor het tussen die geleidingsplaat en geleidingsarm opnemen van die twee banen wikkelmateriaal.

^ 4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij die arm volgens een cirkel draaibaar is. 1018979

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij die arm tijdens bedrij f in uitsluitend een richting draaibaar is en nabij het in draairichting van de arm stroomafwaartse einde van die geleidingsplaat, die bevestiging/snijmiddelen zijn aangebracht. 5

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij nabij het in draairichting van de arm stroomopwaartse einde van die geleidingsplaat de invoer voor dat voorwerp is aangebracht.

7. Inrichting volgens een van de conclusies 3-6, waarbij die arm is aangebracht op een roterende kruk.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij die kruk een plaat (12, 13) omvat. 1018979